Gepubliceerd: 11 oktober 2018
Indiener(s): Erik Ziengs (VVD)
Onderwerpen: recht staatsrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35012-5.html
ID: 35012-5

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 11 oktober 2018

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt Verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

blz.

 

1.

Inleiding

1

2.

Voorgestelde wijzigingen van de Kieswet

2

2.1.

Maatregelen om het aantal ongeldige stemmen te verminderen

2

2.2.

Briefstembureaus in grensgemeenten

2

2.3.

Overige wijzigingen in verband met stemmen vanuit het buitenland

3

3.

Voorgestelde verlenging van de Experimentenwet

5

4.

Advies en consultatie

5

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel tot Wijziging van de Kieswet en de Tijdelijke experimenten-wet stembiljetten en centrale stemopneming ter vereenvoudiging van stem-men vanuit het buitenland en verlenging van de mogelijkheid tot experimen-teren. Graag willen zij de regering enkele vragen stellen.

Allereerst merken de leden van de VVD-fractie op dat zij het een goede zaak achten dat enkele belemmeringen bij het stemmen voor Nederlandse kiezers die in het buitenland wonen, worden weggenomen. Zij spreken de hoop uit dat de voorgestelde maatregelen reeds ten behoeve van de verkiezingen voor het Europees parlement in mei 2019 van kracht kunnen zijn.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel tot wijziging van de Kieswet en de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming ter vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland en verlenging van de mogelijkheid tot experimenteren.

Deze leden vragen, waarom uitdrukkelijk melding wordt gemaakt van perso-nen die kiesrecht hebben voor raadgevende referenda.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Zij vinden het van groot belang dat Nederlandse kiezers die in het buitenland wonen hun stem kunnen uitbrengen bij Neder-landse en Europese verkiezingen, aangezien kiesrecht één van de belangrijkste rechten is die verbonden is aan het staatsburgerschap. Barrières daartoe moeten worden weggenomen. Dit wetsvoorstel zet stappen in de juiste richting en dat juichen deze leden toe. Wel hopen zij dat de regering nog ambitieuzer wordt. Zij stellen enkele vragen hiertoe.

De leden van de D66-fractie lezen allereerst dat dit wetsvoorstel geen gevolgen heeft voor burgers. Deze leden hopen dat dit wetsvoorstel wel degelijk positieve gevolgen zal hebben voor kiezers in het buitenland, Nederlandse staatsburgers. Kan de regering dit beamen en deze voordelen uiteenzetten?

De leden van de DENK-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van dit wetsvoorstel. Deze leden hebben hierover een aantal vragen.

2. Voorgestelde wijzigingen van de Kieswet

2.1. Maatregelen om het aantal ongeldige stemmen te verminderen

De leden van de D66-fractie steunen de maatregelen om briefstemmen minder snel ongeldig te verklaren van harte. Wel vragen zij zich af of de regering niet nog een stap ambitieuzer kan zijn. Zou stemmen niet overal ter wereld gratis moeten zijn? Hoe kijkt de regering er tegen aan om een al voldoende gefrankeerde envelop mee te sturen met het stembiljet?

De leden van de DENK-fractie lezen in par.3.1. dat de kiezers in het buiten-land een gewone enveloppe kunnen gebruiken om hun stem te verzenden naar het stembureau. Brengt deze maatregel geen integriteitsproblemen met zich mee?

2.2. Briefstembureaus in grensgemeenten

Het wetsvoorstel maakt het mogelijk, zo lezen de leden van de VVD-fractie, dat de Minister van BZK in grensgemeenten briefstembureaus instelt. Deze leden vragen wat precies de taak van deze stembureaus is. Zijn deze stembureaus alleen bureaus die fungeren als bureaus waar briefstemmen van Nederlandse kiezers die in het buitenland wonen, worden ingeleverd en waar dus niet daadwerkelijk de stemmen worden uitgebracht? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering. Het voorgestelde lid 5 van artikel M 13 is een «kan»-bepaling. In hoeverre verwacht de regering er ook daadwerkelijk gebruik van te maken? Hoe zal de spreiding van dergelijke stembureaus langs de grens eruit zien?

De leden van de D66-fractie hebben enkele vragen bij het oprichten van brief-stembureaus in grensgemeenten voor Nederlanders die net over de grens in België of Duitsland wonen. Het idee is dat deze kiezers hierdoor niet afhanke-lijk zijn van postbezorging, vanuit België of Duitsland naar Den Haag. De leden van de D66-fractie vragen welke belasting het opzetten van een briefstembureau vergt voor een gemeente? Daarnaast vragen zij zich af in hoeverre dit voorstel daadwerkelijk van toegevoegde waarde is. Mensen woonachtig in grensgemeenten kunnen immers ook al met een kiezerspas in een Nederlandse gemeente hun stem uitbrengen indien zij dit wensen óf hun stembescheiden naar Den Haag versturen. Aangezien zij hun stembeschei-den 5 weken van te voren ontvangen moet het versturen per post vanuit bijvoorbeeld België naar Den Haag geen probleem zijn. Een eventuele aanvullende mogelijkheid zou wel kunnen zijn, zoals de gemeente Den Haag ook zelf in haar reactie suggereert, om grensgemeenten te laten optreden als inleverpunt voor briefstemmen van Nederlandse kiezers, zonder daadwer-kelijk briefstembureau te zijn. De briefstemmen kunnen dan op de dag van de verkiezingen per koerier naar Den Haag worden gestuurd en op het briefstembureau geteld worden. Wat is de reactie van de regering op dit voorstel?

