Kamerstuk 34000-V-35

Russisch militair materieel in Oost-Oekraïne

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2015

Gepubliceerd: 13 november 2014
Indiener(s): Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA), Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34000-V-35.html
ID: 34000-V-35

Nr. 35 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 november 2014

Met deze brief gaat het kabinet in op het verzoek van de Kamer om op korte termijn te worden geïnformeerd over de aanwezigheid van Russisch militair materieel in Oost-Oekraïne.

Op 12 november jl. sprak de opperbevelhebber van de NAVO, generaal Philip Breedlove, op een persconferentie in Bulgarije onder meer over de instroom van Russisch militair materieel en personeel in Oekraïne. Generaal Breedlove sprak daarbij zijn zorgen uit over de poreuze grens tussen Oekraïne en Rusland.

De Chairman-in-Office van de OVSE, Didier Burkhalter, sprak zijn zorgen uit over de toename van spanningen in Oost-Oekraïne. De OVSE-missie in Oost-Oekraïne rapporteerde de afgelopen dagen ook over konvooien met militaire voertuigen, materieel en personeel in door separatisten gecontroleerd gebied. Zo nam de OVSE op 8 november op vier plaatsen in de omgeving van Donetsk ongemarkeerde konvooien waar en op 11 november twee konvooien vlakbij het stadscentrum van Donetsk. De konvooien bevatten verschillende type tanks, houwitsers, persoonstransportvoertuigen, raketlanceringsinstallaties en munitietransporten, aldus de berichten van de OVSE. De herkomst van de voertuigen en het materieel was niet zichtbaar weergegeven. Omdat de konvooien in beweging waren, konden de OVSE-waarnemers niet controleren wat zich in de voertuigen bevond.

Op 12 november kwam de VN Veiligheidsraad in een spoedzitting bijeen over de situatie in Oekraïne. De Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Luxemburg, Australië en Litouwen wezen nadrukkelijk op het ondermijnen van het Minsk-protocol door de separatisten en Rusland. Rusland legde de verantwoordelijkheid voor het aanhoudende geweld en de gebrekkige implementatie van het staakt-het-vuren bij Oekraïne. Overige leden benadrukten dat de territoriale integriteit en soevereiniteit van Oekraïne gerespecteerd moeten worden. Volgens plaatsvervangend ondersecretaris-generaal Jens Anders Toyberg-Frandzen was geen partij alléén schuldig aan de oplopende spanningen, maar dragen de rebellen in Oost-Oekraïne een groot deel van de verantwoordelijkheid. De levering van zware wapens door Rusland is volgens Toyberg-Frandzen één van de grootste problemen.

Rusland ontkent betrokken te zijn bij transporten van militair materieel en personeel naar Oekraïne. Gezien de nauwe banden tussen Rusland en de separatisten en de eerdere interventies van Rusland is het echter niet onaannemelijk dat Rusland betrokken is bij de recente transporten. Dit onderstreept het belang van controle aan de grens en effectieve monitoring door de OVSE ter plaatse.

Het kabinet is bezorgd over de recente ontwikkelingen en is van oordeel dat Rusland zijn verplichtingen uit het Minsk-protocol, waaronder het verwijderen van alle wapens en strijders uit Oekraïne en het herstellen van de controle over de grens, dient na te komen, en dat alle partijen zich aan het in Minsk overeengekomen staakt-het-vuren moeten houden. Alleen op die manier is de-escalatie van het conflict mogelijk.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert