Kamerstuk 34725-XIII-4

Memorie van toelichting

Dossier: Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Diergezondheidsfonds 2016

Gepubliceerd: 17 mei 2017
Indiener(s): Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34725-XIII-4.html
ID: 34725-XIII-4

Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2016 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

  • 3. de begrotingsstaat inzake het Diergezondheidsfonds.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

B. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN (SLOTWETMUTATIES)

De beleidsartikelen

Beleidsartikel 11 Goed functionerende economie en markten

Bedragen x € 1.000
 

Stand vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e

suppletoire begroting 2016

Mutaties 2e suppletoire begroting 2016

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)–(4)

VERPLICHTINGEN

183.401

1.354

7.506

192.261

193.012

751

UITGAVEN

184.622

1.354

7.901

193.877

194.204

327

             

Subsidies

100

 

500

600

600

0

Digitalisering regionale radio

100

 

500

600

600

0

             

Opdrachten

8.394

939

– 2.679

6.654

6.825

171

Onderzoek en Opdrachten

1.458

219

127

1.804

2.244

440

PIANOo/TenderNed

 

1.405

– 710

695

477

– 218

Beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid

6.936

– 685

– 2.096

4.155

4.104

– 51

             

Bijdragen aan agentschappen

15.524

4.211

3.743

23.478

23.260

– 218

Agentschap Telecom

9.539

4.094

1.038

14.671

14.571

– 100

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

 

629

458

1.087

1.145

58

DICTU

5.985

– 512

2.247

7.720

7.544

– 176

             

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

156.690

– 3.862

6.626

159.454

159.720

266

Metrologie

13.573

– 3.862

178

9.889

10.182

293

Raad voor Accreditatie

142

 

76

218

231

13

ACM

375

 

302

677

637

– 40

CBS

142.600

 

6.070

148.670

148.670

0

             

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

3.914

66

– 289

3.691

3.799

108

Nederlands Normalisatie Instituut (NEN)

1.206

14

14

1.234

1.144

– 90

Internationale organisaties

2.637

52

– 232

2.457

2.655

198

Raad van deskundigen voor de nationale meetstandaarden

71

 

– 71

0

0

0

             

ONTVANGSTEN

59.934

55.100

– 8.956

106.078

103.840

– 2.238

High Trust

31.300

 

– 2.900

28.400

30.568

2.168

Diverse ontvangsten

28.634

55.100

– 6.056

77.678

73.272

– 4.406

Toelichting op de ontvangsten

High Trust

De inning van de boetes door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en het Agentschap Telecom (AT) is in 2016 voorspoediger geweest dan bij 2e suppletoire begroting werd verwacht.

Diverse ontvangsten

De lagere ontvangsten dan geraamd worden vooral veroorzaakt door een verschuiving van de afrekening van het Agentschap Telecom over het tweede halfjaar 2016 naar januari 2017. Daardoor zal een deel van de ontvangsten pas in 2017 worden ontvangen en verantwoord.

Beleidsartikel 12 Een sterk innovatievermogen

Bedragen x € 1.000
 

Stand vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e

suppletoire begroting 2016

Mutaties 2e suppletoire begroting 2016

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+

(2)+(3)

(5)

(6)=(5)–(4)

VERPLICHTINGEN

488.218

3.332

24.074

515.624

505.875

– 9.749

UITGAVEN

528.564

2.579

703

531.846

527.689

– 4.157

             

Subsidies

57.645

– 21

– 14.082

43.542

40.896

– 2.646

MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

34.022

 

– 14.072

19.950

18.966

– 984

Eurostars

13.098

 

– 2.345

10.753

12.044

1.291

Lucht- en Ruimtevaart

4.874

 

– 898

3.976

1.998

– 1.978

Overig

5.651

– 21

3.233

8.863

7.888

– 975

             

Opdrachten

1.493

1.008

1.070

3.571

3.353

– 218

Onderzoek en opdrachten

1.493

1.008

1.070

3.571

3.353

– 218

             

Bijdragen aan agentschappen

56.727

760

– 2.433

55.054

55.184

130

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

56.444

760

– 2.435

54.769

54.949

180

Agentschap Telecom

283

 

2

285

235

– 50

             

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

134.750

1.235

3.976

139.961

139.961

0

TNO

134.750

1.235

3.976

139.961

139.961

0

             

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

277.949

– 403

12.172

289.718

288.294

– 1.424

Toeslag Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI-toeslag)

75.364

5.150

– 4.676

75.838

76.156

318

Internationaal Innoveren

23.679

 

4.828

28.507

27.095

– 1.412

Topsectoren overig

68.613

– 6.098

– 3.755

58.760

58.268

– 492

Marin, Deltares, NLR

32.344

805

1.442

34.591

34.591

0

Ruimtevaart (ESA)

76.776

 

14.336

91.112

91.287

175

Overig

1.173

– 260

– 3

910

897

– 13

             

ONTVANGSTEN

45.449

4.175

– 424

49.200

56.154

6.954

Luchtvaartkredietregeling

5.777

 

1.371

7.148

11.438

4.290

Technische Ontwikkelingsprojecten (TOP)

2.000

 

– 1.532

468

499

31

Rijksoctrooiwet

32.512

4.000

1.000

37.512

38.857

1.345

Eurostars

3.572

 

– 1.571

2.001

2.437

436

Diverse ontvangsten

1.588

175

308

2.071

2.924

853

Toelichting op de verplichtingen

De realisatie van de verplichtingen lag € 9,7 mln lager dan de raming in de 2e suppletoire begroting. Dit wordt veroorzaakt door:

  • Een € 6 mln lagere verplichtingenrealisatie bij de regeling MKB Innovatiestimulering Topsectoren. Doordat niet het volledig beschikbare bedrag voor de decentrale uitvoering van de MIT in 2016 is gedecentraliseerd, werd deze verplichtingenruimte niet gecommitteerd. Bij Voorjaarsnota 2017 zal het restant van de afgesproken middelen voor de decentrale uitvoering van de MIT in 2016 worden overgeheveld. De lagere realisatie van verplichtingen voor de MIT is derhalve niet ten koste gegaan van de € 35 mln die EZ voor de landelijke en decentrale uitvoering van de MIT in 2016 beschikbaar heeft gesteld.

  • Een lagere verplichtingenrealisatie in het kader van de luchtvaartkredietregeling (– € 1,9 mln). Deze ruimte valt jaarlijks vrij ten gunste van het generale beeld voor de overeengekomen renteafdracht in het kader van de in het verleden verstrekte luchtvaartkredieten.

  • Een lagere verplichtingenrealisatie bij de TKI-toeslag (– € 1,7 mln). In de 2e suppletoire begroting was de verwachting dat op de TKI-toeslag circa € 130 mln verplichtingen zouden worden gerealiseerd, waarvoor de verplichtingenruimte met € 16 mln was verhoogd. De uiteindelijke realisatie lag iets lager op ruim € 128 mln.

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten zijn € 7 mln hoger dan de raming in de 2e suppletoire begroting. Dit wordt in het bijzonder veroorzaakt door:

  • Hogere ontvangsten op de luchtvaartkredietregeling (€ 4,3 mln). Dit komt enerzijds doordat er door de bedrijven in 2016 veel is afgeleverd (een hoge omzet leidt tot een hoge terugbetaling) en anderzijds door de behoedzame raming van de terugontvangsten op de begroting. De ontvangsten in de komende jaren vallen naar verwachting lager uit dan de raming.

  • Hogere octrooiontvangsten (€ 1,3 mln). Dit wordt veroorzaakt door een groter aantal gevalideerde Europese octrooien als gevolg van het wegwerken van achterstanden in de verlening van Europese octrooien door het Europees Octrooibureau.

Beleidsartikel 13 Een excellent ondernemingsklimaat

Bedragen x € 1.000
 

Stand vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e

suppletoire begroting 2016

Mutaties 2e suppletoire begroting 2016

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)–(4)

VERPLICHTINGEN

1.836.110

765.603

15.986

2.617.699

1.063.313

– 1.554.386

Waarvan garantieverplichtingen

1.650.000

769.350

97

2.419.447

851.655

– 1.567.792

UITGAVEN

265.166

– 1.097

22.042

286.111

278.569

– 7.542

             

Garanties

67.480

– 700

– 5.594

61.186

54.648

– 6.538

BMKB

42.594

 

– 5.594

37.000

34.972

– 2.028

Storting begrotingsreserve BMKB

       

4.465

4.465

Groeifaciliteit

9.365

– 515

0

8.850

6.062

– 2.788

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

11.842

– 97

0

11.745

2.056

– 9.689

Storting begrotingsreserve GO

       

7.001

7.001

Garantieregeling scheepsnieuwbouwfinanciering

3.679

– 88

0

3.591

 

– 3.591

Begrotingsreserve Scheepsnieuwbouwfinanciering

       

92

92

             

Subsidies

21.486

– 2.946

– 1.723

16.817

15.907

– 910

Bevorderen ondernemerschap

10.709

– 1.676

991

10.024

9.905

– 119

Interdepartementaal Programma Biobased Economy

2.884

– 1.270

 

1.614

1.095

– 519

Uitfinanciering subsidies

7.893

 

– 2.714

5.179

4.907

– 272

             

Opdrachten

20.956

– 7.261

7.715

21.410

20.783

– 627

Onderzoek & ontwikkeling

1.019

 

439

1.458

1.351

– 107

ICT-beleid

17.611

– 7.141

8.071

18.541

18.319

– 222

Beleidsvoorbereiding en evaluaties

120

– 120

 

0

 

0

Regiegroep Regeldruk / ACTAL

2.206

 

– 795

1.411

1.113

– 298

             

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

12.319

751

466

13.536

13.471

– 65

NBTC

8.469

 

85

8.554

8.634

80

UNWTO

240

81

0

321

321

0

Bijdragen aan instituten

3.610

670

381

4.661

4.516

– 145

           

0

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

117.606

620

16.878

135.104

135.775

671

Kamer van Koophandel / Ondernemerspleinen

117.606

620

16.878

135.104

135.775

671

             

Bijdragen aan agentschappen

25.319

8.439

4.300

38.058

37.984

– 74

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

23.109

6.676

3.566

33.351

33.328

– 23

Agentschap Telecom

 

1.763

957

2.720

2.711

– 9

Logius

2.210

 

– 223

1.987

1.945

– 42

             

ONTVANGSTEN

61.952

– 343

1.993

63.602

56.243

– 7.359

BMKB

29.000

 

4.000

33.000

35.572

2.572

Onttrekking begrotingsreserve BMKB

5.000

 

– 5.000

0

 

0

Groeifaciliteit

8.000

 

0

8.000

4.376

– 3.624

Onttrekking begrotingsreserve Groeifaciliteit

       

831

831

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

13.000

 

0

13.000

9.653

– 3.347

Borgstelling Scheepsnieuwbouw

4.000

 

0

4.000

127

– 3.873

F-35

1.843

– 343

0

1.500

1.476

– 24

Diverse ontvangsten

1.109

 

2.993

4.102

4.208

106

Toelichting op de verplichtingen

De verplichtingenrealisatie was € 1,5 mld lager dan de raming bij de 2e suppletoire begroting. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de lagere verplichtingenrealisatie voor de garanties. Het is geen doel op zich om de garantieruimte van de verschillende garantieregelingen volledig te realiseren. De geraamde bedragen in de begroting zijn de maximale garantieplafonds die jaarlijks via de verschillende regelingen benut mogen worden. De benutting van de BMKB, Groeifaciliteit (GF) en de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) was hoger dan of vergelijkbaar aan de benutting in 2015, al bleef op deze regelingen wel ruimte onbenut: BMKB (– € 108 mln), GF (– € 63 mln) en de GO (– € 281 mln). De Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering werd in 2016 niet benut (– € 377 mln). De garantieruimte voor het Aanvullend Actieplan is in 2016 voor € 25 mln benut. De niet benutte ruimte van € 738 mln blijft beschikbaar in 2017. Tegenover deze lagere garantieverplichtingen stonden stortingen in de begrotingsreserves van de BMKB (€ 4,5 mln) en de GO (€ 7 mln).

Toelichting op de uitgaven

De uitgaven lagen € 7,5 mln lager dan de raming bij de 2e suppletoire begroting. Dit wordt in het bijzonder veroorzaakt door de lagere uitgaven voor de garantieregelingen.

Voor de BMKB werd voor € 2 mln minder aan schades gedeclareerd als gevolg van de daling in het aantal faillissementen. Tegenover deze lagere schades staat een storting in de begrotingsreserve BMKB van € 4,5 mln om eventueel tegenvallende schades in latere jaren te kunnen opvangen. Voor de Groeifaciliteit lag de realisatie € 2,8 mln onder de raming. Doordat de benutting in de afgelopen jaren lager lag dan het garantieplafond, vallen ook de schades lager uit dan de raming. Doordat bij de Garantie Ondernemingsfinanciering de schades beperkt bleven tot € 2,1 mln kon € 7 mln aan de begrotingsreserve GO worden toegevoegd voor eventueel tegenvallende schades in komende jaren. De Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering is de afgelopen jaren beperkt benut. Er waren daarom voor deze regeling geen schadeposten. Er kon daarom € 0,1 mln van de ontvangsten aan de reserve worden toegevoegd.

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangstenrealisatie was € 7,4 mln lager dan de raming bij de 2e suppletoire begroting. Dit wordt in het bijzonder veroorzaakt door de lagere ontvangstenrealisatie op de garantieregelingen: de Groeifaciliteit (– € 3,6 mln), de Garantie Ondernemingsfinanciering (– € 3,3 mln) en de Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering (– € 3,9 mln). Deze lagere ontvangsten zijn het gevolg van de benutting in de afgelopen jaren die op een lager niveau lag dan het maximaal toegestane plafond. De premie-ontvangsten voor de BMKB waren € 2,6 mln hoger dan geraamd vanwege de toegenomen benutting tot ruim € 650 mln en terugontvangsten als gevolg van afgewezen verliesdeclaraties. Voor de Groeifaciliteit werd € 0,8 mln onttrokken aan de begrotingsreserve ter compensatie van de schadedeclaraties.

Toelichting op de begrotingsreserves

Begrotingsreserve BMKB

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2016

54.168

+ Storting

4.465

– Onttrekking

 

Stand per 31/12/2016

58.633

Op basis van de gerealiseerde schade-uitgaven, de beschikbare middelen op de begroting en de gerealiseerde ontvangsten is € 4,5 mln gestort in de begrotingsreserve BMKB.

Begrotingsreserve Groeifaciliteit

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2016

17.000

+ Storting

 

– Onttrekking

– 831

Stand per 31/12/2016

16.169

Op basis van de gerealiseerde schade-uitgaven, de beschikbare middelen op de begroting en de gerealiseerde ontvangsten is € 0,8 mln onttrokken aan de begrotingsreserve Groeifaciliteit.

Begrotingsreserve Garantie Ondernemersfinanciering

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2016

53.111

+ Storting

7.001

– Onttrekking

 

Stand per 31/12/2016

60.112

Op basis van de gerealiseerde schade-uitgaven, de uitvoeringskosten en de gerealiseerde premieontvangsten is € 7 mln gestort in de begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering.

Begrotingsreserve Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2016

10.044

+ Storting

92

– Onttrekking

 

Stand per 31/12/2016

10.136

Op basis van de gerealiseerde schade-uitgaven, de uitvoeringskosten en de gerealiseerde premieontvangsten is € 0,1 mln gestort in de begrotingsreserve Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering.

Begrotingsreserve Garantie MKB-financiering

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2016

9.000

+ Storting

 

– Onttrekking

 

Stand per 31/12/2016

9.000

Beleidsartikel 14 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Bedragen x € 1.000
 

Stand vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e

suppletoire begroting 2016

Mutaties 2e suppletoire begroting 2016

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)–(4)

VERPLICHTINGEN

5.432.919

13.140.940

– 3.785.320

14.788.539

17.514.501

2.725.962

Waarvan garantieverplichtingen

93.050

66.600

– 130.750

28.900

28.900

 

UITGAVEN

1.820.326

65.540

– 12.540

1.873.326

1.824.624

– 48.702

             

Subsidies

1.594.948

8.805

28.444

1.632.197

1.621.186

– 11.011

Topsectoren Energie

55.840

28.640

1.397

85.877

70.432

– 15.445

Energie-innovatie (Innovatie Agenda Energie)

2.377

17.321

– 2.123

17.575

16.190

– 1.385

Green Deal

16.354

125

– 14.180

2.299

2.660

361

Energieakkoord

48.089

– 27.110

– 1.779

19.200

19.891

691

MEP

278.022

 

10.840

288.862

288.426

– 436

SDE /SDE+

1.119.215

– 57.224

– 17.550

1.044.441

631.283

– 413.158

Storting in reserve Duurzame Energie

       

473.061

473.061

ISDE-Regeling

 

60.000

 

60.000

18.018

– 41.982

Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS)

51.000

235

 

51.235

45.008

– 6.227

CCS

8.040

– 7.800

– 34

206

 

– 206

Hoge Flux Reactor

8.111

– 860

– 1

7.250

0

– 7.250

Verduurzamingsopgave Groningen

 

– 11.500

11.500

0

   

Caribisch Nederland

7.900

 

– 536

7.364

8.472

1.108

Regeling Sportaccommodaties

 

6.000

 

6.000

5.822

– 178

Elektrisch rijden

   

700

700

844

144

Carbon Capture and Storage

       

171

171

Overige subsidies

 

978

210

1.188

908

– 280

Bijdrage ECN

   

40.000

40.000

40.000

 
             

Garanties

 

1.000

1.588

2.588

2.242

– 346

Geothermie

 

1.000

1.588

2.588

2.242

– 346

             

Opdrachten

25.686

28.872

– 41.803

12.755

13.029

274

Verduurzamingsopgave Groningen

 

30.000

– 30.000

0

   

O&O bodembeheer

10.768

– 2.851

– 4.717

3.200

2.614

– 586

Joint implementation

314

502

– 493

323

5

– 318

Straling

20

 

– 20

0

   

Pallas

12.034

 

– 12.034

0

   

Onderzoek en opdrachten

2.550

1.221

5.461

9.232

10.410

1.178

             

Bijdragen aan agentschappen

41.106

3.120

1.540

45.766

46.026

260

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

39.424

3.120

1.512

44.056

44.400

344

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

678

 

– 2

676

676

 

KNMI

1.004

 

30

1.034

950

– 84

             

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

113.116

2.300

– 3.087

112.329

113.356

1.027

Doorsluis COVA heffing

111.000

 

– 3.000

108.000

108.179

179

TNO bodembeheer

2.116

2.300

– 87

4.329

5.177

848

             

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

45.470

21.443

778

67.691

28.785

– 38.906

ECN/NRG

44.487

21.600

735

66.822

27.982

– 38.840

Diverse instituten

983

– 157

43

869

803

– 66

             

ONTVANGSTEN

6.386.411

– 3.597.000

– 10.383

2.779.028

2.546.908

– 232.120

COVA

111.000

 

– 3.000

108.000

108.179

179

SDE+

494.000

 

– 64.000

430.000

421.036

– 8.964

Begrotingsreserve duurzame energie

77.000

   

77.000

77.000

0

Aardgasbaten

5.700.000

– 3.600.000

50.000

2.150.000

1.926.754

– 223.246

Ontvangsten zoutwinning

1.761

 

749

2.510

2.510

0

Diverse ontvangsten

2.650

3.000

5.868

11.518

11.429

– 89

Toelichting op de verplichtingen

  • Subsidieverlening netbeheer op zee Borssele en Hollandse Kust (€ 4 mld). Dit betreft het vastleggen van de verplichting voor de subsidieverlening aan TenneT voor de bouw en aanleg, het beheer en het onderhoud van het net op zee van de locaties Borssele I en II en Hollandse Kust Zuid I en II en Hollandse Kust Noord. Gezien de aard en de omvang van de voorgenomen subsidieverlening is deze vooraf in het kader van staatssteun ter toetsing voorgelegd aan de Europese Commissie. Dit betekende onzekerheid over het moment waarop de subsidiebeschikking zou kunnen worden afgegeven. Om die reden was de verplichtingenbegroting 2016 nog niet verhoogd. Uiteindelijk kon de beschikking nog eind december 2016 worden afgegeven.

  • Voor de storting in de begrotingsreserve voor duurzame energie is een verplichting vastgelegd van € 473,1 mln.

  • Op de SDE+-regeling is € 1,7 mld minder verplicht dan geraamd, vooral als gevolg van het lagere subsidiebedrag voor de tweede tender Wind op Zee (Borssele III en IV).

Toelichting op de uitgaven

Subsidies

Topsectoren Energie

De lagere uitgaven betreffen met name de SDE+ projecten topsectoren energie. Dit bedrag is in de begrotingsreserve Duurzame Energie gestort.

Milieukwaliteit van de Elektriciteitsproductie (MEP), SDE, SDE+.

Op de SDE- en de SDE+-regeling is minder uitgegeven dan geraamd, onder meer als gevolg van het trager op gang komen of de uitval van projecten.

Storting in begrotingsreserve Duurzame Energie

De in 2013 gevormde begrotingsreserve duurzame energie is bestemd voor middelen die in enig jaar onbesteed zijn gebleven als gevolg van vertraging of niet doorgaan van projecten. Deze middelen moeten later alsnog worden uitbetaald voor dezelfde projecten, of kunnen worden ingezet voor andere vervangende projecten met het oog op het bereiken van de doelstelling. Via de begrotingsreserve blijven de middelen beschikbaar tot het moment dat ze alsnog zullen worden uitbetaald. In 2016 is € 473,1 mln in de reserve gestort.

Regeling Investerings Subsidie Duurzame Energie (ISDE)

Deze regeling staat open voor zowel particuliere als zakelijke initiatieven. Het aandeel zakelijke initiatieven is groter dan oorspronkelijk geraamd. De zakelijke initiatieven kennen een langere voorbereidingstijd, wat heeft geleid tot een lagere realisatie en een tragere bevoorschotting dan bij de particuliere initiatieven, waardoor de kasrealisatie lager is dan geraamd.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

De lagere uitgaven worden met name veroorzaakt door het niet tot uitbetaling komen van de lening die in oktober 2014 aan ECN is toegekend. Dit budget schuift op basis van afspraken met het Ministerie van Financiën door naar 2017. Per saldo is daardoor de realisatie € 38,8 mln lager dan bij Najaarsnota geraamd.

Toelichting op de ontvangsten

Aardgasbaten

De aardgasbaten zijn lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste redenen hiervoor zijn een lagere gasprijs en lagere volumes.

Toelichting op de begrotingsreserves

Begrotingsreserve Geothermie

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2016

21.959

+ Stortingen

1.012

– Onttrekkingen

– 1.230

Stand per 31/12/2016

21.741

De begrotingsreserve voor de garantieregeling Geothermie is bedoeld om het budget voor deze regeling meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten en uitgaven op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Geothermie betalen marktpartijen een premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO.nl) die wordt gestort in de begrotingsreserve. In 2016 is een bedrag van € 1,0 mln aan provisies in de reserve gestort en is een bedrag van € 1,2 mln aan de reserve onttrokken ter dekking van ingediende verliesdeclaraties.

Begrotingsreserve Duurzame energie

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2016

1.077.786

+ Stortingen

473.061

– Onttrekkingen

– 77.000

Stand per 31/12/2016

1.473.847

De begrotingsreserve Duurzame energie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij projecten waaraan reeds subsidie is toegekend en reeds verplichte projecten die niet tot uitvoering komen en door andere projecten moeten worden vervangen met het oog op het bereiken van de doelstelling. Via de begrotingsreserve blijven de middelen beschikbaar tot het moment dat ze alsnog zullen worden uitbetaald. In 2016 is € 473,1 mln aan onbestede middelen in de reserve gestort en € 77 mln aan de reserve onttrokken.

Begrotingsreserve risicopremie lening ECN/NRG

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2016

6.600

+ Stortingen

 

– Onttrekkingen

 

Stand per 31/12/2016

6.600

De middelen op de begrotingsreserve risicopremie ECN/NRG zullen worden aangesproken als ECN, al dan niet tijdelijk, (gedeeltelijk) niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst. In 2016 is de reserve ongewijzigd gebleven.

Beleidsartikel 15 Meerjarenprogramma Nationaal Coördinator Groningen

Bedragen x € 1.000
 

Stand vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e

suppletoire begroting 2016

Mutaties 2e suppletoire begroting 2016

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)–(4)

VERPLICHTINGEN

 

98.900

– 18.459

80.441

23.005

– 57.436

UITGAVEN

 

98.900

– 18.459

80.441

8.470

– 71.971

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

O%

 

100%

   
             

Subsidies

 

84.000

– 17.625

66.375

 

– 66.375

Meerjarenprogramma Nationaal Coördinator Groningen

 

84.000

– 84.000

     

Verduurzamingsopgave uit aardgasbaten

   

57.375

57.375

 

– 57.375

Verduurzamingsopgave overig (kader relevante uitgaven)

   

0

     

Instrumentarium woningmarkt

   

9.000

9.000

 

– 9.000

             

Opdrachten

 

14.900

– 904

13.996

8.320

– 5.676

Meerjarenprogramma Nationaal Coördinator Groningen

 

14.900

– 14.900

 

Onderzoek en compensatie gemeenten en provincie

   

6.096

6.096

2.404

– 3.692

Werkbudget

   

7.900

7.900

5.916

– 1.984

         

Bijdragen aan agentschappen

   

70

70

150

80

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

   

70

70

150

80

Toelichting op de verplichtingen

De lagere verplichtingenrealisatie hangt samen met de lagere realisatie op de kasuitgaven. Voor een verklaring wordt verwezen naar onderstaande toelichting op de uitgaven.

Toelichting op de uitgaven

Subsidies

Verduurzamingsopgave uit aardgasbaten

De Nationaal Coördinator Groningen (NCG) heeft in het kader van het scholenprogramma met de gemeenten, de betrokken scholenbesturen en het Ministerie van OCW een bestuurlijke afspraak gemaakt over de verdeling van de rijksbijdrage van € 73,5 mln (€ 50 mln OCW en € 23,5 mln EZ) over de looptijd van het programma). Deze middelen worden via het gemeentefonds beschikbaar gesteld aan de betrokken gemeentes. In 2016 is hiervoor een bedrag van € 17,6 mln overgemaakt.

Instrumentarium woningmarkt

De NCG heeft in totaal € 14 mln beschikbaar voor een regeling achterstallig onderhoud (€ 4 mln) en voor het opzetten van een woonbedrijf (€ 10 mln). Voor 2016 is een totaalbedrag van € 9,0 mln begroot. Het onderhoudsfonds wordt momenteel aanbesteed. Er zijn in 2016 nog geen uitgaven gedaan. De NCG werkt aan de oprichting van een woonbedrijf. De eerste woningen worden in 2017 opgekocht.

Opdrachten

Onderzoek en compensatie gemeenten en provincie

De uitgaven op onderzoeksopdrachten zijn in 2016 minder geweest dan geraamd. De specificatie van deze onderzoeksopdrachten gaat gepaard met een lange voorbereidingstijd en aanbestedingsroute. De uitgaven voor een aantal thans lopende opdrachten zullen als gevolg hiervan pas in 2017 en 2018 gaan plaatsvinden.

Voor de compensatie van de door gemeenten en provincie Groningen extra benodigde inzet heeft de NCG de eerste 5 jaar jaarlijks € 4,0 mln gereserveerd in haar begroting. De NCG heeft In 2016 naast de reguliere jaarvergoeding ook een nabetaling over 2015 gedaan.

Beleidsartikel 16 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Bedragen x € 1.000
 

Stand vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e

suppletoire begroting 2016

Mutaties 2e suppletoire begroting 2016

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)–(4)

VERPLICHTINGEN

636.548

13.199

107.700

757.447

673.900

– 83.547

Waarvan garantieverplichtingen

131.610

– 11.610

– 2.507

123.008

37.690

– 85.318

UITGAVEN

544.121

5.111

106.604

655.836

642.217

– 13.619

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

88%

   

88%

     

Subsidies

40.817

– 2.308

71.295

109.804

103.230

– 6.574

Duurzame veehouderij

10.320

 

1.827

12.147

10.702

– 1.445

Investeringsregeling duurzame stallen

4.458

 

2.507

6.965

6.719

– 246

Kleine en grote netwerken POP- nieuwe uitdagingen

       

80

80

Regeling fijnstofmaatregelen

4.720

 

– 1.000

3.720

3.077

– 643

Overig

1.142

 

320

1.462

826

– 636

Plantaardige productie

9.063

7.006

– 1.230

14.839

9.917

– 4.922

Investeringsregeling Milieuvriendelijke Maatregelen (IMM)

5.100

7.000

– 3.530

8.570

6.124

– 2.446

Marktintroductie energie innovaties (MEI)

3.689

 

2.300

5.989

3.537

– 2.452

Overig

274

6

0

280

256

– 24

Visserij

6.518

 

– 2.756

3.762

3.729

– 33

Regelingen onder het nieuwe EFMZV

5.779

 

– 4.077

1.702

2.304

602

Overige (uitfinanciering regelingen onder EVF)

739

 

1.321

2.060

1.425

– 635

Agrarisch ondernemerschap

6.535

– 2.014

– 1.000

3.521

4.972

1.451

Brede weersverzekering

6.518

 

– 1.000

5.518

4.672

– 846

Investeringsregeling Jonge Agrariërs

17

 

0

17

300

283

Overig

– 2.014

0

– 2.014

2.014

Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie

1.092

 

1.114

2.206

586

– 1.620

Overig

1.092

 

1.114

2.206

586

– 1.620

Apurement

7.289

– 7.300

65.337

65.326

65.329

3

Regeling apurement

7.289

– 7.300

65.337

65.326

65.329

3

Begrotingsreserves

 

8.003

8.003

8.003

0

Begrotingsreserve landbouw

         

Begrotingsreserve apurement

 

8.003

8.003

8.003

0

     

Garanties

21.560

– 11.045

– 2.507

8.008

6.652

– 1.356

Bijdrage begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit

5.014

– 2.006

0

3.008

3.008

0

Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit

14.039

– 9.039

0

5.000

3.644

– 1.356

Garantstelling Marktintroductie Innovaties (GMI)

2.507

 

– 2.507

0

0

     

Opdrachten

121.899

– 9.846

11.190

123.243

121.118

– 2.125

Duurzame veehouderij

4.139

– 254

782

5.219

4.044

– 1.175

Mestbeleid

9.318

– 7.820

1.258

2.756

3.411

655

Plantaardige productie

1.877

– 1.187

437

1.127

1.462

335

Plantgezondheid

2.023

 

315

2.338

1.666

– 672

Diergezondheid en dierenwelzijn

11.967

– 3.454

3.294

11.807

9.301

– 2.506

Voedselveiligheid- en kwaliteit

4.572

91

855

5.518

5.562

44

Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid

3.587

 

– 1.559

2.028

4.695

2.667

Visserij

1.202

– 120

455

1.537

1.683

146

Agrarisch ondernemerschap

2.409

 

– 203

2.206

1.728

– 478

Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie

80.805

2.898

5.556

88.707

87.566

– 1.141

     

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

83.206

– 1.195

126

82.137

78.720

– 3.417

Medebewind en overige voormalige publieke PBO-taken

5.631

– 144

– 2.216

3.271

1.535

– 1.736

Dienst Landbouwkundig Onderzoek

75.646

49

1.175

76.870

75.232

– 1.638

Zon-MW (dierproeven)

0

 

4

4

– 4

College Toelating Gewasbeschermingssmiddelen en Biociden

1.007

100

885

1.992

1.953

– 39

Centrale Commissie Dierproeven

922

– 1.200

278

0

0

     

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

4.040

3.713

4.500

12.253

12.253

0

Diergezondheidsfonds

4.040

3.713

4.500

12.253

12.253

0

     

 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

8.861

974

– 60

9.775

10.042

267

FAO en overige contributies

8.861

974

– 60

9.775

10.042

267

     

 

Bijdragen aan agentschappen

263.738

24.818

22.060

310.616

310.202

– 414

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

124.786

13.225

15.266

153.277

152.451

– 826

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

131.887

1.554

15.506

148.947

148.985

38

Rijksdienst voor Volksgezondheid en Milieu

 

9.876

– 8.980

896

897

1

Rijksrederij

7.065

163

268

7.496

7.869

373

         

ONTVANGSTEN

64.078

– 9.023

78.467

133.522

136.431

2.909

Agrobeleid

       

1.015

1.015

Mestbeleid

7.209

 

0

7.209

10.724

3.515

Diergezondheid en dierenwelzijn

500

 

650

1.150

3.165

2.015

Plant en diergezondheid

       

679

679

Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid

15.926

 

8.003

23.929

20.411

– 3.518

Visserij

4.993

163

2.000

7.156

7.496

340

Agrarisch ondernemerschap

245

 

991

1.236

772

– 464

Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie

12.380

– 147

585

12.818

13.307

489

Garanties (provisies)

1.800

 

0

1.800

2.008

208

Agentschappen

 

3.089

3.089

3.089

0

Begrotingsreserves

21.025

– 9.039

63.149

75.135

73.765

– 1.370

Toelichting op de verplichtingen

De verlaging van de verplichtingen met € 85,3 mln komt met name doordat er bij de Garantstelling Landbouw (GL) minder garanties zijn verstrekt dan oorspronkelijk begroot. De Garantstelling Marktintroductie risicovolle Innovaties (GMI) is daarnaast in 2016 niet opengesteld.

Toelichting op de uitgaven

Subsidies

Plantaardige productie

De lagere uitgaven van € 4,9 mln hangen samen met een lager dan verwacht beroep op de regeling Energie-efficiëntie en Hernieuwbare energie Glastuinbouw (EHG) en de Marktintroducties Energie Innovaties (MEI) regeling. Daarnaast is bij de EHG de uitfinanciering over de jaren heen anders dan verwacht, dat wil zeggen dat projecten later tot betaling komen.

Toelichting op de ontvangsten

Mestbeleid

De hogere ontvangst (€ 3,5 mln) komt met name doordat de afhandeling van inkomsten met betrekking tot de derogatie 2016 meer voorspoedig is verlopen dan aanvankelijk gedacht.

Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid

De lagere ontvangsten van € 3,5 mln zijn een saldo van hogere en lagere ontvangsten dan geraamd. De lagere ontvangsten zitten vooral in vervallen waarborgen voor het verkrijgen van in- en uitvoercertificaten, minder ontvangsten uit vorderingen in het kader van verordening 595 inzake onregelmatigheden zoals het vermelden van foutieve gegevens door aanvragers, en minder terugontvangsten uit de afrekening van voorschotten die voor subsidietoekenningen zijn verstrekt.

Toelichting op de begrotingsreserves

Begrotingsreserve Visserij

Bedragen x € 1 mln

Stand 1/1/2016

17.231

+ Storting

1.425

– Onttrekking

0

Stand per 31/12/2016

18.656

De storting is het saldo van uitgaven ten laste van de nationale cofinancieringsmiddelen voor het Europees Visserijfonds voor de programmaperiode 2007–2013 en de niet bestede nationale cofinanciering voor de regelingen van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij 2014–2020.

Begrotingsreserve Landbouw

Bedragen x € 1 mln

Stand 1/1/2016

24.872

+ Storting

0

+ Overheveling reservering pelsdierhouderij van borgstellingsfaciliteit naar begrotingsreserve Landbouw

10.000

– Onttrekking

– 6.800

Stand per 31/12/2016

28.072

De opgebouwde reservering voor flankerend beleid pelsdierhouderij (€ 10 mln) is overgeheveld van de begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit naar de begrotingsreserve Landbouw. De onttrekking betreft de uitfinanciering van diverse regelingen en projecten op het agro-terrein waaronder de fijnstofregeling, de Vamil-compensatieregeling en landelijk meetnet effecten mestbeleid.

Begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit

Bedragen x € 1 mln

Stand 1/1/2016

22.162

+ Storting

3.008

– Onttrekking

– 1.635

– Overheveling reservering pelsdierhouderij van borgstellingsfaciliteit naar begrotingsreserve Landbouw

– 10.000

Stand per 31/12/2016

13.535

De storting betreft de jaarlijkse bijdrage ter dekking van toekomstige verliesdeclaraties voor afgegeven garantiestellingen aan banken waarmee innovatieve en duurzame investeringen worden gefaciliteerd.

Begrotingsreserve apurement

Bedragen x € 1 mln

Stand 1/1/2016

174.524

+ Storting

8.003

– Onttrekking

– 65.329

Stand per 31/12/2016

117.198

Als gevolg van opgelegde correcties voor niet EU-conforme uitvoering heeft een onttrekking van € 65,3 mln plaatsgevonden uit de begrotingsreserve apurement (zie ook toelichting bij de budgettaire tabel). Deze € 65,3 mln is naar aanleiding van de opgelegde correctie door EZ betaald aan de Europese Commissie. Daarnaast heeft een storting in de begrotingsreserve plaatsgevonden van € 8 mln voor onder andere een terugontvangen bedrag van de Europese Commissie en vanuit de bijdrage van de provincies in het kader van de uitvoering van het Plattelandsontwikkelingsprogramma voor een risicofonds waaruit door de Europese Commissie opgelegde correcties worden betaald (€ 2 mln).

Beleidsartikel 17 Groen onderwijs van hoge kwaliteit

Bedragen x € 1.000
 

Stand vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e

suppletoire begroting 2016

Mutaties 2e suppletoire begroting 2016

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)–(4)

VERPLICHTINGEN

842.665

– 2.665

11.047

851.047

822.287

– 28.760

UITGAVEN

796.001

– 2.665

11.105

804.441

809.103

4.662

Waarvan juridisch verplicht

100%

   

100%

– 100%

       

 

Leningen

0

   

0

59

59

Schatkistbankieren

       

59

59

         

 

Bekostiging

761.219

– 2.032

15.703

774.890

779.481

4.591

WO-groen

176.986

31

5.848

182.865

182.865

0

HBO-groen

80.912

 

2.261

83.173

83.224

51

MBO-groen

165.447

 

5.051

170.498

170.104

– 394

Wachtgelden

13.977

 

447

14.424

14.313

– 111

VMBO-groen

321.163

– 238

2.979

323.904

328.975

5.071

Aequor

2.734

– 1.825

– 883

26

0

– 26

         

 

Subsidies

33.540

– 871

– 4.597

28.072

27.860

– 212

Aansturing collectieve ondersteuning

       

 

School als Kenniscentrum

1.554

 

108

1.662

3.207

1.545

Kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs

98

 

3

101

258

157

Aanvullende onderwijssubsidies

27.200

– 971

– 3.290

22.939

21.293

– 1.646

Ontwikkeling en beheer natuurkwaliteit

1.201

100

21

1.322

1.279

– 43

Educatie

3.487

 

– 1.439

2.048

1.823

– 225

         

 

Opdrachten

0

   

0

224

224

Kennisverspreidingsprojecten

       

224

224

         

 

Bijdragen aan agentschappen

1.242

238

– 1

1.479

1.479

0

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

1.242

– 1

1.241

1.242

1

Dienst Uitvoering Onderwijs

238

 

238

237

– 1

         

 

ONTVANGSTEN

75

   

75

299

224

Toelichting op de verplichtingen

De beschikbare € 50 mln voor schatkistbankieren van groene onderwijsinstellingen hoefde niet te worden aangesproken. Er waren prijsaanpassingen in de bekostiging die een doorwerking hadden naar de verplichting voor 2017 en die in 2016 moest worden aangegaan.

Toelichting op de uitgaven

Bekostiging VMBO-groen

De € 5,1 mln hogere uitgaven houdt verband met een aanpassing van de bekostigingssystematiek conform de OCW bekostiging.

Subsidies

School als Kenniscentrum

De € 1,5 mln hogere uitgavenrealisatie op School als Kenniscentrum is veroorzaakt door uitfinanciering van eerdere verplichtingen Regeling praktijkleren en groene plus waarvoor het budget op grond van het Regeerakkoord 2012 is komen te vervallen.

Aanvullende onderwijssubsidies

De € 1,6 mln lagere uitgavenrealisatie op aanvullende onderwijssubsidies is veroorzaakt door vertraging van projecten Regeling praktijkleren en groene plus. De vertraging leidt tot uitgaven in de jaren 2017 tot en met 2019.

Toelichting op de begrotingsreserve schatkistbankieren

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2016

138

+ Stortingen

59

– Onttrekkingen

 

Stand per 31/12/2016

197

Beleidsartikel 18 Natuur en regio

Bedragen x € 1.000
 

Stand vastgestelde

begroting 2016

Mutaties 1e

suppletoire begroting 2016

Mutaties 2e suppletoire begroting 2016

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)–(4)

VERPLICHTINGEN

151.579

– 6.181

12.173

157.571

195.169

37.598

UITGAVEN

210.728

– 9.602

– 3.793

197.333

222.060

24.727

Waarvan juridisch verplicht

86%

   

86%

   

Subsidies

49.987

– 2.470

– 7.186

40.331

39.787

– 544

Zuiderzeelijn

3.835

   

3.835

3.835

0

Cofinanciering EFRO, incl. ETS

29.590

– 170

– 14.448

14.972

15.389

417

Bijdrage aan ROM’s

6.337

200

– 858

5.679

5.532

– 147

Pieken in de Delta

6.226

– 2.500

1.660

5.386

7.199

1.813

Programma Natuurlijk Ondernemen en Green Deals

1.098

   

1.098

1.008

– 90

Beheer Kroondomein

772

   

772

595

– 177

Regelingen Natuur (Burgereducatie, RDN, SBL, VNBL)

2.129

 

6.460

8.589

6.229

– 2.360

       

Leningen

29.175

– 1.000

 

28.175

28.001

– 174

Rente en aflossingen voor bestaande leningen (EHS & PNB)

29.175

– 1.000

 

28.175

28.001

– 174

     

Opdrachten

33.520

70

2.860

36.450

34.170

– 2.280

Onderzoeksmiddelen

460

 

– 250

210

96

– 114

NURG/Maaswerken

3.815

1.440

 

5.255

5.321

66

Mainport Rotterdam

7.410

 

51

7.461

7.389

– 72

Nationale parken

1.000

 

1.000

885

– 115

Programma Rijke Waddenzee

623

– 43

 

580

170

– 410

Programma Natuurlijk Ondernemen en Green Deals

4.035

– 100

343

4.278

4.221

– 57

Natuurvisie

7.220

– 1.863

– 922

4.435

4.597

162

Regiekosten regionale functie

886

– 86

– 187

613

295

– 318

Kaderrichtlijn Marine Strategie/Noordzee

569

– 140

– 131

298

256

– 42

Natura 2000

2.149

 

– 70

2.079

321

– 1.758

Monitoring

1.672

   

1.672

1.375

– 297

Internationale biodiversiteit

362

100

– 174

288

1.256

968

Caribisch Nederland

1.137

– 16

– 53

1.068

1.267

199

Overig

3.182

– 222

4.253

7.213

6.721

– 492

       

Bijdragen aan medeoverheden

22.355

– 5.739

– 9.829

6.787

32.553

25.766

Uitfinanciering Sterke Regio's en Nota Ruimte

10.664

– 4.750

– 1.133

4.781

30.961

26.180

Programmatische Aanpak Stikstof

2.507

– 989

 

0

0

0

Westerschelde

7.028

 

– 7.028

0

0

Caribisch Nederland

2.006

   

2.006

1.592

– 414

Decentralisatiemiddelen natuur

150

 

– 150

0

0

     

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

25.947

200

661

26.808

29.508

2.700

Staatsbosbeheer

25.947

200

661

26.808

29.508

2.700

     

 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

1.115

607

 

1.722

1.040

– 682

Diverse contributies

1.115

607

 

1.722

1.040

– 682

     

Bijdragen aan agentschappen

48.629

– 1.270

9.701

57.060

57.000

– 60

Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland

39.284

– 1.258

9.190

47.216

47.144

– 72

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

9.345

– 12

511

9.844

9.856

12

   

ONTVANGSTEN

100.957

18.300

11.763

131.020

130.688

– 332

Landinrichtingsrente

42.161

   

42.161

43.539

1.378

Bijdragen van derden

       

273

273

Jachtakten

1.031

   

1.031

1.217

186

Verkoop gronden

50.000

7.800

1.500

59.300

59.300

0

Overige

7.765

10.500

10.263

28.528

26.359

– 2.169

Toelichting op de verplichtingen

De € 37,6 mln hogere verplichtingen houden verband met de aandelenverkoop van € 27,4 mln voor de NOM en de LIOF en € 20,0 mln aangegane verplichtingen voor NURG/Maaswerken voor de jaren 2017 tot en met 2020. Daarnaast zijn er op dit artikel verplichtingenbijstellingen doorgevoerd voor Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), Natura 2000 en Westerschelde.

Toelichting op de uitgaven

Subsidies

Pieken in de Delta

De € 1,8 mln hogere uitgaven houdt verband met het project Zuidelijke spooraansluiting Chemelot. Deze bijdrage wordt in 2016 betaald, omdat de provincie heeft voldaan aan de voorwaarden die verbonden waren aan deze toezegging.

Regelingen natuur

De € 2,3 mln lagere uitgaven houden verband met een lager beroep op de diverse subsidies in het kader van regelingen natuur.

Opdrachten

Natura 2000

De lagere uitgaven van € 1,7 mln houden verband met de achtergebleven realisatie bij het vaststellen van beheersplannen.

Bijdragen aan medeoverheden

De hogere uitgaven van € 25,7 mln houden verband met de in de veegbrief gemelde aandelenverkoop van de LIOF en Nom. In de 1e suppletoire begroting 2016 van EZ (TK, 34 485 XIII, nrs. 1 en 2) is op het beleidsartikel 19 (Toekomstfonds) de geschatte verkoopopbrengst van de verkoop van aandelen NOM aan de noordelijke provincies en de verkoopopbrengst in het kader van de aandelenverkoop LIOF budgettair «netto» verwerkt. Een deel van de brutoopbrengst van de aandelenverkoop is geherinvesteerd in de regio. Tegenover de ontvangsten staan derhalve ook uitgaven. In de Slotwet wordt de volledige brutoopbrengst als ontvangst verantwoord op artikel 19. Dit betekent een verhoging van de ontvangsten met totaal € 27,4 mln ten opzichte van de in de 1e suppletoire begroting doorgevoerde netto-boeking. Tegenover de verhoging van de ontvangsten met € 27,4 mln worden ook de uitgaven voor herinvesteringen in de regio (€ 8 mln provincie Limburg en € 19,4 mln Friesland, Groningen en Drenthe) geboekt. De boeking van de verplichtingen vindt plaats op beleidsartikel 18 (Natuur en regio).

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

De hogere bijdrage van € 2,7 mln aan Staatsbosbeheer heeft betrekking op de overeenkomst over de uittreed-vergoeding met het Recreatieschap Midden Delfland in het werkingsgebied van het Recreatieschap van € 2,0 mln en het verrichten van € 0,7 mln aan meerwerk.

Toelichting op de ontvangsten

Landinrichtingsrente

De hogere inkomsten van circa is € 1,4 mln komt omdat begunstigden van ruilverkavelingsprojecten gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om landinrichtingsrente vervroegd af te kopen. Dit omdat de rentestand op de leningen hoger was dan de marktrente.

Overige ontvangsten

De post overige is € 2,1 mln lager uitgevallen door lagere ontvangsten voor Plattelands Ontwikkelingsprogramma (POP).

Beleidsartikel 19 Toekomstfonds

Bedragen x € 1.000
 

Stand vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e

suppletoire begroting 2016

Mutaties 2e suppletoire begroting 2016

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)–(4)

VERPLICHTINGEN

158.184

146.146

1.928

306.258

166.591

– 139.667

UITGAVEN

164.741

159.359

– 73.120

250.980

125.418

– 125.562

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

           
             

Leningen

159.418

158.064

– 73.434

244.048

118.571

– 125.477

I MKB-FINANCIERING

           

Volledig revolverend

           

Dutch Venture Initiative/Fund of Funds

36.700

29.400

– 29.400

36.700

26.000

– 10.700

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

42.000

3.166

45.166

15.144

– 30.022

             

Gedeeltelijk revolverend

           

Innovatiekrediet

41.025

18.628

 

59.653

39.910

– 19.743

Risicokapitaal (seed capital)

20.079

15.665

 

35.744

16.538

– 19.206

Vroege fasefinanciering

11.614

2.747

– 1.200

13.161

10.555

– 2.606

             

II INVESTERINGEN IN FUNDAMENTEEL EN TOEGEPAST ONDERZOEK

Met vermogensbehoud

50.000

49.624

– 46.000

53.624

10.424

– 43.200

             

III Staatsobligaties Toekomstfonds

           
             

Subsidies

           

IV Reëel rendement voor onderzoek

           
             

Bijdragen aan agentschappen

5.323

1.295

314

6.932

6.847

– 85

Bijdrage Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

5.323

1.295

314

6.932

6.847

– 85

             

ONTVANGSTEN

32.088

98.800

– 11.634

119.254

138.848

19.594

MKB-FINANCIERING BESTAND INSTRUMENTARIUM

           

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

 

98.800

– 11.634

87.166

114.567

27.401

Fund of Funds (DVI I/Business Angels)

           

Innovatiekredieten

25.388

   

25.388

13.806

– 11.582

Seed

6.700

   

6.700

10.467

3.767

Vroege fasefinanciering

       

7

7

             

MKB-FINANCIERING INCIDENTELE MIDDELEN

           

Ontvangsten DVI II

           
             

Ontvangsten fundamenteel en toegepast onderzoek

           
             

Renteontvangsten Toekomstfonds

           

Toelichting op de verplichtingen

De verplichtingenrealisatie is € 139,7 mln lager dan de raming in de 2e suppletoire begroting. De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn:

  • Een lagere verplichtingenrealisatie bij het Innovatiekrediet (– € 42 mln). Dit is vooral te wijten aan de achterblijvende vraag naar Innovatiekrediet voor technische ontwikkelingsprojecten en de beschikbaarheid van verplichtingenbudget boven het gepubliceerde plafond. De benutting van het Innovatiekrediet met in totaal € 54,5 mln is in lijn met voorgaande jaren.

  • Een lagere verplichtingenrealisatie bij de Seedregeling (– € 2,1).

  • Een lagere verplichtingenrealisatie van € 27,7 mln ten behoeve van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen. De beschikbare ruimte binnen het Toekomstfonds als gevolg van de opbrengst uit de aandelenverkoop LIOF kon in 2016 nog niet opnieuw worden geïnvesteerd. Dit is voorzien voor het jaar 2017. De ruimte blijft beschikbaar in het Toekomstfonds.

  • Een lagere verplichtingenrealisatie voor investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek (– € 64,6 mln): De eerste tender Toekomstfondskrediet (TOF) heeft geresulteerd in € 40 mln toegezegd krediet. De resterende middelen zullen onder andere worden ingezet voor een tweede tender van de TOF, uitbreiding van de regeling Vroege fase financiering en een tender voor Smart Industry. Naar verwachting worden deze initiatieven in 2017 gerealiseerd.

  • Een lagere verplichtingenrealisatie voor de Vroege fase financiering (– € 3,1 mln)

Toelichting op de uitgaven

De uitgavenrealisatie is € 125,6 mln lager dan de raming in de 2e suppletoire begroting. De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn:

  • Lagere uitgaven voor het Dutch Venture Initiative (– € 10,7). De omvang van de uitgaven in het kader van de Dutch Venture Initiatief worden bepaald door de investeringen van de fondsen in hun portfolio-bedrijven. Deze investeringen fluctueren in aantal en omvang. Vooraf zijn deze fluctuaties niet precies te ramen. Aangezien sprake is van een fondsconstructie blijven deze middelen beschikbaar binnen het Toekomstfonds.

  • Lagere uitgaven ten behoeve van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (– € 30 mln). De beschikbare ruimte binnen het Toekomstfonds als gevolg van de opbrengst uit de aandelenverkoop LIOF kon in 2016 nog niet opnieuw worden geïnvesteerd. Dit is voorzien voor het jaar 2017. De ruimte blijft beschikbaar in het Toekomstfonds.

  • Lagere uitgaven voor het Innovatiekrediet (– € 19,7 mln). Dit wordt vooral veroorzaakt doordat de niet benutten middelen en de ontvangstenmeevaller uit 2015 aan het budget van 2016 zijn toegevoegd. Deze middelen blijven beschikbaar voor de uitfinanciering van verplichtingen in de komende jaren.

  • Lagere uitgaven voor de Seed (– € 19,2 mln) De in 2016 niet benutte kas is te verklaren doordat bij de eerste suppletoire begroting 2016 de niet benutte ruimte in het Toekomstfonds in 2015 en de ontvangstenmeevaller in het kader van de Seed-regeling in 2015 is toegevoegd aan de begroting van 2016. Dit betrof € 15,7 mln aan kas. Verder hebben de startersfondsen minder participaties gedaan dan was ingeschat. Dat leidt ook tot lagere kasuitgaven. Aangezien sprake is van een fondsconstructie blijven deze middelen beschikbaar binnen het Toekomstfonds.

  • Lagere uitgaven voor investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek (– € 43,2 mln). Er zijn in 2016 voor € 40 mln aan verplichtingen aangegaan. De uitfinanciering hiervan zal diverse jaren in beslag nemen. De niet uitgegeven middelen zullen in de 1e suppletoire begroting 2017 over de komende jaren worden gespreid. Zie ook de toelichting op de verplichtingen.

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten liggen € 19,6 mln hoger dan de raming bij de 2e suppletoire begroting. De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn:

  • Een hogere ontvangst in het kader van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (€ 27,4 mln). In het voorjaar 2015 bent u per brief op de hoogte gesteld van de aandelenverkoop LIOF aan de provincie Limburg (TK, 28 165, nr. 211) en in het voorjaar van 2016 over de aandelenverkoop NOM aan de noordelijke provincies (TK, 29 697, nr. 24) onder andere over de brutoopbrengst, het bedrag dat daarvan in de regio wordt geherinvesteerd en de netto-opbrengst voor het Rijk. In aanvulling op de begrotingsmutatie in de 1e suppletoire begroting 2016 is in de slotwet de volledige brutoopbrengst van deze aandelenverkopen verantwoord. Dit betekent een verhoging van de ontvangsten met totaal € 27,4 mln ten opzichte van de in de 1e suppletoire begroting doorgevoerde netto-boeking.

  • Een lagere ontvangst voor het Innovatiekrediet (– € 11,6 mln). De terugontvangsten op het Innovatiekrediet fluctueren jaarlijks. Gestreefd wordt dat tenminste 60% van het totaal aan verstrekte kredieten door bedrijven wordt terugbetaald. Dit streefcijfer wordt in de praktijk nog steeds behaald. De lagere terugontvangsten in 2016 worden onder andere veroorzaakt door een aantal vervroegde aflossingen in eerdere jaren, waardoor de aanvankelijk geraamde ontvangsten in 2016 maar deels gerealiseerd konden worden.

  • Een hogere ontvangst voor de Seed-regeling (€ 3,8 mln). De geraamde terugontvangsten Seed zijn gebaseerd op een inschatting. Het is moeilijk vooraf in te schatten wanneer de terugontvangsten precies plaats zullen vinden. Dit hangt af van het tijdstip dat participaties van het startersfonds worden verkocht. Dit jaar is het bedrag hoger uitgevallen door enkele verkopen.

De niet-beleidsartikelen

Artikel 40 Apparaat

Bedragen x € 1.000
 

Stand vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e

suppletoire begroting 2016

Mutaties 2e suppletoire begroting 2016

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)–(4)

VERPLICHTINGEN

380.243

– 11.758

47.681

416.166

423.578

7.412

UITGAVEN

380.243

– 11.758

47.681

416.166

423.578

7.412

             

Personele uitgaven

252.733

1.582

3.596

257.911

265.798

7.887

– waarvan eigen personeel

206.892

1.360

12.077

220.329

215.140

– 5.189

– waarvan externe inhuur

6.090

 

330

6.420

10.205

3.785

– waarvan overige personele uitgaven

39.751

222

– 8.811

31.162

40.453

9.291

Materiële uitgaven

127.510

– 13.340

44.085

158.255

157.780

– 475

– waarvan ICT

7.065

 

– 100

6.965

9.137

2.172

– waarvan bijdrage aan SSO’s (exclusief DICTU)

40.722

– 8.436

9.002

41.288

36.899

– 4.389

– waarvan SSO DICTU

35.251

872

20.579

56.702

55.228

– 1.474

– waarvan overige materiële uitgaven

44.472

– 5.776

14.604

53.300

56.516

3.216

             

ONTVANGSTEN

32.526

1.450

– 4.645

29.331

27.742

– 1.589

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

Er is in 2016 € 7,9 mln meer uitgegeven dan geraamd. Dit verschil wordt met name veroorzaakt doordat:

  • De uitgaven van externe inhuur (€ 3,8 mln) hoger waren dan geraamd. De hogere externe inhuur wordt voornamelijk verklaard door meer inhuur op ICT gebied en meer opdrachten van derden bij ACM en het tijdelijk invullen van vacatures bij SodM.

  • Aan binnenlandse- en buitenlandse reis- en verblijfkosten (€ 1 mln) meer is uitgegeven dan geraamd. Dit komt voornamelijk door meer reis- en verblijfkosten in verband met het EU-voorzitterschap in de eerste helft van 2016.

  • Diverse overschrijdingen op de personeel gerelateerde budgetten zoals opleidingsbudgetten en wachtgelden.

Materiële uitgaven

Er is totaal € 0,5 mln minder uitgegeven dan geraamd. SodM en ACM hadden lagere uitgaven. De overschrijding bij de overige materiële uitgaven wordt veroorzaakt doordat bij de 2e suppletoire begroting 2016 het budget voor het Inkoop Uitvoeringscentrum (IUC) op het onderdeel SSO’s met € 3 mln is verhoogd, terwijl de uitgaven verantwoord zijn op het onderdeel overige materiële kosten.

Toelichting op de ontvangsten

De lagere ontvangsten hangen voornamelijk samen met de vertraagde binnenkomst van geraamde ontvangsten voor bij telecom- en postbedrijven in rekening gebrachte tarieven door de Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 41 Nominaal en onvoorzien

Bedragen x € 1.000
 

Stand vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e

suppletoire begroting 2016

Mutaties 2e suppletoire begroting 2016

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)–(4)

VERPLICHTINGEN

0

97.983

– 97.983

0

0

0

UITGAVEN

0

97.983

– 97.983

0

0

0

             

41.10 Prijsbijstelling

0

8.108

– 8.108

0

0

0

41.20 Loonbijstelling

0

53.536

– 53.536

0

0

0

41.30 Onvoorzien

0

36.339

– 36.339

0

0

0

41.40 Nog te verdelen

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Op artikel 41 Nominaal en onvoorzien worden geen uitgaven gedaan. Bij 2e suppletoire begroting 2016 is de loon- en prijsbijstelling toegedeeld aan de relevante artikelen.

Diergezondheidsfonds (DGF)

Bedragen x € 1.000

01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

Stand vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Mutaties 2e suppletoire begroting 2016

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)–(4)

Verplichtingen

30.620

13.360

– 8.802

35.178

31.558

– 3.620

Uitgaven

30.620

13.360

– 8.802

35.178

31.558

– 3.620

waarvan juridisch verplicht

63%

 

63%

   

Beginsaldo

   

   

Programma-uitgaven

30.620

13.360

– 8.802

35.178

31.558

– 3.620

     

   

Opdrachten

30.620

13.360

– 8.802

35.178

31.558

– 3.620

1. Bewaking van dierziekten

17.707

 

2.382

20.089

19.162

– 927

2. Bestrijding van dierziekten

12.553

13.360

– 12.317

13.596

11.866

– 1.730

3. Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

 

     

4. Overig

360

 

1.133

1.493

530

– 963

     

   

Ontvangsten

30.620

13.360

– 10.599

33.381

29.894

– 3.487

Ontvangsten van EZ

10.486

 

1.767

12.253

12.253

0

Ontvangsten van EU o.a. salmonella bewaking en bestrijding

2.750

 

1.246

3.996

4.134

138

Ontvangsten van sector

(bewaking)

9.799

 

9.799

8.315

– 1.484

Ontvangsten van sector (bestrijding)

7.585

 

– 252

7.333

5.192

– 2.141

Ontvangsten bestrijding

 

13.360

– 13.360

0

0

0

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

De uitgaven voor bewaking van dierziekten zijn € 0,927 mln lager uitgevallen onder andere doordat een bedrag van € 1,1 mln ten behoeve van de afrekening met de sectoren over 2015 is opgenomen in de begroting. De definitieve afrekening heeft in 2016 echter niet plaatsgevonden. Verder is voor de basismonitoring € 0,4 mln minder uitgegeven dan begroot. Daartegenover is voor de monitoring van Aviaire Influenza (AI) € 0,45 mln meer uitgegeven doordat de leverancier een inhaalslag heeft gemaakt met de facturering ten opzichte van 2015. Voor de monitoring van Q-koorts is € 0,2 mln meer besteed als gevolg van de eindafrekening over 2015. Voor de bestrijding van dierziekten is € 1,73 mln minder uitgegeven dan begroot. Dit is het gevolg van lagere uitgaven voor de stelpost uitgaven voor bestrijding in het algemeen (– € 1,0 mln). Voor bestrijding van de Ziekte van Aujeszky was € 0,76 mln in de begroting opgenomen, maar er waren in 2016 geen uitgaven voor dit onderdeel.

De post overig valt € 0,963 mln lager uit dan begroot doordat de begrootte uitvoeringskosten voor het innen van heffingen ad. € 0,9 mln niet is afgerekend in 2016.

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten uit de EU zijn € 0,138 mln hoger doordat de EU-bijdrage voor de bestrijding AI hoger is uitgevallen dan verwacht. Daarnaast waren in deze post in de begroting alleen de ontvangsten voor Salmonella vaccinatie opgenomen. Hierin is ook de EU-bijdrage voor de bestrijding van AI opgenomen. De ontvangsten voor zowel bewaking als bestrijding van dierziekten komen samen € 3,5 mln lager uit dan was begroot. Oorzaak hiervan is vooral dat de ontvangsten uit de sectoren pluimvee en schapen en geiten € 7,4 mln achterblijven, doordat voor 2016 nog geen heffing is opgelegd en geïnd. Daartegenover is € 3,5 mln ontvangen uit de resterende fondsen van de voormalige Productschappen. Ook is bijna € 0,3 mln meer ontvangen uit de varkenssector omdat de voorziene eindafrekening over 2014/2015 nog niet heeft plaatsgevonden.