De leden van de DENK-fractie lezen dat er stembureaus ingesteld kunnen worden voor mensen die bij de grensgemeenten wonen. Kan een soortgelijk middel ook gebruikt worden in gemeentes van andere landen?

Volgens het CBS wonen mensen, die naar het buitenland gaan het meest in Frankrijk, België, Denemarken, Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Duitsland. Kan een stembureau in die landen ingesteld worden?

Mensen met een dubbel paspoort reizen vaak naar het land van hun tweede identiteit. Dat zijn meestal de landen Turkije en Marokko. Kan er ook een stembureau in die landen geïnstalleerd worden?

2.3 Overige wijzigingen in verband met stemmen vanuit het buitenland

Vooropening

De termijn van vooropening wordt weer vastgesteld op 7 dagen, terwijl de ge-meente Den Haag pleit voor het behoud van 14 dagen, zo merken de leden van de VVD-fractie op. Wat was de reden dat er ooit voor 7 dagen is gekozen en later voor 14 dagen? De regering stelt dat vasthouden aan de termijn van 14 dagen ook zou leiden tot een aanpassing van de termijnen waarop kiezers uiterlijk hun verzoek voor een vervangend briefstembewijs moeten indienen. De gemeente Den Haag stelt dat er nog geen verkiezing is geweest sinds de inwerkingtreding van de permanente registratie en dat dus de aanname dat de termijn krapper kan worden, onterecht is. Graag krijgen de leden van de VVD-fractie in dezen een nadere uitleg.

De leden van de D66-fractie vernemen dat de termijn van vooropening van de Haagse briefstembureaus eerst 7 dagen was, toen verlengd is naar 14 dagen, en met deze wetswijziging weer teruggebracht wordt naar 7 dagen. De termijn was eerst verlengd om voldoende tijd te creëren voor het verwerken van de stemmen bij een mogelijke toename van het aantal kiezers vanuit het buitenland. De regering verwacht dat, naast de 60.000 nu permanent geregistreerden, dit aantal nu weer verder toe zal nemen door campagnes door de rijksoverheid voor permanente registratie. De leden van de D66-fractie delen deze constatering. Zij vragen zich af: wat is het potentieel van het aantal toekomstig geregistreerden, met hoe veel kan dit aantal toenemen? Hoeveel Nederlanders wonen er (naar schatting) in het buitenland?

De regering gaat er vanuit dat het aantal geregistreerden vanuit het buitenland toeneemt maar wil toch de termijn terugbrengen van 14 naar 7 dagen. De gemeente Den Haag verzoekt in haar reactie de termijn op 14 dagen te laten om zo de briefstemmen goed te kunnen verwerken. Zijn, dit alles in ogenschouw nemend, de 14 dagen daarom niet op zijn plaats om zo de briefstemmen nauwkeurig te kunnen verwerken? De regering geeft als argument voor deze 7 dagen dat anders de termijn voor het vervangend stembewijs moet worden aangepast. Hoe zouden de termijnen van verzoek tot vervangend stembewijs precies moeten worden aangepast? Hoe lang is deze termijn nu?

Vervangend briefstembewijs

Er zal op korte termijn worden onderzocht of een vervangend briefstembewijs of een duplicaat van het briefstembewijs digitaal aan de kiezer beschikbaar kan worden gesteld, constateren de leden van de VVD-fractie. Richt dat onderzoek zich ook op het oorspronkelijke briefstembewijs of alleen op het vervangende briefstembewijs? Waarom is het nu nog niet mogelijk om het briefstembewijs digitaal aan te bieden? Als alternatief voor het vervangende briefstembewijs pleit de gemeente Den Haag voor het verstrekken van een duplicaat briefstembewijs. Wat zijn de voor- en nadelen van beide mogelijk-heden? De leden van de VVD-fractie verzoeken de regering op deze vragen in te gaan.

De leden van de D66-fractie lezen dat het stembiljet met daarop alle kandida-ten volgens de toelichting pas «ongeveer vijf weken» voor de dag van stemming wordt vastgesteld. Daarna kan het stembiljet pas naar de kiezers in het buitenland verstuurd worden. Het woord «ongeveer» impliceert dat hier geen termijn voor gesteld is. Dat verbaast de aan het woord zijnde leden. Klopt deze constatering? Is hier een reden voor? Zou dit niet in de wet moeten worden opgenomen?

Verder lezen deze leden dat geëxperimenteerd wordt met het verzenden van het stembiljet per e-mail. Het individuele briefstembewijs (de stempas voor kiezers in het buitenland) wordt 12 weken voor de verkiezingen wél per post verzonden, omdat het van belang is dat elke kiezer er slechts één heeft. Het verzenden per e-mail van het stembiljet is een mooie ontwikkeling, omdat kiezers dan al direct beschikken over het stembiljet en niet de post hoeven af te wachten (hun stembewijs kregen ze immers al eerder). Kan de regering toelichten hoe deze experimenten bevallen zijn? Hoeveel kiezers deden hieraan mee? Zal het ontvangen van het stembiljet per e-mail mogelijk zijn voor alle permanent geregistreerde kiezers bij de verkiezingen voor het Europees parlement?

Indien de experimenten goed bevallen zijn, waarom heeft de regering er niet voor gekozen dit in de wet te verankeren en in deze wetswijziging mee te nemen?

De leden van de D66-fractie lezen dat in een eerdere versie van het conceptwetsvoorstel bepalingen uit de Experimentenwet ten aanzien van vervangende briefstembewijzen en een nieuw model stembiljet in de Kieswet zouden worden opgenomen. Waarom is dit uit het wetsvoorstel gehaald? Waarom is gekozen voor een verlenging van de Experimentenwet in plaats van een verankering in de Kieswet?

De leden van de D66-fractie weten dat briefstembureaus buiten Nederland ingericht worden op bijvoorbeeld een ambassade of consulaat, bij verkie-zingen waar Nederlanders in het buitenland mogen stemmen. Nederlanders kunnen hun briefstembewijs en ingevuld stembiljet naar deze briefstem-bureaus sturen of daar afleveren. Dit geeft hen meer zekerheid dat hun stem op tijd aankomt. Dit aantal briefstembureaus in het buitenland fluctueert per verkiezing, zo schrijft de regering. Hoeveel briefstembureaus zullen er bij de aankomende verkiezingen van het Europees parlement buiten Nederland zijn? Onder welke voorwaarden wordt een briefstembureau opgezet? Hoeveel Nederlanders maken hier gebruik van?

Heeft de regering overwogen om in plaats van briefstembureaus daadwerke-lijke stembureaus in het buitenland mogelijk te maken, zoals in grote Europese steden? Zo ja, wat is hier de afweging bij geweest? Zo nee, zou de regering dit dan alsnog willen overwegen?

De leden van de DENK-fractie lezen dat door voorlichtingsactiviteiten van de gemeente Den Haag en van de rijksoverheid het aantal personen in de permanente registratie zal toenemen. Wat houden die voorlichtingsactiviteiten precies in en waaruit bestaat het?

3. Voorgestelde verlenging van de Experimentenwet

Er zal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de experimen-ten naar de Staten-Generaal worden gezonden. De leden van de VVD-fractie hechten er aan dat er een goede evaluatie plaatsvindt, waarin wordt gekeken of de gestelde doelen zijn gehaald. Hoe zal deze evaluatie eruit zien? Zal deze evaluatie breder zijn dan de standaardevaluatie die na verkiezingen wordt gehouden? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.

Met het voorliggende wetsvoorstel, zo stellen de leden van de CDA-fractie vast, wordt de datum waarop de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming vervalt, met één jaar opgeschoven, zodat ook bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 nog met het stembiljet kan worden geëxperimenteerd. De leden van de CDA-fractie zijn van mening, dat experimenten met verkiezingen niet langer moeten voortduren dan strikt noodza-kelijk is. Ook de Kiesraad benadrukte dit punt in een eerder advies over de verlenging van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming (14 november 2016). Deze leden vragen de regering de voorgestelde verlenging in dit verband nader te onderbouwen.

De leden van de CDA-fractie vragen op welke wijze evaluatie van de experimenten zal plaatsvinden en welke criteria voor succes of falen zullen worden gehanteerd. Deze leden willen in dit verband benadrukken dat de keuze voor een bepaald model stembiljet niet alleen op praktische gronden moet worden beoordeeld, maar dat daaraan ook principiële keuzen ten grondslag liggen.

4. Advies en consultatie

De leden van de D66-fractie lezen in de reactie van de gemeente Den Haag dat zij tot hun spijt weinig van de voorstellen die zij hebben gedaan naar aanleiding van de evaluatie van de Tweede Kamerverkiezingen 2017, terug zien in dit wetsvoorstel. Kan de regering toelichten waarom er niet gekozen is voor de verzending van stembescheiden per koerier met track & trace in moeilijk bereikbare gebieden? Welke kosten zouden hieraan verbonden zijn? Ook valt het deze leden op dat het digitaal verzenden van het briefstembewijs alleen onderzocht wordt als optie voor het vervangend stembewijs. Deze leden begrijpen, dat betrouwbaarheids- en veiligheidsrisico’s bij het digitaal verzenden hiervan grondig onderzocht moeten worden. Maar kan de regering toelichten waarom dit alleen onderzocht wordt voor het vervangend stembewijs, en niet ook voor het regulier verzenden van het briefstembewijs? Wanneer zijn de resultaten van dit onderzoek beschikbaar?

De voorzitter van de commissie, Ziengs

De waarnemend griffier van de commissie, Hendrickx