Gepubliceerd: 1 maart 2014
Indiener(s): Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen: openbare orde en veiligheid organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33885-2.html
ID: 33885-2

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Indien het bij koninklijke boodschap van 10 november 2009 ingediende voorstel van wet, houdende regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche (Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche; Kamerstukken 32 211) tot wet wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt de puntkomma na het onderdeel «advertentie» vervangen door een punt, en vervalt: GGD: een gemeentelijke gezondheidsdienst als bedoeld in artikel 14 van de Wet publieke gezondheid.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

Prostitutie vindt uitsluitend plaats door een prostituee die de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt.

C

De artikelen 3, 4, 5, 6, 7 en 8 vervallen.

D

In artikel 14, eerste lid, onder h, vervalt: , onder a.

E

In artikel 18, derde lid, wordt «, de veiligheid» vervangen door: «of de veiligheid» en wordt «andere gronden» vervangen door: aanvullende gronden.

F

Artikel 22 komt te luiden:

Artikel 22

Het is een exploitant verboden een prostituee voor zich te laten werken die:

  • a. nog niet de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt;

  • b. in Nederland verblijft of werkt in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000.

G

Artikel 28 komt te luiden:

Artikel 28

  • 1. De in artikel 27 bedoelde ambtenaren zijn bevoegd zonder toestemming van de bewoner in een woning binnen te treden waar een strafbaar feit als bedoeld in de artikelen 29 en 30 plaatsvindt of naar hun redelijk vermoeden plaatsvindt.

  • 2. De in artikel 27 bedoelde ambtenaren zijn in het kader van hun toezichtstaak bevoegd zonder toestemming van de bewoner in een woning binnen te treden, indien daar bedrijfsmatig prostitutie plaatsvindt.

H

Artikel 29, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Met hechtenis van ten hoogste twaalf maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft degene die seksuele handelingen verricht met een prostituee die nog niet de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt.

I

In artikel 30 vervalt «b. handelt in strijd met artikel 7» en wordt onderdeel c geletterd: onderdeel b.

J

In hoofdstuk 6 wordt na artikel 33 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 33a

Artikel 151a van de Gemeentewet vervalt.

K

De artikelen 37 en 39 vervallen.

L

Artikel 38 komt te luiden:

Artikel 38

Artikel 22, onder a, en artikel 30, eerste lid, aanhef en onder b, zijn gedurende een jaar na de inwerkingtreding van deze wet niet van toepassing.

M

In artikel 40 wordt «binnen drie na de inwerkingtreding van artikel 4 van deze wet» vervangen door: binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet.

N

Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een artikellid toegevoegd, dat luidt:

  • 2. De artikelen 2 en 29 treden een jaar na de inwerkingtreding van deze wet in werking.

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijke boodschap van 10 november 2009 ingediende voorstel van wet, houdende regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche (Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche; Kamerstukken 32 211) tot wet wordt verheven en die wet in werking treedt, treedt deze wet op hetzelfde tijdstip in werking.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie,