Kamerstuk 34086-26

Amendement van het lid Van der Staaij c.s. ter vervanging van nr. 13 over vervroegde vrijlating in verband met een tekort aan plaatsen in penitentiaire inrichtingen

Dossier: Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met een herziening van de wettelijke regeling van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen (Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen)

Gepubliceerd: 27 september 2016
Indiener(s): Lilian Helder (PVV), Kees van der Staaij (SGP), Roelof Bisschop (SGP)
Onderwerpen: recht strafrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34086-26.html
ID: 34086-26

86,0 %
14,0 %

PvdD

Van Vliet

CU

GrKÖ

PVV

VVD

GL

SP

50PLUS

D66

SGP

PvdA

Klein

CDA

GrBvK

Houwers


Nr. 26 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STAAIJ C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 131

Ontvangen 27 september 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel QQ, vervalt artikel 6:2:14.

Toelichting

De regeling van het voorgestelde artikel 6:2:14 maakt het mogelijk om in verband met een tekort aan plaatsen voor de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen of vrijheidsbenemende maatregelen in penitentiaire inrichtingen gedurende zes maanden of, na voortzetting van de regeling door de Minister van Veiligheid en Justitie, zelfs een jaar gedetineerden tot maximaal drie maanden eerder vrij te laten dan waarop op basis van de regeling voor voorwaardelijke invrijheidsstelling recht bestaat. De indieners zijn van mening dat een dergelijke vervroegde vrijlating niet gewenst is, omdat het afbreuk doet aan de door de rechter opgelegde straffen en het vertrouwen in de rechtspraak. In een dergelijke situatie dient gezorgd te worden voor een alternatieve oplossing voor het capaciteitsprobleem. Vervroegde vrijlating is als oplossing niet gewenst.

Van der Staaij Bisschop Helder