Gepubliceerd: 15 april 2015
Indiener(s): Loes Ypma (PvdA)
Onderwerpen: openbare orde en veiligheid organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34178-4.html
ID: 34178-4

Nr. 4 VERSLAG

Vastgesteld 15 april 2015

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorstel van wet genoegzaam voorbereid.

Inhoudsopgave

blz.

     

I.

ALGEMEEN

1

II.

ARTIKELSGEWIJS

7

I. ALGEMEEN

Met grote interesse en een positieve grondhouding hebben de leden van de VVD-fractie het wetsvoorstel tot goedkeuring en uitvoering van het op 2 maart 2015 te Veenhuizen tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Noorwegen inzake het gebruik van een penitentiaire inrichting in Nederland voor de tenuitvoerlegging van bij Noorse vonnissen opgelegde vrijheidsstraffen (Trb. 2015, 37) (hierna: het wetsvoorstel) bestudeerd. Zij vinden het principe dat ten grondslag ligt aan het gesloten Verdrag en de daarin uitgewerkte bijzondere vorm van samenwerking tussen Nederland en Noorwegen, zeer positief. Het is deze leden bekend dat in Nederland reeds enkele jaren een overschot aan detentiecapaciteit voor volwassenen bestaat. Door het beschikbaar stellen van detentiecapaciteit aan Noorwegen is meer tijd beschikbaar gekomen om het betrokken personeel van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) van werk naar werk te begeleiden. Deze consequentie van het gesloten Verdrag beoordelen de aan het woord zijnde leden als zeer positief. Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen.

Allereerst vragen de leden van de VVD-fractie wat voor soort gedetineerden in Norgerhaven zullen worden geplaatst. In de memorie van toelichting is te lezen dat het gaat om een normaal gevangenisregime. Kan nader worden toegelicht wat hieronder wordt verstaan? Kan een niet limitatieve opsomming worden gegeven van de delicten die personen kunnen hebben gepleegd en welke personen in aanmerking komen voor opsluiting in Norgerhaven? Is naar het oordeel van de regering het ontvluchtingsgevaar van deze gedetineerden groter dan de gedetineerden die in het verleden een straf hebben uitgezeten in Norgerhaven? Dienen naar het oordeel van de regering aanvullende maatregelen te worden getroffen om de kansen op ontvluchting nog kleiner te maken? Voorts vragen zij wie de kosten zal dragen die gepaard gaan met ontvluchting van Noorse gevangenen uit Norgerhaven. Voornoemde leden denken dan bijvoorbeeld aan de inzet van (bijzondere) opsporingsbevoegdheden door de politie.

Ook vragen de leden van de VVD-fractie op welke wijze wordt voorkomen dat taalbarrières ontstaan. Het huidige detentiepersoneel spreekt immers geen Noors. Hoe wordt voorkomen dat gedetineerden en het personeel niet (voldoende) met elkaar kunnen communiceren? Dit kan naar de mening van deze leden ook van invloed zijn op de veiligheid van gedetineerden en het personeel. Hoe kijkt de regering tegen dit aspect aan?

Daarnaast staat in de memorie van toelichting meermaals dat de Nederlandse Strafwet van toepassing blijft op de in Norgerhaven gepleegde strafbare feiten. De leden van de VVD-fractie vragen hoe dit zich verhoudt tot de vaststelling dat Noorwegen Norgerhaven zal gebruiken om in Noorwegen opgelegde gevangenisstraffen ten uitvoer te leggen volgens de regels van het Noorse recht en onder leiding van een Noorse directie. Kan de regering hier nader op ingaan? In hoeverre kan Noors recht worden toegepast in Norgerhaven? Op welke wijze wordt het Nederlandse personeel bekend gemaakt met het Noorse strafregime? Dit lijkt van groot belang nu zij dit regime op de Noorse gedetineerden zullen moeten toepassen.

Ten slotte vragen de aan het woord zijnde leden of kan worden aangegeven hoe groot het percentage van het huidige personeelsbestand door het sluiten van dit Verdrag van werk naar werk kan worden begeleid. Op welke termijn zal worden gestart met het uitvoeren van dit traject waarbij een deel van het huidige personeelsbestand naar ander werk zal worden begeleid? In de artikelen 30 tot en met 36 zijn bepalingen opgenomen over de duur en de uitwerking van het Verdrag. Deze leden vragen of het Verdrag in beginsel automatisch ten einde loopt indien niet wordt overgegaan tot verlenging ervan of dat daar actief op moet worden geacteerd.

De leden van de PvdA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij zijn blij dat op deze manier voor een bepaalde periode werkgelegenheid behouden blijft binnen het gevangeniswezen. Hoeveel banen blijven voor de duur van het verdrag behouden in Norgerhaven?

De leden van de PvdA-fractie merken op dat het personeel en de gedetineerden in het Engels zullen communiceren. Is het personeel de Engelse taal voldoende machtig om met de gedetineerden te communiceren en andersom, zullen de gedetineerden in staat zijn in het Engels met het personeel te communiceren? Zijn er tolken in de buurt voor het geval de communicatie stagneert? Zo nee, zijn er mogelijkheden om een tolk van buiten het complex in te vliegen en zijn daar afspraken over gemaakt?

Het personeel wordt onderwezen in het Noorse penitentiaire recht. Zitten bij die trainingen ook een cursus Engels voor hen die dat nodig hebben?

De leden van de PvdA-fractie merken op dat als een Noorse gedetineerde zich schuldig maakt aan een misdrijf tijdens zijn detentie in Nederland, het Nederlandse recht op dit misdrijf van toepassing zal zijn. In het verdrag zijn hierover afspraken gemaakt. Hoe verhoudt het strafproces van de Noorse gedetineerde naar aanleiding van het gepleegde misdrijf in Nederland zich tot de nog uit te zitten straf waarvoor de Noorse gedetineerde in Nederland was? Op welk moment en waar zal de opgelegde straf volgens het Nederlandse recht worden uitgezeten?

Tot slot willen de leden van de PvdA-fractie informeren naar de vier levenslanggestraften die nog in Veenhuizen zitten of zaten. Op welke manier hebben deze vier levenslanggestraften een nieuwe plek gekregen? Als de overplaatsing nog niet geregeld is, op welke termijn zal dit geregeld worden?

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel, maar hebben wel veel vragen en opmerkingen. Deze leden zijn benieuwd of de Noorse regering verwacht dat de wachtlijsten zijn weggewerkt. Is hier inmiddels ook meer duidelijkheid over als het gaat om België? Dit in verband met de verhuur van PI Tilburg. Kan nogmaals worden bevestigd dat zowel PI Norgerhaven als PI Tilburg na het opzeggen van de verdragen met beide landen niet gesloten zullen worden? Met de terbeschikkingstelling van Norgerhaven aan de Noren zullen de Nederlandse gedetineerden verplaatst moeten worden. Kan worden aangegeven waar de verschillende gedetineerden worden geplaatst? Per wanneer zal dat gebeuren? Zijn de inrichtingen waar zij terechtkomen hier al op voorbereid? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet, per wanneer dan wel en hoe zal dat gebeuren?

De leden van de SP-fractie vinden het nog steeds onduidelijk wat voor gedetineerden er door de Noorse autoriteiten in Norgerhaven geplaatst (kunnen) gaan worden. In ieder geval geen vreemdelingen die ongewenst zijn verklaard in Nederland of om een andere reden niet op ons grondgebied mogen worden toegelaten. Deze leden hechten veel waarde aan goede resocialisatie. Niet alleen van Nederlandse gedetineerden, maar ook die van andere landen. Kan de regering aangeven of gedetineerden alleen in Norgerhaven mogen worden geplaatst indien zij ook in Noorwegen (nog) niet in aanmerking zouden komen voor verlof of andere resocialisatietrajecten? Dat vinden voornoemde leden namelijk van groot belang. Tevens zijn zij benieuwd hoe het contact met familie, vrienden en raadsmannen plaatsvindt. In hoeverre worden familie en vrienden geholpen bij het bezoeken van de gedetineerden? Wordt verwacht dat zij voor detentiebezoeken meer geld moeten uitgeven? In hoeverre zullen zij hun bezoeken moeten staken?

De leden van de SP-fractie vragen of er een maximale en een minimale periode is waarin een Noorse crimineel in Norgerhaven gedetineerd mag zijn. Zij dienen in ieder geval twee maanden voor het einde van hun straf terug te keren naar Noorwegen. Is dit lang genoeg om voorbereid te kunnen terugkeren in de maatschappij? Op welke manier vindt resocialisatie en dus ook recidivebestrijding plaats? Is het normaal in Noorwegen dat resocialisatietrajecten pas starten twee maanden voor de vrijlating? Graag ontvangen deze leden hierop een uitgebreide toelichting.

Ook zijn de leden van de SP-fractie benieuwd hoe er om zal worden gegaan met eventuele taalbarrières tussen Noorse leidinggevenden, Nederlandse penitentiaire medewerkers en Noorse gevangenen.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de kritiek van het College voor de Rechten van Mens. Zij willen naar aanleiding hiervan weten of er geen strijd optreedt met het Facultatief Protocol bij het VN-verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, met name op het op het punt dat Nederland verplicht is toezicht te houden op detentieomstandigheden op eigen grondgebied. Hoe zal Nederland kunnen voldoen aan deze internationale verplichting? Is er een mogelijkheid dat ze hierin optrekken met de Noorse inspectie?

Kan worden gereageerd op de vraag hoe wordt geregeld dat er in lijn met hetzelfde Verdrag een toezichthouder komt zoals de commissie van toezicht, die zich bezighoudt met onder andere de klachtenafhandeling en contact met gedetineerden en medewerkers?

Voornoemde leden vragen verder hoe het exporteren van gevangenen zich verhoudt tot het recht van een staat mensen op haar grondgebied gevangen te zetten? In hoeverre was Tilburg niet bedoeld als uitzondering en dreigt er nu een regel te ontstaan dat staten bij elkaar gevangenen kunnen stallen? Waar ligt volgens de regering hierin de grens? Hoe groot is het risico dat het Europees Hof voor Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg hierover negatief zal kunnen oordelen? Wordt staten die zelf onvoldoende zorg dragen voor adequate gevangenenopvang op deze wijze een niet al te gemakkelijke vluchtweg geboden?

Begrijpen de leden van de SP-fractie dat de regering overblijvende gevangeniscapaciteit aanbiedt die in ieder geval deels is ontstaan door het meer inzetten van meerpersoonscellen en door het meer inzetten van alternatieve straffen, zoals taakstraffen en voorwaardelijke straffen? Kan dit niet tot perverse prikkels leiden? Dus dat het lucratief wordt om gevangeniscapaciteit te verhuren door het niet of onvoldoende respecteren van rechten van eigen gevangenen en eigen gevangenispersoneel door steeds meer mensen op één cel te zetten?

De leden van de SP-fractie vragen wat er waar is van mededelingen van de voormalige Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, dat er ook onderhandeld werd met Zwitserland. Kan Nederland onder omstandigheden ook eigen gevangenen in enig ander land onderbrengen? Wat als er een verzoek komt van een land waar het gevangenisregime beduidend soberder en harder is dan het Nederlandse regime, zoals Polen en Roemenië? Wat vind de regering ervan als Duitsland eigen gevangenen zou gaan onderbrengen in Polen of Roemenië? Kortom, waar ligt de grens?

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Zij hebben daarover nog enkele vragen.

Naar aanleiding van de overeenkomst met de Belgische regering inzake de penitentiaire inrichting Tilburg vragen de leden van de CDA-fractie de regering of al meer bekend is over de duur van de looptijd van deze overeenkomst en dientengevolge voor de toekomstperspectieven voor de betrokken medewerkers.

De leden van de CDA-fractie vragen wat de belangrijkste ervaringen met betrekking tot veiligheidssituaties en/of aansprakelijkheidsgeschillen ten aanzien van de overplaatsing van Belgische gedetineerden naar Nederlands grondgebied zijn die (mogelijk) geleid hebben tot een aanpassing hiertoe in het verdrag met Noorwegen. Deze leden vragen ook of zich met betrekking tot de plaatsing van Belgische gedetineerden in Tilburg noemenswaardige incidenten hebben voorgedaan in de afgelopen jaren, die te herleiden zijn tot verschillen tussen Nederland en België ten aanzien van de rechtspraktijk en/of relevante regelgeving tussen beide landen.

De leden van de CDA-fractie vragen de regering of zij de stellingname dat de dalende tendens in de vraag naar detentiecapaciteit ook nog met andere redenen kan onderbouwen dan enkel te noemen de veronderstelde sterk dalende criminaliteit in Nederland.

De leden van de CDA-fractie vragen waarom de plaatsing in Norgerhaven van vreemdelingen zonder verblijfsrecht in het verdrag niet categorisch is uitgesloten, gelet op de mogelijke complicaties die in Nederland kunnen optreden bij bijvoorbeeld een ontsnapping. Deelt de regering de mening dat ook al is dit met de PI in Tilburg niet gebeurd, dit wel een aandachtspunt is? Eenzelfde aandacht vragen deze leden voor mogelijke verzoeken van vreemdelingen om internationale bescherming. Acht de regering de mogelijkheid hiertoe reëel en hoe kunnen complicaties op dit vlak het beste worden vermeden, ook qua juridische vormgeving van de afspraken met Noorwegen?

De leden van de CDA-fractie vragen of de regering kennis heeft genomen van de aandachtspunten die het College voor de Rechten van de Mens op 3 april 2015 aan de Tweede Kamer heeft doen toekomen ten aanzien van onderhavig wetsvoorstel. Indien dat (nog) niet het geval is geweest, vragen zij de regering hierover contact op te nemen met het College. Het College vraagt aandacht voor het monitoren van detentieomstandigheden door het Nederlandse en/of Noorse «Nationaal Preventie Mechanisme», een commissie van toezicht van Nederlandse/Noorse makelij en de waarborging van het recht op family life, voor gedetineerden krachtens de bepalingen hierover onder meer in het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM). Voornoemde leden vragen de regering afzonderlijk op te deze punten te reageren.

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben hierbij nog enkele vragen.

De leden van de PVV-fractie lezen dat door het beschikbaar stellen van Nederlandse detentiecapaciteit aan Noorwegen de werkgelegenheid in het Nederlandse gevangeniswezen behouden blijft. Om hoeveel fte gaat het? Ook lezen deze leden dat het bedrag dat Noorwegen betaalt kostendekkend is. Kan deze kostendekking nader uiteengezet worden?

Klopt het dat de Nederlandse staat de kosten draagt voor het vliegvervoer van Noorse gedetineerden naar Noorwegen indien zij aldaar bijvoorbeeld gehoord worden, terwijl Noorwegen verantwoordelijk is voor de uitvoer het vliegvervoer? Zo ja, hoe hoog worden deze kosten geschat?

De leden van de PVV-fractie lezen dat vervoer van de Noorse gedetineerden over Nederlands grondgebied zal worden uitgevoerd door ambtenaren van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O). Ook lezen deze leden dat de toepasselijke Noorse penitentiaire wetgeving voorziet in de bevoegdheid geweld en dwangmiddelen te gebruiken en dat deze bevoegdheid valt onder de verantwoordelijkheid van de Noorse directeur. Wie neemt de beslissing om aan Noorse gedetineerden al dan niet vrijheidsbeperkende middelen op te leggen gedurende het vervoer van gedetineerden. Is dat de ambtenaar van DV&O, het Nederlands personeel van PI Veenhuizen of de Noorse directie van Norgerhaven?

Klopt het dat indien een gedetineerde ontsnapt of een poging hiertoe doet hij alleen aangehouden mag worden op Nederlands grondgebied indien er sprake is van visueel contact tussen een Nederlands personeelslid en de betreffende Noorse gedetineerde? Klopt het dat in dat geval de nationaliteit van de gedetineerde prevaleert boven het territoriumbeginsel? Zo ja, wat gaat u eraan doen om dit te veranderen?

Waarom is in het verdrag niet voorzien in een titel om Noorse gedetineerden tegen hun wil in terug te brengen naar Norgerhaven in geval van een ontvluchting?

Klopt het dat de Noorse gevangenen geen verblijfsstatus hebben? Kan worden aangegeven hoeveel van deze gedetineerden naast de Noorse nationaliteit ook een andere nationaliteit hebben?

De leden van de PVV-fractie lezen dat Noorse gedetineerden eerste enige tijd in een Noorse gevangenis hebben gebleven voordat zij naar Nederland komen. Wat kan worden verstaan onder «enige tijd» en om wat voor soort gedetineerden gaat het? Voor welke strafbare feiten zijn deze gedetineerden in Noorwegen veroordeeld?

De leden van de PVV-fractie vragen of de Noorse directie tevens verantwoordelijk is voor het Nederlandse personeel in Norgerhaven of uitsluitend voor de Noorse gedetineerden. Klopt het dat overeenkomstig de situatie in PI Tilburg in Norgerhaven sprake zal zijn van zowel een Nederlandse directie als een Noorse directie?

Wat kan worden verstaan onder een «vergelijkbare beveiligingscategorie»? Wat kan worden verstaan onder een «vergelijkbaar niveau van bescherming van persoonsgegevens»?

Klopt het dat in het geval van klachten van Noorse gedetineerden betreffende het medisch handelen van een medische zorgverlener het klachtrecht zoals neergelegd in Hoofdstuk XI van de Penitentiaire beginselenwet van toepassing is?

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij hebben hierover enkele vragen.

In belangrijke mate is in dit Verdrag aangesloten bij het Verdrag met België, met enkele aanpassingen. De leden van de SGP-fractie vragen allereerst in hoeverre er sprake is van een evaluatie van de uitvoering van het Verdrag met België. Heeft de toepassing van Belgisch recht in Nederland nog problemen opgeleverd in de uitvoering? Zijn er voorbeelden bekend van andere Europese landen waar cellen gebruikt worden door andere landen? Wat zijn daarbij de ervaringen?

In de toelichting wordt aangegeven dat er in Noorwegen een cellentekort is en dat dit mede wordt veroorzaakt door renovatie. Deze leden vragen of een nadere duiding kan worden gegeven van de achtergrond van dit Verdrag. Is er in Noorwegen sprake van minder celcapaciteit per hoofd van de bevolking of is er sprake van meer onveiligheid of hogere straffen?

Noors recht is van toepassing, maar voor bijvoorbeeld het personeel geldt het Nederlands recht. De leden van de SGP-fractie vragen of kan worden aangegeven of hier sprake zal kunnen zijn van strijdigheid. Met name zou dit op kunnen treden als er sprake is van overtredingen van het gevangenisregime door de gedetineerden. Geldt in dat soort gevallen alleen het Nederlandse recht?

Volgens de regering is het bedrag dat Noorwegen betaalt, kostendekkend. De leden van de SGP-fractie vragen welke kosten dan precies meegerekend worden. Gaat dat ook om de onderhouds- en instandhoudingskosten van de gevangenis? Ook het volledige personeel? Draagt Nederland op geen enkele wijze bij in de kosten van de instandhouding van deze gevangenis?

Een van de specifieke punten die genoemd worden is de mogelijkheid om gebruik te maken van het Noorse dagprogramma. Kan worden aangegeven op welke punten dit programma verschilt met het programma in Nederlandse gevangenissen? Zijn deze programma’s gelijkwaardig?

Er komt een Noorse directie, terwijl de rest van het personeel van Nederlandse herkomst is. De leden van de SGP-fractie vragen in hoeverre dit bij de uitvoering van bijvoorbeeld interne straffen of in de onderlinge personeelsverhoudingen problemen op zal kunnen leveren. Is in al die gevallen precies duidelijk welk recht van toepassing is? Is bijvoorbeeld een beleid rond belonen en straffen onderdeel van het Noorse recht, omdat er sprake is van de uitvoering van de straffen of dient hierbij het Nederlandse recht gehanteerd te worden, omdat er sprake is van het begaan van strafbare feiten binnen de instelling? Is de scheiding altijd duidelijk te maken, ook al is er sprake van vergelijkbare penitentiaire beginselen?

II. ARTIKELSGEWIJS

Artikel 3

De leden van de CDA-fractie vragen in hoeverre Noorwegen conform de samenwerkingsovereenkomst gehouden is gebruik te maken van Nederlandse aanbieders ten aanzien van kosten van vervoer van gedetineerden alsmede kosten van medische zorg op Nederlands grondgebied.

Artikel 8

De leden van de CDA-fractie vragen of de Noorse gevangenen enige tijd van hun opgelegde straf hebben moeten uitgezeten in een Noorse gevangenis of dat zij daartoe alleen enige tijd hebben moeten verblijven enkel ter controle van hun gezondheidstoestand. Indien dat laatste het geval is, vragen deze leden in hoeverre zicht is op risicovol gedrag van Noorse gedetineerden op grond waarvan zij niet in aanmerking zou moeten komen voor plaatsing in Norgerhaven.

Artikel 9

De leden van de CDA-fractie vragen de regering in te gaan op verlofaanvragen die betrekking hebben op een verzoek om op Nederlands grondgebied te mogen verblijven. Te denken valt aan een verlofwens van Noorse gedetineerden om een bijzondere gelegenheid zoals uitvaart of crematie bij te wonen van familieleden (met bijvoorbeeld zowel de Nederlandse als Noorse nationaliteit) op Nederlands grondgebied. Indien deze mogelijkheid tot verlof op Nederlands grondgebied bestaat, vragen deze leden naar de aansprakelijkheid van de Nederlandse staat en haar ambtenaren ten aanzien van mogelijke complicaties (schade aanrichten, ontsnapping etc.) die kunnen optreden tijdens een dergelijk verlof.

Artikel 10

De leden van de SP-fractie constateren dat op klachten en rechtsvorderingen van gedetineerden het Noorse recht van toepassing blijft. In hoeverre is adequate rechtsbijstand hierbij gewaarborgd?

Artikel 11

De leden van de CDA-fractie vragen de regering in te gaan op de reikwijdte van de verantwoordelijkheid en dientengevolge de aansprakelijkheid ten aanzien van Nederlandse ambtenaren van de DV&O bij de begeleiding van de Noorse gedetineerden. Zijn zij verantwoordelijk tot aan het opstijgen van het vliegtuig of wordt de verantwoordelijkheid overgedragen aan de Noorse collega’s bij aankomst op de Nederlandse luchthaven?

De leden van de CDA-fractie vragen naar reikwijdte van de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de Nederlandse staat wanneer zich tijdens de vlucht van en naar Noorwegen calamiteiten voordoen, al niet dan niet veroorzaakt door Noorse gedetineerden.

Artikel 12

De leden van de SP-fractie lezen dat Noorwegen geen zieke gedetineerden overplaatst of deze terugneemt indien mogelijk. Overigens niet waar het gaat om gedetineerden die naar verwachting korte tijd ziek zijn, zoals bij bijvoorbeeld een botbreuk. Wat als een gedetineerde tijdens detentie ziek wordt en als Nederlandse gedetineerde bijvoorbeeld in een penitentiair psychiatrisch centrum geplaatst zou worden? Wordt hij ook teruggeleid naar Noorwegen, als overbrenging verantwoord is? En als het ernaar uitziet dat overbrenging nog steeds niet medisch verantwoord is indien de straf (bijna) is afgelopen? Kan de regering haar antwoord uitgebreid toelichten?

Deze leden willen ook weten of een zieke gedetineerde die uiteindelijk is overgebracht bij genezing niet alsnog teruggestuurd kan worden naar Norgerhaven wegens plaatsgebrek in Noorwegen. Teveel verhuisbewegingen moet wat voornoemde leden betreft zoveel mogelijk voorkomen worden.

De leden van de CDA-fractie vragen naar de reikwijdte van de aansprakelijkheid van (Nederlandse) medische centra die Noorse gedetineerden noodgedwongen dienen te behandelen. Indien deze gedetineerden menen onheus te zijn behandeld en/of complicaties te hebben opgelopen waaruit aansprakelijkheid voortvloeit, kunnen zij zich dan tot de Nederlandse rechter wenden of uitsluitend naar Noors recht een klachtenprocedure/rechtsgang starten? Vice versa vragen deze leden ook naar de situatie dat medische centra juridische stappen willen ondernemen tegen de Noorse gedetineerden, los van de mogelijkheid voor de Noorse directeur van Norgerhaven om disciplinaire stappen te nemen tegen gedetineerden die zich tijdens het verblijf in een Nederlands medisch centrum misdragen.

Artikel 13

De leden van de CDA-fractie vragen of een signalering van de Noorse autoriteiten in het Schengen-informatiesysteem dat een Noorse gedetineerden een in Nederland strafbaar feit heeft gepleit, noodzakelijk is om hem tegen zijn wil over te brengen naar Noorwegen. Indien dit juist is vragen deze leden hoe bewerkstelligd wordt dan deze informatie altijd en zo snel mogelijk wordt verwerkt in het systeem. De regering geeft aan dat dit enige tijd kan duren. Deelt de regering de mening dat snelheid hierbij geboden is, teneinde te voorkomen dat de Nederlandse politie de gedetineerden bijvoorbeeld niet langer vast mag houden volgens de wettelijke termijn en de gedetineerde zich op vrije voeten bevindt in Nederland? Zijn er nog andere (juridische) mogelijkheden voor de Nederlandse politie om de gedetineerde toch tegen zijn wil in vast te houden, bijvoorbeeld tot aan het moment dat zekerheid is verkregen dat de Noorse autoriteiten de informatie hebben gezien en verwerkt in het informatiesysteem?

De leden van de CDA-fractie vragen welke verplichting voor de Nederlandse overheid bestaat om bij aanhouding in Nederland van een Noorse gedetineerde te voorzien in rechtsbijstand middels een raadsman en dientengevolge ook aanspraak gemaakt kan worden op gesubsidieerde rechtsbijstand naar Nederlandse recht.

Artikel 21

De leden van de SP-fractie begrijpen dat de Nederlandse inspectie geen toegang kan hebben tot Norgerhaven, omdat de tenuitvoerlegging van straffen onder Noors recht plaatsvindt. In hoeverre zal er dan wel een Noorse inspectie plaats (kunnen) vinden?

De leden van de CDA-fractie vragen de regering in hoeverre de regel geldt dat Nederlandse inspecties en autoriteiten niet bevoegd zijn het terrein van Norgerhaven te betreden en daar werkzaamheden uit te voeren in geval weliswaar geen sprake is van calamiteiten, maar wel sterke aanwijzingen plaatsvinden dat (al dan niet met medeweten van de directie) ongeoorloofde activiteiten plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld handel in wapens en drugsgebruik.

De leden van de CDA-fractie vragen of het de Nederlandse pers alsmede andere belangstellenden vrij staat contact op te nemen met de directie van Norgerhaven om informatie op te vragen dan wel een bezoek en/of rondleidingen overeen te komen. Deze leden vragen ook naar bereidheid van de Noorse regering om transparant te communiceren over het reilen en zeilen binnen de inrichting. Deze leden vragen ook welke juridische route de directie dient af te leggen bij vermeende inbreuk op de onschendbaarheid van het terrein. Is dat naar Nederlands of naar Noors recht?

De leden van de CDA-fractie vragen ook of de Noorse directeur gehouden zal zijn richting de Noorse regering een jaarverslag uit te brengen, op de wijze waarop men verslaggeving over penitentiaire inrichtingen gebruikelijk is vorm te geven.

Artikelen 26 tot en met 29

De leden van de SP-fractie willen weten waarom Nederland zelf de kosten moet betalen van de externe beveiliging van de inrichting. Wat zijn daar de geschatte kosten van? Begrijpen deze leden het goed dat Noorwegen zelf betaalt voor de transporten van hun gedetineerden van en naar Noorwegen en dat Nederland zelf de kosten betaalt van het vervoer op Nederland grondgebied? Zo nee, hoe zit het dan wel? Wat zullen de geschatte kosten zijn voor de Nederlandse staat?

Artikel 36

De leden van de CDA-fractie vragen de regering naar de mogelijkheid voor de Nederlandse regering om ingeval van veronderstelde grove schending van gemaakte afspraken, bijvoorbeeld over de wijze waarop de inrichting wordt geleid en/of andere onvoorziene situaties die de samenwerking onherstelbaar beschadigen, het verdrag eenzijdig en per onmiddellijke ingang op te zeggen en de maatregelen te nemen ten aanzien van Norgerhaven die zij daartoe noodzakelijk acht.

De voorzitter van de commissie, Ypma

De griffier van de commissie, Hessing-Puts