Kamerstuk 34775-VIII-137

Verslag van een schriftelijk overleg over de uitvoering van de aangenomen moties bij de begroting 2018 van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2018

Gepubliceerd: 30 mei 2018
Indiener(s): Ockje Tellegen (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34775-VIII-137.html
ID: 34775-VIII-137

Nr. 137 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 1 juni 2018

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de brief van 26 maart 2018 over de uitvoering van de aangenomen moties bij de begroting 2018 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 127).

De vragen en opmerkingen zijn op 26 april 2018 aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media voorgelegd. Bij brief van 30 mei 2018 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Tellegen

Adjunct-griffier van de commissie, Arends

Inhoud

 
   

I

Vragen en opmerkingen uit de fracties

2

     
 

– Algemeen

2

 

– Vragen bij aangenomen moties

2

     

II

Reactie bewindspersonen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

4

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief van het kabinet en zien daarin geen aanleiding voor het stellen van vragen.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de uitvoering van de aangenomen moties bij de begroting 2018 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de uitvoering van de aangenomen moties bij de begroting 2018 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Zij hebben daar nog enkele vragen over.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief over de uitvoering van de aangenomen moties bij de begroting 2018 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Zij hebben hierover enkele vragen.

Vragen bij aangenomen moties

Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 29, motie van het lid Dik-Faber c.s. over de positie van wetenschapsmusea

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen op welke manier de mogelijkheden bekeken worden voor science centra/wetenschapsmusea binnen het wetenschapsbeleid en wanneer de Kamer over de uitkomsten wordt geïnformeerd.

Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 72, motie van de leden Westerveld en Van den Hul over de voorlichting over het zijinstromen

De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat zij op Facebook al diverse malen het filmpje tegenkomen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap waarin mensen worden opgeroepen na te denken over een carrière in het onderwijs. Als dit deel uitmaakt van de uitvoering van onderhavige motie waarin de regering wordt verzocht voorlichting over zij-instroom te verbeteren door persoonlijk advies en een pakkende campagne, dan zijn de leden daarover zeer te spreken. Zij zijn benieuwd naar de overige plannen.

Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 74, motie van het lid Westerveld over versterking van de medezeggenschap in het primair en voortgezet onderwijs

De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat onderhavige motie de regering verzoekt om met scholen het overleg te voeren met als doel de medezeggenschap in het primair en voortgezet onderwijs te versterken door meer personele ondersteuning, vergoedingen en scholing met de nadruk op financiën. In de reactie op deze motie wordt niet ingegaan op de nadruk op het versterken van de kennis op het gebied van financiën. Is het ook mogelijk om nader in te gaan over hoe dit wordt uitgevoerd? Tevens vragen deze leden of het klopt dat het project Versterking Medezeggenschap per 1 januari stopt. Wordt er nog een vervolg aan gegeven of een alternatief geboden die bijdraagt aan het versterken van de positie van de medezeggenschap, zo vragen deze leden.

Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 87, motie van het lid Van Meenen over de toepassing van de urennorm in het voortgezet onderwijs

De leden van de SP-fractie vragen de Minister of hij ook contact heeft gehad met VO in Actie als het gaat om verlaging van de urennorm (zoals ook in hun manifest beschreven staat) en over de werkdruk in het voortgezet onderwijs. Zo niet, is de Minister bereid om met hen in gesprek te gaan, zo vragen de voornoemde leden.

Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 92, motie van de leden Bruins en Van der Molen over extra middelen voor fundamenteel onderzoek

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben onlangs ten aanzien van de onderhavige motie feitelijke vragen1 gesteld in de feitelijke vragenronde over de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de uitwerking van de investeringen in wetenschap en onderzoek2. De leden vragen wanneer de Minister verwacht het antwoord op deze vragen naar de Kamer te sturen. Op basis daarvan kunnen deze leden beter beoordelen of er afdoende uitvoering aan deze motie is gegeven.

Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 94, motie van het lid Bruins c.s. over bevordering voltijdaanstelling en grotere deeltijdaanstelling

De leden van de SP-fractie lezen dat de Minister aangeeft dat er wordt verkend in hoeverre het juridisch mogelijk is om een extra dag voor de klas ook extra te belonen als extra stimulans. Hoe ziet de Minister die extra beloning voor zich en als dit een financiële beloning is, op welke wijze wordt dit dan bekostigd, zo vragen deze leden.

De leden van de ChristenUnie-fractie waarderen het dat de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media zal onderzoeken in hoeverre er onderwijs specifieke belemmeringen zijn ten aanzien van de aantrekkelijkheid van een voltijdsaanstelling. De leden vragen wanneer de resultaten van dit onderzoek verwacht worden en op welke wijze de Minister hierover zal rapporteren.

Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 101, gewijzigde motie van het lid Westerveld c.s. over aangepaste klassen voor kinderen met een ernstige beperking (ter vervanging van Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 73)

De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat onderhavige motie de regering verzoekt om obstakels in wet- en regelgeving voor het opzetten van aangepaste klassen voor kinderen met een ernstige beperking binnen een gewone basisschool zoveel mogelijk weg te nemen en de Kamer hierover te informeren. In de reactie van de Minister op deze motie wordt ingegaan op plaatsing van ernstig meervoudige kinderen in het reguliere onderwijs. Deze leden willen benadrukken dat deze motie er niet per definitie voor pleit dat kinderen met een ernstige beperking in het reguliere onderwijs worden geplaatst. In sommige gevallen zal dit niet mogelijk zijn. Deze motie pleit ervoor om ook voor deze gevallen speciaal onderwijs en dagbesteding mogelijk te maken binnen de muren van een reguliere school, in een aparte klas. Op deze manier kan wel het gewenste maatwerk worden geleverd en blijven kinderen met een ernstige beperking in contact komen met kinderen in het reguliere onderwijs en andersom. Kan de Minister deze aspecten meenemen bij de uitvoering van de motie? Tot slot vragen deze leden of hij bereid is om organisaties die veel van deze problematiek weten, zoals de Samen naar school klassen, te raadplegen3.

II Reactie bewindspersonen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 29, motie van het lid Dik-Faber c.s. over de positie van wetenschapsmusea

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen op welke manier de mogelijkheden bekeken worden voor science centra/wetenschapsmusea binnen het wetenschapsbeleid en wanneer de Kamer over de uitkomsten wordt geïnformeerd.

Op dit moment worden in ambtelijk overleg met de Verenging voor Wetenschapsmusea en science centra de mogelijkheden verkend binnen het cultuurstelsel en het wetenschapsbeleid. Daarnaast wil de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dit onderwerp ook meenemen in de adviesaanvraag aan de Raad voor Cultuur. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is voornemen deze adviesaanvraag, die gezamenlijk met de andere overheden opgesteld wordt, aan het eind van dit kalenderjaar te versturen, nadat de Raad voor Cultuur alle sectoradviezen heeft gepubliceerd en de stedelijke en regionale profielen van de andere overheden zijn opgesteld. Het advies van de Raad voor Cultuur hierop, dat voorzien wordt in het voorjaar van 2019, zal de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap benutten voor haar uitgangspuntenbrief voor het cultuurstelsel 2021–2024, inclusief de concept-regeling, die uw Kamer in de zomer van 2019 zal ontvangen.

Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 72, motie van de leden Westerveld en Van den Hul over de voorlichting over het zijinstromen

De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat zij op Facebook al diverse malen het filmpje zijn tegenkomen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap waarin mensen worden opgeroepen na te denken over een carrière in het onderwijs. Als dit deel uitmaakt van de uitvoering van onderhavige motie waarin de regering wordt verzocht voorlichting over zij-instroom te verbeteren door persoonlijk advies en een pakkende campagne, dan zijn de leden daarover zeer te spreken. Zij zijn benieuwd naar de overige plannen.

Om potentiële leraren te informeren over het leraarschap via onder meer de zij-instroomroute is inderdaad vanuit OCW de «webtool» Word Leraar ingericht met een attenderingsbanner (filmpje). Door een aantal vragen te beantwoorden, komen geïnteresseerden bij informatie op maat over hoe zij leraar kunnen worden. Tevens zijn directe links opgenomen naar websites voor meer informatie over mogelijke financiële tegemoetkomingen en subsidies.

Het bereik is hoog. Op 24 april was het aantal views op Facebook al ruim 100.000 en hadden 5.000 mensen de webtool bezocht (lancering was op 16 april).

Over overige communicatie-activiteiten wordt u in de zomer geïnformeerd in een brief over de stand van zaken rond de moties en toezeggingen voortkomend uit het AO Leraren van 21 februari jl. (Kamerstuk 27 923, nr. 285)

Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 74, motie van het lid Westerveld over versterking van de medezeggenschap in het primair en voortgezet onderwijs

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of er ook ingegaan kan worden op hoe kennis op het gebied van financiën versterkt wordt binnen de medezeggenschap in het primair en voortgezet onderwijs. Tevens vragen de leden van de GroenLinks-fractie of het klopt dat het project Versterking Medezeggenschap per 1 januari stopt. Wordt er nog een vervolg aan gegeven of een alternatief geboden die bijdraagt aan het versterken van de positie van de medezeggenschap, zo vragen deze leden.

Zoals gesteld in reactie op de motie is de positie van de Medezeggenschapsraden op het gebied van ondersteuning versterkt. Per 1 januari 2017 is in de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) wettelijk verankerd dat de medezeggenschapsraad de noodzakelijke kosten vergoed krijgt van het bevoegd gezag, zonder dat daarvoor nog een faciliteitenregeling vereist is. Medezeggenschapsraden kunnen deze mogelijkheid ook benutten om bijvoorbeeld een cursus te volgen over financiën, waarmee de kennis over de financiën kan worden vergroot, of om financieel advies in te winnen. In aanvulling hierop werkt het project Versterking Medezeggenschap aan verdere ondersteuning vanuit het project.

Het klopt dat de subsidie voor het project loopt tot 1 januari 2019. Het project heeft dan 5 jaar gedraaid. Om een besluit te kunnen nemen over een eventueel vervolg, zal het project worden geëvalueerd door een externe partij. Uw Kamer wordt aan het eind van dit jaar geïnformeerd over de uitkomsten van de evaluatie en het besluit over het vervolg van het project.

Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 87, motie van het lid Van Meenen over de toepassing van de urennorm in het voortgezet onderwijs

De leden van de SP-fractie vragen de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media of hij ook contact heeft gehad met VO in Actie als het gaat om verlaging van de urennorm (zoals ook in hun manifest beschreven staat) en over de werkdruk in het voortgezet onderwijs. Zo niet, is de Minister bereid om met hen in gesprek te gaan, zo vragen de voornoemde leden.

In reactie op de motie van het lid Van Meenen over de toepassing van de urennorm in het voortgezet onderwijs is toegezegd dat de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media het gesprek over de toepassing van de urennorm met de sector zal initiëren, stimuleren en faciliteren. De brief die uw Kamer over dit onderwerp ontving blijkt in de sector al meer duidelijkheid te bieden en tot gesprek te leiden (Kamerstuk 29 338, nr. 161). Inmiddels is ook vanuit OCW zelf een begin gemaakt met het voeren van gesprekken over dit thema binnen de sector. Hierbij is de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media voornemens om ook met VO in Actie het gesprek aan te gaan.

Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 92, motie van de leden Bruins en Van der Molen over extra middelen voor fundamenteel onderzoek

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben onlangs ten aanzien van de onderhavige motie feitelijke vragen gesteld in de feitelijke vragenronde over de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de uitwerking van de investeringen in wetenschap en onderzoek. De leden vragen wanneer de Minister verwacht het antwoord op deze vragen naar de Kamer te sturen. Op basis daarvan kunnen deze leden beter beoordelen of er afdoende uitvoering aan deze motie is gegeven.

De antwoorden op deze feitelijke vragen zijn op 26 april 2018 naar de Tweede Kamer verstuurd.

Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 94, motie van het lid Bruins c.s. over bevordering voltijdaanstelling en grotere deeltijdaanstelling

De leden van de SP-fractie lezen dat de Minister aangeeft dat er wordt verkend in hoeverre het juridisch mogelijk is om een extra dag voor de klas ook extra te belonen als extra stimulans. Hoe ziet de Minister die extra beloning voor zich en als dit een financiële beloning is, op welke wijze wordt dit dan bekostigd, zo vragen deze leden.

De leden van de ChristenUnie-fractie waarderen het dat de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media zal onderzoeken in hoeverre er onderwijs specifieke belemmeringen zijn ten aanzien van de aantrekkelijkheid van een voltijdsaanstelling. De leden vragen wanneer de resultaten van dit onderzoek verwacht worden en op welke wijze de Minister hierover zal rapporteren.

De verkenning naar aanleiding van deze motie loopt nog. De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media komt voor de zomer met een schriftelijke reactie, zoals toegezegd tijdens het AO Leraren op 14 maart jl. (Kamerstuk 27 923, nr. 285).

Kamerstuk 34 755 VIII, nr. 101, gewijzigde motie van het lid Westerveld c.s. over aangepaste klassen voor kinderen met een ernstige beperking (ter vervanging van Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 73)

De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat onderhavige motie de regering verzoekt om obstakels in wet- en regelgeving voor het opzetten van aangepaste klassen voor kinderen met een ernstige beperking binnen een gewone basisschool zoveel mogelijk weg te nemen en de Kamer hierover te informeren. In de reactie van de Minister op deze motie wordt ingegaan op plaatsing van ernstig meervoudig beperkte kinderen in het reguliere onderwijs. Deze leden willen benadrukken dat deze motie er niet per definitie voor pleit dat kinderen met een ernstige beperking in het reguliere onderwijs worden geplaatst. In sommige gevallen zal dit niet mogelijk zijn. Deze motie pleit ervoor om ook voor deze gevallen speciaal onderwijs en dagbesteding mogelijk te maken binnen de muren van een reguliere school, in een aparte klas. Op deze manier kan wel het gewenste maatwerk worden geleverd en blijven kinderen met een ernstige beperking in contact komen met kinderen in het reguliere onderwijs en andersom. Kan de Minister deze aspecten meenemen bij de uitvoering van de motie? Tot slot vragen deze leden of hij bereid is om organisaties die veel van deze problematiek weten, zoals de Samen naar school klassen, te raadplegen.

Ook speciale voorzieningen voor ernstig beperkte leerlingen binnen de muren van een reguliere school, in een aparte klas vragen om specialistische zorg en deskundige onderwijsondersteuning. In de brief over de aansluiting tussen onderwijs en zorg die de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media samen met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor de zomer aan de Kamer zal sturen, zullen ook de door de GroenLinks-fractie genoemde aspecten worden meegenomen. Daarbij zullen relevante organisaties worden geraadpleegd.