Gepubliceerd: 4 mei 2016
Indiener(s): Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (VVD)
Onderwerpen: huisvesting organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34468-2.html
ID: 34468-2

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om een aantal technische wijzigingen en een aantal wijzigingen met beperkte beleidsmatige gevolgen aan te brengen in de Huisvestingswet 2014, de Wet op de huurtoeslag, de Woningwet en enkele andere wetten;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 252a, eerste lid, wordt «hebben bereikt en» vervangen door: hebben bereikt of.

B

Artikel 253 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, vijfde volzin, wordt «pensioengerechtigde leeftijd of» vervangen door: pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in onderdeel c van laatstgenoemd artikellid,.

2. In het tweede lid, tweede volzin, wordt «meer of meer» vervangen door «of meer» en wordt na «onderdeel a» ingevoegd: , onderdeel c.

ARTIKEL II

De Huisvestingswet 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen e tot en met i worden geletterd f tot en met j.

2. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

e. standplaats:

kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;

3. Onderdeel j (nieuw) komt te luiden:

j. woonruimte:
  • besloten ruimte die, al dan niet tezamen met een of meer andere ruimten, bestemd of geschikt is voor bewoning door een huishouden, en

  • standplaats.

B

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De criteria, bedoeld in het eerste lid:

    • a. hebben geen betrekking op het stellen van eisen als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek, behoudens in gebieden die daartoe zijn aangewezen op grond van artikel 5 van die wet;

    • b. hebben niet tot gevolg dat woningzoekenden met een huishoudinkomen onder een gestelde ondergrens geheel uitgesloten worden van toegang tot de woningvoorraad in de gemeente, en

    • c. hebben niet tot gevolg dat toegelaten instellingen die feitelijk werkzaam zijn in de gemeente belemmerd worden om bij de toewijzing van hun woongelegenheden uitvoering te geven aan het bepaalde bij of krachtens de artikelen 46, tweede lid, en 48, Woningwet.

2. Het derde lid vervalt.

C

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt na «te ontrekken» ingevoegd: of ontrokken te houden.

2. In onderdeel b wordt na «samen te voegen» ingevoegd: of samengevoegd te houden.

3. In onderdeel c wordt na «om te zetten» ingevoegd: of omgezet te houden.

4. Onderdeel d komt te luiden:

  • d. tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden.

D

Artikel 25 komt te luiden:

Artikel 25

  • 1. De vergunning, bedoeld in artikel 21 of 22, kan worden geweigerd in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

  • 2. Voordat toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.

  • 3. Burgemeester en wethouders beslissen op de aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 21 of 22 binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen de termijn, bedoeld in het derde lid, eenmaal verlengen met ten hoogste zes weken. Zij maken hun besluit daartoe bekend binnen de termijn, bedoeld in het derde lid.

  • 5. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

ARTIKEL III

Artikel 18 van de Leegstandwet wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de punt aan het slot van de eerste volzin vervangen door «, die ten hoogste € 7.500 bedraagt» en komt de laatste volzin te vervallen.

2. Het derde lid vervalt onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.

3. Aan het derde lid (nieuw) wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het opleggen van een bestuurlijke boete.

ARTIKEL IV

De Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 8 wordt «artikel 5, vierde lid» vervangen door: artikel 5, derde lid.

B

In artikel 10, tweede lid, wordt «die overige bewoner op 1 januari van het jaar waarin de voorgestelde dag van ingang van de voorgestelde huurprijs is gelegen de op die datum geldende pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft of hebben bereikt of die huurder deel uitmaakt van een huishouden van 4 of meer personen, en die woonruimte een zelfstandige woonruimte vormt» vervangen door: die huurder of die overige bewoner de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt, die huurder deel uitmaakt van een huishouden van 4 of meer personen, en of die woonruimte een zelfstandige woonruimte vormt.

C

In artikel 19b, vijfde lid, wordt «de inspecteur, bedoeld in artikel 7:252a, tweede lid, onderdeel c» vervangen door: de inspecteur, bedoeld in artikel 7:252a, tweede lid, onderdeel e.

ARTIKEL V

De Wet op de architectentitel wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 7, derde lid, wordt «de taak, bedoeld in artikel 3, vijfde lid» vervangen door: de taken, bedoeld in artikel 3, vijfde en zesde lid.

B

In artikel 9, eerste lid, onderdelen h en j, wordt «artikel 46, tweede lid, van de richtlijn» vervangen door: artikel 46, eerste en tweede lid, van de richtlijn.

ARTIKEL VI

Artikel 2, onderdelen b en d, van de Wet op de huurtoeslag komen als volgt te luiden:

b. meerpersoonshuishouden:

het huishouden van een huurder die samen met diens partner of een of meer medebewoners een woning bewoont, indien geen van deze personen op 1 januari van het berekeningsjaar de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt;

d. meerpersoonsouderenhuishouden:

het huishouden van een huurder die samen met diens partner of een of meer medebewoners een woning bewoont, indien een of meer van deze personen op 1 januari van het berekeningsjaar de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt.

ARTIKEL VII

In de artikelen 3, tweede lid, onderdeel j, en 5a van de Wet op het overleg huurders verhuurder wordt voor «servicekosten» ingevoegd: kosten voor nutsvoorzieningen met een individuele meter en.

ARTIKEL VIII

In de bijlage bij artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Wet toezicht accountantsorganisaties wordt «artikelen 35 tot en met 36a van de Woningwet» vervangen door: artikel 37, eerste lid, van de Woningwet.

ARTIKEL IX

De Woningwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 1, eerste lid, 19, derde lid, onderdeel d, 25, eerste, tweede lid en vierde lid, onderdelen c en d, en zesde lid, 26, eerste en derde lid, 28, 29a, eerste lid, 30, eerste lid tot en met derde, vijfde tot en met zevende en negende tot en met elfde lid, 31, eerste, tweede en vierde lid, 32, eerste en tweede lid, 33, tweede lid, 35, derde lid, 36, derde lid, 37, tweede en derde lid, 53a, vierde lid, en 59, derde lid, onderdeel d, en in het opschrift van paragraaf 3 van afdeling 2 van hoofdstuk IV wordt «raad van toezicht» vervangen door: raad van commissarissen.

B

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt in de begripsomschrijving van inkomensgrens «de artikelen 45, tweede lid, onderdeel c, en 48, eerste lid» vervangen door: artikel 48, eerste lid.

2. In het tweede lid wordt in de aanhef van de begripsomschrijving van verbonden onderneming na «rechtspersoon» ingevoegd: , niet zijnde een vereniging van eigenaars als bedoeld in afdeling 2 van titel 9 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek,.

C

In artikel 15, eerste lid, wordt «14, eerste lid» vervangen door: 13b, tweede lid.

D

In artikel 21, tweede lid, onderdeel b, wordt «huurdersorganisaties en bewonerscommissies, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f respectievelijk g, van de Wet op het overleg huurders verhuurder» vervangen door: huurdersorganisaties, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op het overleg huurders verhuurder.

E

In artikel 21a, eerste lid, wordt voor «storten van aandelenkapitaal» ingevoegd: bij haar oprichting.

F

De laatste volzin van artikel 21b komt te luiden: Van het bepaalde in de artikelen 201 en 216 van dat boek wordt niet afgeweken ten nadele van toegelaten instellingen die aandelen in die besloten vennootschap houden.

G

In artikel 21f wordt «compensatie» vervangen door: compensatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, begripsomschrijving van compensatie, onderdeel a,.

H

Na artikel 21f wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 21g

De rijksbelastingdienst verstrekt Onze Minister op zijn verzoek de gegevens die naar zijn oordeel noodzakelijk zijn om de geschiktheid en de betrouwbaarheid, bedoeld in de artikelen 25, tweede lid en 30, derde lid, te beoordelen, alsmede de gegevens die naar zijn oordeel noodzakelijk zijn ten behoeve van het toezicht op de governance en de integriteit, bedoeld in artikel 61, tweede lid, onderdeel b. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden gegeven omtrent de toepassing van dit artikel.

I

In artikel 23, eerste lid, vervalt «of de akte» en wordt «uitsluitend of mede» vervangen door: uitsluitend respectievelijk mede.

J

Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt voor de eerste volzin ingevoegd: Bestuurders zijn natuurlijke personen.

2. In het tweede lid vervalt: die natuurlijke personen zijn.

3. In het derde lid vervalt: die een natuurlijke persoon is.

K

In artikel 26, eerste lid, onderdeel k, wordt «voornemens» vervangen door: onderwerpen.

L

Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van het vierde lid wordt toegevoegd: De al dan niet aaneengesloten totale periode waarin een commissaris lid is van de raad van commissarissen van dezelfde toegelaten instelling is ten hoogste acht jaar. Indien een lid van de raad van commissarissen van een fuserende toegelaten instelling, na toepassing van het bepaalde in artikel 53, toetreedt tot de raad van commissarissen van de verkrijgende toegelaten instelling, dan wordt dat voor de toepassing van dit lid niet aangemerkt als een benoeming of herbenoeming.

2. Het negende lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt «vijf of meer» vervangen door «vier of meer» en vervalt: of vier.

b. In onderdeel b wordt «de huurders van de woongelegenheden van de toegelaten instelling gezamenlijk» vervangen door: de bewonerscommissies als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op het overleg huurders verhuurder gezamenlijk.

c. De onderdelen c tot en met e worden geletterd d tot en met f.

d. Na onderdeel b wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • c. indien geen voordracht als bedoeld in onderdeel a is gedaan op grond van onderdeel a of b, de raad van toezicht er zorg voor draagt dat de huurders van de woongelegenheden van de toegelaten instelling in de gelegenheid worden gesteld om een zodanige voordracht te doen;

e. In onderdeel f (nieuw) wordt «indien geen voordracht is gedaan als bedoeld in onderdeel a of b» vervangen door: indien geen voordracht als bedoeld in onderdeel a is gedaan op grond van onderdeel a, b of c.

3. In het elfde lid, onderdeel b, vervalt: bij de statuten te bepalen.

M

Artikel 33, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam is exclusief bevoegd een commissaris of de raad van commissarissen te ontslaan. Zij gaat daartoe uitsluitend over op verzoek, wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen of wegens ingrijpende wijziging van de omstandigheden op grond waarvan het aanblijven als commissaris of als raad van toezicht redelijkerwijs niet van de toegelaten instelling kan worden verlangd. Het verzoek kan worden ingediend door de toegelaten instelling, te dezen vertegenwoordigd door het bestuur of de raad van commissarissen, of door Onze Minister.

N

Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «Wet op de Accountants-Administratieconsulenten» vervangen door «Wet op het accountantsberoep» en wordt «artikel 36, derde lid» vervangen door: artikel 36, tweede lid, onderdeel i.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De bevoegdheid tot het verlenen van de opdracht berust bij de raad van commissarissen. De opdracht kan te allen tijde door hem worden ingetrokken.

O

In artikel 38, eerste lid, wordt na «Wet op het overleg huurders verhuurder,» ingevoegd: met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in artikel 2 van die wet,.

P

In artikel 39 wordt «huurdersorganisaties, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op het overleg huurders verhuurder» vervangen door: huurdersorganisaties en bewonerscommissies, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f respectievelijk g, van de Wet op het overleg huurders verhuurder.

Q

Artikel 41b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «op verzoek van» ingevoegd «de colleges van burgemeester en wethouders van» en wordt «in afwijking van de artikelen 40 en 41» vervangen door: in afwijking van artikel 41.

2. In het tweede lid wordt «gemeenten» vervangen door: colleges.

R

Artikel 41c wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt voor «zodanige woongelegenheden en aanhorigheden» ingevoegd: haar.

2. In het derde lid wordt na «omtrent» ingevoegd: het toepassingsbereik van het eerste lid en omtrent.

S

In artikel 42, eerste lid, wordt voor «die gemeenten» ingevoegd «de colleges van burgemeester en wethouders van» en vervalt de laatste volzin.

T

Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt voor «de gemeenten» ingevoegd: de colleges van burgemeester en wethouders van.

2. In het tweede lid, wordt na «Wet op het overleg huurders verhuurder,» ingevoegd: met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in artikel 2 van die wet,.

U

Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt na «Wet op het overleg huurders verhuurder,» ingevoegd: met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in artikel 2 van die wet,.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Het tweede lid is niet van toepassing indien een toegelaten instelling op de in het eerste lid bedoelde datum niet beschikt over bescheiden waarin het college van burgemeester en wethouders van de gemeente op hoofdlijnen een toegelicht inzicht verschaft in het door de gemeente voorgenomen volkshuisvestingsbeleid voor het kalenderjaar, bedoeld in het tweede lid, waarover het college met betrekking tot onderwerpen waarbij andere gemeenten een rechtstreeks belang hebben overleg heeft gevoerd met de colleges die gemeenten.

V

In artikel 44a, eerste lid, wordt na «Wet op het overleg huurders verhuurder,» ingevoegd: met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in artikel 2 van die wet,.

W

Artikel 44b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «Wet op het overleg huurders verhuurder,» ingevoegd: met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in artikel 2 van die wet,.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien en zolang het college van burgemeester en wethouders van een gemeente geen bescheiden aan de toegelaten instelling heeft verstrekt, waarin zij op hoofdlijnen een toegelicht inzicht verschaft in het door die gemeente voorgenomen volkshuisvestingsbeleid, waarover zij met betrekking tot onderwerpen waarbij andere gemeenten een rechtstreeks belang hebben overleg heeft gevoerd met de colleges van burgemeester en wethouders van die gemeenten.

X

Artikel 44c wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel f, wordt «onderdeel a» vervangen door: onderdeel b.

2. In het eerste lid, onderdeel h, wordt «onderdeel f» vervangen door: de aanhef.

3. In het derde lid wordt «onderdeel f» vervangen door: aanhef.

4. In het vierde lid wordt «werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f» vervangen door: werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid, aanhef.

Y

Artikel 45 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt na «haar zodanige woongelegenheden en aanhorigheden» ingevoegd: en die van toegelaten instellingen of met hen verbonden ondernemingen.

b. In onderdeel b wordt na «haar voor permanent verblijf bedoelde woongelegenheden en hun onroerende en infrastructurele aanhorigheden» ingevoegd: en die van toegelaten instellingen of met hen verbonden ondernemingen.

c. In onderdeel h wordt «, en» vervangen door een puntkomma.

d. In onderdeel i wordt de punt vervangen door een puntkomma.

e. Er worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • j. verlenen van diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering of administratie van haar dochtermaatschappijen of van toegelaten instellingen en hun dochtermaatschappijen;

  • k. verlenen van diensten ten behoeve van de administratie van huurdersorganisaties of bewonerscommissies, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f respectievelijk g, van de Wet op het overleg huurders verhuurder.

2. In het vijfde lid wordt «derde lid, eerste volzin» vervangen door: derde lid.

3. In het zesde lid wordt «het tweede lid, onderdelen c, d, f, g en i, en derde en vierde lid» vervangen door: het tweede lid, onderdelen a, b, c, d, f, g, i, j en k, en derde en vierde lid.

Z

Artikel 46, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De toegelaten instelling gaat slechts overeenkomsten van huur en verhuur aan, voor zover aan ten minste een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen percentage van huishoudens als eerstbedoeld of laatstbedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Wet op de huurtoeslag, die in aanmerking komen voor een huurtoeslag in de zin van die wet, woongelegenheden worden verhuurd met een huurprijs van ten hoogste het in dat lid eerstgenoemde respectievelijk laatstgenoemde bedrag. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven omtrent de toepassing van de eerste volzin. Bij ministeriële regeling kunnen eisen worden gesteld aan de wijze waarop de inkomensvaststelling door de toegelaten instelling plaatsvindt.

AA

Artikel 47, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt na «haar zodanige woongelegenheden en aanhorigheden» ingevoegd: en die van toegelaten instellingen.

2. In onderdeel f wordt «, en» vervangen door een puntkomma.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • h. de werkzaamheden, genoemd in het bepaalde bij en krachtens artikel 45, tweede lid, onderdeel j, en zesde lid, voor zover zij worden verricht ten behoeve van andere toegelaten instellingen en noodzakelijkerwijs voortvloeien uit het verrichten van de werkzaamheden, genoemd en bedoeld in de onderdelen a tot en met f, en

  • i. de werkzaamheden, genoemd in het bepaalde bij en krachtens artikel 45, tweede lid, onderdeel k, en zesde lid.

BB

Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt «andere woongelegenheden dan die, bedoeld in het eerste lid» vervangen door: woongelegenheden, bedoeld in artikel 47, eerste lid, onderdelen b en c, die niet behoren tot het in het eerste lid bedoelde deel daarvan.

2. In het vierde lid vervalt: van artikel 45, tweede lid, onderdeel c, voor zover dat onderdeel op diensten aan leden van wooncoöperaties betrekking heeft,.

CC

Artikel 49, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De toegelaten instellingen houden een zodanige administratie bij dat de registratie van de activa en passiva die zijn verbonden met de diensten van algemeen economisch belang welke aan hen en aan de samenwerkingsvennootschappen zijn opgedragen, respectievelijk met hun overige werkzaamheden, gescheiden is. De eerste volzin is niet van toepassing, indien en zolang:

    • a. de totale nettojaaromzet, verminderd met de opbrengsten uit levering van onroerende zaken, van een toegelaten instelling minder dan € 30 miljoen heeft bedragen gedurende de twee laatst afgesloten boekjaren, en het aandeel in die omzet van haar werkzaamheden die niet behoren tot de diensten van algemeen economisch belang in die jaren minder was dan 5%, en

    • b. in enig boekjaar het aandeel van haar investeringen in werkzaamheden die niet behoren tot de diensten van algemeen economisch belang in het totaal van haar investeringen minder is dan 10%.

    Het bedrag, genoemd in de tweede volzin, wordt jaarlijks bij ministeriële regeling gewijzigd met het percentage, bedoeld in artikel 54, eerste lid.

DD

Artikel 53 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Een verzoek van een toegelaten instelling om goedkeuring van een voorgenomen fusie waarbij zij betrokken is, omvat in elk geval de door haar voorziene gevolgen van die fusie voor de volkshuisvesting in de gemeenten waar de toegelaten instelling die uit die fusie voortkomt voornemens is feitelijk werkzaam te zijn. Die toegelaten instelling voert overleg over dat verzoek met de colleges van burgemeester en wethouders van die gemeenten, alsmede met de in het belang van de huurders van haar woongelegenheden werkzame huurdersorganisaties als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op het overleg huurders verhuurder. Zij dient een zodanig verzoek niet in dan nadat de in het belang van de huurders van haar woongelegenheden werkzame huurdersorganisaties als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op het overleg huurders verhuurder, aan haar hebben medegedeeld of zij met de voorgenomen fusie instemmen. Indien die organisaties niet met de voorgenomen fusie instemmen, kan Onze Minister die fusie slechts goedkeuren, indien daardoor naar zijn oordeel wordt voorkomen dat:

    • a. ten aanzien van de betrokken toegelaten instelling een situatie ontstaat als bedoeld in artikel 29, eerste lid, of 57, eerste lid, onderdeel a, of

    • b. een toegelaten instelling niet in staat is toepassing te geven aan artikel 42, eerste lid, eerste volzin.

2. In het derde lid wordt «de gemeenten» vervangen door: de colleges.

3. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De onderdelen b tot en met d worden geletterd c tot en met e.

b. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • b. de verzoekende toegelaten instelling voornemens is te fuseren met een toegelaten instelling die niet feitelijk werkzaam is in een of meerdere gemeenten waar zij feitelijk werkzaam is en naar zijn oordeel niet aannemelijk heeft gemaakt dat het belang van de volkshuisvesting met die fusie beter is gediend dan met een fusie met een toegelaten instelling die in een of meer van dezelfde gemeenten als zij feitelijk werkzaam is;

c. In onderdeel e (nieuw) wordt «onderdeel c» vervangen door: onderdeel b.

4. Na het zesde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Het tweede tot en met vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing indien een toegelaten instelling het gehele vermogen van een of meerdere andere toegelaten instellingen onder bijzondere titel verkrijgt.

EE

Artikel 53a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt «, en» vervangen door een puntkomma.

b. In onderdeel b wordt «en op de kwaliteit van de governance.» vervangen door: , en.

c. Na onderdeel b wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. de kwaliteit van de governance.

2. Aan het slot van het tweede lid wordt toegevoegd: De opdracht wordt verleend door de raad van commissarissen.

3. In het vierde lid wordt «de raad van toezicht» vervangen door: de raad van commissarissen en het bestuur.

FF

Artikel 55 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt de laatste volzin.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De administratie is zodanig, dat een juiste, volledige en tijdige vastlegging daarin is gewaarborgd van de gegevens met betrekking tot het huishoudinkomen. Die gegevens worden voor een kalenderjaar niet langer daarin bewaard dan tot het tijdstip dat de compensatie over dat kalenderjaar voor werkzaamheden van de toegelaten instelling die behoren tot de diensten van algemeen economisch belang onherroepelijk is komen vast te staan. Artikel 48, eerste lid, tweede volzin, en tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

3. Na het vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden gegeven omtrent de kosten van de bedrijfsvoering, bedoeld in het eerste lid, en nadere voorschriften omtrent de toepassing van het tweede lid.

GG

In artikel 55a, tweede lid, wordt «de dochtermaatschappijen en op de samenwerkingsvennootschappen waarin zij volledig aansprakelijke vennote is» vervangen door: de verbonden ondernemingen.

HH

In artikel 55b, tweede lid, wordt na «Wet op het overleg huurders verhuurder,» ingevoegd: met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in artikel 2 van die wet,.

II

Artikel 59, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Door Onze Minister kan aan de borgingsvoorziening worden gemandateerd:

    • a. het nemen van de besluiten uit hoofde van de bevoegdheid, genoemd in artikel 57, eerste lid, aanhef en onderdeel a;

    • b. het nemen van de besluiten uit hoofde van de bevoegdheid, genoemd in artikel 58, tweede lid, tweede volzin, voor zover die betrekking heeft op het deel van de bijdrage, bedoeld in dat lid, waaruit subsidies als bedoeld in artikel 57, eerste lid, aanhef en onderdeel a, worden bekostigd;

    • c. de bevoegdheid tot het heffen van de bijdrage, bedoeld in artikel 58, tweede lid, al dan niet uitsluitend voor zover die heffing betrekking heeft op het deel van die bijdrage waaruit subsidies als bedoeld in artikel 57, eerste lid, aanhef en onderdeel a, worden bekostigd;

    • d. de bevoegdheid tot het geven van een aanwijzing als bedoeld in artikel 61d, voor zover die aanwijzing betrekking heeft op de financiële sanering van de toegelaten instelling, en

    • e. de bevoegdheid tot het op grond van artikel 105, eerste lid, aanhef en onderdeel c, opleggen van een last onder dwangsom.

JJ

In artikel 61d, vierde lid, wordt voor «een of meer gemeenten» ingevoegd: de colleges van burgemeester en wethouders van.

KK

In artikel 120b, tweede lid, wordt «artikel 105, derde lid, eerste volzin» vervangen door: artikel 105, derde lid.

ARTIKEL X

De Wet van 24 september 1998 tot wijziging van de Woningwet inzake vergunningvrije bouwwerken in beschermde stads- en dorpsgezichten (Stb. 1998, 582) wordt ingetrokken.

ARTIKEL XI

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL XII

Deze wet wordt aangehaald als: Veegwet wonen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Wonen en Rijksdienst,