Kamerstuk 34300-V-8

Evaluatie FOL-verdrag over de periode oktober 2013 tot en met september 2014

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2016

Gepubliceerd: 12 oktober 2015
Indiener(s): Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34300-V-8.html
ID: 34300-V-8

Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 oktober 2015

Mede namens de Minister van Defensie bied ik u hierbij de jaarlijkse evaluatie aan van het FOL-verdrag over de periode oktober 2013 tot en met september 2014. Het betreft een verslag over de doeltreffendheid en de effecten in de praktijk van het Verdrag inzake samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Verenigde Staten van Amerika betreffende toegang tot en gebruik van faciliteiten op Aruba en Curaçao voor drugsbestrijding vanuit de lucht (Trb. (2000) nr. 34), dat werd goedgekeurd bij Rijkswet van 18 oktober 2001.

Ter informatie kan ik u melden dat per brief van 4 september 2015 het voornemen tot verlenging van het FOL-verdrag met vijf jaar aan uw Kamer is overgelegd (Kamerstuk 24 493 (R1557), nr. 64).

Voor de goede orde deel ik u mede dat het verslag tevens wordt toegezonden aan de Ministers-Presidenten van Aruba en Curaçao met verzoek om doorgeleiding aan de Staten van hun landen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

EVALUATIE VAN DE UITVOERING VAN HET VERDRAG INZAKE DE FORWARD OPERATING LOCATIONS OP CURAÇAO EN ARUBA IN DE PERIODE 1 OKTOBER 2013 – 30 SEPTEMBER 2014

Forward Operating Locations

Op grond van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten inzake samenwerking op het gebied van drugsbestrijding vanuit de lucht (FOL-verdrag, 2000) maken Amerikaanse vliegtuigen gebruik van zogenaamde «forward operating locations» op de luchthavens van Curaçao (Hato) en van Aruba (Reina Beatrix). Het verdrag geeft toestemming voor het uitvoeren van vluchten ten behoeve van surveillance, monitoring en het opsporen van drugstransporten. De vluchten worden onbewapend uitgevoerd.

Na het aflopen van de eerste 10-jarige termijn is het FOL-verdrag voor een periode van vijf jaar verlengd met ingang van 2 november 2011 conform de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen.

Het Koninkrijk is gebaat bij de Amerikaanse luchtverkenningen op grond waarvan drugstransporten kunnen worden opgespoord en onderschept. Dat laatste gebeurt in een groot aantal gevallen in samenwerking met de Koninklijke Marine.

Bestrijding van de drugsproblematiek in de Caribische regio is van mondiaal belang. Dit is eveneens het geval binnen Europees verband, waarbij het principe van gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt onderschreven en daaraan ook daadwerkelijk door het Koninkrijk uitvoering wordt gegeven.

Infrastructuur

Er hebben verschillende kleine (onderhouds-)projecten plaatsgevonden.

Juridische kwesties

In de rapportageperiode zijn geen problemen of incidenten aan de autoriteiten in Willemstad en/of Oranjestad gemeld die te maken hebben met de interpretatie en/of implementatie van het FOL-verdrag. De contacten van het FOL-personeel met de lokale en militaire instanties zijn, waar het gaat om zaken van gezamenlijk belang, evenals in de voorgaande evaluatieperiodes uitstekend.

Transparantie

De VS houdt de Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied (CZMCARIB) conform de verdragsafspraken op de hoogte van vluchten die vanaf de FOL’s worden uitgevoerd. Dit betreft aantallen, type vluchten, operationele vluchtgegevens zoals de duur van de vlucht, het patrouillegebied en type vliegtuig.

Host Nation Riders

CZMCARIB wordt door de VS stelselmatig over het meevliegen van zogenaamde «host nation riders» (HNR’s) geïnformeerd. Deze waarnemers moeten meevliegen op vluchten die de grenzen met derde landen overschrijden. Zij vertegenwoordigen hun regering gedurende het overvliegen van het soevereine gebied van een derde land en verschaffen expertise over het gebied waarboven wordt gevlogen. In de periode 2013–2014 werden in totaal 95 missies (van de 563) uitgevoerd waarbij HNR’s nodig waren. Het aantal missies boven Colombiaans territorium bedroeg 95. De HNR’s hadden allen de Colombiaanse nationaliteit.

Synergie

De FOL-commandant staat in direct contact met CZMCARIB en de consul-generaal van de Verenigde Staten. Het bestaande nauwe samenwerkingsverband tussen de Koninklijke Marine, de lokale autoriteiten, de FOL-leiding en het consulaat van de VS is ook gedurende deze rapportageperiode voortgezet. Deze samenwerking wordt door allen als zeer constructief ervaren.

Operationele gevolgen

De operaties van de FOL’s hadden geen noemenswaardige gevolgen voor de civiele luchtvaartactiviteiten op de vliegvelden Hato en Reina Beatrix of de vliegoperaties van CZMCARIB.

Resultaten

In de periode oktober 2013 tot en met september 2014 werden 563 vluchten uitgevoerd. 558 van deze vluchten werden vanaf het vliegveld Hato uitgevoerd; vanaf vliegveld Reina Beatrix werden de overige 5 vluchten uitgevoerd. Het totale aantal vlieguren vanaf de FOL’s bedraagt 5.208. De vluchten hebben in dit fiscaal jaar bijgedragen aan de onderschepping van 158.000 kilogram cocaïne, 7.976 kilogram marihuana en 3 kilogram heroïne.