Kamerstuk 34300-X-10

Stand van zaken chroomhoudende verf

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2016

Gepubliceerd: 1 oktober 2015
Indiener(s): Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34300-X-10.html
ID: 34300-X-10

Nr. 10 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 oktober 2015

Tijdens het plenair debat over chroomhoudende1 verf op 3 juni jl. (Handelingen II 2014/15, nr. 91, item 3) heb ik toegezegd uw Kamer in september te informeren over de stand van zaken. Met deze brief doe ik die toezegging gestand, waarbij de belangrijkste ontwikkelingen sinds de vorige brief (Kamerstuk 34 000 X, nr. 87) worden geadresseerd. Eerst ga ik in op de onderzoeken naar de huidige veiligheid, het historisch onderzoek door het RIVM en het gezondheidskundig onderzoek. Daarna ga ik in op het aantal meldingen en de coulanceregeling, het verbod op chroomhoudende verf, de capaciteit voor veiligheid bij de defensieonderdelen, de ondersteuning door het dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk en een voorval bij het Logistiek Centrum Woensdrecht.

Onderzoeken naar huidige veiligheid

Zoals bekend, voeren de regionale GGD’n onderzoek uit naar de gezondheidsrisico’s voor de huidige werknemers op vijf voormalige POMS-locaties (Brunssum, Eygelshoven, Vriezenveen, Coevorden en Ter Apel).

Op 2 juni jl. heb ik u geïnformeerd (Kamerstuk 34 000 X, nr. 95) over de uitkomsten van de stofonderzoeken op de twee locaties in Zuid Limburg. De stofonderzoeken op de andere locaties zijn inmiddels ook voltooid. In bijlagen 1, 2 en 3 treft u de adviezen van de GGD’n aan2. In dit onderzoek is geen chroom-6 aangetroffen en de GGD’n zien daarom geen reden om aanvullend onderzoek hiernaar te doen. Wel zijn verschillende zware metalen aangetroffen. De GGD’n adviseren hiernaar verder onderzoek te doen. Defensie zal de adviezen opvolgen en de aanvullende metingen laten uitvoeren. De betrokken medewerkers zijn hierover geïnformeerd.

In bijlage 4 en 5 treft u de rapportages over de aanvullende stof- en luchtmonsters van de GGD Zuid Limburg aan voor de locaties Brunssum en Eygelshoven3. De GGD concludeert in deze rapportages dat er bij het huidig en toekomstig gebruik van de gebouwen op deze locaties geen risico’s zijn voor de gezondheid van de medewerkers als gevolg van blootstelling aan chroom-6 en andere zware metalen. De betrokken medewerkers zijn gelijktijdig met het versturen van deze brief hierover geïnformeerd.

In de brief van 30 april jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van een quick scan naar de defensielocaties waar nu nog met chroomhoudende verf wordt gewerkt. In bijlage 6 treft u een overzicht aan van de maatregelen naar aanleiding van de aanbevelingen, inclusief verwacht tijdspad4.

Historisch onderzoek RIVM

Het RIVM voert een onderzoek uit naar de blootstelling van defensiemedewerkers aan chroomhoudende verf in het verleden en wat dit kan betekenen voor hun gezondheid. Het RIVM heeft alle vragen verzameld die in dit kader zijn gesteld door belanghebbenden, onder wie (oud-)medewerkers van Defensie, vakbonden, Defensie, schade-experts, letselschadeadvocaten, de Onderzoeksraad voor de Veiligheid en het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Inmiddels zijn er meer dan 1.300 vragen gesteld. Deze vragen zijn gebundeld in 34 onderzoeksvragen die onderverdeeld zijn in tien categorieën, zie bijlage 75. Daarnaast kan het onderzoek aanleiding geven tot aanvullende vragen.

Inmiddels heeft de paritaire commissie de onderzoeksvragen vastgesteld en geprioriteerd. Vervolgens is het RIVM, in samenwerking met een aantal andere onderzoeksinstituten (TNO, Universiteit van Utrecht en Universiteit van Amsterdam), gestart met het opstellen van een onderzoeksvoorstel per categorie. Hierin wordt uitgewerkt hoe de onderzoeksvragen worden onderzocht, wat de tijdsplanning is en welke tussentijdse resultaten en eindresultaten worden opgeleverd. De onderzoeksvoorstellen worden in oktober en november getoetst door een klankbordgroep. Na vaststelling door de paritaire commissie start de uitvoering van het desbetreffende deelonderzoek.

De onderzoeksinstituten zijn al begonnen met de voorbereidingen voor het beantwoorden van de verschillende onderzoeksvragen. Tevens zijn er nieuwsbrieven opgesteld voor (oud-)medewerkers van Defensie en een informatieblad over chroom-6 voor huisartsen. Daarnaast zijn er twee korte informatiefilmpjes gemaakt met uitleg over chroom-6 en de opzet van het onderzoek. Verder analyseert het RIVM de informatie en documenten die Defensie en andere belanghebbenden hebben aangeleverd. In totaal zijn ongeveer 2.300 documenten openbaar gemaakt en beschikbaar voor het onderzoek.

De externe communicatie vanuit de betrokken organisaties (paritaire commissie, CAOP, RIVM en Defensie) wordt goed met en op elkaar afgestemd. Vanuit een overkoepelende website van de paritaire commissie wordt doorverwezen naar de websites en contactgegevens van de betrokken organisaties.

Gezondheidskundig onderzoek

Het gezondheidskundig onderzoek onder huidige en voormalige werknemers, waarover ik uw Kamer in de brief van 30 april heb geïnformeerd, is gaande. Inmiddels hebben zich 767 (oud-)medewerkers aangemeld, die in het verleden met chroomhoudende verf hebben gewerkt. Zij hebben geen gerelateerde klachten maar zijn wel ongerust. Tot nu toe zijn ruim 600 gesprekken gevoerd. Voorts is in Woensdrecht inmiddels gestart met het onderzoek naar de medewerkers die nu nog met chroomhoudende stoffen werken. De overige locaties volgen en worden naar verwachting in de eerste helft van 2016 voltooid.

Meldingen en coulanceregeling

Mensen die binnen Defensie met chroomhoudende verf werken of dat in het verleden hebben gedaan, kunnen zich nog steeds registreren bij het meldpunt. Het aantal registraties is sinds de brief van 30 april jl. verder opgelopen naar ongeveer 2.400.

Voor medewerkers die zich in een schrijnende situatie bevinden, en mede daarom niet kunnen wachten op de resultaten van het RIVM-onderzoek, heb ik begin maart een coulanceregeling vastgesteld. Op 21 september waren er in totaal 585 aanvragen ingediend. Hiervan zijn 168 aanvragen toegekend, 16 aanvragen waren niet compleet, 310 zijn afgewezen en 91 zijn nog in behandeling. Aanvragen worden afgewezen als er geen sprake is van een aandoening die kan worden gerelateerd aan chroom-6, of als er bij de functie geen sprake is geweest van blootstelling aan chroom-6. Inmiddels hebben 40 mensen bezwaar aangetekend. Deze bezwaren zijn in behandeling.

Verbod op chroomhoudende verf

Het voorhanden hebben of toepassen van chroomhoudende verf is binnen Defensie verboden, tenzij gebruik van deze verf is voorgeschreven en er geen alternatieven zijn. Hiertoe is inmiddels een interne aanwijzing over het werken met chroom-6 vastgesteld, waarin tevens is bepaald op welke locaties de toepassing bij uitzondering is toegestaan. Dit betreft situaties waar het gebruik van chroomhoudende verf is voorgeschreven, omdat er nog geen alternatieven beschikbaar zijn. Er wordt internationaal naar die alternatieven gezocht. Tot die tijd beschouwt Defensie het gebruik van chroomhoudende verf in die uitzonderingssituaties als onvermijdelijk.

Capaciteit voor veiligheid bij defensieonderdelen

Zoals gemeld in mijn brief van 30 april jl. hebben de ADR en Defensie onderzoeken uitgevoerd naar de huidige wijze en inrichting van het werken met gevaarlijke stoffen. Daaruit is gebleken dat de risico-inventarisaties en evaluaties (RI&E’s) niet bij alle defensieonderdelen volledig en actueel zijn. Sinds 2012 is de stafcapaciteit bij alle defensieonderdelen met 30 procent gereduceerd en dat heeft ook de capaciteit voor veiligheid geraakt. Om achterstanden op het gebied van RI&E’s nog dit jaar in te lopen, huurt Defensie externe RI&E-adviseurs in om de defensieonderdelen te ondersteunen. Bij het intern onderzoek kwam overigens ook naar voren dat op de werkvloer over het algemeen sprake is van een goed veiligheidsbewustzijn. Medewerkers kennen, op grond van hun ervaring, de belangrijkste risico’s die bij hun werkzaamheden horen en hanteren de veiligheidsvoorschriften.

Op grond van de onderzoeken hebben de defensieonderdelen, en vooruitlopend op de voltooiing van de evaluatie van de reorganisaties, een eerste inventarisatie uitgevoerd naar tekortkomingen in de beschikbare capaciteit op veiligheidsgebied, onder meer voor de ondersteuning van de lijnorganisatie en het toezicht hierop. Defensiebreed gaat het om ongeveer 30 vte’n. De tekortkomingen worden de komende tijd als onderdeel van de evaluatie van de reorganisaties gevalideerd en aangepakt.

Ondersteuning dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk

Een beperkt aantal medewerkers heeft gebruik gemaakt van de ondersteuning van het dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk. De geboden ondersteuning betrof vooral de aanwezigheid van maatschappelijk werkers bij informatiebijeenkomsten. Deze ondersteuning levert geen problemen op voor de capaciteit van het dienstencentrum.

Voorval Logistiek Centrum Woensdrecht

Naar aanleiding van de eerder uitgevoerde quick scan heeft het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) aan een gespecialiseerd extern bedrijf gevraagd of, en zo ja welke, verbeteringen aan de luchthuishouding van twee spuitcabines mogelijk zijn. Bij verder onderzoek van de luchtafvoerinstallatie op 4 september jl. heeft het bedrijf geconstateerd dat de filters in de afvoer van de spuitcabines niet goed werken. Stof is achter het filter in het afvoerkanaal terecht gekomen en in een beperkt deel van de hangaar alwaar deze cabines zijn geplaatst. Het is nog niet duidelijk of hier sprake is van een ontwerpfout, een montagefout of een fout bij onderhoudswerkzaamheden. Hoe lang deze situatie heeft bestaan, is dan ook nog niet duidelijk. In de spuitcabines zelf is reeds in eerdere metingen vastgesteld dat de concentraties chroom-6 onder de grenswaarden bleven en droegen de mensen bovendien persoonlijke beschermingsmiddelen.

Na bovengenoemde constatering zijn alle werkzaamheden onmiddellijk stilgelegd en zijn op 9 september stofmonsters in de hangaar genomen. Daarin is een geringe hoeveelheid chroom-6 aangetroffen. Op 10 september is het personeel hierover voorgelicht. Vervolgens zijn er in de hangaar rondom de spuitcabines luchtmonsters genomen. Daarin is geen chroom-6 aangetroffen. Deze luchtmonsters zijn maatgevend voor de blootstelling van medewerkers. Stofmonsters geven enkel een indicatie voor de vervuiling van de werkplaats. Het is echter nooit mogelijk om de blootstelling van het personeel buiten de cabines volledig uit te sluiten. Het personeel is derhalve een preventief medisch onderzoek aangeboden en inmiddels geregistreerd. Momenteel doet de commandant van het LCW nader onderzoek naar het voorval, waarin onder meer wordt getracht te achterhalen hoe lang de situatie heeft bestaan, wat de oorzaken zijn en welke maatregelen kunnen worden genomen om dit in de toekomst te voorkomen. De cabines kunnen pas weer in gebruik worden genomen na dieptereiniging van de hangaar en uitsluitsel over het juist functioneren van de filters. In de tussentijd wordt gebruik gemaakt van andere spuitcabines, die afdoende bescherming bieden.

Ondanks de verhoogde aandacht voor het veilig werken met chroomhoudende verf, zijn dergelijke voorvallen nooit helemaal uit te sluiten. Wel heeft de organisatie op het moment van constatering kordaat gehandeld en de juiste maatregelen genomen.

Ten slotte

Ik zal uw Kamer blijven informeren over het verloop en de uitkomsten van de onderzoeken en de uitvoering van de aanbevelingen, alsmede over voorvallen met chroomhoudende verf. Bij dergelijke voorvallen is overigens niet altijd onmiddellijk duidelijk in hoeverre personeel daadwerkelijk risico heeft gelopen, wat de oorzaken zijn en welke aanvullende maatregelen moeten worden genomen om soortgelijke voorvallen in de toekomst te ondervangen. Dit zijn dan ook de onderwerpen van het interne onderzoek dat altijd op een dergelijk voorval volgt. Het spreekt voor zich dat alles erop is gericht om dergelijke voorvallen te voorkomen.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert