Gepubliceerd: 22 maart 2017
Indiener(s): Martijn van Dam (staatssecretaris economische zaken) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34550-XIII-132.html
ID: 34550-XIII-132

Nr. 132 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 maart 2017

Hierbij bied ik u het evaluatierapport1 aan over de uitvoering van de wettelijke onderzoekstaken op het gebied van natuur- en milieu (WOT-NM). Het evaluatieonderzoek is in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken (EZ) uitgevoerd door de Auditdienst Rijk (ADR). De uitvoering van deze evaluatie is aangekondigd in de begroting van EZ voor het jaar 2016 (Kamerstuk 34 300 XIII, nr. 2).

De afgelopen twee jaar heb ik u geïnformeerd over de evaluaties van de WOT-programma’s besmettelijke dierziekten, voedselveiligheid en genetische bronnen (Kamerstuk 29 683, nr. 197) en informatievoorziening en visserij (Kamerstukken 32 201 en 28 625, nr. 83). De veranderingen in werkwijze, onafhankelijkheid en aansturing die ik in mijn beleidsreacties heb aangegeven, zijn al voor een deel in uitvoering of zullen nog worden geïmplementeerd. In deze brief ga ik in op de wettelijke onderzoekstaken op het gebied van natuur en milieu, beschrijf ik de belangrijkste conclusies en aanbevelingen uit de ADR-evaluatie en geef ik u mijn beleidsreactie.

Typering wettelijke onderzoekstaken WOT-NM

De wettelijke onderzoekstaken op het gebied van natuur en milieu worden uitgevoerd door de WOT-NM, onderdeel van Wageningen Research (WR). De wettelijke onderzoekstaken zijn ondergebracht in een WOT-NM waarmee de overheid wordt voorzien van kennis, expertise, methoden, analyses en faciliteiten, die onmisbaar zijn voor de uitvoering van (inter-)nationale wet- en regelgeving en andere overheidstaken van nationaal en/of algemeen belang.

De taken van de WOT-NM zijn op hoofdlijnen:

  • Informatievoorziening Natuur: een groot aantal internationale rapportageverplichtingen, waaronder die voor de Vogel- en Habitatrichtlijn, de Conventie inzake Biologische Diversiteit (CBD) en de Trilaterale Waddenzee Overeenkomst;

  • Bijdragen aan de Balans van de Leefomgeving (Natuurplanbureaufunctie);

  • Bijdragen aan de Natuurverkenning (Natuurplanbureaufunctie).

  • Agromilieu: Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, Meststoffenwet en internationale afspraken als UNFCCC (United Nations Framework Convention on Climate Change) en Kyoto;

Conclusies en aandachtspunten evaluatierapport WOT-NM

De centrale vraag van de door de ADR uitgevoerde evaluatie luidde: Wat werkte goed in sturing en toezicht door EZ op de uitvoering van de WOT-NM en wat zijn aandachtspunten voor de nieuwe uitvoeringsperiode en Uitvoeringsovereenkomst? Het evaluatieonderzoek heeft betrekking op de periode 2012 tot en met 2016. Hieronder treft u de kernpunten uit de ADR-conclusies:

  • De aandachtspunten 1 t/m 3 en 8 uit het rapport hebben betrekking op het aansturingsmodel en de rolverdeling. De ADR concludeert dat de sturing en het toezicht grotendeels conform de kaders en naar tevredenheid zijn ingevuld. De kwaliteit van de uitvoering wordt positief beoordeeld. Respondenten zien voor de WOT-NM geen grote risico’s voor onafhankelijke uitvoering en vinden dat deze goed is geborgd. De ADR beveelt aan de functie en rollen van de verschillende overlegorganen en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) te verhelderen en de kaders te actualiseren.

  • De aandachtspunten 4 en 5 uit het rapport hebben betrekking op het waarborgen van een effectieve uitvoering. De ADR concludeert dat invulling wordt gegeven aan de waarborgen voor een effectieve uitvoering en de respondenten beoordelen de effectieve uitvoering als positief. De ADR beveelt aan een integrale afweging te maken van welke wettelijke onderzoekstaken door de WOT-NM en welke taken door een ander onderzoeksinstrumentarium worden gefinancierd. Een afwegingskader kan helpen bij de vraag of (nieuwe) taken thuis horen in de WOT of bij een ander onderzoeksinstrumentarium. Hierbij wordt aanbevolen een visie te formuleren die richting geeft bij het maken van deze keuzes.

  • Het aandachtspunt 6 uit het rapport heeft betrekking op het waarborgen van een efficiënte uitvoering. De ADR concludeert dat conform de kaders invulling wordt gegeven aan de waarborgen voor een efficiënte uitvoering en de respondenten beoordelen de effectiviteit van de uitvoering als positief. De ADR beveelt aan te overwegen waarop het Opdrachtgeversoverleg2 toezicht wil en kan houden met betrekking tot efficiëntie.

  • Het aandachtspunt 7 heeft betrekking op het borgen van de aansluiting en communicatie tussen en binnen onderzoek en beleid. De ADR concludeert dat het Ministerie van Economische Zaken de WOT-NM op afstand stuurt en dat is terugkijkend op de afgelopen uitvoeringsperiode goed verlopen. De aansluiting en communicatie kan beter worden geborgd.

Beleidsreactie op evaluatierapport WOT-NM

Met tevredenheid stel ik vast dat de uitkomsten van de evaluatie van de WOT-NM op hoofdlijnen positief zijn. Daarnaast constateer ik een aantal aandachtspunten voor verbetering, waarop ik de volgende stappen onderneem. Op het gebied van sturing zal ik een (her)bevestiging van het nut van het aansturingsmodel en de samenhang van de verschillende rollen doorvoeren. Deze (her)bevestiging zal in diverse kaders worden vastgelegd, onder andere in de nieuwe meerjarige uitvoeringsovereenkomst WOT-NM. Deze uitvoeringsovereenkomst zal dit jaar met terugwerkende kracht door beide partijen worden getekend.

Aan de hand van de integrale afweging en de visie zal ik bij nieuwe taken expliciet benoemen welke taken tot de WOT of ander onderzoeksinstrumentarium horen. Voor de huidige wettelijke onderzoekstaken geldt dat er een wettelijke grondslag aanwezig is. Voorts komt er extra aandacht voor efficiëntie en krijgt het opdrachtgeversoverleg hierbij een toetsende rol. Tot slot zijn door het Ministerie van Economische Zaken, WOT-NM/WR en PBL aanpassingen gedaan voor een betere aansluiting bij en communicatie van onderzoeksresultaten voor beleidsontwikkeling.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam