Kamerstuk 34550-V-56

Verslag van de OVSE Ministeriële Raad op 8-9 december 2016

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2017

Gepubliceerd: 19 december 2016
Indiener(s): Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34550-V-56.html
ID: 34550-V-56

Nr. 56 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2016

Hierbij bied ik u aan het verslag van de bijeenkomst van de OVSE-Ministers van Buitenlandse Zaken die plaatsvond op 8-9 december jl. in Hamburg.

Verloop van de MR

Deze Ministeriële Raad (MR) werd bijgewoond door meer dan 40 Ministers uit de 57 deelnemende Staten van de OVSE. Zoals aangegeven in de geannoteerde agenda d.d. 24 november jl. (Kamerstuk 34 550 V, nr. 51), vond de MR plaats onder een moeilijk gesternte. De huidige gepolariseerde verhoudingen hadden conform de verwachtingen een duidelijke uitwerking op het verloop van deze MR. Eens te meer bleek dat RF veelal politiek geïsoleerd staat, maar het consensusprincipe brengt nu eenmaal met zich mee dat een afzonderlijke deelnemende Staat de uitkomst in hoge mate kan sturen. Ondanks de inspanningen van de huidige Chairman-in-Office (Duitsland) om «renewing dialogue, rebuilding trust, restoring security» heeft de MR beperkte resultaten opgeleverd.

Verklaringen

De onderhandelingen over diverse besluiten en verklaringen verliepen moeizaam. Het bleek ook dit jaar niet mogelijk om te komen tot een algemene politieke verklaring met een gedeelde visie van de deelnemende Staten op (verdere) ontwikkelingen van stabiliteit en veiligheid in Europa. Ook een verklaring over Oekraïne was niet haalbaar. Wel werd door het merendeel van de aanwezige Ministers stilgestaan bij de ontwikkelingen met betrekking tot Oekraïne en opgeroepen tot een spoedige (politieke) oplossing. Ook werd alom steun uitgesproken voor de werkzaamheden van de OVSE Special Monitoring Mission (SMM) in Oekraïne.

Niettemin waren er resultaten in Hamburg, zoals besluiten op het gebied van migratie, cyber security, terrorismebestrijding, en uitwisseling van passagiersinformatie met onder meer als doel het voorkomen van reizen van Foreign Terrorist Fighters. Verrassend werden er twee verklaringen overeengekomen in de (eerste) politiek-militaire dimensie: één ten aanzien van projecten op het gebied van kleine en lichte wapens, en één inzake wapenbeheersing.

In de verklaring «From Lisbon to Hamburg: 20 years Framework for Arms Control» wordt het belang van wapenbeheersing en vertrouwenwekkende en veiligheidsbevorderende maatregelen onderstreept. Tevens wordt in deze verklaring een dialoog binnen de OVSE aangekondigd over veiligheid teneinde te onderzoeken hoe de negatieve trends in dit verband kunnen worden gekeerd. Dat is een positieve ontwikkeling, mede omdat in de verklaring alle deelnemende Staten impliciet steun uitspreken aan het zogenoemde Steinmeier-initiatief om de conventionele wapenbeheersing in Europa een impuls te geven – een initiatief waaraan Nederland actief heeft bijgedragen. Ook worden vervolgstappen verwelkomd in het ontwikkelen van onderlinge contacten tussen militairen van de deelnemende Staten, met een expliciete verwijzing naar het High Level Military Doctrine Seminar, dat begin 2016 plaatsvond onder Nederlands voorzitterschap van het Forum voor Veiligheidssamenwerking (FSC) van de OVSE.

In de tweede (economische/milieu) dimensie van de OVSE werd overeenstemming bereikt over een besluit om good governance ter bevordering van het ondernemersklimaat te versterken alsmede connectivity op het gebied van handel en transport.

Zoals vorig jaar lukte het uiteindelijk niet om besluiten/verklaringen in de derde (menselijke) dimensie overeen te komen ondanks de grote inspanningen van Duitse CiO die zeven conceptbesluiten had geagendeerd. Zoals verwacht werden de discussies en onderhandelingen in deze dimensie gedomineerd door de moeizame verhoudingen tussen de deelnemende Staten van de OVSE. Ook een verklaring over de International Holocaust Remembrance Alliance-definitie van antisemitisme was niet haalbaar.

Nederlandse interventie

De Nederlandse interventie was gericht op het benadrukken van het belang van de OVSE als platform voor dialoog en samenwerking. De hedendaagse veiligheidssituatie en (nieuwe) dreigingen vragen daarom. De organisatie met haar concept van alomvattende veiligheid heeft de structuren en het instrumentarium hiervoor. OVSE-instrumenten dienen te worden ingezet, inclusief op het gebied van wapenbeheersing. Ook is door Nederland steun en waardering uitgesproken voor het werk van de OVSE SMM.

Nederland vroeg tevens aandacht voor mensenrechten en sprak zorgen uit over de verslechterde situatie in de OVSE-regio, met name de steeds kleiner wordende ruimte voor het maatschappelijk middenveld. Ook sprak Nederland steun uit voor de onafhankelijke instellingen van de OVSE (Office for Democratic Institutions and Human Rights (ODIHR), Hoge Commissaris voor Nationale Minderheden (HCNM), Vertegenwoordiger voor Vrijheid van Media (RFoM), en benadrukte dat deze instellingen hun werkzaamheden goed geëquipeerd en onafhankelijk moeten kunnen uitvoeren.

Vooruitblik

Het Kabinet zich blijven inspannen voor werkelijke dialoog in de OVSE mede vanuit de overtuiging dat dialoog uiteindelijk zal bijdragen aan herstel van vertrouwen en aan de politieke wil tot samenwerking. In dit kader zal het Kabinet de inkomend Chairman-in-Office, Oostenrijk, steunen in zijn ambitie de dialoog en samenwerking in de OVSE-regio te bevorderen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders