Kamerstuk 34471-15

Amendement van het lid Van Nispen over vergunningverlening onder voorwaarde van overname van personeel, activa of passiva

Dossier: Wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de modernisering van het speelcasinoregime

Gepubliceerd: 23 januari 2017
Indiener(s): Michiel van Nispen (SP)
Onderwerpen: financiƫn organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34471-15.html
ID: 34471-15

Nr. 15 AMENDEMENT VAN HET LID VAN NISPEN

Ontvangen 23 januari 2017

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, artikel 27h, wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 2a. Aan de verlening van de vergunning, bedoeld in het eerste lid, kan de voorwaarde worden verbonden dat de vergunningverlening gepaard gaat met overname van activa, passiva of personeel.

Toelichting

Dit wetsvoorstel regelt dat de verdeling van vergunningen tot het organiseren van een speelcasino door middel van een veiling plaats zal vinden. Aan de hoogste bieder op de veiling zal de vergunning verleend worden. In het overgangsrecht is geregeld dat de verlening van de zestien vergunningen voor de eerste vergunningsperiode na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel anders zal zijn dan de vergunningverlening die daarna zijn beslag zal krijgen (tegen het eind van de vergunningsperiode, dan wel tussentijds indien een vergunning is ingetrokken of ingeleverd). Bij de eerste vergunningverlening zal sprake zijn van het overnemen van activa, passiva en/of personeel. Na de eerste ronde van vergunningverlening kan deze voorwaarde niet meer worden gesteld. Het koppelen van de vergunningverlening aan bezittingen, zoals panden, en het overnemen van het personeel is dus de uitzondering (die alleen in deze eerste ronde plaatsvindt) op de hoofdregel.

Indiener vindt dit niet wenselijk. Het niet overnemen van activa, passiva en/of personeel kan er toe leiden dat investeerders slechts het korte termijn-belang van de onderneming voor ogen hebben, namelijk het zoveel mogelijk geld verdienen in de periode van de vergunning (tenzij deze wordt ingetrokken zal dat 15 jaar zijn). De belangen van bijvoorbeeld het personeel kunnen daaraan ondergeschikt gemaakt worden.

Daarom beoogt dit amendement van de uitzondering die geregeld is in het overgangsrecht, de regel te maken.

Van Nispen