Kamerstuk 33930-XIII-3

Memorie van toelichting

Dossier: Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken 2013

Gepubliceerd: 21 mei 2014
Indiener(s): Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33930-XIII-3.html
ID: 33930-XIII-3

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2013 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit Ministerie;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze Memorie van Toelichting toegelicht.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

B. BEGROTINGSTOELICHTING

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

11 Goed functionerende economie en markten

Stand ontwerp begroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e

suppletoire begroting 2013

Mutaties 2e suppletoire begroting 2013

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(1)+(2)+(3)+ (4)

(6)

(7)=(6)-(5)

VERPLICHTINGEN

218.197

137

– 2.447

2.530

218.417

214.441

– 3.976

UITGAVEN

219.931

137

– 2.457

1.477

219.088

216.199

– 2.889

 

           

Subsidies

1.700

   

– 903

797

797

0

– Digitalisering regionale radio

1.700

   

– 903

797

797

0

Opdrachten

12.760

137

– 4.682

415

8.630

8.071

– 559

– Onderzoek en Opdrachten

2.679

137

– 518

2.249

4.547

2.883

– 1.664

– PIANOo/TenderNed

5.851

 

– 3.939

– 384

1.528

1.572

44

– Beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid

4.230

 

– 225

– 1.450

2.555

3.616

1.061

Bijdragen aan agentschappen

11.116

 

2.472

1.315

14.903

14.510

– 393

– Agentschap Telecom

11.116

 

56

– 249

10.923

10.921

– 2

– Agentschap DICTU

   

2.416

1.050

3.466

3.224

– 242

– Agentschap NL

     

514

514

365

– 149

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

190.463

 

– 839

886

190.510

190.090

– 420

– Metrologie

14.337

 

119

504

14.960

14.969

9

– Raad voor Accreditatie

213

 

2

– 35

180

162

– 18

– ACM (NMa/OPTA/CA)

3.135

 

– 1.808

117

1.444

1.333

– 111

– CBS

172.778

 

848

300

173.926

173.626

– 300

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

3.892

 

592

– 236

4.248

2.731

– 1.517

– Nederlands Normalisatie Instituut (NEN)

1.136

 

12

– 98

1.050

790

– 260

– Internationale organisaties

2.696

 

580

– 78

3.198

1.941

– 1.257

– Raad van deskundigen voor de nationale meetstandaarden

60

   

– 60

0

0

0

     

       

ONTVANGSTEN

52.265

 

3.804.146

– 9.308

3.847.103

3.846.784

– 319

Ontvangsten ACM

         

1.074

1.074

High Trust

31.300

   

– 10.300

21.000

16.655

– 4.345

Diverse ontvangsten

20.965

 

3.804.146

992

3.826.103

3.829.055

2.952

Toelichting op de ontvangsten

Ontvangsten High Trust

De tegenvaller is met name veroorzaakt door een lagere opbrengst aan geïncasseerde boetes die het gevolg is van minder geconstateerde overtredingen die in een betaling hebben geresulteerd.

Een andere oorzaak is het door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) terugbetalen van boetes naar aanleiding van uitspraken van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).

Diverse ontvangsten

De hogere realisatie is grotendeels veroorzaakt door een bedrag van € 1,8 mln aan wettelijke rente op ontvangen bedragen van verlengde Radio vergunningen die Agentschap Telecom heeft ontvangen. Deze vergunningen zijn in de zomer van 2011 verleend en hebben een looptijd tot en met 2017. Daarnaast heeft Agentschap Telecom een bedrag van € 0,5 mln ontvangen van de in 2013 vergunde radiokavels A7 en B38.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

12 Een sterk innovatievermogen

Stand ontwerp begroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Mutaties 2e suppletoire begroting 20131

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(1)+(2)+(3)+ (4)

(6)

(7)=(6)-(5)

VERPLICHTINGEN

607.730

 

138.224

142.118

888.072

768.402

– 119.670

UITGAVEN

795.764

 

22.337

71.886

889.987

775.292

– 114.695

               

Leningen

88.996

 

1.500

101.105

191.605

99.538

– 92.067

– Innovatiefonds: Innovatiekrediet

65.335

 

500

9.075

74.914

48.965

– 25.949

– Innovatiefonds: Seed

23.661

 

– 8.100

30

15.591

16.500

909

– Innovatiefonds: Fund to fund

   

9.100

 

9.100

17.073

7.973

– Innovatiefond: vroege fase/informal investors/ROM’s

     

92.000

92.000

17.000

– 75.000

Subsidies

81.343

 

2.733

3.359

87.435

73.576

– 13.859

– Innovatie Prestatie Contracten

31.498

 

1.700

– 14.979

18.219

16.622

– 1.597

– Eurostars

8.638

 

– 1.900

 

6.738

6.949

211

– Lucht en Ruimtevaart

17.789

 

– 1.754

2.270

18.305

7.812

– 10.493

– Overig

23.418

 

4.687

16.068

44.173

42.193

– 1.980

Opdrachten

2.856

 

1.164

– 1.634

2.386

1.436

– 950

– Onderzoek en opdrachten

2.856

 

1.164

– 1.634

2.386

1.436

– 950

Bijdragen aan agentschappen

72.653

 

941

– 5.123

68.471

68.895

424

– Agentschap NL

72.512

 

941

– 5.229

68.224

68.602

378

– Agentschap Telecom

141

   

106

247

293

46

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

136.287

 

4.512

14.857

155.656

154.840

– 816

– TNO

136.287

 

4.512

14.857

155.656

154.840

– 816

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

413.629

 

11.487

– 40.678

384.434

377.007

– 7.427

– Toeslag Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI-toeslag)

77.100

   

– 50.064

27.036

25.434

– 1.602

– Grote Technologische Instituten (GTI’s)

40.009

 

203

14.579

54.791

54.802

11

– Topsectoren overig

218.331

 

– 4.974

– 24.040

189.317

183.625

– 5.692

– Syntens

19.884

   

39

19.919

19.797

– 122

– Ruimtevaart (ESA)

57.058

 

16.437

19.348

92.843

92.895

52

– Overig (inclusief onderzoeksprojecten)

1.247

 

– 179

– 540

528

454

– 74

               

ONTVANGSTEN

45.782

 

1.871

36.916

84.569

96.098

11.529

Luchtvaartkredietregeling

382

   

1.300

1.682

2.515

833

Technische Ontwikkelingsprojecten (TOP)

5.000

   

– 3.800

1.200

2.128

928

Rijksoctrooiwet

31.212

     

31.212

35.287

4.075

Innovatiekredieten

5.544

   

10.000

15.544

18.921

3.377

Ontvangsten Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

     

17.000

17.000

16.995

– 5

Eurostars

2.056

     

2.056

104

– 1.952

Diverse ontvangsten

1.588

 

1.871

12.416

15.875

20.150

4.275

X Noot
1

Inclusief amendement (TK, 33 805 XIII nr. 4)

Toelichting op de verplichtingen

Er is in 2013 voor € 119,7 mln minder aan verplichtingen aangegaan. Dit wordt met name veroorzaakt door lagere gerealiseerde verplichtingen in het Innovatiefonds.

In de Miljoenennota 2014 is € 75 mln in 2013 beschikbaar gesteld voor Vroege Fase Financiering als onderdeel van het stimuleringspakket. In de kamerbrief van 17 september (TK, 32 637 nr. 85) bent u over de uitwerking van de beleidsvoornemens op de hoogte gesteld. Het instrumentarium dat zal worden ingezet zal in de loop van 2014 in werking treden. In 2013 zijn derhalve nog geen verplichtingen aangegaan. De beschikbare € 75 mln zal conform de regels voor het Innovatiefonds in 2014 en volgende jaren beschikbaar worden gesteld.

Door de aanhoudende krapte op de financieringsmarkt, waaronder ook de risicokapitaalmarkt, is het voor innovatieve ondernemingen lastig om de private bijdrage in de financiering van innovatieprojecten te realiseren. Dit heeft invloed op de benutting van het Innovatiekrediet (€ 38 mln minder verplichtingen aangegaan dan geraamd in 2013). Ondanks dit knelpunt is het Innovatiekrediet met € 52 mln op nagenoeg hetzelfde niveau benut als in 2012 door het innovatieve MKB. Aangezien sprake is van een fondsconstructie zal de niet benutte verplichtingenruimte beschikbaar blijven voor het InnovatiefondsMKB+.

De krapte op de financieringsmarkt heeft in 2013 ook invloed gehad op de benutting van de Seed Capital regeling. Het aantrekken van private funding voor deze innovatiefondsen (minimaal 50%) blijkt lastig waardoor de funding vanuit de Seed Capital regeling op € 12 mln in plaats van € 20 mln is uitgekomen. Deze lagere benutting wordt ook veroorzaakt doordat de «creative industry» niet in staat is gebleken met een goed voorstel te komen. Hiervoor was € 4 mln apart gereserveerd binnen de Seed Capital regeling.

Naast de onderuitputting op de verplichtingen in het Innovatiefonds zijn er bij diverse andere begrotingsinstrumenten afwijkingen opgetreden ten opzichte van de raming. Er heeft een overschrijding plaatsgevonden op de categorie Bijdragen aan (inter)nationale organisaties. De belangrijkste oorzaak hiervan is dat voor € 5,3 mln aan verplichtingenruimte is afgeboekt conform het amendement (TK, 33 805 XIII nr. 4) bij de 2e suppletoire begroting ten gunste van de Subsidieregeling Innovatieve Scheepsbouw. Aangezien dit eind december plaatsvond waren op de betreffende budgetten al verplichtingen aangegaan. Door de mutatie in het verplichtingenbudget als gevolg van het amendement is vervolgens de overschrijding is ontstaan. Tegenover deze overschrijding staat een onderuitputting op het budget voor beleidsondersteunend onderzoek en incidentele uitgaven (-€ 1,8 mln), een onderuitputting op het verplichtingenbudget voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (– € 2,1 mln) dat niet nodig was voor financiering van de opdracht 2013 en de vrijval van de rente Luchtvaartkedietregeling ten gunste van het generale beeld (zie ook de toelichting onder de uitgaven).

Toelichting op de uitgaven

Leningen

Voor de categorie leningen is € 92 mln minder aan uitgaven gerealiseerd. De belangrijkste oorzaken zijn:

  • Als gevolg van de genoemde onderuitputting in de verplichtingen van het Innovatiekrediet is het beroep op de hiervoor geraamde kasmiddelen in 2013 ook lager (-€ 25,9). Aangezien sprake is van een fondsconstructie zullen deze middelen beschikbaar blijven voor het InnovatiefondsMKB+.

  • Om de toegang tot financiering in de risicokapitaalmarkt in de latere fase voor het innovatieve MKB te verbeteren, is het fund-of-funds (ook bekend als Dutch Venture Initiative) van het InnovatiefondsMKB+ in 2013 operationeel geworden. De eerste toezeggingen van ruim € 50 mln vanuit dit fonds hebben eind 2013 plaatsgevonden. Dat heeft geleid tot betalingen in 2013 van in totaal € 17,1 mln (dat is circa € 8 mln meer dan geraamd). De betaling past binnen het Innovatiefonds in 2013.

  • Zoals in de toelichting bij de verplichtingen is vermeld zijn voor Vroege Fase Financiering nog geen verplichtingen aangegaan. De beschikbare € 75 mln is daarom in 2013 niet tot uitbetaling gekomen. De € 75 mln zal conform de regels voor het Innovatiefonds in 2014 en volgende jaren in een nader te bepalen ritme beschikbaar worden gesteld.

Subsidies

Voor de categorie subsidies zijn € 13,9 mln minder uitgaven gerealiseerd. De belangrijkste oorzaak hiervan is gelegen in de uitgaven voor Lucht- en ruimtevaart (-€ 10,5 mln). Deze slotwetmutatie wordt voornamelijk veroorzaakt door het instrument Luchtvaartkredietregeling. Voor een krediet dat verstrekt is aan Rekkof (€ 20 mln) bestaat nog onduidelijkheid of en wanneer dit project doorgaat. Het betreft een krediet voor de bouw van de Fokker 100 waar nog een medefinancier voor gevonden dient te worden. Als gevolg hiervan zijn de in 2013 geraamde kasuitgaven niet gerealiseerd (€ 8 mln).

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

In de categorie bijdragen aan (inter)nationale organisaties is € 7,4 mln minder uitgaven gerealiseerd dan geraamd. De belangrijkste oorzaak is gelegen in een vertraging in de uitfinanciering van verplichtingen op een voormalig FES-programma Center for Translational Molecular Medicine (CTMM) (– € 1,4 mln) en in het kader van Eurekaclusters, JTI’s en University – Industry- Interaction projecten (– € 3,3 mln).

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten Rijksoctrooiwet zijn € 4 mln hoger dan begroot. Een belangrijk deel van de toename ligt aan het aandeel Europese en Nederlandse octrooien. Er zijn meer Europese en Nederlandse octrooien verleend die rechtsgeldig zijn geworden in Nederland. Er is hiervoor in 2013 ruim € 3,3 mln meer gerealiseerd dan geraamd. Daarbij komt dat de Nederlandse jaartaksen ook € 300.000,– hoger zijn geëindigd.

In het kader van de Innovatiekredieten is € 3,4 mln meer ontvangen dan geraamd. Deze slotwetmutatie wordt met name veroorzaakt door de gerealiseerde terugontvangsten in het kader van de Seed-regeling (€ 2,2 mln). Daarnaast zijn de gerealiseerde terugontvangsten in het kader van de Innovatiekredieten € 1,2 mln hoger dan geraamd.

De diverse ontvangsten zijn € 4,3 mln hoger dan geraamd. Dit wordt in het bijzonder veroorzaakt door een niet geraamde terugontvangst van Agentschap NL in het kader van de uitvoeringsopdracht 2011. De opdracht 2011 kon met lagere dan geraamde kosten worden gerealiseerd, waardoor het bedrag dat teveel werd bevoorschot is teruggestort.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

13 Een excellent ondernemingsklimaat

Stand ontwerp begroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Mutaties 2e suppletoire begroting 20131

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(1)+(2)+(3)+ (4)

(6)

(7)=(6)-(5)

VERPLICHTINGEN

2.585.516

5.493

9.455

62.154

2.662.618

725.485

– 1.937.133

Waarvan garantieverplichtingen

2.384.011

     

2.384.011

463.183

– 1.920.828

UITGAVEN

366.134

12.967

– 32.510

124.963

471.554

436.722

– 34.832

               

Garanties

129.211

 

– 31.752

41.459

138.918

114.100

– 24.818

– BMKB

65.541

   

29.459

95.000

102.422

7.422

– Groeifinancieringsfacilitieit

9.281

     

9.281

2.360

– 6.921

– Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

44.752

 

– 31.752

12.000

25.000

9.274

– 15.726

– Borgstelling Scheepsnieuwbouw

9.637

     

9.637

44

– 9.593

Subsidies

29.755

 

0

54.693

84.448

77.685

– 6.763

– Bevorderen ondernemerschap

1.139

   

7.379

8.518

7.383

– 1.135

– Biobased Economy

5.710

 

– 500

2.316

7.526

7.829

303

– Uitfinanciering subsidies

22.906

 

500

44.998

68.404

62.473

– 5.931

Opdrachten

25.969

 

– 931

1.682

26.720

24.660

– 2.060

– Onderzoek & ontwikkeling

351

   

3.800

4.151

4.706

555

– ICT-beleid

20.852

 

– 931

– 23

19.898

18.118

– 1.780

– Beleidsvoorbereiding en evaluaties

2.436

   

– 995

1.441

831

– 610

– Regiegroep Regeldruk/ACTAL

2.330

   

– 1.100

1.230

1.005

– 225

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

16.410

2.512

2.162

2.231

23.315

21.701

– 1.614

– NBTC

13.329

 

191

16

13.536

13.536

0

– UNWTO

233

     

233

271

38

– Bijdragen aan instituten

2.848

2.512

1.971

2.215

9.546

7.894

– 1.652

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

150.577

 

– 3.348

6.777

154.006

153.144

– 862

– Kamers van Koophandel / Ondernemerspleinen

150.577

 

– 3.348

6.777

154.006

153.144

– 862

Bijdragen aan agentschappen

14.212

10.455

1.359

18.121

44.147

45.430

1.283

– Agentschap NL

12.012

10.455

1.359

4.417

28.243

28.032

– 211

– Logius

2.200

   

5.004

7.204

8.699

1.495

– DICTU

     

8.150

8.150

8.149

– 1

– Dienst Regelingen

     

550

550

550

0

               

ONTVANGSTEN

92.599

 

– 31.752

8.770

69.617

37.435

– 32.182

BMKB

25.230

   

– 3.230

22.000

21.544

– 456

Groeifinancieringsfaciliteit

8.000

     

8.000

2.047

– 5.953

Garantie Ondernemingsfinanciering

46.000

 

– 31.752

12.000

26.248

10.160

– 16.088

Borgstelling Scheepsnieuwbouw

10.000

     

10.000

44

– 9.956

Joint Strike Fighter

1.847

     

1.847

1.418

– 429

Diverse ontvangsten

1.522

     

1.522

2.223

701

X Noot
1

Inclusief amendement (TK, 33 805 XIII nr. 4)

Toelichting op de verplichtingen

Er is in 2013 voor 1,9 mld minder aan verplichtingen aangegaan dan begroot. De belangrijkste oorzaak hiervan is gelegen in de garantieverplichtingen (-€ 1,9 mld).

Voor de Groeifinancieringsfaciliteit was er in 2013 sprake van € 75 mln lagere benutting dan geraamd (een realisatie van € 9,3 mln garantieverplichtingen bij een budget van € 84,3 mln). Reden ligt met name in het feit dat de financiering van het bedrijfsleven, en met name van het MKB, onder druk blijft staan. Financiers zijn voorzichtiger geworden. Dat zij minder financieren, is terug te zien in de mate van benutting van het garantie-instrumentarium.

Voor de BMKB zijn € 656 mln minder aan garantieverplichtingen aangegaan dan geraamd (een realisatie van € 344 mln bij een oorspronkelijk beschikbaar garantieplafond (€ 1 mld). Bij de Garantie Ondernemingsfinanciering is voor € 234 mln minder aan garantieverplichtingen aangegaan dan begroot (een realisatie van € 66 mln bij een budget van € 300 mln). Voor de dit jaar voor het eerst in gewijzigde vorm opengestelde Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering is € 956 mln minder aan garantieverplichtingen aangegaan dan geraamd (een realisatie van € 44 mln bij een plafond van € 1 mld). De lage benuttingscijfers van het garantie-instrumentarium zijn een gevolg van een beperktere vraag naar financiering als gevolg van de economische crisis en behoedzaamheid aan de zijde van de kredietverstrekkers.

In de overige verplichtingen is € 16 mln minder aan verplichtingen aangegaan dan geraamd. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn dat onder andere het budget dat in 2013 bij de tweede suppletoire begroting voor de subsidieregeling innovatieve scheepsbouw is toegevoegd (amendement TK, 33 805 XIII nr. 4, ad € 5,3 mln) niet kon worden gecommiteerd. Daarnaast is een voorgenomen storting in de interne BMKB begrotingsreserve niet doorgegaan, omdat deze reserve door de maatregelen in de 2e suppletoire begroting al op niveau was gebracht. Daarnaast zijn de verplichtingen voor het nieuwe handelsregister € 2,7 mln lager uitgevallen dan begroot omdat de voorgenomen verplichting van de bijdrage 2014 aan de Kamer van Koophandel niet in 2013 maar in 2014 zal plaatsvinden.

Toelichting op de uitgaven

Voor de BMKB is € 7,4 mln meer uitgegeven dan geraamd. Door de slechte economische situatie en als gevolg daarvan het hoge aantal faillissementen was het beroep op de BMKB hoger dan geraamd.

Als gevolg van de lager dan geraamde benutting van de Groeifinancieringsfaciliteit in de afgelopen jaren van economische crisis en door een actief beheer, zijn er in 2013 ook minder schades gedeclareerd dan oorspronkelijk geraamd. De schadebedragen vallen in 2013 € 6,9 mln lager uit dan geraamd.

De uitgaven voor de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) zijn € 15,7 mln lager dan bij de 2e suppletoire begroting was geraamd. Een aantal verliesdeclaraties waarmee rekening werd gehouden zijn uiteindelijk niet in 2013 tot uitbetaling gekomen. Naast schadebetalingen van € 8,2 mln werd € 1,1 mln in de interne begrotingsreserve van de GO gestort.

De Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering is in gewijzigde vorm sinds maart 2013 van kracht. Vanaf dat moment is voor € 44 mln aan garantieverplichtingen verstrekt. Op deze verstrekte garanties hebben in 2013 geen schadebetalingen plaatsgevonden. De realisatie van de uitgaven is derhalve nihil.

De uitgaven voor de uitfinanciering van subsidies is € 5,9 mln lager dan begroot. Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat het budget voor de subsidieregeling innovatieve scheepsbouw van € 5,3 mln, dat middels amendement (TK, 33 805 XIII nr.4) bij de 2e suppletoire begroting beschikbaar was gekomen, niet meer in 2013 kon worden uitgegeven.

Toelichting op de ontvangsten

De benutting van de Groeifinancieringsfaciliteit was in de afgelopen jaren van economische crisis lager dan begroot. De premie-inkomsten kwamen als gevolg hiervan ook lager uit.

In de tweede suppletoire begroting was rekening gehouden met een onttrekking aan de interne begrotingsreserve van de Garantie Ondernemingsfinanciering van € 12 mln vanwege verwachte schadebetalingen. Omdat de schadebetalingen lager uitvielen dan begroot, is deze ontvangst uit de begrotingsreserve niet gerealiseerd. Daarnaast zijn de premieontvangsten als gevolg van een lagere benutting van de GO € 4 mln lager dan begroot.

Als gevolg van de lagere benutting van Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfinanciering zijn de premieontvangsten slechts € 44.000 en daarmee ruim € 9,9 mln lager dan begroot.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

14 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Stand ontwerp begroting 2012

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2012

Mutaties 2e suppletoire begroting 2012

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(1)+(2)+(3)+ (4)

(6)

(7)=(6)-(5)

VERPLICHTINGEN

1.996.164

18.000

1.456.259

25.888

3.496.311

3.397.213

– 99.098

Waarvan garantieverplichtingen

   

43.350

 

43.350

47.342

3.992

UITGAVEN

1.312.815

18.000

– 23.542

– 47.331

1.259.942

1.251.807

– 8.135

               

Subsidies

1.086.731

 

– 5.918

– 44.729

1.036.084

1.030.692

– 5.392

– Topsectoren Energie (14.3)

23.848

 

16.046

– 3.183

36.711

30.282

– 6.429

– Energie-innovatie (IA) (14.3)

31.658

   

11.150

42.808

36.766

– 6.042

– Green Deal (14.3)

25.000

 

– 1.375

– 21.541

2.084

1.889

– 195

– MEP (14.3)

555.000

 

– 27.000

 

528.000

505.321

– 22.679

– SDE (14.3)

244.858

 

23.514

17.000

285.372

141.935

– 143.437

– SDE+ (14.3)

100.000

 

– 20.960

 

79.040

27.198

– 51.842

– Interne begrotingsreserve duurzame energie

         

225.007

225.007

– CCS (14.3)

49.400

   

– 44.200

5.200

5.015

– 185

– Hoge Flux Reactor (14.3)

7.250

     

7.250

7.250

0

– Aanschafsubsidie zonnepanelen (14.3)

30.000

 

– 668

468

29.800

29.632

– 168

– Elektrisch rijden (14.3)

4.123

   

– 1.848

2.275

2.535

260

– Caribisch Nederland

     

4.325

4.325

3.161

– 1.164

– Overige subsidies (14.3)

15.594

 

4.525

– 6.900

13.219

14.701

1.482

Garanties

     

515

515

526

11

– Geothermie

     

515

515

526

11

Opdrachten

57.980

 

– 25.061

2.056

34.975

33.861

– 1.114

– O&O bodembeheer (14.2)

296

   

2.774

3.070

2.497

– 573

– Joint implementation (14.3)

33.651

 

– 26.437

1.741

8.955

12.148

3.193

– Straling (14.3)

9.517

 

1.526

718

11.761

9.726

– 2.035

– Pallas (14.3)

10.100

   

– 2.600

7.500

1.001

– 6.499

– Onderzoek en opdrachten (14.3)

4.416

 

– 150

– 577

3.689

8.489

4.800

Bijdragen aan agentschappen

37.018

 

6.834

3.068

46.920

45.589

– 1.331

– Agentschap NL

36.326

 

3.308

381

40.015

38.680

– 1.335

– NVWA

692

 

2

1

695

698

3

– Kern Fysische Dienst

   

3.524

2.686

6.210

6.211

1

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

95.100

18.000

 

– 8.800

104.300

103.039

– 1.261

– Doorsluis COVA heffing (14.2)

93.000

18.000

 

– 10.000

101.000

100.947

– 53

– TNO bodembeheer (14.2)

2.100

   

1.200

3.300

2.092

– 1.208

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

35.986

 

603

559

37.148

38.100

952

– ECN/NRG (14.3)

34.981

 

285

710

35.976

37.757

1.781

– Diverse instituten (14.2)

1.005

 

318

– 151

1.172

343

– 829

               

ONTVANGSTEN

12.194.911

18.000

600.000

648.386

13.461.297

13.547.739

86.442

COVA

93.000

18.000

 

– 10.000

101.000

100.947

– 53

SDE+

100.000

     

100.000

97.363

– 2.637

Aardgasbaten

12.000.000

 

600.000

650.000

13.250.000

13.342.665

92.665

Ontvangsten zoutwinning

1.761

   

612

2.373

2.373

0

Diverse ontvangsten

150

   

7.774

7.924

4.391

– 3.533

Toelichting op de verplichtingen

De lagere realisatie van de verplichtingen is met name veroorzaakt door:

  • Topsectoren Energie: Veel ingediende projecten zijn na toetsing door de programmacommissies afgewezen, omdat deze niet voldeden aan de kwaliteitseisen die de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) hebben gesteld (onder andere onvoldoende bijdrage aan de doelstellingen van de TKI-programma’s en het niet voldoen aan de SDE+-voorwaarden).

  • Pallas: De voorgenomen lening (€ 40 mln) aan de stichting ter voorbereiding van Pallas is niet geëffectueerd in 2013 maar zal in 2014 verstrekt worden.

  • Garantieverplichtingen: De hogere realisatie is toe te schrijven aan een afgegeven garantie voor een overbruggingskrediet ten behoeve van aluminiumproducent Aldel (TK, 32 637, nr. 83).

Toelichting op de uitgaven

Subsidies

De lagere uitgaven op het onderdeel Energie-innovatie zijn met name het gevolg van een lagere dan geraamde uitfinanciering van in het verleden aangegane verplichtingen.

MEP/SDE/SDE+/Interne begrotingsreserve duurzame energie

In de interne begrotingsreserve duurzame energie is € 225 mln gestort vanwege onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij projecten waaraan reeds subsidie is toegekend en reeds verplichte projecten die niet tot uitvoering komen en door andere projecten moeten worden vervangen met het oog op het bereiken van de doelstelling. Via de reserve blijven de middelen beschikbaar tot het moment dat ze alsnog zullen worden uitbetaald.

Opdrachten

De lagere uitgaven zijn een saldo van met name:

  • Joint Implementation: De uitfinanciering van in het verleden aangegane verplichtingen verloopt sneller dan waarmee in de ramingen rekening is gehouden.

  • Straling: De lagere uitgaven zijn veroorzaakt door het niet en later starten van projecten dan gepland. Tevens zijn verschillende opdrachten die voorzien waren voor 2013 uitgesteld naar 2014.

  • Pallas: Het in 2013 niet doorgaan van een lening aan de stichting belast met de voorbereiding van Pallas.

  • Onderzoek en Opdrachten: Aan Eneco is door het Ministerie van Economische Zaken (EZ) een bedrag betaald (€ 5,3 mln) als gevolg van een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag in een zaak tussen Eneco en het Ministerie van EZ. Deze zaak was de laatste in een reeks van zogenaamde baksteenprocedures die de afgelopen tien jaar zijn gevoerd naar aanleiding van de hervorming van de toenmalige monopolistische structuur van de energiemarkt.

Toelichting op de ontvangsten

Aardgasbaten

Deze meevaller is met name toe te schrijven aan een hogere dan verwachte olieprijs.

Diverse ontvangsten

De lagere ontvangsten hangen met name samen met de afrekening van uitvoeringskosten van het Agentschap NL over voorgaande jaren.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

16 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Stand ontwerp begroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Mutaties 2e suppletoire begroting 2013

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(1)+(2)+(3)+ (4)

(6)

(7)=(6)-(5)

VERPLICHTINGEN

638.549

12.213

55.659

54.937

761.358

676.538

– 84.820

Waarvan garantieverplichtingen

138.000

   

– 28.000

110.000

37.707

– 72.293

UITGAVEN

517.397

12.213

55.343

90.919

675.872

666.001

– 9.871

               

Subsidies

59.457

122

5.381

10.124

75.084

71.753

– 3.331

– Agrarisch ondernemerschap (16.1)

5.088

 

2.586

1.335

9.009

9.785

776

– Duurzame veehouderij (16.1)

5.584

 

8.315

4.650

18.549

16.241

– 2.308

– Mestbeleid (16.1)

2.050

   

– 200

1.850

1.931

81

– Plantaardige productie (16.1)

16.866

 

– 1.523

2.800

18.143

15.396

– 2.747

– Agrarische innovatie en overig (16.1)

9.601

 

– 3.875

– 1.626

4.100

4.340

240

– Visserij (16.1)

5.991

   

2.800

8.791

8.774

– 17

– Dierenwelzijn productiedieren en gezelschapsdieren (16.3)

2.008

122

– 122

365

2.373

3.017

644

– Apurement (16.5)

12.269

     

12.269

12.269

0

Garanties

12.000

   

15.000

27.000

27.119

119

– Bijdrage begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit (16.1)

2.000

   

1.000

3.000

3.000

0

– Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit (16.1)

10.000

   

14.000

24.000

24.119

119

Opdrachten

147.349

560

5.034

609

153.552

145.478

– 8.074

– Versterken concurrentiekracht en verduurzaming agroketens en visserij (16.1)

24.020

 

266

2.382

26.668

26.348

– 320

– Borgen voedselveiligheid- en kwaliteit(16.2)

8.437

 

191

– 640

7.988

7.137

– 851

– Plant- en diergezondheid (16.3)

18.932

560

– 2.107

– 2.989

14.396

12.511

– 1.885

– Kennisontwikkeling en innovatie (16.4)

93.887

 

5.111

1.496

100.494

95.739

– 4.755

– Borgen voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid (16.5)

2.073

 

1.573

360

4.006

3.743

– 263

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

104.620

1.850

562

12.534

119.566

120.616

1.050

– Medebewind productschappen (16.5)

13.501

   

9.584

23.085

23.750

665

– Dienst Landbouwkundig Onderzoek (16.4)

91.119

 

562

2.028

93.709

94.819

1.110

– ZonMW/dierproeven

 

1.850

 

– 1.850

0

0

0

– Commissie Toelating Gewasbeschermings-middelen en Biociden(16.3)

     

2.772

2.772

2.047

– 725

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

4.200

 

– 400

2.000

5.800

5.577

– 223

– Diergezondheidsfonds

4.200

 

– 400

2.000

5.800

5.577

– 223

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

 

7.915

123

– 156

7.882

12.615

4.733

– UNEP, FAO en overige contributies

 

7.915

123

– 156

7.882

12.615

4.733

Bijdragen aan agentschappen

189.771

1.766

44.643

50.808

286.988

282.843

– 4.145

– NVWA

93.241

766

25.193

24.912

144.112

144.817

705

– Dienst Regelingen

84.281

 

18.305

11.770

114.356

112.193

– 2.163

– Agentschap NL

3.010

1.000

1.786

14.062

19.858

17.004

– 2.854

– Dienst Landelijk Gebied

221

 

1

 

222

221

– 1

– Rijksrederij

9.018

 

– 642

64

8.440

8.608

168

               

ONTVANGSTEN

291.579

 

4.950

41.118

337.647

329.393

– 8.254

Versterken concurrentiekracht en verduurzaming agroketens en visserij (16.1)

21.081

 

3.000

30.684

54.765

27.573

– 27.192

Borgen voedselveiligheid- en kwaliteit(16.2)

430

   

– 5

425

288

– 137

Plant- en diergezondheid (16.3)

500

   

1.900

2.400

3.452

1.052

Kennisontwikkeling en innovatie (16.4)

10.884

 

1.577

7.921

20.382

15.902

– 4.480

Borgen voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid (16.5)

258.684

 

373

618

259.675

281.695

22.020

Agentschappen (16.9)

         

483

483

Toelichting op de verplichtingen

De lagere verplichtingenrealisatie houdt met name verband met de garantieverplichtingen. Voor de garantieverplichtingen die worden aangegaan in de vorm van afgegeven garantstellingen landbouw is in 2013 een budget van € 138 mln gepubliceerd (€ 50 mln garantstelling landbouw, € 80 mln garantstelling landbouw plus en € 8 mln garantiefaciliteit Visserij). Uiteindelijk is in 2013 € 37,7 mln als garantstelling afgegeven.

Toelichting op de uitgaven

Subsidies

Duurzame veehouderij (16.1)

De lagere uitgaven houden verband met de regeling duurzame stallen. Bij Voorjaarsnota werd door de Dienst Regelingen nog uitgegaan van fors hogere betalingen dan er voor de duurzame stallen aan budget beschikbaar was, maar als gevolg van het feit dat meer subsidies dan verwacht niet aan de subsidievoorwaarden voldeden en zich vertraging in de vaststelling van de subsidies verstrekt op de openstellingen 2010 en 2011 voordeden, valt de uiteindelijke realisatie lager uit.

Plantaardige productie (16.1)

De lagere uitgaven houden voornamelijk verband met de regeling Marktintroductie Energie Innovaties (MEI). Via deze regeling worden innovatieve investeringen van voorlopende glastuinbouwbedrijven gesubsidieerd. Omdat het bij deze projecten (bijvoorbeeld aardwarmte) per subsidie om forse bedragen gaat, de projecten zelf veelal ingewikkeld te realiseren zijn en er een hoog percentage aan verstrekte subsidies alsnog uitvalt, is de planning van de uitgaven zeer onzeker. De uitgaven vallen in 2013 daarom lager uit dan geprognosticeerd en schuiven door naar 2014. Daarnaast vallen ook de betalingen op de regeling Investeringsregeling Energiebesparing (IRE) lager uit dan gepland.

Opdrachten

Plant- en diergezondheid (16.3)

De lagere uitgaven houden verband met betalingen voor opdrachten op het gebied van dierenwelzijn, plantgezondheid, gewasbescherming, dierproeven en monitoring dierziekten die voor een groot deel in 2014 alsnog tot betaling zullen leiden.

Kennisontwikkeling en innovatie (16.4)

De lagere uitgaven houden verband met een lagere bijdrage (€ 3,5 mln) aan het onderzoeksproject ter bevordering van de landbouwontwikkeling in Afghanistan. Hiertegenover staan lagere ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Tevens zijn de uitgaven aan innovatieprojecten € 1,3 mln lager uitgevallen.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

De hogere uitgaven betreffen voornamelijk de bijdrage aan de Clinton Foundation die oorspronkelijk geraamd was op artikel 40 (HGIS), maar die gezien de aard van de bijdrage thuis hoort onder de bijdragen aan internationale organisaties op het onderhavige artikel.

Bijdragen aan agentschappen

Dienst Regelingen

Het uitvoeringsbudget van de Dienst Regelingen werd in 2013 verhoogd op basis van verwachte tekorten en meerwerkopdrachten. De feitelijke uitvoeringskosten bleken lager te zijn, waardoor de bijdrage lager is uitgevallen.

Agentschap NL

De lagere bijdrage is het gevolg van achterstanden bij de Regionale Service Organisaties (RSO’s) van het Ministerie van BuZa. Uitgaven door de landbouwraden worden via deze RSO’s doorbelast aan EZ. De verwachting is dat de RSO’s de achterstanden in 2014 in zullen lopen. De bijdrage zal derhalve in 2014 plaatsvinden.

Toelichting op de ontvangsten

Versterken concurrentiekracht en verduurzaming agroketens en visserij (16.1)

Dit betreft voornamelijk lagere ontvangsten uit de interne begrotingsreserve Landbouw en de interne begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit ten behoeve van de financiering van verliesdeclaraties van banken ingediend op basis van de garantieregeling Landbouw. Om de interne begrotingsreserve op peil te houden voor de financiering van toekomstige verliesdeclaraties en als garantiekapitaal voor de af te geven garantieverplichtingen in 2014 en volgende jaren zijn de verliesdeclaraties 2013 niet uit de interne begrotingsreserve gefinancierd.

Kennisontwikkeling en innovatie (16.4)

De lagere ontvangsten houden onder meer verband met een lagere bijdrage van het Ministerie van BUZA van € 3,5 mln aan het Afghanistan Project en het Food securituy Ambassy Program. Voorts werd € 0,6 mln minder ontvangen van EU namelijk in verband met Datacollection.

Borgen voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid

De meerontvangsten betreffen vooral hogere landbouwheffingen (circa € 20 mln) door een hogere invoer van landbouwproducten uit derde landen dan voorzien en ontvangsten apurement (€ 2,5 mln,) uit (oude) openstaande vorderingen op EU subsidieaanvragers.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

17 Groen onderwijs van hoge kwaliteit

Stand ontwerp begroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Mutaties 2e suppletoire begroting 2013

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(1)+(2)+(3)+ (4)

(6)

(7)=(6)-(5)

VERPLICHTINGEN

777.779

 

21.160

67.712

866.651

840.206

– 26.445

Waarvan garantieverplichtingen

     

50.037

50.037

23.057

– 26.980

UITGAVEN

776.575

 

21.047

16.342

813.964

817.433

3.469

               

Garanties

         

83

83

– Schatkistbankieren

         

83

83

               

Bekostiging

700.561

 

17.696

20.008

738.265

733.507

– 4.758

– Wageningen Universiteit

161.521

 

4.735

3.364

169.620

168.174

– 1.446

– HBO-groen

74.074

 

3.406

2.185

79.665

79.472

– 193

– MBO-groen

154.706

 

731

5.700

161.137

158.744

– 2.393

– Voorbereidende en Ondersteunende Activiteiten (VOA)

11.575

 

1.312

1.022

13.909

13.933

24

– Wachtgelden

12.987

 

785

– 36

13.736

13.545

– 191

– VMBO-groen

278.538

 

5.472

7.761

291.771

291.009

– 762

– Aequor

7.160

 

1.255

12

8.427

8.630

203

Subsidies

73.303

 

3.835

– 4.525

72.613

82.205

9.592

– Groene Kennis Coöperatie

4.008

   

1.396

5.404

5.404

 

– School als Kenniscentrum

30.538

   

– 7.011

23.527

27.872

4.345

– Kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs

7.834

   

– 6.065

1.769

1.991

222

– Aanvullende onderwijssubsidies

25.641

 

6.371

3.166

35.178

41.150

5.972

– Ontwikkeling en beheer natuurkwaliteit

2.382

   

9

2.391

2.857

466

– Educatie

2.900

 

– 2.536

3.980

4.344

2.931

– 1.413

Opdrachten

2.711

 

– 484

859

3.086

1.638

– 1.448

– Kennisverspreidingsprojecten

2.711

 

– 484

859

3.086

1.638

– 1.448

               

ONTVANGSTEN

75

   

3.085

3.160

3.910

750

Toelichting

Toelichting op de verplichtingen

De mutatie van -€ 28,2 mln betreft met name het niet volledig benutten van de garantstelling voor het schatkistbankieren (-€ 28,7 mln). EZ staat garant voor het in gebreke blijven van groene onderwijsinstellingen die gebruik maken van de regeling schatkistbankieren.

Toelichting op de uitgaven

De mutatie op bekostiging van – € 4,8 mln wordt met name veroorzaakt door de herverdeling van de budgetten van de diverse onderwijssoorten. In het kader van het Begrotingsakkoord 2014 is besloten in 2013 € 650 mln toe te voegen aan de bekostigingsmiddelen voor het onderwijs. Echter, bij de begrotingsbehandeling van het Ministerie van OCW is amendement van Meenen c.s (TK, 33 780, nr. 3) ingediend volgens welk meer besteed zou moeten worden aan het primair en voortgezet onderwijs ten koste van de andere onderwijssoorten. Omdat EZ geen primair onderwijs heeft is er per saldo minder beschikbaar voor EZ. Als gevolg hiervan wordt bij Slotwet € 2,5 mln overgeboekt naar het Ministerie van OCW.

De mutatie op subsidies van € 9,6 mln wordt met name veroorzaakt door de hogere uitgaven op School als Kenniscentrum (€ 4,3 mln op in het verleden aangegane verplichtingen) en Aanvullende onderwijssubsidies (€ 6,0 mln).

Reden hiervoor is een meerbesteding van € 2,2 mln in verband met de regeling jonge leerkrachten als onderdeel van het Nationaal Onderwijsakkoord. Budget hiervoor wordt bij Slotwet door het Ministerie van OCW overgeheveld.

Hiernaast is er voor € 3,8 mln meer betaald op in het verleden aangegane verplichtingen dan werd geraamd.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

18 Natuur en Regio

Stand ontwerp begroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Mutaties 2e suppletoire begroting 2013

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(1)+(2)+(3)+ (4)

(6)

(7)=(6)-(5)

VERPLICHTINGEN

452.081

888

199.167

– 298.195

353.941

342.143

– 11.798

Waarvan garantieverplichtingen

50.509

   

– 50.509

0

UITGAVEN

689.737

888

– 205.545

– 41.679

443.401

440.797

– 2.604

Waarvan juridisch verplicht

             
               

Subsidies

99.283

 

23.664

– 18.341

104.606

108.999

4.393

– Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren (18.1)

87.273

 

7.664

– 20.782

74.155

80.104

5.949

– Wederzijds versterken van ecologie en economie (18.2)

5.817

   

14.087

19.904

20.114

210

– Behouden van de (inter-)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)

6.193

 

16.000

– 11.646

10.547

8.781

– 1.766

Leningen

36.400

 

– 2.150

– 2.800

31.450

31.369

– 81

– Behouden van de (inter-)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)

36.400

 

– 2.150

– 2.800

31.450

31.369

– 81

Opdrachten

40.576

 

75.448

– 79.294

36.730

32.598

– 4.132

– Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren (18.1)

750

 

– 82

– 270

398

80

– 318

– Wederzijds versterken van ecologie en economie (18.2)

28.994

 

66.556

– 77.700

17.850

16.581

– 1.269

– Behouden van de (inter-)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)

10.832

 

8.974

– 1.324

18.482

15.937

– 2.545

Bijdragen aan mede-overheden

363.459

 

– 321.880

38.467

80.046

74.404

– 5.642

– Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren (18.1)

12.149

   

– 2.149

10.000

6.200

– 3.800

– Wederzijds versterken van ecologie en economie (18.2)

41.097

 

– 19.167

48.116

70.046

68.204

– 1.842

– Behouden van de (inter-)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)

0

 

7.500

– 7.500

0

0

0

– Te decentraliseren (18.4)

310.213

 

– 310.213

 

0

0

0

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

36.681

 

608

28

37.317

40.659

3.342

– Behouden van de (inter-)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)

36.681

 

608

28

37.317

40.659

3.342

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

 

888

157

– 20

1.025

468

– 557

– Overige contributies

 

888

157

– 20

1.025

468

– 557

Bijdragen aan agentschappen

113.338

 

18.608

20.281

152.227

152.300

73

– Dienst Landelijk Gebied

71.207

 

3.942

17.893

93.042

93.126

84

– Dienst Regelingen

33.250

 

14.185

1.498

48.933

49.135

202

– Agentschap NL

1.036

 

436

288

1.760

1.601

– 159

– Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

7.845

 

45

602

8.492

8.438

– 54

               

ONTVANGSTEN

113.714

 

8.481

– 31.863

90.332

87.438

– 2.894

Landinrichtingsrente

42.161

     

42.161

38.580

– 3.581

Bijdragen van derden

19.773

 

21.140

– 14.665

26.248

23.355

– 2.893

EU-bijdragen

2.096

     

2.096

0

– 2.096

Jachtakten

1.031

     

1.031

1.322

291

Synergiegelden

12.659

 

– 12.659

 

0

0

0

Verkoop gronden

35.000

   

– 20.000

15.000

16.820

1.820

Overige

994

   

2.802

3.796

7.361

3.565

Toelichting op de verplichtingen

De lagere verplichtingen houden met name verband met Staatsbosbeheer (SBB). Het betreffende verplichtingenbudget voor SBB is normaliter nodig voor opdracht en kasuitgaven van jaar t + 1. De bijdrage SBB is echter in 2014 verlaagd in verband met de bezuinigingen in het kader van de Rutte I-taakstelling op beheer buiten de EHS. Derhalve was er in 2013 minder verplichtingenruimte benodigd.

Toelichting op de uitgaven

Subsidies

Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren (18.1)

Op het onderdeel «Cofinanciering EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) zijn de uitgaven € 6,8 mln hoger uitgevallen. De hogere uitgavenrealisatie is deels verklaarbaar vanuit de bijdrage aan het grensoverschrijdende Interreg-programma NL-Duitsland en de bijdrage aan het grensoverschrijdende Interreg-programma NL-Vlaanderen. Tot slot heeft een inhaalslag plaatsgevonden in de afwikkeling van openstaande verplichtingen van de EFRO-periode 2000–2006. Hiertegenover zijn de uitgaven op het onderdeel «Pieken in de Delta» € 0,8 mln lager uitgevallen. Deze onderschrijding heeft onder meer betrekking op de in 2013 gedecentraliseerde middelen voor het project Westelijke Dordtse Oever. Verder is deze het gevolg van een vertraging in de uitfinanciering van projecten.

Opdrachten

Behouden van de (inter-nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)

De lagere uitgavenrealisatie is voornamelijk het gevolg van een vertraging in de uitvoering van het Natura2000 programma voor wat betreft de toetsing en ter inzage legging van de beheerplannen (- € 1,1 mln) en minder uitgaven aan het Netwerk ecologische monitoring (- € 1,3 mln) omdat aanvullende voorziene opdrachten ten behoeve van de koppeling van monitoringssystemen rijk en provincies in 2013 niet tot uitvoering zijn gekomen.

Bijdragen aan mede-overheden

Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren (18.1)

De lagere uitgavenrealisatie houdt voor € 2,5 mln verband met de afwikkeling van openstaande verplichtingen van de Topper-regeling waarbij geen nabetalingen meer plaatsvonden. Daarnaast is er sprake van een vertraging in de bijdragen aan het programma Sterke Regio’s waardoor de uitgaven op dit onderdeel in 2013 circa € 1,3 mln lager zijn uitgevallen.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Behouden van de (inter-)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)

De hogere uitgavenrealisatie betreft voor het grootste deel een incidentele bijdrage aan Staatsbosbeheer voor het realiseren van natuurherstel als gevolg van een grote natuurbrand in de Schoorlse duinen.

Ontvangsten

Landinrichtingsrente

Een deel van de te ontvangen landinrichtingsrente 2013 is pas in december door DLG gedeclareerd bij de belastingdienst die de uiteindelijke invordering regelt/verzorgt. Geraamde ontvangsten zullen alsnog binnenkomen in 2014.

Bijdragen van derden

De lagere ontvangstenrealisatie heeft betrekking op de bijdragen van I&M aan het voormalig ILG, dat oorspronkelijk liep tot en met 2013. Bij eerdere afspraken met I&M over neerwaartse bijstelling van hun bijdragen, mede in het licht van bezuinigingen op Natuur en decentralisatie van het natuurbeleid naar de Provincies, had de betreffende ontvangstenraming ook bijgesteld moeten worden. Dit is slechts ten dele gebeurd. De in de begroting 2013 opgenomen raming was dus feitelijk te hoog.

EU-bijdragen

De lagere ontvangsten houden grotendeels verband met het feit dat er vanaf begin 2000 een taakstelling voor Platteland Ontwikkelingsprogramma (POP)- inkomsten ten behoeve van grondverwerving is geraamd. Verwerving is echter geen onderdeel meer van het POP-programma vanaf 2007. Op deze taakstelling zijn derhalve vanaf 2007 geen ontvangsten meer gerealiseerd.

Overige

De hogere overige ontvangsten bestaan voornamelijk uit hogere ontvangsten dan geraamd voor de «landelijke vereveningspot inrichting» en een aantal niet geraamde, incidentele ontvangsten vanuit het ruimtelijke economisch beleid, het Deltaprogramma en het programma «naar een Rijke Waddenzee» en een aantal terug ontvangen subsidievoorschotten.

De niet-beleidsartikelen

Bedragen x € 1.000

40 Apparaat

Stand ontwerp begroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Mutaties 2e suppletoire begroting 2013

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(1)+(2)+(3)+ (4)

(6)

(7)=(6)-(5)

VERPLICHTINGEN

408.862

– 10.074

19.587

5.167

423.542

410.615

– 12.927

UITGAVEN

408.944

– 10.074

19.587

5.167

423.624

410.615

– 13.009

             

Personele uitgaven kerndepartement

234.852

– 8.699

8.545

– 16.899

217.799

213.356

– 4.443

– waarvan eigen personeel

181.704

– 8.026

8.065

– 11.407

170.336

171.759

1.423

– waarvan externe inhuur

16.500

 

108

– 5.100

11.508

4.434

– 7.074

Materiële uitgaven kerndepartement

107.244

– 1.375

8.324

9.803

123.996

121.495

– 2.501

– waarvan ICT

5.600

 

– 5.150

7.600

8.050

8.000

– 50

– waarvan bijdrage aan SSO’s (exclusief DICTU)

40.225

 

– 37

 

40.188

34.927

– 5.261

– waarvan SSO DICTU

21.408

 

13.129

4.975

39.512

43.812

4.300

Personele uitgaven buitendiensten

47.743

 

1.124

9.702

58.569

57.513

– 1.056

– waarvan eigen personeel

44.000

 

1.124

8.841

53.965

52.414

– 1.551

– waarvan externe inhuur

2.690

 

0

861

3.551

2.112

– 1.439

Materiële uitgaven buitendiensten

19.105

 

1.594

2.561

23.260

18.252

– 5.008

– waarvan ICT

3.315

   

480

3.795

3.979

184

– waarvan bijdrage aan SSO’s

4.147

     

4.147

2.019

– 2.128

               

ONTVANGSTEN

15.027

   

12.509

27.536

25.776

– 1.760

Toelichting op de uitgaven

Personele uitgaven kerndepartement

De personele uitgaven kerndepartement zijn € 4,4 mln lager uitgevallen voornamelijk als gevolg van het lagere beroep op de stimuleringsregeling voor het sociaal flankerend beleid.

Materiële uitgaven kerndepartement

De materiële uitgaven zijn € 2,5 mln lager uitgevallen doordat geraamde uitgaven in het kader van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) niet op artikel 40 maar bij artikel 16 tot betaling zijn gekomen.

Personele uitgaven buitendiensten

De personele uitgaven van de buitendiensten zijn € 1,0 mln lager uitgevallen dan geraamd. De lagere uitgaven leiden eveneens tot een lagere desaldering bij de ontvangsten.

Materiële uitgaven Buitendiensten

De materiële uitgaven van de buitendiensten zijn € 5,0 mln lager uitgevallen omdat de facilitaire uitgaven voor de aanpassingen van de gezamenlijke huisvesting van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) met vertraging worden uitgevoerd.

Toelichting op de ontvangsten

De lagere ontvangst van € 1,7 mln hangt samen met de lagere desaldering van uitgaven voor de samenvoeging van de ACM.

Bedragen x € 1.000

41 Nominaal en Onvoorzien

Stand ontwerp begroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Mutaties 2e suppletoire begroting 2013

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(1)+(2)+(3)+ (4)

(6)

(7)=(6)-(5)

VERPLICHTINGEN

29.773

 

– 15.357

– 14.416

 

0

 

UITGAVEN

29.773

 

– 15.357

– 14.416

 

0

 
               

41.10 Prijsbijstelling

29.523

 

– 20.349

– 9.174

 

0

 

41.20 Loonbijstelling

   

4.992

– 4.992

 

0

 

41.30 Onvoorzien

250

   

– 250

 

0

 

41.40 In te vullen posten