Kamerstuk 34146-8

Verslag van een schriftelijk overleg over de nieuwe regeling Beleggen en Belenen

Dossier: Wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het aanbrengen van enkele inhoudelijke wijzigingen van diverse aard

Gepubliceerd: 11 november 2015
Indiener(s): Agnes Wolbert (PvdA)
Onderwerpen: onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34146-8.html
ID: 34146-8

Nr. 8 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 11 november 2015

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de brief van 9 juli 2015 over de Nieuwe regeling Beleggen en Belenen (Kamerstuk 34 146, nr. 7).

De vragen en opmerkingen zijn op 17 september 2015 aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voorgelegd. Bij brief van 10 november 2015 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Wolbert

Adjunct-griffier van de commissie, Bosnjakovic

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling ervan kennisgenomen dat de regeling Beleggen en Belenen nu wordt uitgewerkt, waarbij inwerkingtreding van deze nieuwe regeling wordt voorzien per 1 januari 2016. Kan de Minister specificeren op welke punten zij in deze nieuwe regeling nadere consequenties verbindt aan de lessen die zij trekt uit de manier waarop ROC1 Leiden dit jaar door falend toezicht en bestuur financieel in grote problemen bleek te zijn geraakt, zo vragen de leden.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het bericht van de Minister dat de regeling Beleggen en Belenen per 1 januari 2016 inwerking zal treden. Krijgt de Kamer deze regeling te zien alvorens deze in werking treedt, zo vragen deze leden.

De leden merken op dat er een onderzoek is aangekondigd naar schatkistbankieren in het onderwijs, en dat hiervan de resultaten voor de zomer van 2016 worden verwacht. Neemt schatkistbankieren een plek in deze regeling in en hoe worden de resultaten van het onderzoek dan opgenomen in de regeling, zo willen deze leden weten. Voorts horen deze leden graag wat op dit moment de stand van zaken is met schatkistbankieren. Voor hoeveel en welke leningen staat het ministerie garant, en wat is de totale omvang van die leningen? Wat zijn de kansen en risico’s hierbij, zo vragen de leden.

II Reactie van de Minister

De leden van de PvdA-fractie vragen op welke wijze in de nieuwe regeling Beleggen en Belenen wordt voorkomen dat een onderwijsinstelling in financiële problemen raakt, vergelijkbaar met de situatie van ROC Leiden.

Zoals de PvdA-fractie ook meldt, zijn de problemen bij ROC Leiden ontstaan door interne oorzaken bij het ROC Leiden. Een (nieuwe) regeling Beleggen en Belenen geeft kaders aan waarbinnen een instelling kan opereren voor wat betreft het aangaan van beleggingen en leningen.

Er is bekeken op welke manier de risico’s van ROC Leiden via de nieuwe regeling Beleggen en Belenen kunnen worden voorkomen. In de regeling wordt de financial lease constructie van het ROC Leiden niet toegestaan. Ik ben overigens van mening dat het beter is dat financiële problemen worden voorkomen door een goede werking van de raad van bestuur en de interne toezichthouder.

Naar aanleiding van de financiële problemen uit het verleden heeft het Ministerie van Financiën de kaders verduidelijkt waarbinnen derivaten kunnen worden aangegaan. Dit beleidskader Derivaten van het Ministerie van Financiën is nu verwerkt in de nieuwe regeling Beleggen en Belenen. Tevens is de rol van de toezichthouder in de regeling expliciet gemaakt.

De uitvoering van de rol van de interne toezichthouder en het bestuur kan niet door een dergelijke regeling worden ondervangen. Naar aanleiding van financiële problemen mede als gevolg van derivaten heeft de commissie Halsema in 2013 gemeld dat bestuurders zelf hun verantwoordelijkheid moeten nemen, bijvoorbeeld in sectorale codes. Het is daarbij belangrijk dat integer gedrag door bestuurders wordt verinnerlijkt. Financiële problemen worden dus niet zozeer ondervangen door meer regels, maar door integriteit en het moreel kompas van bestuurders.

In reactie op de vraag van de leden van de D66-fractie of zij de nieuwe regeling Beleggen en Belenen kunnen zien voordat deze in werking treedt, meld ik dat de planning om de regeling per 1 januari 2016 in te kunnen laten gaan krap is. Na de laatste afstemming met de onderwijssectoren zal de regeling in de Staatscourant (uiterlijk begin december) worden gepubliceerd. Ik zal de regeling dan ook naar de Kamer sturen, zodat de Kamer kennis kan nemen van de nieuwe regeling voordat deze in werking treedt.

In dit kader kan ik de Kamer melden dat de concept-regeling ook in een eerder stadium is afgestemd met de onderwijssectoren (po raad, vo raad, mbo raad, Vereniging Hogescholen en de VSNU) om na te gaan of de nieuwe regeling werkbaar is. De reacties van de onderwijssectoren zijn in de uiteindelijke regeling verwerkt.

Naar aanleiding van de vragen van de D66-fractie over het schatkistbankieren meld ik de Kamer dat er een scheiding is tussen:

  • de instellingen die schatkistbankieren en

  • de instellingen die zich moeten houden aan de regeling Beleggen en Belenen.

Als een instelling bij de schatkist bankiert, vallen alle financiële middelen onder de (risicoarme, dan wel risicoloze) schatkist en zijn er geen regels nodig met betrekking tot het beleggen of lenen. Dit gaat immers via de schatkist.

Als een instelling niet bij de schatkist bankiert moet deze instelling zich houden aan de regeling Beleggen en Belenen om te voorkomen dat de instelling risicovolle beleggingen of leningen aan gaat. Het interdepartementale onderzoek naar schatkistbankieren heeft daarom geen directe invloed op de regeling Beleggen en Belenen.

Er zijn momenteel ongeveer 90 instellingen die bij de schatkist lenen. Daarnaast is er ook een beperkt aantal instellingen die niet bij de schatkist lenen en alleen hun positieve saldo bij de schatkist hebben ondergebracht.

  • Het Ministerie van OCW staat garant voor bijna € 1,6 mld. aan leningen, waarop sinds 2005 bijna € 400 mln. is afgelost.

    • Op het totaal van deze leningen zit voor ongeveer € 120 mln. een gemeentegarantie. Dit betreft leningen in het primair en voortgezet onderwijs, omdat in deze sectoren de gemeente verantwoordelijk is voor de onderwijshuisvesting.

    • Daarnaast zijn er voor een bedrag van ongeveer € 1,45 mld. aan hypothecaire leningen door onderwijsinstellingen aangegaan.

  • Daarnaast staat OCW garant voor ruim € 0,5 mld. aan rekening courantkrediet bij onderwijsinstellingen.

Door de gemeentegarantie voor het primair en voortgezet onderwijs en het hypothecaire onderpand voor het mbo, hbo en de universiteiten, hebben instellingen de mogelijkheid om bij de schatkist te lenen, onder gelijktijdige beperking van de risico’s voor OCW.