Gepubliceerd: 25 maart 2016
Indiener(s): Sharon Dijksma (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (PvdA)
Onderwerpen: luchtvaart verkeer
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34197-7.html
ID: 34197-7
Origineel: 34197-2

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 30 maart 2016

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel E, onderdeel 2, komt te luiden:

2. Het vijfde lid vervalt.

B

In artikel I, onderdeel F, wordt in artikel 8.25e, twaalfde lid, onderdeel g, «tarievenbenchmark en de benchmark kwaliteitsindicatoren» vervangen door «benchmarks».

C

In artikel I wordt na onderdeel M een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

N

In hoofdstuk 12 worden na artikel 12.6 twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 12.6a

1. De eerste mededeling van een voorstel als bedoeld in artikel 8.25e, eerste lid, zoals dat luidt met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van pm tot wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de evaluatie van de Wet van 29 juni 2006 tot wijziging van de Wet luchtvaart inzake de exploitatie van de luchthaven Schiphol (Stb. pm), wordt gedaan na het verstrijken van een periode van een jaar na dat tijdstip maar vóór de eerstvolgende datum van 1 oktober gelegen na het verstrijken van deze periode.

2. Het recht zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de in het eerste lid genoemde wet, blijft van toepassing op:

a. de mededeling van een voorstel dat wordt gedaan met het oog op de vaststelling van tarieven en voorwaarden die gelden gedurende de periode die is gelegen vóór het tijdstip waarop de tarieven en voorwaarden, bedoeld in artikel 8.25d, eerste lid, zoals dat luidt met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van de in het eerste lid genoemde wet, voor de eerste maal in werking treden;

b. het voorstel voor tarieven en voorwaarden waarop de in onderdeel a bedoelde mededeling betrekking heeft en de daarop volgende vaststelling van de tarieven en voorwaarden;

c. de aanvraag bij de Autoriteit Consument en Markt tot vaststelling of de tarieven en voorwaarden, die tot stand zijn gekomen met toepassing van het in de aanhef bedoelde recht, in strijd zijn met de bij of krachtens deze wet gestelde regels, de behandeling van deze aanvraag en het besluit daarop.

3. Bij de vaststelling van de tarieven voor drie jaar, bedoeld in artikel 8.25d, eerste lid, en bij de vaststelling van de aangepaste tarieven, bedoeld in artikel 8.25d, vierde en vijfde lid, vinden de verrekeningen plaats, bedoeld in artikel 8.25d, tiende en elfde lid, zoals deze leden luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van de in het eerste lid, genoemde wet, voor zover deze verrekeningen zijn opgenomen in de financiële verantwoording over een boekjaar waarvoor tarieven gelden die zijn vastgesteld met toepassing van het recht zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan dit tijdstip. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent de tijdstippen en de wijze waarop deze verrekeningen plaats hebben.

4. De tarieven en voorwaarden die zijn of worden vastgesteld met toepassing van het recht zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de in het eerste lid genoemde wet, behouden hun geldigheid gedurende de periode waarvoor de tarieven en voorwaarden zijn vastgesteld. Indien deze periode nog niet is verstreken op het moment dat de in artikel 8.25d, eerste lid, zoals dat luidt met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van de in het eerste lid, genoemde wet, bedoelde tarieven en voorwaarden met inachtneming van het eerste lid voor de eerste maal in werking treden, dan vervallen die eerder vastgestelde tarieven en voorwaarden op dat moment.

5. Artikel 8.25df is slechts van toepassing op investeringsprojecten of elk afzonderlijk onderdeel daarvan, waarvan de in artikel 8.25df, tweede lid, bedoelde vaststelling van de raming en functionele specificaties plaatsvindt ten minste drie maanden na inwerkingtreding van de in het eerste lid genoemde wet.

6. De exploitant van de luchthaven Schiphol legt het toerekeningssysteem voor de jaarlijkse kosten en opbrengsten, bedoeld in artikel 8.25g, eerste lid, voor de eerste keer aan de Autoriteit Consument en Markt ter goedkeuring voor binnen vier weken na het tijdstip van inwerkingtreding van de in het eerste lid genoemde wet.

7. Voor zover de artikelen 8.25d tot en met 8.25h, zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van de in het eerste lid genoemde wet, op grond van het tweede lid van toepassing blijven, is:

a. artikel 11.14a van toepassing op de naleving van deze artikelen, zoals deze toen luidden; en

b. artikel 11.24, zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van de in artikel 12.6a, eerste lid, genoemde wet, van toepassing op de overtreding van deze artikelen, zoals deze toen luidden.

Artikel 12.6b

1. Vanaf het tijdstip dat een burgerluchthaven behorende tot de overige burgerluchthavens, bedoeld in artikel 8.1, de drempelwaarde van vijf miljoen passagiersbewegingen overschrijdt, doet de exploitant van deze luchthaven aan de gebruikers mededeling van een voorstel voor de tarieven en voorwaarden en stelt hij de tarieven en voorwaarden vervolgens vast met overeenkomstige toepassing van de bij of krachtens de artikelen 8.25d, eerste, tweede, zesde en tiende lid, 8.25e, 8.25ea, 8.25f, 8.25h en 8.25j gestelde of te stellen regels, zoals deze artikelen luidden onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van de in artikel 12.6a, eerste lid genoemde wet.

2. Artikel 12.6a, tweede lid, aanhef en onder c, is van overeenkomstige toepassing op de in het eerste lid bedoelde tarieven en voorwaarden.

3. Artikel 12.6a, zevende lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op de naleving van de in het eerste lid bedoelde artikelen.

4. Artikel 12.6a, zevende lid, aanhef en onder b, is van overeenkomstige toepassing op de overtreding van de in het eerste lid bedoelde artikelen.

D

Artikel III komt te luiden:

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Toelichting

Algemeen

In deze nota van wijziging zijn enkele wijzigingen van het wetsvoorstel opgenomen, waarmee omissies worden hersteld. Verder is met de nota van wijziging het overgangsrecht verduidelijkt.

Deze nota is tot stand gekomen in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken.

Onderdeel A en onderdeel C (nieuw artikel 12.6b van de Wet luchtvaart)

In artikel 8.25da, vijfde lid, van de Wet luchtvaart (met het wetsvoorstel vernummerd tot artikel 8.25dj, vijfde lid) is, ter implementatie van richtlijn nr. 2009/12/EG inzake luchthavengelden, geregeld dat, indien een burgerluchthaven behorende tot de overige burgerluchthavens, de drempelwaarde van vijf miljoen passagiersbewegingen overschrijdt, een aantal voor de luchthaven Schiphol geldende bepalingen met betrekking tot de totstandkoming van jaarlijkse tarieven en voorwaarden van overeenkomstige toepassing zijn op deze burgerluchthaven.

Het wetsvoorstel bevat uitsluitend een nieuwe regeling voor de luchthaven Schiphol. Het voorstel beoogt het voor de luchthaven Schiphol geldende systeem van jaarlijkse tarieven te vervangen door een systeem van meerjarige tarieven. Het is nooit de bedoeling geweest ook nieuwe regels te stellen ten aanzien van andere luchthavens. Dit is echter – per abuis – wel voorgesteld met artikel I, onderdeel E, onderdeel 2, van het wetsvoorstel. Hiermee zou artikel 8.25dj, vijfde lid, zodanig worden geformuleerd, dat de op de luchthaven Schiphol betrekking hebbende bepalingen met betrekking tot de totstandkoming van meerjarige tarieven en voorwaarden van overeenkomstige toepassing zijn op overige luchthavens die de drempelwaarde van vijf miljoen passagiersbewegingen overschrijden. Ten aanzien van deze laatste luchthavens moet het huidige recht blijven gelden.

Gelet op het voorgaande wordt met onderdeel A van deze nota van wijziging geregeld dat artikel 8.25dj, vijfde lid, vervalt (via een wijziging van artikel I, onderdeel E, onderdeel 2, van het wetsvoorstel). Voorts wordt met onderdeel C van deze nota van wijziging voorgesteld in hoofdstuk 12 van de Wet luchtvaart een overgangsrechtelijke bepaling toe te voegen (artikel 12.6b). Met deze bepaling wordt geregeld dat de artikelen met betrekking tot de tarieven en voorwaarden die op grond van de huidige Wet luchtvaart van overeenkomstige toepassing zijn op overige burgerluchthavens die de drempelwaarde van vijf miljoen passagiersbewegingen overschrijden, van toepassing blijven op deze luchthavens na inwerkingtreding van de wetswijziging (artikel 12.6b, eerste lid). Daaraan wordt artikel 8.25ea van de huidige Wet luchtvaart toegevoegd. Deze bepaling is per abuis eerder niet opgenomen in de opsomming van bepalingen die van overeenkomstige toepassing zijn op overige luchthavens die de drempelwaarde van vijf miljoen passagiersbewegingen overschrijden.

De woorden «is van overeenkomstige toepassing» geven aan dat de bepalingen waarnaar wordt verwezen, niet geheel letterlijk kunnen worden toegepast. Zo bevat artikel 8.25d, tiende lid (oud), bijvoorbeeld een verwijzing naar 8.25d, vierde lid (oud). Er kan echter geen misverstand over bestaan dat deze verwijzing niet relevant is, aangezien artikel 8.25d, vierde lid (oud), niet van toepassing is op een hier bedoelde burgerluchthaven die de drempelwaarde van vijf miljoen passagiersbewegingen overschrijdt.

Tevens wordt de klachtenprocedure bij de Autoriteit Consument en Markt geregeld met betrekking tot de tarieven en voorwaarden voor de overige burgerluchthavens die de drempelwaarde van vijf miljoen passagiersbewegingen overschrijden (artikel 12.6b, tweede lid), wordt het toezicht op de naleving geregeld van de artikelen met betrekking tot deze tarieven en voorwaarden (artikel 12.6b, derde lid) en wordt geregeld dat oud recht van toepassing is op de overtredingen van deze artikelen (artikel 12.6b, vierde lid).

Onderdeel B

Op grond van het voorgestelde artikel 8.25e, eerste lid, voorziet de exploitant van de luchthaven het voorstel voor tarieven en voorwaarden van een kostenbenchmark, een tarievenbenchmark en een benchmark kwaliteitsindicatoren. In het voorgestelde artikel 8.25e, twaalfde lid, dat een basis bevat om bij algemene maatregel van bestuur het proces te regelen waarmee invulling wordt gegeven aan de benchmarks, worden slechts de tarievenbenchmark en de benchmark kwaliteitsindicatoren genoemd. Per abuis wordt de kostenbenchmark niet genoemd. Met onderdeel B wordt deze omissie hersteld.

Onderdeel C (nieuw artikel 12.6a van de Wet luchtvaart)

In artikel III van het wetsvoorstel was het overgangsrecht neergelegd. Met deze nota van wijziging wordt – door invoeging van artikel I, onderdeel N, in het wetsvoorstel – dit overgangsrecht overgeheveld naar hoofdstuk 12 van de Wet luchtvaart zelf, waarin ook andere overgangsrechtelijke bepalingen zijn opgenomen. Hiermee wordt voorkomen dat de wijzigingswet van belang blijft wegens het daarin opgenomen overgangsrecht. Tevens bevordert dit de kenbaarheid van het overgangsrecht.

In artikel III, vierde lid, van het wetsvoorstel was de inwerkingtreding van het te wijzigen artikel 8.25, eerste lid, van de Wet luchtvaart abusievelijk afhankelijk gesteld van de vaststelling en goedkeuring door de Autoriteit Consument en Markt van het systeem van kostentoerekening, in plaats van een bekendmaking zoals bedoeld in de Bekendmakingswet. Om die reden behoefde het voorgestelde artikel III, vierde lid, aanpassing.

Het nieuwe voorstel houdt in dat de mededeling van een voorstel voor tarieven en voorwaarden op grond van het recht zoals dat luidt na inwerkingtreding van de wetswijziging (het nieuwe recht), pas wordt gedaan na het verstrijken van een periode van een jaar na de inwerkingtreding van de wetswijziging (artikel 12.6a, eerste lid, van de Wet luchtvaart). Dit biedt de Autoriteit Consument en Markt voldoende gelegenheid het toerekeningssysteem met betrekking tot de meerjarige tarieven en voorwaarden goed te keuren en de exploitant van de luchthaven de gelegenheid te geven de voorbereidingen te treffen voor de consultatie over de meerjarige tarieven en voorwaarden. Het voorgestelde artikel 12.6a, zevende lid, bevat een voorziening, om ervoor te zorgen dat Schiphol het toerekeningssysteem tijdig ter goedkeuring aan de Autoriteit Consument en Markt voorlegt.

In het wetsvoorstel waren reeds bepalingen neergelegd, die regelen dat het oude recht van toepassing blijft op de totstandkoming van de tarieven en voorwaarden, indien de mededeling van het voorstel voor deze tarieven en voorwaarden is gedaan voor inwerkingtreding van de wetswijziging. Met deze nota van wijziging wordt het toepassingsbereik van het oude recht uitgebreid.

Totdat de meerjarige tarieven en voorwaarden voor de eerste maal in werking treden (op 1 april), gelden tarieven en voorwaarden die conform het oude recht tot stand zijn gekomen. Met de nota van wijziging wordt geregeld dat de mededeling van een voorstel dat strekt tot vaststelling van tarieven en voorwaarden die gelden gedurende deze periode, wordt gedaan conform het oude recht (ingevolge het voorgestelde artikel 12.6a, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wet luchtvaart). Het gehele daaropvolgende proces van totstandkoming van de tarieven vindt in dat geval ook plaats conform het oude recht. Dit betreft het voorstel van de tarieven en voorwaarden en de vaststelling ervan (artikel 12.6a, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wet luchtvaart, zoals voorgesteld) en omvat daarmee ook de verrekening van het verschil tussen de geraamde en de werkelijke opbrengsten en kosten, die bij de vaststelling van de tarieven plaats vindt. Verder betreft het de klachtprocedure die met betrekking tot de tarieven en voorwaarden kan worden gevoerd bij de Autoriteit Consument en Markt (artikel 12.6a, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wet luchtvaart, volgens het gewijzigde voorstel van wet).

Voor zover de oude artikelen met betrekking tot de tarieven en voorwaarden van toepassing blijven, moeten ook het oude artikel 11.14a, dat betrekking heeft op het toezicht op de naleving van deze artikelen, en het oude artikel 11.24, dat betrekking heeft op de overtreding van deze artikelen, van toepassing blijven. Dit wordt geregeld met het voorgestelde artikel 12.6a, zevende lid, van de Wet luchtvaart.

Na het verstrijken van de bovengenoemde periode van een jaar moet de mededeling van een voorstel voor tarieven en voorwaarden plaats vinden op grond van het nieuwe recht. Deze mededeling moet worden gedaan vóór de eerstvolgende datum van 1 oktober die is gelegen na het verstrijken van deze periode van een jaar. Het gehele proces van totstandkoming van de tarieven vindt in dat geval plaats op grond van de Wet luchtvaart, zoals deze is gewijzigd met de inwerkingtreding van de wijzigingswet. Dit betekent dat bij de vaststelling van de meerjarige tarieven conform het nieuwe recht, de in het nieuwe artikel 25dg, van de Wet luchtvaart bedoelde verrekeningen kunnen plaatsvinden. Dit is echter niet mogelijk, indien de financiële verantwoording, waarin de verrekeningen zijn opgenomen, betrekking heeft op een boekjaar waarvoor tarieven golden die met toepassing van het oude recht tot stand zijn gekomen. De in deze financiële verantwoording opgenomen verrekeningen, betreffen immers de verrekeningen, bedoeld in artikel 8.25d, tiende en elfde lid (oud). Om die reden wordt met het voorgestelde artikel 12.6a, derde lid, geregeld dat in geval van een conform oud recht tot stand gekomen financiële verantwoording, de verrekeningen plaatsvinden die zijn opgenomen in oud recht. De tijdstippen en de wijze waarop de verrekeningen plaatsvinden moeten wel conform de nieuwe regels geschieden, omdat het verrekeningen betreft die plaatsvinden bij de vaststelling van meerjarige tarieven, dan wel de vaststelling van aangepaste tarieven. Het betreft bijvoorbeeld de spreiding van de verrekeningen over drie jaar. Tevens wordt met het voorgestelde artikel 12.6a, derde lid, een grondslag opgenomen om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels te stellen met betrekking tot de tijdstippen en de wijze waarop de verrekeningen plaatsvinden. Dit is nodig, omdat de in het voorgestelde artikel 8.25di, eerste lid, onder p, opgenomen wettelijke grondslag voor regels met betrekking tot de tijdstippen en de wijze waarop de verrekeningen plaatsvinden, uitsluitend betrekking heeft op de nieuwe, in het voorgestelde artikel 8.25dg, bedoelde verrekeningen.

Het met deze nota van wijziging voorgestelde artikel 12.6a, vierde lid, van de Wet luchtvaart (eerder artikel III, derde lid, van het wetsvoorstel) regelt de geldigheidsduur van de tarieven en voorwaarden die conform het oude recht zijn vastgesteld. Deze tarieven en voorwaarden kunnen in werking treden per 1 april of 1 november. Deze tarieven en voorwaarden behouden hun geldigheidsduur gedurende de periode waarvoor deze zijn vastgesteld. Als deze periode nog niet is verstreken op het moment dat de meerjarige tarieven en voorwaarden voor de eerste maal in werking treden (dit kan uitsluitend per 1 april), dan behouden de conform het oude recht vastgestelde tarieven en voorwaarden hun geldigheid tot dat moment.

Voor de toelichting op het voorgestelde artikel 12.6a, vijfde lid, van de Wet luchtvaart wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel (artikelsgewijze toelichting bij artikel III).

Onderdeel D

De inwerkingtredingsbepaling is in een apart artikel opgenomen. De artikelen zullen, gelet op de samenhang ertussen, op eenzelfde, bij koninklijk besluit te bepalen, tijdstip in werking treden.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma