Kamerstuk 34550-X-107

Reactie op verzoek commissie inzake de gebrekkige gereedheid van het Korps Commandotroepen en levensgevaarlijke situaties bij missies door gebrekkig materieel

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2017

Gepubliceerd: 20 juli 2017
Indiener(s): Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34550-X-107.html
ID: 34550-X-107

Nr. 107 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juli 2017

Met deze brief voldoe ik aan uw verzoek van 15 juli jl. om te reageren op de recente berichtgeving over de gereedheid van het Korps Commandotroepen (KCT)1.

Ik wil voorop stellen dat Defensie haar personeel nooit ongetraind en onvoorbereid op missie stuurt met materieel dat niet de juiste kwaliteit heeft. Daarmee wordt echter niet gezegd dat er geen problemen zijn. Zoals reeds gemeld in o.a. de inzetbaarheidsrapportage 2016 is de (materiële) gereedheid van eenheden, waaronder eenheden van het KCT, niet volledig op orde. Het spreekt voor zich dat dit een onwenselijke situatie is. Voor iedereen, inclusief de operators van het KCT.

Zoals bij herhaling uiteengezet hebben de extra gelden van de afgelopen jaren zich nog niet of zich nog onvoldoende vertaald in positieve en voelbare effecten op de operationele werkvloer. Sterker nog, de operationele werkvloer wordt vooral geconfronteerd met de zogenoemde na-ijleffecten van de bezuinigingen uit voorgaande jaren.

Met de extra middelen die de afgelopen periode beschikbaar zijn gekomen (zo’n € 900 miljoen) wordt, zoals u weet, inmiddels hard gewerkt aan die zo gewenste verbetering van de gereedheid, inclusief die van het KCT. Verschillende verwervingstrajecten zijn gestart, een deel van het materieel is geleverd en ook het beëindigen van de deelname van het KCT aan de missie MINUSMA draagt bij aan het herstel van de materiële gereedheid en de (generieke) geoefendheid. U wordt over de gereedheid van het KCT nader geïnformeerd in de inzetbaarheidsrapportage bij de begroting.

Hieronder geef ik antwoord op de door u gestelde schriftelijke vragen.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Antwoorden op vragen van de commissie

1

Bent u bekend met bericht «levensgevaarlijke situaties bij missies door gebrekkig materieel commando's» (https://www.rtlnieuws.nl/nederland/levensgevaarlijke-situaties-bij-missiesdoor-gebrekkig-materieel-commandos)?

Ja.

2

Kunt u ingaan op alle genoemde punten t.a.v. punten ten aanzien van de gebreken binnen het Korps Commandotroepen? Zo nee, waarom niet?

6

Deelt u de mening dat de commandotroepen fatsoenlijk moeten kunnen trainen en werken en dat «pang pang» roepen geen basis is voor een goede training en hen in mogelijk gevaarlijke situaties niet veilig houdt? Zo nee, waarom niet?

12

Wat heeft u gedaan aan de onvrede onder het KCT die een klein jaar geleden de publiciteit bereikte («Commando’s het haasje», De Telegraaf, 28 september 2016, p. 10.)? Welke maatregelen heeft u met welk resultaat genomen?

18

Bent u bereid uitgebreid te reageren op de brandbrief en de daarin geschetste problemen?

22

Klopt het dat er sprake is van een «dalende trend» bij de materiële gereedheid

(https://www.rtlnieuws.nl/sites/default/files/content/documents/2017/07/14/ger_r_kct.pdf)? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?

Zoals gemeld in de inzetbaarheidsrapportage 2016 is de gereedheid van het KCT niet volledig op orde. Het spreekt voor zich dat dit een onwenselijke situatie is, in het bijzonder voor de operators van het KCT. Defensie werkt intensief aan het herstel van de basisgereedheid van de krijgsmacht. Het herstel van de gereedheid van het KCT is hier onderdeel van.

Het KCT ervaart vooral beperkingen op het gebied van de materiële gereedheid. Dit heeft onder meer te maken met het feit dat het materieel veroudert. Zoals gemeld in de begroting 2017 is de verwachting dat deze beperkingen in 2018 kunnen worden weggenomen. Om dit te bewerkstelligen, heeft Defensie in 2016 verschillende verwervingstrajecten in gang gezet. In de vertrouwelijke bijlage bij deze brief ga ik in op de voornaamste behoeften van het KCT, inclusief de genomen maatregelen.

3

Kunt u aangeven hoelang de Minister u zelf al op de hoogte is bent van deze situatie? Zo nee, waarom niet?

13

Waarom herkent u zich wederom niet in «het beeld» over de onvrede bij het KCT, nadat u in oktober vorig jaar ook al stelde zich «niet te herkennen» in de uitspraken van ontevreden commando’s in De Telegraaf («(«Commando’s het haasje», De Telegraaf, 28 september 2016, p. 10.)?

14

Klopt het dat er bij het KCT sinds 2014 maar liefst drie maal een rapport is gemaakt van de zorgelijke situatie, naast vele emails? Wat heeft u met al deze signalen gedaan? Welke maatregelen zijn genomen?

19

Klopt het dat de situatie bij het KCT bij de defensietop «te rooskleurig» is voorgesteld?

23

Wanneer was u voor het eerst op de hoogte van de ernstige problemen bij het KCT, zoals in een eerste rapport gemeld in 2014? Wat heeft u sindsdien gedaan?

Ieder kwartaal wordt er op eenheidsniveau gerapporteerd over de gereedheid, waaronder de gereedheid van het KCT. Deze gerubriceerde rapportages worden van een appreciatie voorzien door de hogere commandanten, maar komen ongewijzigd bij de top van Defensie. In 2014 is in deze rapportage voor de eerste keer melding gemaakt van knelpunten in de personele en materiële gereedheid. Het ging met name om vullingsproblemen en een lage beschikbaarheid van verbindingsmaterieel (zoals Personal Role Radio), kleinkaliberwapens, sniperwapens, munitie en optiek-/nachtzichtapparatuur. De Kamer is hierover in de inzetbaarheidsrapportage over de eerste helft van 2015 geïnformeerd (Kamerstuk 33 763, nr. 84). Met het beschikbaar komen van extra middelen voor het herstel van de basisgereedheid kan er sinds 2016 gericht worden gewerkt aan het wegnemen van de knelpunten bij het KCT. Om dit te bewerkstelligen zijn verschillende verwervingstrajecten gestart. De zware belasting van het KCT en de gevolgen hiervan voor het personeel en materieel, zijn onder meer redenen geweest het KCT terug te halen uit Mali en te vervangen door een verkenningseenheid. Het beëindigen van de deelname van het KCT aan de missie MINUSMA draagt bij aan het herstel van de operationele gereedheid en de (generieke) geoefendheid.

4

Kunt u aangeven in hoeverre de bezuinigen van Rutte II op o.a. materieel een gevaar vormt voor de veiligheid van de commandotroepen? Zo nee, waarom niet?

27

In hoeverre is de problematiek bij het KCT het gevolg van bezuinigingen door dit kabinet?

Na circa twee decennia van opeenvolgende bezuinigingen, schieten de middelen voor de instandhouding en vernieuwing van de krijgsmacht al jaren tekort. De afgelopen periode zijn die tekorten voor het eerst volledig inzichtelijk gemaakt. Dit achtte ik noodzakelijk om überhaupt aan een operationeel en ook financieel duurzame krijgsmacht te kunnen bouwen. U bent daarover geïnformeerd.

Zoals bekend leidt vertraging in de vervangingsinvesteringen, in combinatie met het beroep op de krijgsmacht, tot minder inzetbaar materieel. Ook daarover bent u meerdere keren geïnformeerd. Let wel, de beschikbaarheid van inzetbaar materieel voor operaties en oefeningen heeft prioriteit. In sommige gevallen leidt dit tot herverdeling vanuit de organisatie. Herstel van de gereedheid, zoals inmiddels ingezet, is hard nodig om het negatieve effect van deze herverdeling op het gereedstellingsproces te verkleinen.

5

Deelt u de mening dat het uitvoeren van zogenaamde vredesmissies gevaarlijke situaties voor onze commandotroepen op kan leveren en deze z.s.m. zo snel mogelijk beëindigd dienen te worden en geen nieuwe dienen te worden aangegaan? Zo nee, waarom niet?

7

Klopt het dat het materieel van de commando’s soms zo achterhaald en versleten is dat tijdens missies levensgevaarlijke situaties kunnen ontstaan? Wat vind u van de opvatting van een van de commando’s, dat het «onverantwoord» zou zijn om nu commando’s op missie te sturen. «Het is zelfs crimineel als je het mij vraagt, omdat je weet wat de risico's zijn voor mensen die op missie gaan.»?

8

In hoeverre zijn er risico’s voor uitgezonden of uit te zenden commando’s, als gevolg van gebrekkig materieel, uitrusting, verbindingsmiddelen?

9

Hoe verhoudt zich deze brandbrief tot uw bewering dat alle uitgezonden en uit te zenden commando’s goed opgeleid, getraind en voorbereid op missie gaan en over voldoende materieel van de juiste kwaliteit beschikken? (Zie ook antwoord 9 schriftelijke vragen De Roon over de onrust binnen het Korps Commandotroepen, 24 oktober 2016, Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 245)

Bij iedere missie houdt Defensie rekening met de operationele mogelijkheden en beperkingen van de eenheden. Zo nodig worden taken en uitzendbelasting hierop aangepast. Het uitgangspunt is en blijft dat iedere militair voldoende getraind en opgeleid en met voldoende middelen wordt ingezet. Als dat in het gedrang komt, dan neemt Defensie maatregelen zoals het vervangen van een eenheid of het eerder beëindigen van een bijdrage aan een missie. Ook voor eenheden van het KCT geldt dat deze goed op de taak worden voorbereid door specifieke, missiegerichte training. Bij inzet krijgt de eenheid de beschikking over aanvullend materieel en vinden onderhoud en tests van het materieel plaats. Indien benodigd materieel niet onmiddellijk beschikbaar is, kijkt Defensie naar alternatieven, de mogelijkheid van herverdeling vanuit de organisatie en mogelijkheden om de systemen op korte termijn inzetbaar te maken. In het inzetgebied is er onderhoudspersoneel dat de middelen onderhoudt en waar nodig repareert. Het is niet zo dat eenheden door gebrekkig materieel grotere risico’s lopen bij operaties. Mochten er tijdens de missie defecten of beperkingen optreden, dan is het aan de commandant om de uitvoering van de bij de missie behorende taken hierop aan te passen. Dit geldt overigens eveneens bij oefeningen.

6

Deelt u de mening dat de commandotroepen fatsoenlijk moeten kunnen trainen en werken en dat «pang pang» roepen geen basis is voor een goede training en hen in mogelijk gevaarlijke situaties niet veilig houdt? Zo nee, waarom niet?

Zie het antwoord op vraag 2.

7

Klopt het dat het materieel van de commando’s soms zo achterhaald en versleten is dat tijdens missies levensgevaarlijke situaties kunnen ontstaan? Wat vind u van de opvatting van een van de commando’s, dat het «onverantwoord» zou zijn om nu commando’s op missie te sturen. «Het is zelfs crimineel als je het mij vraagt, omdat je weet wat de risico's zijn voor mensen die op missie gaan.»?

Zie het antwoord op vraag 5.

8

In hoeverre zijn er risico’s voor uitgezonden of uit te zenden commando’s, als gevolg van gebrekkig materieel, uitrusting, verbindingsmiddelen?

Zie het antwoord op vraag 5.

9

Hoe verhoudt zich deze brandbrief tot uw bewering dat alle uitgezonden en uit te zenden commando’s goed opgeleid, getraind en voorbereid op missie gaan en over voldoende materieel van de juiste kwaliteit beschikken? (Zie ook antwoord 9 schriftelijke vragen De Roon over de onrust binnen het Korps Commandotroepen, 24 oktober 2016)

Zie het antwoord op vraag 5.

10

Kunt ingaan op tenminste de volgende problemen, zoals geschetst in de brandbrief?

  • De Glock 17 is zo vaak gebruikt dat onderdelen scheuren. Ze worden niet vervangen en zijn niet meer inzetbaar.

  • De pistoolmitrailleur FN PDW 90, waarmee commando's geluidloos schieten, is helemaal niet meer beschikbaar. Heimelijke operaties kunnen daardoor niet meer worden uitgevoerd.

  • De wapens van de sluipschutters zijn versleten. Zonder dekking van sluipschutters lopen andere commando's grote risico's.

  • Verbindingsradio's zijn verouderd en functies vallen uit. Zonder onderling contact kunnen de commando's in levensgevaarlijke situaties terechtkomen.

30

In de brief van 24 oktober 2016 op het verzoek van het lid Omtzigt (Kamerstuk 32 678, nr. 35) somt u in de derde alinea de materiaalbehoeftes van het KCT op. Kunt u per materiaalbehoefte de Kamer (vertrouwelijk) informeren of daarin nu voorzien is of op welke wijze daarin voorzien wordt?

Het antwoord op deze vragen bied ik u in een vertrouwelijke bijlage aan waarin wordt ingegaan op de voornaamste materieelbehoeften van het KCT en de stand van zaken van de verwerving2.

11

Is er sprake van crisis bij het Korps Commandotroepen?

Zoals gezegd, zijn de verschillende zorgpunten die in de «brandbrief» worden benoemd, terecht. Dit betekent echter niet dat er sprake is van een crisis. Defensie onderneemt actie om de basisgereedheid te versterken, ook bij het KCT. Zoals gebruikelijk wordt u hierover nader geïnformeerd bij de begroting en in het jaarverslag.

12

Wat heeft u gedaan aan de onvrede onder het KCT die een klein jaar geleden de publiciteit bereikte («Commando’s het haasje», De Telegraaf, 28 september 2016, p. 10.)? Welke maatregelen heeft u met welk resultaat genomen?

Zie het antwoord op vraag 2.

13

Waarom herkent u zich wederom niet in «het beeld» over de onvrede bij het KCT, nadat u in oktober vorig jaar ook al stelde zich «niet te herkennen» in de uitspraken van ontevreden commando’s in De Telegraaf («(«Commando’s het haasje», De Telegraaf, 28 september 2016, p. 10.)?

Zie het antwoord op vraag 3.

14

Klopt het dat er bij het KCT sinds 2014 maar liefst drie maal een rapport is gemaakt van de zorgelijke situatie, naast vele emails? Wat heeft u met al deze signalen gedaan? Welke maatregelen zijn genomen?

Zie het antwoord op vraag 3.

15

Waarom beweerde u zich niet in «het beeld» te herkennen, terwijl u de brandbrief nog niet eens gelezen had? Heeft u dit inmiddels wel gedaan? Heeft u sinds het moment dat de onvrede bij het KCT de publiciteit bereikte in september 2016 een bezoek gebracht bij het KCT, het gesprek aangegaan met de leiding en de werkvloer? Zo nee, waarom niet?

16

Herkent u zich wel in het beeld dat blijkt uit de gelekte email van commandant Groen, die in reactie op de brandbrief stelt: «een aantal zorgpunten zijn terecht en begrijp ik goed»?

17

Waarom gebruikte u als argument dat u het aan meldingen van incidenten zou kunnen zien als het écht zo slecht zou gaan bij de commando's

(http://www.ad.nl/binnenland/commando-s-levensgevaarlijke-situaties-door-gebrekkigmaterieel~a831ad81/)? Is uw bewering dat u «precies zicht heeft op hoeveel ongevallen daar plaatsvinden voldoende om zicht te hebben op de ernstige problemen bij het KCT? M.a.w., moeten er eerst meer incidenten plaatsvinden voordat u de signalen uit uw organisatie serieus neemt?

In mijn reactie doelde ik op het beeld dat dreigde te ontstaan, namelijk dat het bij het KCT een «armetierig zooitje» zou zijn en dat Defensie militairen onvoorbereid of ongetraind op missie zou sturen met gebrekkig materieel waardoor er levensgevaarlijke situaties ontstaan. In dat beeld herkent Defensie zich niet. Dit doet overigens ook geen recht aan de zorgvuldigheid die militairen betrachten in voorbereiding op en tijdens missies. Signalen uit de organisatie worden altijd serieus genomen.

Ik heb eerder en vaker uiteengezet dat de extra gelden van de afgelopen jaren zich nog niet voldoende hebben vertaald in positieve en voelbare effecten op de operationele werkvloer. Sterker nog, de operationele werkvloer wordt vooral geconfronteerd met de na-ijleffecten van eerdere bezuinigingen, omdat juist die bezuinigingen inmiddels volledig hun beslag hebben gekregen. Dat geldt ook voor het KCT.

16

Herkent u zich wel in het beeld dat blijkt uit de gelekte email van commandant Groen, die in reactie op de brandbrief stelt: «een aantal zorgpunten zijn terecht en begrijp ik goed»?

Zie het antwoord op vraag 15.

17

Waarom gebruikte u als argument dat u het aan meldingen van incidenten zou kunnen zien als het écht zo slecht zou gaan bij de commando's (http://www.ad.nl/binnenland/commando-s-levensgevaarlijke-situaties-door-gebrekkigmaterieel~a831ad81/)? Is uw bewering dat u «precies zicht heeft op hoeveel ongevallen daar plaatsvinden voldoende om zicht te hebben op de ernstige problemen bij het KCT? M.a.w., moeten er eerst meer incidenten plaatsvinden voordat u de signalen uit uw organisatie serieus neemt?

Zie het antwoord op vraag 15.

18

Bent u bereid uitgebreid te reageren op de brandbrief en de daarin geschetste problemen?

Zie het antwoord op vraag 2.

19

Klopt het dat de situatie bij het KCT bij de defensietop «te rooskleurig» is voorgesteld?

Zie het antwoord op vraag 3.

20

Klopt het dat het O&T-programma van het KCT gehinderd wordt door gebrek aan goede, direct beschikbare schietfaciliteiten?

Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar mijn antwoorden van 14 juli jl. op de schriftelijke vragen van het lid Van den Hul over het schietongeval in Ossendrecht (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 2362).

21

Deelt u de grote zorgen van commandant Groen dat ervaring bij het KCT «wegvloeit»? Herkent u zich in de genoemde «dissatisfiers» (https://www.rtlnieuws.nl/sites/default/files/content/documents/2017/07/14/ger_r_kct.pdf)? Waardoor wordt deze uitstroom volgens u veroorzaakt en wat gaat u eraan doen?

Ja, die zorg deel ik. In de personeelsrapportage over 2016 (Kamerstuk 34 550-X, nr. 90), u aangeboden 17 mei jl., wordt de infanterie van het Commando Landstrijdkrachten aangemerkt als «schaarste-categorie» (dit geldt voor officieren in de onderbouw, onderofficieren in de boven- en onderbouw en manschappen) en wordt een toename van irreguliere uitstroom gemeld. Meer specifiek is de vulling van sergeanten speciale operaties van het KCT, die onderdeel uitmaken van deze schaarste-categorie en essentieel zijn voor de basisgereedheid van de eenheid, gedaald naar tachtig procent. U ontvangt, zoals reeds eerder toegezegd, bij de begroting voor het jaar 2018 een plan van aanpak inzake de werving en het behoud van militair personeel.

22

Klopt het dat er sprake is van een «dalende trend» bij de materiële gereedheid (https://www.rtlnieuws.nl/sites/default/files/content/documents/2017/07/14/ger_r_kct.pdf)? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?

Zie het antwoord op vraag 2.

23

Wanneer was u voor het eerst op de hoogte van de ernstige problemen bij het KCT, zoals in een eerste rapport gemeld in 2014? Wat heeft u sindsdien gedaan?

Zie het antwoord op vraag 3.

24

Hoe beoordeelt u de kritiek in de brandbrief dat de kennis van de staf op het gebied van het gebruikte materieel niet volledig zou zijn om in te zien dat bepaalde materiële gebreken en tekortkomingen «grote en levensgevaarlijke gevolgen» kunnen hebben op de wijze van opleiden, trainen en opereren van de huidige operator?

Naar aanleiding van de berichtgeving in de media heeft de commandant van het KCT met zijn ondercommandanten, staf en Korpsadjudant een verklaring uitgegeven. Hij en zijn ondercommandanten stellen «zich niet in het geschetste beeld te herkennen». Zoals uit de verklaring ook blijkt, doelde de commandant daarbij niet op de inhoud van de interne brandbrief, maar op het beeld dat Defensie militairen onvoorbereid of ongetraind op missie zou sturen.

In het gesprek tussen de vier stellers van de brandbrief en de Korpsleiding van het KCT zijn de zorgen over de «onvolledige kennis» weggenomen. De zorgen over de materiële gereedheid uiteraard niet. De commandant van het KCT heeft onderkend dat de wederzijdse informatiestroom haperde en heeft daar direct actie op ondernomen. Zo heeft hij de oproep gedaan aan alle operators om relevante en nieuwe informatie met de Korpsstaf te blijven delen.

25

Hoe beoordeelt u de kritiek in de brandbrief dat van het KCT verwacht wordt tegenstanders te bestrijden met dezelfde middelen van 10 jaar en vaak nog langer geleden?

Als gevolg van slijtage en technische en operationele ontwikkelingen zullen er altijd nieuwe behoeften ontstaan. Voor het vervullen van materieelbehoeften bestaan bij Defensie vaste procedures. De materieelbehoeften van het KCT zijn volgens die procedures ingediend. Het Commando Landstrijdkrachten heeft deze behoeften in behandeling genomen. Afhankelijk van de aard komen diverse projecten tot realisatie in de periode 2016 tot en met 2019.

Verder geldt dat Defensie per missie beoordeelt welke eenheid en welke wapensystemen benodigd zijn om de betreffende taken uit te voeren gegeven de dreigingen die zich kunnen voordoen in het missiegebied. Mochten er twijfels zijn over de getraindheid of de bewapening van een eenheid, dan wordt de invulling van de missie hierop aangepast.

26

In hoeverre is er, naast het door de OVV geconstateerde probleem met de veiligheidscultuur bij Defensie, een breder cultuurprobleem, waarbij de organisatie niet goed met interne kritiek en problemen kan omgaan, zoals verwoord in het artikel «Het probleem bij Defensie: Wij herkennen ons niet in het beeld» (http://defensieplatform.nl/probleem-defensie-herkennen-beeld/)?

Voor een grote organisatie als Defensie is het van groot belang om open en transparant over problemen te communiceren en op een goede manier met kritiek om te gaan. Daarom wordt hieraan veel aandacht besteed in de leiderschaps- en managementopleidingen. Dit is een belangrijke stap om risico’s binnen de organisatie te onderkennen en verbeteringen snel door te kunnen voeren.

Problemen kunnen op alle niveaus transparant kenbaar worden gemaakt door rapportages en meldingen. Tijdens lijnoverleg en werkbezoeken wordt daarover in alle openheid gesproken. Het is helaas niet altijd mogelijk om voor alles snelle oplossingen te realiseren. Dit leidt dan begrijpelijkerwijs tot teleurstelling bij de eenheden. Commandanten hebben de taak met deze situatie om te gaan en uitleg te geven. Soms leidt de wil om op professionele wijze alle taken te kunnen uitvoeren tot het schrijven van brandbrieven. Dit illustreert de betrokkenheid van het personeel. Ik waardeer deze betrokkenheid, en zal dan ook nadrukkelijk blijven wijzen op het belang van openheid evenals het belang van goede interne communicatie.

27

In hoeverre is de problematiek bij het KCT het gevolg van bezuinigingen door dit kabinet?

Zie het antwoord op vraag 4.

28

Herinnert u zich dat u de Kamer naar aanleiding van een vraag van het lid Omtzigt op 24 oktober 2016 vertrouwelijk geïnformeerd heeft over wapens bij het KCT? Bent u bereid de eerste twee alinea’s van deze drie alinea’s tellende brief openbaar te maken? Zo nee kunt u de Kamer dan openbaar of vertrouwelijk uitleggen welke informatie in die eerste twee alinea’s vertrouwelijk is en om welke reden? (Kamerstuk 32 678, nr. 35)

29

Herinnert u zich dat u de Kamer naar aanleiding van een vraag van het lid Omtzigt op 24 oktober 2016 vertrouwelijk geïnformeerd heeft over wapens bij het KCT? Staat u nog steeds achter de eerste twee alinea’s van deze brief? (Kamerstuk 32 678, nr. 35)?

Ja. De informatie in de eerste twee alinea’s is niet vertrouwelijk. De vertrouwelijkheid betrof de derde alinea waarin een opsomming van de materiële behoefte van het KCT was opgenomen. Defensie beschouwt dit als operationeel gevoelige informatie. Mogelijke opponenten kunnen hun voordeel doen als zij weten dat het KCT tekorten heeft of kan krijgen aan bepaalde uitrusting dan wel dat bepaald materieel moet worden vervangen ten behoeve van inzet en oefeningen.

De eerste twee alinea’s van de brief luiden als volgt:

Het lid Omtzigt vraagt inzicht in de materiële behoeften van het KCT, ingezonden op 28 september 2016 (Handelingen II 2016/17, nr. 5, item 6). Met deze brief doe ik dit verzoek gestand. Ik verzoek u deze informatie vertrouwelijk te behandelen.

Met de huidige middelen beschikt het personeel van het KCT over voldoende materieel van de juiste kwaliteit en gaat het goed voorbereid op een missie. Als gevolg van slijtage en technische en operationele ontwikkelingen zullen altijd nieuwe behoeften ontstaan. Voor het vervullen van materieelbehoeften bestaan binnen Defensie vaste procedures. Het KCT heeft haar materieelbehoefte volgens die procedures ingediend. De Staf van het Commando Landstrijdkrachten heeft deze behoeften in behandeling genomen. Afhankelijk van de aard en inhoud komen diverse projecten tot realisatie in de periode 2016 tot en met 2019.

29

Herinnert u zich dat u de Kamer naar aanleiding van een vraag van het lid Omtzigt op 24 oktober 2016 vertrouwelijk geïnformeerd heeft over wapens bij het KCT? Staat u nog steeds achter de eerste twee alinea’s van deze brief? (Kamerstuk 32 678, nr. 35)?

Zie het antwoord op vraag 28.

30

In de brief van 24 oktober 2016 op het verzoek van het lid Omtzigt somt u in de derde alinea de materiaalbehoeftes van het KCT op. Kunt u per materiaalbehoefte de Kamer (vertrouwelijk) informeren of daarin nu voorzien is of op welke wijze daarin voorzien wordt?

Zie het antwoord op vraag 10.