Kamerstuk 34000-V-78

Inzet Nederland voor de OESO Ministerial Council Meeting van 3 en 4 juni 2015

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2015

Gepubliceerd: 29 mei 2015
Indiener(s): Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD), Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34000-V-78.html
ID: 34000-V-78

Nr. 781 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 mei 2015

Op 3 en 4 juni 2015 vindt de jaarlijkse OESO Ministerial Council Meeting (MCM) plaats. In de brief van 30 maart (Kamerstuk 34 000 V, nr. 63) bent u geïnformeerd over deze bijeenkomst. Hierbij sturen wij u, zoals in de eerdere brief aangekondigd, de Nederlandse inzet op de verschillende onderwerpen die besproken zullen worden.

OESO ministeriële bijeenkomst 2015

Tijdens de MCM wordt richting gegeven aan de werkzaamheden van de OESO door de onderwerpen waar de OESO aan werkt op politiek niveau te bespreken. Nederland is gekozen als voorzitter van deze bijeenkomst, met Frankrijk, Tsjechië en Zuid-Korea als vicevoorzitters. De Minister-President en de ministers van EZ, BHOS en I&M zullen aanwezig zijn.

Nederland heeft zich sterk gemaakt voor een vernieuwende en interactieve bijeenkomst, gericht op het hoofdthema investeringen. Investeringen vormen een belangrijke motor voor zowel economische groei op korte termijn als voor het verdienvermogen op lange termijn. Uit het discussiepaper dat het CPB op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken voor de MCM heeft gepubliceerd blijkt dat het investeringsvolume in de OESO landen nu gemiddeld 5,5% lager ligt dan voor de crisis, voornamelijk als gevolg van lagere bedrijfsinvesteringen en minder woningbouw.2 Om van een langdurige periode van voorzichtig herstel over te gaan naar bestendige groei is het aanwakkeren van investeringen noodzakelijk. De titel van de MCM luidt dan ook «Unlocking investment for sustainable growth and jobs».

Tijdens de bijeenkomst zal Nederland zich door middel van Holland Branding profileren als innovatief land dat unieke oplossingen biedt voor mondiale uitdagingen. Daarvoor is het thema «The Netherlands: Sustainable Urban Delta – model for future growth» gekozen.

Als voorzitter heeft Nederland geen bijzondere rol bij het nemen van besluiten in de OESO. Dat gaat als altijd op basis van consensus.

Agenda

Hieronder volgt een korte beschrijving van de belangrijkste agendapunten met daarbij de inzet van Nederland.

1. Economic outlook

Na de opening van de Minister-President wordt de Economic Outlook door de secretaris-generaal en de Chief Economist van de OESO gepresenteerd. Hierin worden de macro-economische ramingen voor 2015 en 2016 van de OESO opgenomen. De ramingen geven inzicht in de economische ontwikkelingen in de wereld en geven gedetailleerde economische vooruitzichten van alle OESO-landen. De Economic Outlook zal vanwege de MCM in het bijzonder aandacht besteden aan de ontwikkeling van investeringen. Deze analyse is de basis van de overige discussies tijdens de MCM.

2. Unlocking Growth: the role of investment, innovation and business climate

Na de presentatie van de Economic Outlook vindt er een scenariodiscussie plaats. Hier wordt aan de hand van verschillende scenario’s over de toekomst van de wereldeconomie gesproken over de uitdagingen rond het aanjagen van investeringen.

Vervolgens zal men zich in buigen over de vraag hoe investeringen, innovatie en een gunstig ondernemersklimaat duurzame en inclusieve groei, kunnen aanjagen, werkgelegenheid kunnen creëren en internationale samenwerking kunnen bevorderen om mondiale uitdagingen aan te pakken. De Minister van Economische Zaken zit deze sessie voor.

Het niveau van investeringen ligt in OESO landen lager dan voor de financiële crisis. Er wordt besproken wat de mogelijke belemmeringen zijn voor het herstel van de investeringen en wat overheden daaraan kunnen doen. Een goed investeringsklimaat is onontbeerlijk om investeringen te kunnen realiseren. Het belang van een open investeringsklimaat, de toegang van bedrijven tot financiering, en het terugdringen van belemmerende regulering komen aan de orde. Ook zal worden gesproken over de rol van publiek-private partnerschappen bij de totstandkoming van investeringen. Hierbij is tevens aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Bijvoorbeeld over de vraag hoe de OESO-richtlijnen voor MVO verder kunnen worden uitgedragen.

Uiteindelijk staat het aantrekken van investeringen niet op zichzelf, maar dient dat bepaalde doelen. Een van de doelen is het aanjagen van de productiviteitsontwikkeling ten behoeve van een hogere economische groei op lange termijn. Besproken zal worden hoe overheden het meest effectief private investeringen in innovatie kunnen stimuleren. Daarbij zal worden ingegaan op het belang van investeringen in knowledge-based capital en R&D en het moderniseren van het intellectuele eigendomsrechtensysteem. Daarnaast zal worden gesproken over hoe investeringen in vaardigheden niet alleen kunnen bijdragen aan de economische groei, maar ook aan het verminderen van de werkloosheid en ongelijkheid.

De onderwerpen die aan de orde komen spelen in het Nederlandse overheidsbeleid een belangrijke rol. Beleid gericht op investeringen moet gericht zijn op een blijvende bijdrage aan het groeivermogen van de economie. De centrale vraag daarbij is op welke wijze overheidsbeleid, bijvoorbeeld ten aanzien van de toegang tot financiering, private investeringen kan aanwakkeren.

De OESO wijst terecht op de ontwikkeling van productiviteit als de belangrijkste aanjager van de economische groei op lange termijn. Innovatie is daarbij van cruciaal belang. Nederland zal aandacht vragen voor het belang van publiek-private samenwerking, zoals de topsectorenaanpak, waarmee positieve ervaringen zijn opgedaan. Daarbij zal Nederland het belang benadrukken van publiek-private partnerschappen in het bijdragen aan innovatieve oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen.

Volgens Nederland zal in de discussie over regelgevende barrières een accent moeten liggen op de vraag hoe regelgeving, en de internationale coördinatie daarvan, ruimte kan bieden aan vernieuwing. Te vaak staan oude regelgevende kaders verdienmodellen nog in de weg, bijvoorbeeld bij de digitale economie. Juist op dit onderwerp is een internationale discussie van belang, omdat de digitale economie zich niet tot de landsgrenzen beperkt.

Onderzoek door de OESO toont aan dat vaardigheden van cruciaal belang zijn voor maatschappelijk succes. Niet alleen cognitieve vaardigheden, maar ook niet-cognitieve zijn van groot belang.3 In het onderwijs is toegenomen aandacht voor vaardigheden zichtbaar, onder meer als gevolg van de steeds intensievere samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Ook in de maatschappelijke dialoog over het curriculum in het funderend onderwijs nemen vaardigheden een belangrijke rol in. Het onderzoek van de OESO, plaatst de Nederlandse prestaties in internationaal perspectief en is ondersteunend bij het vormgeven van beleid.

3. Investing for a low-carbon economy – saving resources, green investment

Deze MCM wordt specifiek ingegaan op de vraag hoe investeringen kunnen bijdragen aan het behalen van de 2-graden doelstelling en de benodigde aanpassing aan klimaatverandering. Deze discussie moet worden bezien tegen de achtergrond van de COP21 top later dit jaar in Parijs. Bij de COP21 top en deze OESO bijeenkomst staan klimaatrelevant beleid en klimaatfinanciering centraal. De Minister van Infrastructuur en Milieu zit deze sessie voor.

De discussie over klimaatbeleid gaat onder andere over het verbeteren van belastingen, infrastructuur, transport- en elektriciteitsregulering om vergroening te stimuleren en klimaatweerbaarheid te vergroten. Het belang van een duidelijk langetermijnbeleid wordt onderschreven. Men zal bespreken welke beleidsmaatregelen nationaal en internationaal het meest effectief zijn, en hoe het beleid van de verschillende landen beter op elkaar kan worden afgestemd.

Alleen publieke middelen zijn ontoereikend om de klimaatdoelstellingen te realiseren, dus de vraag bij de discussie over klimaatfinanciering is hoe beperkte publieke middelen kunnen worden ingezet om private investeringen aan te trekken. Een van de mogelijkheden is het sluiten van publiek-private partnerschappen. De OESO kan aanbevelingen doen wat dit vereist, hoe de risico’s kunnen worden verminderd en hoe deze partnerschappen aantrekkelijk kunnen worden gemaakt voor de private sector. Er is ook aandacht voor de verbinding van klimaat met ontwikkeling en voor kansen voor de economie.

