Gepubliceerd: 30 mei 2016
Indiener(s): Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34485-XVIII-2.html
ID: 34485-XVIII-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE

A.

Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel

1

     

B.

Begrotingstoelichting

3

     

1.

Leeswijzer

3

     

2.

Het beleid

3

 

Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

3

     

2.2.

De beleidsartikelen

5

 

Beleidsartikel 1. Woningmarkt

5

 

Beleidsartikel 2. Woonomgeving en bouw

7

 

Beleidsartikel 3. Kwaliteit Rijksdienst

9

 

Beleidsartikel 6. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

9

     

2.3

Baten-lastenagentschappen

10

 

Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

10

 

Dienst van de Huurcommissie (DHC)

14

A. Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2016 wijzigingen aan te brengen in:

  • de begrotingsstaat van Wonen en Rijksdienst;

  • de begrotingsstaat inzake de agentschappen.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen en agentschappen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

B. Begrotingstoelichting

1. Leeswijzer

Algemeen

De eerste suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2016. De stand van de eerste suppletoire begroting wordt vanaf de stand van de ontwerp begroting 2016 opgebouwd.

Dit begrotingshoofdstuk is een programma-begroting en heeft geen apart centraal apparaatsartikel. De apparaatsuitgaven zijn opgenomen bij de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

Tabel budgettaire gevolgen van beleid

In de tabel budgettaire gevolgen van beleid worden per artikelonderdeel op het niveau van de financiële instrumenten de beleidsmatige en technische mutaties toegelicht groter dan of gelijk aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen (de zgn. staffel).

De in de tabel budgettaire gevolgen van beleid gepresenteerde budgetflexibiliteit (juridisch verplicht) is de stand per 29 april 2016.

Baten-lastenagentschap Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

Met het instellingsbesluit baten-lastenagenschap Rijksvastgoedbedrijf (Stc. 5 februari 2016 nr. 5345) heeft het Rijksvastgoedbedrijf met ingang van 1 januari 2016 de agentschapstatus. Met de mutaties in de 1e suppletoire begroting 2016 wordt invulling gegeven aan de overgang van de agentschappen Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVOB), de Rijksgebouwendienst (RGD) en de Dienst Vastgoed Defensie (DVD) naar het agentschap Rijksvastgoedbedrijf (RVB).

2. Het beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgavenmutaties 2016 (bedragen x € 1.000)

Uitgaven

Artikelnummer

Uitgaven 2016

Vastgestelde begroting 2016

 

3.760.382

     

Belangrijkste suppletoire mutaties:

   

1) Huurtoeslag

art. 1.1

234.000

2) Huisvestingsvoorziening

art. 1.1

25.000

3) Energiebesparing eigenaar-bewoners

art. 2.1

25.000

4) Fonds Energiebesparing Huursector

art. 2.1

25.000

5) Kasschuif RFE III energieakkoord

art. 2.1

35.000

     

Overige mutaties

overige

124.817

Stand 1e suppletoire begroting 2016

 

4.229.199

Artikel 1

Huurtoeslag

Door hogere aantallen aanvragers (onder meer door de instroom van vergunninghouders), een lager niet-gebruik en een aanpassing van het heffingsvrije vermogen is er bij de huurtoeslag sprake van tegenvallers. De tekorten voor komende jaren worden binnen de huurtoeslag opgevangen door een verhoging van de zogenaamde kwaliteitskorting. De inpassing van de tekorten binnen het instrument wordt dit jaar voorbereid. Hiertoe wordt een algemene maatregel van bestuur opgesteld. De definitieve vormgeving van de dekking van het tekort op de huurtoeslag wordt betrokken bij nadere budgettaire besluitvorming.

Huisvestingsvoorziening

Het Rijk en de gemeenten hebben afgelopen najaar afgesproken om een huisvestingsvoorziening voor 14.000 vergunninghouders te realiseren, bovenop de bestaande woningvoorraad. Voor deze huisvestingsvoorziening is een subsidieregeling ingesteld. Deze subsidieregeling wordt gefinancierd vanuit de besparing op de huurtoeslag, die ontstaat doordat vergunninghouders in deze huisvestingsvoorziening geen recht op huurtoeslag hebben.

Artikel 2

Energiebesparing eigenaar-bewoners

In het kader van het Belastingplan 2016 heeft het kabinet € 100 mln. vrijgemaakt om huiseigenaren (eigenaar-bewoners) te stimuleren energiebesparende maatregelen te nemen. Hiervan wordt in 2016 € 40 mln. toegevoegd aan de begroting van Wonen en Rijksdienst. Aan de aanvullende post wordt in de jaren 2016 tot 2018 de resterende € 60 mln. toegevoegd in afwachting van verdere uitwerking.

Fonds Energiebesparing Huursector (FEH)

Eind 2014 is het Fonds Energiebesparing Huursector (FEH) opengesteld voor woningcorporaties en voor overige verhuurders. Omdat het aantal aanvragen achter bleef bij de verwachtingen, zijn de niet bestede middelen meegenomen naar 2016.

Kasschuif RFE III energieakkoord

Niet bestede middelen uit het beoogde fonds energiebesparing voor Verenigingen van Eigenaren (RFE III) worden ingezet ter dekking van uitvoeringsproblematiek bij het energielabel (€ 15 mln.). Daarnaast wordt in lijn met de motie De Vries (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 nr. 18) een plan uitgewerkt om de overige € 20 mln. in te zetten voor een fonds duurzaam funderingsherstel. Op het moment dat aan de randvoorwaarden wordt voldaan, kan worden overgegaan tot instelling van het fonds.

Overzicht belangrijkste ontvangstenmutaties 2016 (bedragen x € 1.000)

Ontvangsten

Artikelnummer

Ontvangsten 2016

Vastgestelde begroting 2016

 

629.088

Belangrijkste suppletoire mutaties:

   

1. Surplus eigen vermogen RGD

art. 6

135.000

Overige mutaties

 

31.574

Stand 1e suppletoire begroting 2016

 

795.662

Artikel 6

Surplus eigen vermogen RGD

Het surplus aan eigen vermogen (EV) bij de voormalige Rijksgebouwendienst (RGD) wordt afgeroomd. Deze middelen worden teruggegeven aan departementen, waarvan € 50 mln. door het Ministerie van Veiligheid en Justitie reeds eerder is benut in de begrotingsbrief van november 2015.

2.2 De beleidsartikelen

Beleidsartikel 1. Woningmarkt
   

Stand vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2017

Mutaties 2018

Mutaties 2019

Mutaties 2020

Verplichtingen:

3.569.919

276.587

3.846.506

509.322

417.996

340.357

332.029

                 

Uitgaven:

3.569.919

276.587

3.846.506

509.322

417.996

340.357

332.029

 

Waarvan juridisch verplicht

100%

 

100%

       
                 

1.1

Betaalbaarheid

3.562.537

277.087

3.839.624

509.822

417.996

340.357

332.029

 

Subsidies

9.788

39.033

48.821

37.500

25.000

0

0

 

Beleidsprogramma betaalbaarheid

508

0

508

0

0

0

0

 

Bevordering eigen woningbezit (BEW)

8.122

– 1.000

7.122

0

0

0

0

 

Huisvestingsvoorziening statushouders

0

25.000

25.000

37.500

25.000

0

0

 

Saneringsbijdrage woningcorporatie WSG

0

15.033

15.033

0

0

0

0

 

Woonconsumentenorganisaties

1.158

0

1.158

0

0

0

0

 

Opdrachten

987

850

1.837

0

0

0

0

 

Begrotingsreserve WSW

0

850

850

0

0

0

0

 

Beleidsprogramma betaalbaarheid

987

0

987

0

0

0

0

 

Inkomensoverdracht

3.536.049

234.170

3.770.219

470.257

390.798

338.257

329.929

 

Huurtoeslag

3.536.049

234.170

3.770.219

470.257

390.798

338.257

329.929

 

Bijdragen aan baten-lastenagentschappen

2.890

– 1.766

1.124

665

798

700

700

 

Beleidsprogramma betaalbaarheid (Agentschap (RvO)

2.890

– 2.890

0

– 2.890

– 2.890

– 2.890

– 2.890

 

Uitvoeringskosten (BEW)

0

124

124

2.755

2.888

2.890

2.890

 

Uitvoeringskosten huisvestingsvoorziening statushouders

0

1.000

1.000

800

800

700

700

 

Bijdragen aan ZBO's / RWT's

12.417

300

12.717

0

0

0

0

 

Huurcommissie

12.102

300

12.402

0

0

0

0

 

Overige uitvoeringsinstanties

315

0

315

0

0

0

0

 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

406

4.500

4.906

1.400

1.400

1.400

1.400

 

Belastingdienst

406

4.500

4.906

1.400

1.400

1.400

1.400

                 

1.2

Onderzoek en kennisoverdracht

7.382

– 500

6.882

– 500

0

0

0

 

Subsidies

1.801

167

1.968

125

125

125

0

 

Samenwerkende kennisinstellingen e.a.

1.801

167

1.968

125

125

125

0

 

Opdrachten

5.581

– 1.817

3.764

– 3.475

– 3.225

– 1.275

– 2.850

 

Basisonderzoek en verkenningen

5.581

– 1.817

3.764

– 3.475

– 3.225

– 1.275

– 2.850

 

Bijdragen aan ZBO's / RWT's

0

1.150

1.150

2.850

3.100

1.150

2.850

 

Basisonderzoek en verkenningen

0

1.150

1.150

2.850

3.100

1.150

2.850

                 

Ontvangsten:

442.429

6.554

448.983

– 1.966

7.993

8.997

1.985

Toelichting

1.1 Betaalbaarheid

Huisvestingsvoorziening statushouders

Onder invloed van de snel oplopende instroom van vluchtelingen en vergunninghouders is in 2015 een aanvullend pakket aan maatregelen afgesproken om de huisvesting van deze groep te faciliteren. Een deel van de maatregelen maakt onderdeel uit van het in november 2015 gesloten Bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom. Het betreft maatregelen die samen bijdragen aan de uitstroom van vergunninghouders uit de opvang van het COA naar reguliere huisvesting. Eén van de maatregelen betreft de introductie van de tijdelijke regeling stimulering huisvesting vergunninghouders voor het realiseren van extra huisvestingscapaciteit. De mutatie betreft de raming van de op basis van deze regeling te verstrekken subsidies en de uitvoeringskosten van de regeling (Kamerstukken 34 350, 2015–2016, nr. 1).

Saneringsbijdrage woningcorporatie WSG

De Woningstichting Geertruidenberg (WSG) ontvangt in 2016 een saneringsbijdrage van afgerond € 15 mln. Deze bijdrage wordt onttrokken aan de begrotingsreserve voor sanering- en projectsteun aan woningcorporaties. Deze mutatie (uitgaven en ontvangsten) betreft de betaling aan WSG (uitgaven) en de onttrekking aan de begrotingsreserve voor sanering- en projectsteun woningcorporaties (ontvangsten).

Huurtoeslag

Door hogere aantallen aanvragers (onder meer door de instroom van vergunninghouders), een lager niet-gebruik en een aanpassing van het heffingsvrije vermogen is er bij de huurtoeslag sprake van tegenvallers. Daarnaast zijn tekorten uit eerdere jaren slechts incidenteel gecompenseerd. De tekorten worden binnen de huurtoeslag opgevangen door een verhoging van de zogenaamde kwaliteitskorting. De inpassing van de tekorten binnen het instrument wordt dit jaar voorbereid. Hiertoe wordt een algemene maatregel van bestuur opgesteld. De definitieve vormgeving van de dekking van het tekort op de huurtoeslag wordt betrokken bij nadere budgettaire besluitvorming.

Ontvangsten

Zie de toelichting bij artikelonderdeel 1.1 Saneringsbijdrage woningcorporatie WSG.

Huurtoeslag

Op basis van de huidige uitvoeringsinformatie is de raming bijgesteld.

Beleidsartikel 2. Woonomgeving en bouw

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)

   

Stand vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2017

Mutaties 2018

Mutaties 2019

Mutaties 2020

Verplichtingen:

105.530

304.238

409.768

5.135

902

1.500

0

                 

Uitgaven:

26.530

169.238

195.768

5.135

902

1.500

0

 

Waarvan juridisch verplicht

77%

 

77%

       
                 

2.1

Energie en bouwkwaliteit

15.588

89.400

104.988

4.500

900

1.500

0

 

Subsidies

9.182

80.728

89.910

– 716

– 2.916

– 1.917

– 1.916

 

Beleidsprogramma Energiebesparing

8.222

– 300

7.922

– 716

– 1.816

– 1.917

– 1.916

 

Beleidsprogramma bouwregelgeving

600

228

828

0

0

0

0

 

Energiebesparing Koopsector

0

25.000

25.000

0

0

0

0

 

Energiebesparing verhuurders

300

800

1.100

0

– 1.100

0

0

 

Revolverend fonds EGO

0

55.000

55.000

0

0

0

0

 

Tijdelijke regeling blok voor blok

60

0

60

0

0

0

0

 

Opdrachten

6.406

– 4.103

2.303

– 2.353

– 2.433

– 2.133

– 2.131

 

Beleidsprogramma Energiebesparing

4.313

– 3.875

438

– 2.353

– 2.433

– 2.133

– 2.131

 

Beleidsprogramma bouwregelgeving

2.093

– 228

1.865

0

0

0

0

 

Bijdragen aan baten-lastenagentschappen

0

12.550

12.550

7.344

6.024

5.325

3.822

 

Handhaving Energielabel

0

500

500

500

500

500

500

 

Uitvoering Energieakkoord

0

12.050

12.050

6.844

5.524

4.825

3.322

 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

0

225

225

225

225

225

225

 

Beleidsprogramma Energiebesparing

0

225

225

225

225

225

225

                 

2.2

Woningbouwproductie

8.583

6.745

15.328

135

2

0

0

 

Subsidies

200

0

200

0

0

0

0

 

Beleidsprogramma Woningbouw

200

0

200

0

0

0

0

 

Opdrachten

1.573

0

1.573

0

0

0

0

 

Beleidsprogramma Woningbouw

1.573

0

1.573

0

0

0

0

 

Bijdragen aan baten-lastenagentschappen

6.810

6.745

13.555

135

2

0

0

 

Beleidsprogramma Woningbouw

6.810

6.745

13.555

135

2

0

0

                 

2.3

Kwaliteit woonomgeving

1.959

246

2.205

500

0

0

0

 

Subsidies

749

546

1.295

341

0

0

0

 

Beleidsprogramma woonomgeving e.a.

749

546

1.295

341

0

0

0

 

Opdrachten

1.210

– 300

910

159

0

0

0

 

Beleidsprogramma woonomgeving e.a.

1.210

– 300

910

159

0

0

0

                 

2.4

Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders

400

72.847

73.247

0

0

0

0

 

Leningen

0

72.800

72.800

0

0

0

0

 

Revolverend Fonds Energiebesparing verhuurders

0

72.800

72.800

0

0

0

0

 

Bijdragen aan baten-lastenagentschappen

400

47

447

0

0

0

0

 

Uitvoeringskosten Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders

400

47

447

0

0

0

0

                 

Ontvangsten:

91

0

91

0

0

0

0

Toelichting

2.1 Energie en bouwkwaliteit

Energiebesparing Koopsector

In het kader van het Belastingplan 2016 heeft het kabinet € 100 mln. vrijgemaakt om huiseigenaren (eigenaar-bewoners) te stimuleren energiebesparende maatregelen te nemen, aanvullend op de middelen die het kabinet beschikbaar heeft gesteld voor het NEF.

In de brief van 26 januari 2016 (Kamerstukken II, 30 196, nr. 384) is de Tweede Kamer geïnformeerd over de uitwerking.

Van deze € 100 mln. wordt voor 2016 bij Voorjaarsnota € 40 mln. toegevoegd aan de begroting van Wonen en Rijksdienst. Deze middelen worden als volgt verdeeld:

  • € 25 mln. toegevoegd aan het instrument «Energiebesparing Koopsector» voor de nog in te stellen subsidieregeling energiebesparing koopsector, Deze is beoogd om dit najaar in werking te treden;

  • € 10 mln. voor het Nationaal Energiespaarfonds aan het instrument «Revolverend fonds EGO»;

  • € 5 mln. voor de uitvoeringskosten van de subsidieregeling energiebesparing koopsector aan het instrument «Uitvoering Energieakkoord».

Aan de aanvullende post wordt in de jaren 2016 tot 2018 de resterende € 60 mln. toegevoegd in afwachting van verdere uitwerking.

Revolverend Fonds EGO

In 2015 niet bestede middelen (€ 35 mln.) uit het beoogde fonds energiebesparing voor Verenigingen van Eigenaren (RFE III) worden ingezet ter dekking van uitvoeringsproblematiek bij het energielabel (€ 15 mln.) en meerjarig toegevoegd aan het instrument «Uitvoering Energieakkoord». Daarnaast wordt in lijn met de motie De Vries (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 nr. 18) een plan uitgewerkt om de overige € 20 mln. in te zetten voor een fonds duurzaam funderingsherstel. Op het moment dat aan de randvoorwaarden wordt voldaan, wordt overgegaan tot instelling van het fonds. Voorts is de raming met € 25 mln. verhoogd omdat de tweede tranche van de rijksbijdrage aan het Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) niet in 2015 tot uitbetaling is gekomen en is doorgeschoven naar 2016. Tenslotte is een bedrag van € 10 mln. toegevoegd om de leenvoorwaarden en de marketing van het NEF te verbeteren. Zie ook de toelichting bij Energiebesparing Koopsector.

Beleidsprogramma Energiebesparing

Voor het financieren van de jaaropdracht 2016 aan de Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO) vindt er een budget overheveling plaats van € 3,1 mln. Van het beleidsprogramma Energiebesparing (artikel onderdeel 2.1) naar het beleidsprogramma Woningbouw (artikel onderdeel 2.2)

Uitvoering Energieakkoord

Voor de uitvoering van het energieakkoord en in het bijzonder het energielabel (op grond van de EPBD-richtlijn) worden niet bestede middelen uit het beoogde fonds energiebesparing (RFE III) ingezet voor doorontwikkeling en beheer. Voor de jaren 2016 t/m 2019 in totaal gaat het om € 15 mln., waarvan € 7 mln. in 2016. Voor de uitvoering van de nog in stellen subsidieregeling energiebesparing koopsector is € 5 mln. geraamd. Zie ook de toelichting bij Energiebesparing Koopsector.

2.2 Woningbouwproductie

Beleidsprogramma Woningbouw

De RVO voert enkele regelingen uit op het terrein van de Woningmarkt, zoals de regeling Bevorderen Eigen Woningbezit (BEW). Deze uitgaven worden verantwoord op artikel 2. Woonomgeving en bouw.

Voorts vindt er een budget overheveling plaats van het beleidsprogramma Energiebesparing (artikel onderdeel 2.1) naar het beleidsprogramma Woningbouw (artikel onderdeel 2.2)

2.4 Verhuurders Leningen

Revolverend Fonds Energiebesparing Huursector

Het beschikbare budget voor het Revolverend fonds Energiebesparing Huursector ad € 72,8 mln. is in 2015 niet tot uitbetaling gekomen en is doorgeschoven naar 2016.

Beleidsartikel 3. Kwaliteit Rijksdienst
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Stand vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2017

Mutaties 2018

Mutaties 2019

Mutaties 2020

Verplichtingen:

19.187

2.279

21.466

– 341

– 341

– 106

– 106

                 

Uitgaven:

19.187

2.279

21.466

– 341

– 341

– 106

– 106

 

Waarvan juridisch verplicht

59%

 

62%

       
                 

3.1

Kwaliteit Rijksdienst

19.187

2.279

21.466

– 341

– 341

– 106

– 106

 

Subsidies

3.600

0

3.600

0

0

0

0

 

Fysieke Werkomgeving Rijk

200

0

200

0

0

0

0

 

Subsidie A&O-fonds

3.400

0

3.400

0

0

0

0

 

Opdrachten

8.172

479

8.651

– 341

– 341

– 106

– 106

 

Bedrijfsvoering Rijk

8.172

479

8.651

– 341

– 341

– 106

– 106

 

Bijdragen aan baten-lastenagentschappen

7.415

1.800

9.215

0

0

0

0

 

Arbeidsmarkt Communicatie

5.755

0

5.755

0

0

0

0

 

Bijdrage

1.660

0

1.660

0

0

0

0

 

FMHaaglanden (eigenaarsbijdrage)

0

1.000

1.000

0

0

0

0

 

UBR (eigenaarsbijdrage)

0

800

800

0

0

0

0

                 

Ontvangsten:

0

7.322

7.322

0

0

0

0

Toelichting

3.1 Kwaliteit Rijksdienst

Ontvangsten

Het surplus van FMHaaglanden wordt conform de regeling agentschappen nu bij 1e suppletoire begroting uitgekeerd aan de eigenaar. Vervolgens wordt € 6,3 mln. teruggegeven aan de opdrachtgevers. Het resterende bedrag blijft bij FMHaaglanden als reservering voor mogelijke gevolgen van de verhuizing van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en het Ministerie van Buitenlandse Zaken naar een PPS pand (Publiek Private Samenwerking).

Beleidsartikel 6. Uitvoering rijksvastgoedbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Stand vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2017

Mutaties 2018

Mutaties 2019

Mutaties 2020

Verplichtingen:

144.746

20.713

165.459

– 5.835

– 5.147

– 5.363

– 4.506

                 

Uitgaven:

144.746

20.713

165.459

– 5.835

– 5.147

– 5.363

– 4.506

 

Waarvan juridisch verplicht

72%

 

100%

       
                 

6.1

Een doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting

54.394

13.503

67.897

– 8.035

– 7.347

– 7.563

– 6.706

 

Bijdragen aan baten-lastenagentschappen

54.394

13.503

67.897

– 8.035

– 7.347

– 7.563

– 6.706

 

Bijdrage aan RVB voor huisv Koninklijk Huis, HoCoSta's en AZ

39.452

13.502

52.954

– 8.495

– 7.807

– 8.023

– 7.166

 

Bijdrage aan RVB voor monumenten

5.576

1.579

7.155

750

750

750

750

 

Bijdrage aan RVB voor rijkshuisvesting

9.366

– 1.578

7.788

– 290

– 290

– 290

– 290

                 

6.2

Beheer materiele activa

90.352

7.210

97.562

2.200

2.200

2.200

2.200

 

Opdrachten

11.179

5.000

16.179

0

0

0

0

 

Beheer en plankosten

11.179

5.000

16.179

0

0

0

0

 

Bekostiging

58.949

2.200

61.149

2.200

2.200

2.200

2.200

 

Zakelijke lasten

58.949

2.200

61.149

2.200

2.200

2.200

2.200

 

Bijdragen aan baten-lastenagentschappen

20.224

10

20.234

0

0

0

0

 

Bijdrage RVB

20.224

10

20.234

0

0

0

0

                 

Ontvangsten:

186.568

152.698

339.266

2.200

2.200

2.200

2.200

Toelichting

6.1 Een doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting

Bijdrage aan RVB voor huisvesting Koninklijk Huis, Hoge Colleges van Staat en AZ

De (egalisatie)schuld aan het RVB wordt (vervroegd) afgelost in 2016. Hierdoor stijgen de uitgaven in 2016 en dalen de uitgaven in latere jaren.

Daarnaast heeft voor de renovatie van het Binnenhof heeft een kasschuif plaatsgevonden tot en met 2042.

6.2 Beheer materiële activa

Beheer en plankosten

Voor 2016 worden hogere kosten voor beheer voorzien, onder andere als gevolg van complex Veenhuizen.

Ontvangsten

Deze ontvangsten betreffen met name het surplus eigen vermogen dat conform de Regeling Agentschappen uiterlijk bij 1e suppletoire begroting wordt uitgekeerd aan de eigenaar. Het overgrote deel hiervan is uitgekeerd aan de opdrachtgevers. Een deel van de ontvangst is ingezet om knelpunten op artikel 6 op te lossen.

2.3. Baten-lastenagentschappen

Rijksvastgoedbedrijf (was: Rijksgebouwendienst, Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf en Dienst Vastgoed Defensie)

Inleiding

Met het instellingsbesluit baten-lastenagenschap Rijksvastgoedbedrijf (Stc. 5 februari 2016 nr. 5345) heeft het Rijksvastgoedbedrijf met ingang van 1 januari 2016 de agentschapstatus. Met de mutaties in de 1e suppletoire begroting 2016 wordt invulling gegeven aan de overgang van de agentschappen Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVOB), de Rijksgebouwendienst (RGD) en de Dienst Vastgoed Defensie (DVD) naar het agentschap Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Na de voorgeschreven voorhangprocedure is de fusie nu werkelijkheid.

De vastgoedportefeuille die door de fusie is ontstaan, is de grootste en meest diverse vastgoedportefeuille van Nederland en bestaat uit (landbouw)gronden, gevangenissen, rechtbanken, kazernes, vliegvelden, oefenterreinen, ministeries, havens, (belasting)kantoren, monumenten zonder huisvestingsfunctie, musea en paleizen. Het gaat in totaal om ruim 12 miljoen vierkante meters aan gebouwen en circa 94.000 hectare aan grond.

Het Rijksvastgoedbedrijf zet dit vastgoed in voor de realisatie van rijksoverheiddoelen, in samenwerking met, en met het oog voor de omgeving. De opdracht is het effectief en efficiënt inzetten van het rijksvastgoed, het financieel en maatschappelijk rendement uit vastgoed optimaliseren en het verlagen van kosten voor het Rijk.

Het Rijksvastgoedbedrijf verzorgt o.a.:

  • de rijkshuisvesting voor kantoren en specialties;

  • de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken, de huisvesting van het Koninklijk Huis voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat en de instandhouding van monumenten in beheer van het Rijksvastgoedbedrijf;

  • de doelmatige verkoop van overtollig rijksvastgoed en geeft dit waar mogelijk in gebruik;

  • uitgifte in pacht van gronden;

  • de vertegenwoordiging namens het Rijk bij gebiedsontwikkelingsprojecten waarbij meervoudige rijksdoelstellingen aanwezig zijn;

  • onderhoud aan en beheer van defensiegebouwen en terreinen;

  • projectontwikkeling voor Defensie.

Exploitatie

Baten-lastenagentschap RVB Suppletoire begroting 2016 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Stand 1e sup. begroting 2016

2017

2018

2019

2020

Baten

         

Omzet moederdepartement

35.166

30.822

30.267

29.832

29.652

Omzet overige departementen

1.063.378

1.065.841

1.075.725

1.101.988

1.098.777

Omzet derden

81.105

71.409

95.730

108.211

108.211

Rentebaten

0

124

124

124

124

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

37.665

33.794

30.524

28.402

28.271

Totaal baten

1.217.314

1.201.990

1.232.370

1.268.557

1.265.035

           

Lasten

         

Apparaatskosten

         

– personele kosten

159.466

140.239

135.219

126.870

125.768

– Waarvan eigen personeel

130.969

126.446

121.998

119.765

118.721

– Waarvan externe inhuur

21.750

8.550

8.100

2.100

2.100

– Waarvan overige personele kosten

6.748

5.243

5.121

5.005

4.947

Materiële kosten

52.026

103.916

128.584

139.867

140.314

– Waarvan apparaat ICT

24.247

21.089

21.239

21.390

21.390

– Waarvan bijdrage SSO's

0

750

750

750

750

– Waarvan overige materiële kosten

27.779

82.077

106.595

117.727

118.174

Rentelasten

32.641

54.404

63.605

72.973

78.839

Afschrijvingskosten

238.477

283.180

296.484

311.227

323.429

– Materieel

238.477

283.165

296.469

311.212

323.414

– Waarvan apparaat ICT

0

40

40

40

40

– Immaterieel

0

15

15

15

15

Overige lasten

         

– Dotaties voorzieningen

12.000

11.000

11.000

11.000

11.000

– Bijzondere lasten

722.704

609.249

597.510

606.583

585.759

Totaal lasten

1.217.314

1.201.989

1.232.402

1.268.520

1.265.109

           

Saldo van baten en lasten

0

1

– 32

37

– 74

Toelichting

De stand 1e suppletoire begroting 2016 betreft recente inzichten in de baten en lasten van het nieuwe agentschap Rijksvastgoedbedrijf. De cijfers over 2017 en later betreffen de technische optelling van de begrotingen van de 3 agentschappen die in het Rijksvastgoedbedrijf zijn ondergebracht en aansluiten bij het resultaat zoals gepresenteerd op Prinsjesdag. Het meerjarige beeld vanaf 2017 wordt geactualiseerd in de Ontwerpbegroting 2017.

Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van het Rijksvastgoedbedrijf is een kostendekkende op output gebaseerde exploitatie. De eigenaar heeft de tarieven 2016 voor rijkshuisvesting en de overige dienstverlening vastgesteld.

In de hierna volgende tabel zijn de bijzondere lasten gespecificeerd.

Specificatie Bijzondere lasten (bedragen in € * 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

Markthuren

203.169

205.000

198.000

187.000

170.200

DBFMO-lasten

83.785

93.310

107.662

118.988

118.988

Onderhoud

273.738

238.306

228.615

239.195

234.773

Belastingen en heffingen

23.665

20.000

19.900

19.900

19.900

Energielasten

35.052

       

Ontwikkeling en verkoop onroerend goed

73.241

       

Overige lasten

30.054

52.634

43.334

41.499

41.899

Totaal

722.704

609.250

597.511

606.582

585.760

Kasstroomoverzicht

Suppletoire begroting 2016 (eerste suppletoire begroting)

Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap RVB

 

(Bedragen x € 1.000)

 

Stand 1e sup. begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2016

661.883

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

1.179.649

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

981.563

2.

Totaal operationele kasstroom

198.086

 

Totaal investeringen (-/-)

– 520.000

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

30.000

3.

Totaal investeringskasstroom

– 490.000

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

– 161.108

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

– 388.039

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

520.000

 

Totaal financieringskasstroom

– 29.147

4.

Rekening-courant RHB 31 december 2016 (=1+2+3+4)

340.822

Toelichting

De afdracht aan het moederdepartement betreft het surplus op het eigen vermogen. De investeringen en het beroep op de leenfaciliteit zijn met name gebaseerd op lopende en voorgenomen huisvestings-, en ontwikkelprojecten ingevolge het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV).

Openingsbalans

Openingsbalans Rijksvastgoedbedrijf (bedragen x € 1.000)
 

1-1-2016

Activa

 

Vaste activa

 

Materiële vaste activa

 

Grond en gebouwen

4.456.690

Installaties en inventarissen

779.497

Projecten in uitvoering

255.093

Overige materiële vaste activa

19

Vlottende activa

 

Voorraden

414.329

Onderhanden projecten

23.399

Debiteuren

34.965

Vordering moederdepartement

88.789

Overige vorderingen en overlopende activa

402.788

Liquide middelen

661.883

Totaal activa

7.117.452

   

Passiva

 

Eigen vermogen

 

Exploitatiereserve

58.982

Surplus exploitatiereserve

161.108

Voorzieningen

123.194

Langlopende schulden

5.682.322

Kortlopende schulden

 

Crediteuren

23.831

Schulden moederdepartement

3.191

Overige schulden en overlopende passiva

1.064.824

Totaal passiva

7.117.452

Toelichting

De openingsbalans is samengesteld uit de vermogensbestanddelen van de drie in het agentschap Rijksvastgoedbedrijf samengevoegde organisaties, te weten voormalige agentschappen Rijksgebouwendienst, Dienst Vastgoed Defensie en Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf.

Het surplus op de exploitatiereserve betreft de overschrijding van de maximaal toegestane exploitatiereserve van € 59 mln. Dit maximum is berekend op grond van het daarover bepaalde in de Regeling Agentschappen. Het surplus zal worden afgedragen aan het moederdepartement.

Doelmatigheid

Overzicht doelmatigheid Rijksvastgoedbedrijf
 

2016

Omzet per product * € 1.000

 

Verkoop vastgoed

84.264

Verkoop grondstoffen

233

T.b.s. kantoren en specialties

866.569

Externe ingebruikgeving

8.889

Aanvullende dienstverlening

0

Gebiedsontwikkeling

1.603

Projectontwikkeling

24.400

Verwerving

75

Beheren gebouwen niet in eigendom

171.868

Expertise en advies

9.150

Strat. advisering

11.145

Overige producten

1.454

   

saldo baten en lasten

0

in %

0,0%

Huisvestingsvoorraad * 1.000 m2 BVO

6.077

waarvan verhuurd

5.415

waarvan eigendom

4.780

waarvan huur

1.297

   

Gemiddelde leegstand rijkshuisvesting voor rekening RVB 6,7%

 

ITK rijkshuisvesting

2,1–2,8

   

Voorraad beheerde Defensieobjecten

 

Gebouwen * 1.000m2 BVO

5.742

Terreinen * 1.000m2 BVO

342.117

   

Doelmatigheid verkoop vastgoed

>0

   

Bezetting ambtelijke fte's ultimo

1.840

Apparaat-omzetindicator

17,4%

Directe uren per directe fte

1.355

Toelichting

Het Rijksvastgoedbedrijf is een vraaggestuurde dienst. Afhankelijk van de vraag van departementen naar producten en diensten kan de omzet fluctueren. Hieraan gerelateerd zal ook de bezetting van personeel fluctueren.

Dienst van de Huurcommissie (DHC)

Inleiding

De ontwerpbegroting 2016 van de Dienst van de Huurcommissie (DHC) is opgesteld in de zomer van 2015. Op dat moment bestond er nog geen volledig inzicht in de werklast van DHC en de daaraan verbonden kosten in samenhang met de aard en omvang van de verzoeken om

geschilbeslechting in 2016, dat de basis vormt voor de offerte aan en de opdracht van de opdrachtgevende beleidsdirectie Woningmarkt. Inmiddels heeft die opdrachtverlening plaatsgevonden, en is mede op basis daarvan de raming van baten en lasten geactualiseerd. Daarbij is het voornemen om het huidige workflowsysteem en de kantoorautomatisering van DHC in 2016 te vervangen. De voorbereiding van de Europese aanbesteding daarvoor is inmiddels gestart. In het kader van deze vervanging zullen eenmalige transitiekosten gemaakt worden (inregeling, data-migratie, interfaces met andere systemen). Deze kosten leiden tot een verhoging van de materiële kosten. Wegens de voorwaarden die door de accountants gesteld worden aan het treffen van voorzieningen, kon voor deze kosten in 2015 geen voorziening getroffen worden. Als gevolg hiervan steeg het eigen vermogen van DHC per ultimo 2015 tot € 0,735 mln. Door de mutaties zoals voorgesteld in deze 1ste suppletoire begroting, zal het saldo van baten en lasten – € 0,710 worden. Dit negatief saldo kan derhalve gedekt worden door een intering op het eigen vermogen zonder dat dit negatief wordt.

Exploitatie

Baten-lastenagentschap DHC Suppletoire begroting 2016 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

     

Omzet moederdepartement

12.102

513

12.615

Omzet overige departementen

0

0

0

Omzet derden

1.136

– 143

993

Rentebaten

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

0

870

870

Totaal baten

13.238

1.240

14.478

       

Lasten

     

Apparaatskosten

12.250

1.080

13.330

– personele kosten

6.529

350

6.879

– Waarvan eigen personeel

5.859

0

5.859

– Waarvan externe inhuur

670

350

1.020

– Waarvan overige personele kosten

0

0

0

Materiële kosten

5.721

730

6.451

– Waarvan apparaat ICT

2.825

730

3.555

– Waarvan bijdrage SSO's

0

0

0

– Waarvan overige materiële kosten

2.896

0

2.896

Rentelasten

   

0

Afschrijvingskosten

988

0

988

– Materieel

24

0

24

– Waarvan apparaat ICT

0

0

0

– Immaterieel

964

0

964

Overige lasten

0

870

870

– Dotaties voorzieningen

0

0

0

– Bijzondere lasten

0

870

870

Totaal lasten

13.238

1.950

15.188

       

Saldo van baten en lasten

0

– 710

– 710

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

De omzetverhoging vloeit voort uit de begin 2016 verstrekte opdracht aan DHC voor de in 2016 uit te voeren werkzaamheden inzake de geschilbeslechting op basis van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte.

Omzet derden

De verwachte opbrengst uit leges is verlaagd op grond van het aantal verwachte leges-veroordelingen in 2016 en het (op basis van ervaringscijfers) verwachte gemiddelde bedrag per legesveroordeling.

Bijzondere baten

Ten behoeve van een aantal specifieke projecten heeft het moederdepartement in eerdere jaren specifieke bijdragen toegezegd en bij wijze van voorschot betaald. Jaarlijks wordt de definitieve hoogte van deze bijdragen bepaald op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten (zie verder onder bijzondere lasten).

Lasten

Apparaatskosten

Op grond van de verwachte werklast in 2016, is de omvang en samenstelling van de personele inzet bepaald. Deze bestaat naast de vaste medewerkers van DHC uit de inhuur van extern personeel, met name om de piekbelasting rond de jaarlijkse huurverhoging per 1 juli op te kunnen vangen. De raming van de materiële kosten is verhoogd met het oog op de in de Inleiding vermelde vervanging van het workflowsysteem van DHC dat het proces van geschilbeslechting ondersteunt, alsmede de kantoorautomatisering.

Bijzondere lasten

Deze lasten hebben betrekking op werkzaamheden en kosten voor specifieke projecten die niet in de 2016-kostprijzen en tarieven voor de opdrachtgever verwerkt zijn, maar waarvoor een aparte vergoeding van de opdrachtgever wordt verkregen op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten. Het gaat daarbij om het project «Verbetering van de digitale dienstverlening» en het project «Behandeling van inkomensafhankelijke huurverhogingsgeschillen». Op grond van de realisatie in 2015 en de verwachtingen met betrekking tot de 2016-activiteiten, is een raming van de hiermee gemoeide kosten gemaakt; deze kosten worden gedekt door de hierboven genoemde «bijzondere baten».

Saldo van baten en lasten

Naar verwachting zal het exploitatieresultaat – € 0,71 mln. bedragen als gevolg van de vermelde vervanging van het workflowsysteem en de kantoorautomatisering. Dit zal ten laste van het eigen vermogen gebracht worden, dat naar verwachting niettemin per ultimo 2016 positief zal zijn.

Kasstroomoverzicht

Suppletoire begroting 2016 (eerste suppletoire begroting) Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap Dienst van de Huurcommissie (DHC) (Bedragen x € 1.000)
   

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

   

Vastgestelde begroting

Mutaties 1esuppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2016

4.918

– 636

4.282

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

13.238

1.240

14.478

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

12.250

1.950

14.200

2.

Totaal operationele kasstroom

988

– 710

278

 

Totaal investeringen (-/-)

– 988

0

– 988

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 988

0

– 988

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

– 2.400

0

– 2.400

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

0

0

0

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

– 2.400

0

– 2.400

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2016 (=1+2+3+4)

2.518

– 1.346

1.172

Toelichting

De verlaging van het tegoed bij de Rijksboekhouding per 1 januari 2016 is gebaseerd op het desbetreffend bedrag zoals opgenomen in de Jaarrekening 2015 van DHC. De verlaging van het (per saldo) totaal van de operationele kasstroom hangt samen met de hiervoor vermelde verhoging van materiële kosten die naar verwachting geheel in 2016 tot hogere uitgaven zal leiden.