Kamerstuk 34475-V-7

Lijst van vragen en antwoorden over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V)

Dossier: Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken 2015

Gepubliceerd: 3 juni 2016
Indiener(s): Angelien Eijsink (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34475-V-7.html
ID: 34475-V-7

Nr. 7 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 6 juni 2016

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het rapport van de Algemene Rekenkamer van 18 mei 2016 inzake de Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) (Kamerstuk 34 475 V, nr. 2).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 3 juni 2016. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Eijsink

De griffier van de commissie, Van Toor

1

Hoe zijn de extra kosten voor het ICT-project in kwestie ontstaan?

Belangrijkste oorzaken zijn (1) een langere doorlooptijd van het programma als gevolg van tussentijdse aanpassingen van de scope, (2) het opnieuw ontwikkelen van de mobiele werkplek en (3) een verplaatsing van een groot deel van de ICT-organisatie van BZ naar het Rijksbrede Shared Service Centre ICT (SSC-ICT).

De uitbreidingen van de reikwijdte van het project betreffen onder andere de nieuwe werkplekken op de Rijnstraat 8, het vervangen van de volledige werkomgeving en de benodigde upgrades van de bestaande ICT-systemen.

2

Aan welke concrete criteria moet er worden voldaan om de doelstelling van het verandertraject Modernisering Diplomatie om het Ministerie van Buitenlandse Zaken in 2016 een «flexibele netwerkorganisatie te [laten] zijn, toonaangevend in de diplomatie, waar iedereen graag mee samenwerkt» te behalen? Wanneer wordt verwacht dat dit het geval is?

Het doel van het programma Modernisering Diplomatie is Buitenlandse Zaken zo te equiperen dat het ministerie in een sterk veranderende wereld met minder mensen en middelen effectief de Nederlandse belangen kan blijven vertegenwoordigen. Met de uitvoering van de projecten die vallen onder dit programma, gekoppeld aan blijvende aandacht voor sturing en cultuur, worden daarvoor de randvoorwaarden gecreëerd. In onderstaand schema is aangegeven wanneer afronding verwacht wordt. Afgeronde deelactiviteiten zijn al zoveel mogelijk in de lijn belegd. Voor een aantal onderdelen van het programma Modernisering Diplomatie geldt dat de gestelde doelen (inclusief besparingen) zijn behaald door efficiencymaatregelen (o.a. bedrijfsvoering en dienstverlening), een flexibele inzet van medewerkers, digitalisering van werkprocessen en door andere manieren van samenwerken. Op een aantal onderdelen zijn substantiële investeringen verricht (zie schema) om de voorgenomen resultaten te bereiken, waaronder niet in de laatste plaats het realiseren van structurele besparingen teneinde invulling te geven aan de taakstelling, zoals opgelegd door het kabinet Rutte-Asscher (oorspronkelijk EUR 100 miljoen). Het betreft onder meer investeringen op de volgende terreinen: personeelsbeleid, ICT (I-diplomatie), vastgoed buitenland, programma Het Nieuwe Werken, consulair, communicatie («Newsroom») en het project versterking programma uitvoering.

3

Kan er een schematisch overzicht worden geven van de voortgang van alle zeventien programmaonderdelen van het Plan Modernisering Diplomatie waarin zowel de oorspronkelijk verwachte afrondingsdatum en kosten als de nu verwachte afrondingdatum en kosten worden weergegeven?

Zie antwoord op vraag 2.

4

Kan er een overzicht worden geven van de oorspronkelijke doelstellingen en tijdpad van het programma Digitalisering en welke doelstellingen er hier in de opvolgende plannen zijn bijgekomen, alsmede een overzicht welke van deze doelstellingen inmiddels zijn behaald?

De oorspronkelijke doelstellingen (programma Digitalisering 2012–2015) betroffen het ondersteunen van de BZ-medewerker en voorzien in: (1) veilige IT-faciliteit om tijd-, plaats-, en apparaat onafhankelijk te kunnen werken («triple A werkplek»), (2) de mogelijkheid groepsgewijs effectief digitaal samen te werken en gezamenlijk informatie te bewerken, en (3) het realiseren van een digitale stukkenstroom in de beleidsprocessen.

Inmiddels zijn de volgende programmaresultaten gerealiseerd: de inrichting van de «triple A werkplek», de technische infrastructuur voor het werken op afstand, het digitale archiveringssysteem Sophia en de digitale stukkenstroom.

5

Kan er een schematisch overzicht worden geven van de geraamde kosten van de looptijd en kosten van de programma’s Digitalisering, iDiplomatie en iDiplomatie.next, alsmede hun respectievelijke kostenoverschrijdingen en vertragingen?

In de businesscase Digitalisering is initieel een bedrag van EUR 32,4 miljoen begroot waarvan per 31 december 2.015 EUR 26,3 miljoen is besteed. Vanwege scope-uitbreidingen, de effecten van het overhevelen van de ICT-organisatie van BZ naar het SSC-ICT en een langere doorlooptijd (zie antwoord vraag 1) zijn extra middelen nodig (ruim EUR 11 miljoen). Een aantal doelstellingen van het programma zijn inmiddels bereikt (zie vraag 1). Naast deze resultaten wordt in de periode einde 2015 t/m begin 2017 gewerkt aan de betreffende uitbreidingen van de reikwijdte van het programma, de verdere ontwikkeling van de nieuwe mobiele werkplek, de vervanging van overige werkplekonderdelen en verbeteringen van de infrastructuur.

6

Wanneer kan worden aangeven of de beoogde structurele bezuiniging van het plan Modernisering Diplomatie van € 150,5 miljoen behaald gaat worden?

De taakstellingen voortvloeiende uit de kabinetten Rutte-Verhagen en Rutte-Asscher zijn verwerkt op de begroting van Buitenlandse Zaken. De taakstelling Rutte-Verhagen (EUR 90,5 miljoen) is wat betreft de te nemen bezuinigingsmaatregelen reeds ingevuld en behaald. De invulling van de taakstelling Rutte-Asscher (EUR 60 miljoen) vormt onderdeel van het plan van aanpak Modernisering Diplomatie. De invulling van de taakstelling ligt op schema en de structurele bezuiniging wordt naar verwachting eind 2018 behaald.

7

Om welke redenen zijn er geen tussentijdse evaluaties geweest van het programma iDiplomatie en haar voorgangers?

Tussentijdse evaluaties waren niet voorzien. De overgangen van de ene naar de andere fase van het programma vonden plaats op basis van interne rapportages die werden gebruikt om het programma periodiek bij te sturen. Als lessons learned geldt dat in de huidige fase extra aandacht wordt gegeven aan programma- en projectmanagement.

8

Om welke reden is de informatie over de kosten en het uitstel bij de implementatie van het programma iDiplomatie niet regelmatig bijgewerkt op het Rijks ICT-dashboard?

Het Rijks ICT-Dashboard is jaarlijks bijgewerkt en behoeft in de huidige programmafase inhoudelijke aanpassingen. In 2015 zijn reeds inhoudelijke aanpassingen verricht. Over een herijking van het Dashboard is eind 2015 overleg gevoerd met de Auditdienst Rijk en de Algemene Rekenkamer. Op korte termijn is een volledig bijgewerkt overzicht op het Dashboard te vinden met de stand van zaken per 31 maart 2016.

9

Kan worden aangeven op welk moment de Minister is geïnformeerd over de kostenoverschrijdingen van het programma iDiplomatie en wanneer de informatie op het Rijks ICT-dashboard is bijgewerkt?

Over de geplande meeruitgaven voor het programma iDiplomatie ben ik niet specifiek geïnformeerd. Dit programma valt onder het ICT-budget van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Over het verloop van de uitputting op dit totaalbudget en aangepaste ramingen word ik periodiek geïnformeerd. Op korte termijn is een volledig bijgewerkt overzicht op het ICT-dashboard te vinden met de stand van zaken per 31 maart 2016.

10

Kan worden aangeven onder welke kostenpost de Minister verwachtte dat de kosten van het herontwerpen van een aantal systemen en het vervangen van complete werkplekken in het kader van iDiplomatie zouden vallen, voordat bleek dat deze uit de begroting van het programma zelf betaald moesten worden?

Het programma iDiplomatie valt onder het ICT-budget van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De vervanging van een complete werkplek en van systemen die daarvoor nodig zijn waren oorspronkelijk verwacht binnen de raming voor reguliere ICT uitgaven.

11

Hebben de kostenoverschrijdingen van het programma iDiplomatie effect op andere hervormingsprogramma’s binnen het Ministerie van Buitenlandse Zaken? Zo ja, welke programma’s en effecten? Met welke middelen worden deze extra kosten dan bekostigd?

Nee, de kosten worden de komende jaren binnen het apparaatsbudget gedekt.

12

Zijn er naar aanleiding van de gang van zaken bij het programma iDiplomatie nieuwe procedures en criteria ingesteld voor grote ICT projecten bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Zo ja, welke? Op welke wijze zijn de bevindingen en aanbevelingen van de Tijdelijke Commissie ICT hierin meegenomen?

Er zijn geen nieuwe procedures en criteria ingesteld. Wel wordt strakker de hand gehouden aan de al bestaande rapportagemodellen en structuren, alsmede de invulling van het ICT-Dashboard. Naar aanleiding van de kabinetsreactie op het eindrapport van de Tijdelijke Commissie ICT is door het Ministerie van BZK het Programma Operatie Informatiebestel Rijk (OIR) gestart, waarin de maatregelen uit de kabinetsreactie concreet worden uitgewerkt. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is hierbij betrokken en gaat de uitkomsten implementeren.

13

Kan toegelicht worden waarom de kosten voor het traject iDiplomatie flink zijn toegenomen?

Zie antwoord op vraag 1, 2, 4, 5 en 9.

14

Zijn er gevallen bekend van inbreuken bij het informatiesysteem van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in de periode 2015?

Antwoord: Nee, er zijn geen gevallen van inbreuken bekend.

15

Kan worden aangegeven hoe lang het heeft geduurd totdat de verbetermaatregelen voor het informatiebeveiligingssysteem zijn genomen, nadat de Rekenkamer dit systeem in het Verantwoordingsonderzoek 2014 als een onvolkomenheid heeft geclassificeerd?

De start van de invoering van de verbetermaatregelen is reeds eind 2014 in gang gezet. Enkele maatregelen zijn direct begin 2015 getroffen, enkele andere hadden meer tijd nodig en zijn gedurende het jaar getroffen. De getroffen maatregelen en ondernomen acties waren voor de Algemene Rekenkamer aanleiding te concluderen dat de in het Rapport bij het jaarverslag 2014 vastgestelde onvolkomenheid ten aanzien van de informatiebeveiliging inmiddels was opgelost.

16

Hoe groot waren de risico’s op het gebied van informatieveiligheid in de periode voordat de extra maatregelen op dit gebied waren getroffen?

Er waren geen acute technische risico’s. De risico’s waren beperkt en de tekortkomingen waren vooral procedureel van aard.

17

Hoeveel medewerkers hebben reeds deelgenomen aan de I-bewustzijn presentatie?

Aan de iBewustzijn sessie hebben op de posten 300 medewerkers en op het departement 274 medewerkers deelgenomen. Dit heeft plaatsgevonden in het kader van de implementatie (oftewel het «inrollen») van iDiplomatie, welke op dit moment nog volop gaande is. Daarnaast zijn de Rijksbrede Alert Online Campagnes gebruikt om medewerkers door middel van workshops over phishing, de risico’s van social media en veilig wifi gebruik te informeren. Hieraan hebben ongeveer 260 medewerkers deelgenomen. Tot slot nemen alle nieuw te beëdigen medewerkers en stagiaires verplicht deel aan een iBewustzijn workshop.

18

Hoeveel vacatures voor functies op het gebied van informatiebeveiliging heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken momenteel nog uitstaan? Door wie worden deze taken nu vervuld?

Momenteel zijn nog twee functies vacant. Deze functies worden thans ingevuld door extern ingehuurd personeel, onder aansturing van eigen personeel.

19

Welke vastgoedkosten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn momenteel nog niet inzichtelijk?

De vastgoedkosten van het ministerie zijn inzichtelijk. Het verzamelen van de onderliggende informatie is wel bewerkelijk. Dit vanwege de administratieve inrichting en omdat de data afkomstig is uit verschillende systemen.

20

Hoeveel panden per jaar verwacht u tot 2021 af te gaan stoten in het kader van de omvorming van de vastgoedportefeuille?

De huidige planning voorziet in het afstoten van circa 20 panden in de periode tot 2021. Deze planning wordt periodiek bijgesteld omdat zowel de vastgoedmarkt als de eisen ten aanzien van het postennet aan verandering onderhevig is.

21

Wat zijn de voor 2016 gestelde doelstellingen van de ombuiging van het huisvesting- en vastgoedbeleid?

Het masterplan huisvesting vormt de basis voor het vastgoedbeleid in de komende jaren. Het plan ziet onder meer op kaderstelling met betrekking tot functionaliteit en doelmatigheid van kanselarijen en residenties. Verder wordt beleid opgesteld hoe om te gaan met fysieke overruimte en is het huurbeleid dienstwoningen uitgewerkt. Niet in de laatste plaats is een belangrijke doelstelling het realiseren van de taakstelling op huisvesting buitenland.

22

Kunt u aangeven hoeveel geld er momenteel in het vastgoedfonds aanwezig is en of u verwacht dat dit voor 2021 op de juiste manier gespendeerd is?

Per 1 januari 2016 is EUR 31,7 miljoen beschikbaar om te herinvesteren in huisvesting buitenland. Dit bedrag zal de komende jaren fluctueren vanwege aan- en verkopen (investeringen en opbrengsten) van panden in het buitenland. De betreffende middelen zullen worden besteed in lijn met de meerjarenstrategie huisvesting buitenland. Deze strategie voorziet voor de periode 2016–2021 in kaders en maatregelen om de huur- en exploitatiekosten van de huisvesting van BZ in het buitenland structureel te verlagen. Het grootste besparingspotentieel betreft het te gelde maken van overruimte en een verlaging van de huurkosten. De overruimte is mede het gevolg van reductie in FTE (regionalisering, digitalisering) en reductie in benodigde vierkante meters (modernisering consulaire dienstverlening, Het Nieuwe Werken). Dit betekent in de praktijk het afstoten en betrekken van bepaalde panden waarbij steeds de (m.n. economische afweging) wordt gemaakt tussen koop en huur. Hierbij is functionele huisvesting de primaire doelstelling. De meerjarenstrategie voorziet daarnaast in maatregelen gericht op efficiënte gebouwen met lagere exploitatielasten (bv. onderhoudskosten).

23

Hoeveel middelen uit het huisvestingsfonds heeft het ministerie in het afgelopen jaar gebruikt en waarvoor?

Er zijn nog geen middelen uit het zgn. huisvestingsfonds aangewend. De eerste investeringen vinden in 2016 plaats conform het in december 2015 goedgekeurde masterplan vastgoed en huisvesting.

24

Gaat u voortaan jaarlijks rapporteren over de begrotingsreserves conform de aanbevelingen van Rekenkamer?

Wat vastgoed/huisvesting betreft is er geen sprake van een fonds, noch van een begrotingsreserve. Om die reden wordt de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer niet overgenomen. Het betreft een middelenafspraak met het Ministerie van Financiën over de inzet van huisvestingsontvangsten in latere jaren. In het jaarverslag van Buitenlandse Zaken wordt aangegeven hoe de middelen die onder de middelenafspraak vallen, zijn ingezet.

25

Om welke redenen zijn de onvolkomenheden omtrent EU-afdrachten wel meegenomen in de bedrijfsvoeringparagraaf van het Ministerie van Financiën en niet in die van het Ministerie van Buitenlandse Zaken?

De bedrijfsvoeringparagraaf in het jaarverslag van Buitenlandse Zaken gaat over de bedrijfsvoering van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en niet over die van het Ministerie van Financiën. Overigens was er geen sprake van onvolkomenheden ten aanzien van de EU-afdrachten.

26

Welke precieze afspraken heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken gemaakt met de Ministerie van Financiën over verantwoordelijkheidsverdeling aangaande EU-afdrachten?

Zoals ook vermeld in het verslag bij de Najaarsnota 2014 van 17 december 2014 (Kamerstuk 34 085 V, nr. 6), is de begrotingsverantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken beperkt tot het tijdig afdragen van de in begrotingshoofdstuk IXB Financiën verantwoorde (en door de Auditdienst Rijk gecertificeerde) bedragen aan de Europese Commissie en de verantwoording hierover in begrotingshoofdstuk V Buitenlandse Zaken. De Minister van Financiën was en is daarmee eindverantwoordelijk voor de heffing en inning van de invoerrechten en de BTW en verantwoordt zich hierover op begrotingshoofdstuk IXB Financiën.

27

Om welke reden heeft u besloten om steunmaatregelen vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan Nederlandse bedrijven en organisaties niet te melden bij de Europese Commissie?

De beoordeling van mogelijke staatssteun is onderdeel van de departementale processen. Indien mogelijk wordt gebruik gemaakt van de vrijstellingsmogelijkheden en in dergelijke gevallen wordt de Europese Commissie daarvan via een kennisgeving op de hoogte gesteld. Enkel wat betreft uitgaven die als gebonden ODA-middelen kunnen worden gekwalificeerd is, mede in aanmerking genomen de geringe kans dat deze het handelsverkeer tussen de lidstaten van de Europese Unie beïnvloeden en de praktijk van de Europese Commissie, besloten om deze niet afzonderlijk te toetsen aan de staatssteunregels.