Nederland zal onderstrepen dat zowel adaptatie als mitigatie van belang zijn en vraagt daarnaast specifiek om aandacht voor het thema water. Nederland onderschrijft dat er veel investeringen nodig zijn voor adaptatie en mitigatie en dat een integrale afstemming van beleid kansen biedt. Nederland kijkt uit naar de aanbevelingen die de OESO zal doen op dit terrein. Daarbij wordt er om bijzondere aandacht gevraagd voor een integrale risicobenadering. Immers, om omvangrijke (private) investeringen tot stand te brengen, moet er goede verdeling van risico plaatsvinden en is het belangrijk de risico’s waar mogelijk te verminderen. Nederland zet in op het verkrijgen van aanbevelingen van de OESO over hoe men bij watergerelateerde onderwerpen met deze problematiek om moet gaan. Tot slot zal men bespreken welke rol de OESO gaat spelen bij de implementatie van de COP21 afspraken later dit jaar.

4. Externe betrekkingen van de OESO

Tijdens de MCM wordt ieder jaar gesproken over de externe betrekkingen van de OESO. De belangrijkste onderwerpen zijn de voortgang van de toetreding van Colombia en Letland en het starten van een toetredingstraject door Costa Rica en Litouwen. Toetreding door Colombia en Letland tot de OESO is op dit moment nog niet aan de orde. Nederland ondersteunt het starten van een toetredingstraject door Costa Rica en Litouwen. Betrokkenheid bij de diverse comités en programma’s van de OESO helpt deze landen hun beleid te verbeteren.

5. Trade, investment and development

Nieuw op de MCM is een gezamenlijk sessie over handel, investeringen en ontwikkeling. Deze onderwerpen werden tot nu altijd apart besproken. Het ontstaan van mondiale waardeketens maakt dat hulp, handel en investeringen steeds meer samengaan en elkaar versterken. Dit maakt het nodig om deze onderwerpen gezamenlijk te bespreken.

Deze sessie besteedt dan ook aandacht aan de invloed van mondiale waardeketens op het handels- en investerings- en ontwikkelingsbeleid. Bijvoorbeeld door te spreken over belemmeringen voor de dienstenhandel en voor buitenlandse investeringen. De OESO heeft hier onderzoek naar gedaan en komt met aanbevelingen om belemmeringen te slechten. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de verhouding tussen een toenemend aantal regionale handelsakkoorden en het multilaterale systeem. Het ontstaan van waardeketens en de toenemende investeringen door opkomende markten veranderen ook het speelveld voor internationale investeringen. Daarom wordt ook bezien in hoeverre het huidige systeem nog in staat is dit in goede banen te leiden.

Daarnaast wordt gesproken over de post-2015 ontwikkelingsagenda, in het bijzonder over de ontwikkelingstoppen die dit jaar plaatsvinden: Finance for Development in Addis Abeba en de Sustainable Development Goals in New York. De vraag die hierbij centraal staat is de rol die de OESO kan spelen bij de implementatie van de post-2015 agenda. De Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zit deze sessie voor.

Nederland zal in deze sessie aandacht vragen voor de Nederlandse aanpak van hulp, handel en investeringen. Nederland is een van de eerste landen die deze onderwerpen effectief weet te verbinden. Deze ervaringen gaan we bij de OESO delen. In het verlengde hiervan zien we graag dat de OESO de mondiale waardeketens nader onderzoekt en komt met beleidsaanbevelingen voor internationale investeringen, het handelssysteem en de ontwikkelingsagenda. Belangrijke onderwerpen die daarbij aan bod moeten komen zijn maatschappelijk verantwoord ondernemen, internationale investeringen en het ontwikkelen van een private sector.

Nederland is er voorstander van dat de OESO voorstellen doet om het makkelijker te maken om de MVO-richtlijnen te onderschrijven. Daarnaast kan de OESO een dialoog met lidstaten starten om onderzoek te doen en best practices te verzamelen ter verbetering van het internationale investeringssysteem. Tot slot kan de OESO met het Policy Framework for Investment een belangrijke bijdrage leveren aan de beleidsontwikkeling voor het ontwikkelen van een private sector. Dit is een raamwerk om een goed investeringsklimaat vorm te geven. Zodoende kunnen de private investeringen worden gerealiseerd die nodig zijn om de post-2015 doelen te bereiken.

Vervolg

Na afloop van de MCM informeren wij u over de uitkomsten van de bijeenkomst.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp