Kamerstuk 35000-V-57

Evaluaties FOL-verdrag over de periode oktober 2016 - september 2017 en oktober 2017 - september 2018

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2019

Gepubliceerd: 29 januari 2019
Indiener(s): Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35000-V-57.html
ID: 35000-V-57

Nr. 57 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 januari 2019

Mede namens de Minister van Defensie bied ik u hierbij de jaarlijkse evaluaties aan van het Forward Operating Locations-verdrag (FOL) over de periodes oktober 2016 tot en met september 2017 en oktober 2017 tot en met september 2018. Het betreft een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het Verdrag inzake samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Verenigde Staten van Amerika betreffende toegang tot en gebruik van faciliteiten op Aruba en Curaçao voor drugsbestrijding vanuit de lucht (Trb. 2000, nr. 34), dat werd goedgekeurd bij Rijkswet van 18 oktober 2001.

In de beide rapportage periodes (oktober 2016 tot september 2018) hebben de vluchten bijgedragen aan de onderschepping van 519.000 kilo cocaïne, 24.000 kilo Marihuana en 30 kilo heroïne.

Per 2 november 2016 is het FOL-verdrag met vijf jaar verlengd, waardoor de huidige looptijd tot 2 november 2021 bedraagt (met mogelijkheid tot verdere verlengingen).

Voor de goede orde deel ik u mede dat het verslag tevens wordt toegezonden aan de Ministers-Presidenten van Aruba en Curaçao met verzoek om doorgeleiding aan de Staten van hun landen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

EVALUATIE VAN DE UITVOERING VAN HET VERDRAG INZAKE DE FORWARD OPERATING LOCATIONS OP CURAÇAO EN ARUBA IN DE PERIODE 1 OKTOBER 2016 – 30 SEPTEMBER 2017

Forward Operating Locations

Op grond van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten inzake samenwerking op het gebied van drugsbestrijding vanuit de lucht (FOL-verdrag, 2000) maken Amerikaanse vliegtuigen gebruik van zogenaamde «forward operating locations» op de luchthavens van Curaçao (Hato) en van Aruba (Reina Beatrix). Het verdrag geeft toestemming voor het uitvoeren van vluchten ten behoeve van surveillance, monitoring en het opsporen van drugstransporten. De vluchten worden onbewapend uitgevoerd.

Na het aflopen van de eerste tienjarige termijn is het FOL-verdrag tweemaal verlengd met een periode van vijf jaar, met ingang van 2 november 2011 en 2 november 2016. Deze laatste verlenging heeft, op verzoek van de VS, plaatsgevonden middels een notawisseling.

Het Koninkrijk is gebaat bij de Amerikaanse luchtverkenningen op grond waarvan drugstransporten kunnen worden opgespoord en onderschept. Dat laatste gebeurt in een groot aantal gevallen in samenwerking met de Koninklijke Marine.

Bestrijding van de drugsproblematiek in de Caribische regio is van mondiaal belang. Dit is eveneens het geval binnen Europees verband, waarbij het principe van gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt onderschreven en daaraan ook daadwerkelijk door het Koninkrijk uitvoering wordt gegeven.

Op Curaçao wordt ten volle gebruik gemaakt van de FOL-faciliteit. Aruba is nog altijd in gesprek met de VS over het verkleinen van het FOL-terrein op de luchthaven Reina Beatrix, ten behoeve van de commerciële uitbreiding van de luchthaven. Hierbij zou een gedeelte dat nu uitsluitend aan FOL is toegewezen (40.896 m2), bestemd worden voor «dual use»: zowel voor commerciële als de FOL vluchten. Een kleiner gedeelte (26.413 m2) blijft voor exclusief FOL-gebruik. De VS lijken hier in principe welwillend tegenover te staan, maar er is nog niet tot een definitief akkoord gekomen.

Infrastructuur

Er hebben verschillende onderhoudsprojecten plaatsgevonden op de FOL-locatie op Curaçao.

Juridische kwesties

In de rapportageperiode zijn geen problemen of incidenten aan de autoriteiten in Willemstad en/of Oranjestad gemeld die te maken hebben met de interpretatie en/of implementatie van het FOL-verdrag. De contacten van het FOL-personeel met de lokale en militaire instanties zijn, waar het gaat om zaken van gezamenlijk belang, evenals in de voorgaande evaluatieperiodes uitstekend.

Transparantie

De VS houdt de Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied (CZMCARIB) conform de verdragsafspraken op de hoogte van vluchten die vanaf de FOL’s worden uitgevoerd. Dit betreft aantallen, type vluchten, operationele vluchtgegevens zoals de duur van de vlucht, het patrouillegebied en type vliegtuig.

Host Nation Riders

CZMCARIB wordt door de VS stelselmatig over het meevliegen van zogenaamde «host nation riders» (HNR’s) geïnformeerd. Deze waarnemers moeten meevliegen op vluchten die de grenzen met derde landen overschrijden. Zij vertegenwoordigen hun regering gedurende het overvliegen van het soevereine gebied van een derde land en verschaffen expertise over het gebied waarboven wordt gevlogen. In de periode 2016–2017 werden in totaal 2 missies (van de 239) uitgevoerd waarbij HNR’s nodig waren. Deze missies waren boven internationale wateren en alle HNR’s hadden de Panamese nationaliteit.

Synergie

De FOL-commandant staat in direct contact met CZMCARIB en de consul-generaal van de Verenigde Staten. Het bestaande nauwe samenwerkingsverband tussen de Koninklijke Marine, de lokale autoriteiten, de FOL-leiding en het consulaat van de VS is ook gedurende deze rapportageperiode voortgezet. Deze samenwerking wordt door allen als zeer constructief ervaren.

Operationele gevolgen

De operaties van de FOL’s hadden geen noemenswaardige gevolgen voor de civiele luchtvaartactiviteiten op de vliegvelden Hato en Reina Beatrix of de vliegoperaties van CZMCARIB.

Resultaten

In de periode oktober 2016 tot en met september 2017 werden 239 vluchten uitgevoerd. Alle vluchten vonden plaats vanaf het vliegveld Hato (Curaçao). Vanaf vliegveld Reina Beatrix (Aruba) werden in deze periode geen vluchten uitgevoerd. Het totale aantal vlieguren vanaf de FOL’s bedroeg 1790. De vluchten hebben in dit fiscaal jaar bijgedragen aan een totale onderschepping van 268.000 kilogram cocaïne, 12.000 kilogram marihuana en 5 kilogram heroïne.

EVALUATIE VAN DE UITVOERING VAN HET VERDRAG INZAKE DE FORWARD OPERATING LOCATIONS OP CURAÇAO EN ARUBA IN DE PERIODE 1 OKTOBER 2017 – 30 SEPTEMBER 2018

Forward Operating Locations

Op grond van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten inzake samenwerking op het gebied van drugsbestrijding vanuit de lucht (FOL-verdrag, 2000) maken Amerikaanse vliegtuigen gebruik van zogenaamde «forward operating locations» op de luchthavens van Curaçao (Hato) en van Aruba (Reina Beatrix). Het verdrag geeft toestemming voor het uitvoeren van vluchten ten behoeve van surveillance, monitoring en het opsporen van drugstransporten. De vluchten worden onbewapend uitgevoerd.

Na het aflopen van de eerste tienjarige termijn is het FOL-verdrag tweemaal verlengd met een periode van vijf jaar, met ingang van 2 november 2011 en 2 november 2016. Deze laatste verlenging heeft, op verzoek van de VS, plaatsgevonden middels een notawisseling.

Het Koninkrijk is gebaat bij de Amerikaanse luchtverkenningen op grond waarvan drugstransporten kunnen worden opgespoord en onderschept. Dat laatste gebeurt in een groot aantal gevallen in samenwerking met de Koninklijke Marine.

Bestrijding van de drugsproblematiek in de Caribische regio is van mondiaal belang. Dit is eveneens het geval binnen Europees verband, waarbij het principe van gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt onderschreven en daaraan ook daadwerkelijk door het Koninkrijk uitvoering wordt gegeven.

Op Curaçao wordt ten volle gebruik gemaakt van de FOL-faciliteit. Aruba is nog altijd in gesprek met de VS over het verkleinen van het FOL-terrein op de luchthaven Reina Beatrix, ten behoeve van de commerciële uitbreiding van de luchthaven. Hierbij zou een gedeelte dat nu uitsluitend aan FOL is toegewezen (40.896 m2), bestemd worden voor «dual use»: zowel voor commerciële als de FOL vluchten. Een kleiner gedeelte (26.413 m2) blijft voor exclusief FOL-gebruik. De VS lijken hier in principe welwillend tegenover te staan, maar er is nog niet tot een definitief akkoord gekomen.

Infrastructuur

Er hebben verschillende onderhoudsprojecten plaatsgevonden op de FOL-locatie op Curaçao.

Juridische kwesties

In de rapportageperiode zijn geen problemen of incidenten aan de autoriteiten in Willemstad en/of Oranjestad gemeld die te maken hebben met de interpretatie en/of implementatie van het FOL-verdrag. De contacten van het FOL-personeel met de lokale en militaire instanties zijn, waar het gaat om zaken van gezamenlijk belang, evenals in de voorgaande evaluatieperiodes uitstekend.

Transparantie

De VS houdt de Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied (CZMCARIB) conform de verdragsafspraken op de hoogte van vluchten die vanaf de FOL’s worden uitgevoerd. Dit betreft aantallen, type vluchten, operationele vluchtgegevens zoals de duur van de vlucht, het patrouillegebied en type vliegtuig.

Host Nation Riders

CZMCARIB wordt door de VS stelselmatig over het meevliegen van zogenaamde «host nation riders» (HNR’s) geïnformeerd. Deze waarnemers moeten meevliegen op vluchten die de grenzen met derde landen overschrijden. Zij vertegenwoordigen hun regering gedurende het overvliegen van het soevereine gebied van een derde land en verschaffen expertise over het gebied waarboven wordt gevlogen. In de periode 2017–2018 zijn geen missies uitgevoerd waarbij HNR’s nodig waren.

Synergie

De FOL-commandant staat in direct contact met CZMCARIB en de consul-generaal van de Verenigde Staten. Het bestaande nauwe samenwerkingsverband tussen de Koninklijke Marine, de lokale autoriteiten, de FOL-leiding en het consulaat van de VS is ook gedurende deze rapportageperiode voortgezet. Deze samenwerking wordt door allen als zeer constructief ervaren.

Operationele gevolgen

De operaties van de FOL’s hadden geen noemenswaardige gevolgen voor de civiele luchtvaartactiviteiten op de vliegvelden Hato en Reina Beatrix of de vliegoperaties van CZMCARIB.

Resultaten

In de periode oktober 2017 tot en met september 2018 werden 231 vluchten uitgevoerd. Alle vluchten vonden plaats vanaf het vliegveld Hato (Curaçao). Vanaf vliegveld Reina Beatrix (Aruba) werden in deze periode geen vluchten uitgevoerd. Het totale aantal vlieguren vanaf de FOL’s bedroeg 1119. De vluchten hebben in dit fiscaal jaar bijgedragen aan een totale onderschepping van 251.000 kilogram cocaïne, 12.000 kilogram marihuana en 25 kilogram heroïne.