Gepubliceerd: 15 april 2015
Indiener(s): Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen: bestuur organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34106-7.html
ID: 34106-7
Origineel: 34106-2

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 15 april 2015

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel IA

Indien het bij koninklijke boodschap van 12 januari 2015 ingediende voorstel van wet houdende regels over het hergebruik van overheidsinformatie (Wet hergebruik van overheidsinformatie)(Kamerstukken 34 123), tot wet is of wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:

1. Na artikel 4 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 4a Uitzondering dwangsom bij niet tijdig beslissen

Paragraaf 4.1.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op besluiten op grond van deze wet en op beslissingen op bezwaar tegen deze besluiten.

Artikel 4b Bijzondere regeling bestuursrechter

1. In geval van een gegrond beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit op grond van deze wet of een beslissing op bezwaar tegen een dergelijk besluit waarbij nog geen besluit is bekendgemaakt, bepaalt de bestuursrechter, indien de omvang van het verzoek hiertoe aanleiding geeft, in afwijking van artikel 8:55d, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht de termijn waarbinnen het bestuursorgaan alsnog een besluit bekendmaakt.

2. Indien de bestuursrechter oordeelt dat het niet tijdig nemen van een besluit kennelijk het gevolg is van de wijze van indiening van het verzoek en nog geen besluit is bekendgemaakt, bepaalt de bestuursrechter, indien het verzoek hiertoe aanleiding geeft, in afwijking van artikel 8:55d, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht een langere termijn waarbinnen het bestuursorgaan alsnog een besluit bekendmaakt.

3. De bestuursrechter kan artikel 8:74, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht buiten toepassing laten en een proceskostenveroordeling op grond van artikel 8:75, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht achterwege laten, indien de indiener van het beroepschrift, gelet op de omvang van het verzoek, onvoldoende heeft meegewerkt aan het bereiken van overeenstemming over:

a. een opschorting van de beslistermijn als bedoeld in artikel 4:15, tweede lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht, of

b. verder uitstel van de beslistermijn als bedoeld in artikel 7:10, vierde lid, onderdeel a of b, van de Algemene wet bestuursrecht.

4. De bestuursrechter kan eveneens artikel 8:74, eerste lid, van de Algemene wetbestuursrecht buiten toepassing laten en een proceskostenveroordeling op grond van artikel 8:75, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht achterwege laten, indien hij oordeelt dat het niet tijdig nemen van een besluit kennelijk het gevolg is van de wijze van indiening van het verzoek.

2. Artikel 15 komt te luiden:

Artikel 15 Inwerkingtreding

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Toelichting

In het voorgestelde artikel IA wordt de samenloop geregeld tussen onderhavig wetsvoorstel en het bij koninklijke boodschap van 12 januari 2015 ingediende voorstel van wet houdende regels over het hergebruik van overheidsinformatie (Wet hergebruik van overheidsinformatie)(Kamerstukken 34 123).

Het onderhavige wetsvoorstel geeft maatregelen ter voorkoming van misbruik die zowel betrekking hebben op verzoeken om informatie op grond van artikel 3 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) als op verzoeken om hergebruik van informatie op grond van artikel 11b van de Wob. In het wetsvoorstel houdende regels over hergebruik van overheidsinformatie wordt echter voorgesteld om de bepalingen omtrent hergebruik uit de Wob te schrappen en in een afzonderlijke wet neer te leggen. Indien dat voorstel tot wet wordt verheven, voor of na een inwerkingtreding van het onderhavige voorstel, moeten de «antimisbruikmaatregelen» uit het onderhavige voorstel onverkort van toepassing worden op verzoeken om hergebruik. Deze nota van wijziging dient daartoe. Een en ander is overeenkomstig de aankondiging in de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel hergebruik van overheidsinformatie.1

De onderdelen van de Wet hergebruik van overheidsinformatie waarin de antimisbruikmaatregelen worden opgenomen, moeten in werking kunnen treden op een moment waarop ook de onderhavige wet ingaat, onafhankelijk van de andere onderdelen van de Wet hergebruik, die immers aan een implementatiedatum zijn gebonden. Daarom wordt de inwerkingtredingsbepaling van het wetsvoorstel hergebruik van overheidsinformatie aangepast.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties R.H.A. Plasterk