Kamerstuk 33750-VI-9

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden over vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2014 voor wat betreft de politie (begrotingsartikel 31)

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2014

Gepubliceerd: 29 oktober 2013
Indiener(s): Tanja Jadnanansing (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33750-VI-9.html
ID: 33750-VI-9

Nr. 9 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 31 oktober 2013

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden voor wat betreft de politie (begrotingsartikel 31).

De vragen zijn op 8 oktober 2013 voorgelegd. Bij brief van 29 oktober 2013 zijn ze door de minister van Veiligheid en Justitie beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Jadnanansing

De griffier van de commissie, Hessing-Puts

15

Wordt er budget specifiek beschikbaar gesteld voor het bestrijden van rondtrekkende bendes die winkelcriminaliteit plegen? Wat is er terecht gekomen van het gericht inzetten van opsporingscapaciteit om bendes op te pakken?

Voor de integrale aanpak van mobiele bendes die winkeldiefstal en andere delicten plegen, is extra budget beschikbaar gesteld. Voor 2014 is € 180.000 extra gereserveerd. Dit zal onder meer worden besteed aan de pilot Gemeenschappelijke Informatie Organisatie (GIO) en het digitaal opkopersregister. Mede dankzij deze publiek-private aanpak kon de politie leden van mobiele bendes op heterdaad onderscheppen en zijn sinds 2012 onder leiding van het Openbaar Ministerie concrete opsporingsonderzoeken gestart.

16

Wordt het probleem van de rondtrekkende bendes gezien als een vorm van georganiseerde criminaliteit? Wordt de nationale politie opdracht gegeven mobiele bendes die winkelcriminaliteit plegen op te sporen en op te pakken aan de hand van de informatie die nu al beschikbaar is? Wordt hierin internationaal samengewerkt?

Ja, mobiele bendes worden gezien als een vorm van georganiseerde misdaad en ook als zodanig aangepakt. Beschikbare informatie wordt vanzelfsprekend bij onderzoeken benut, zeker ook die uit andere landen. Het in mijn brief van 9 oktober genoemde EMPACT-programma is daar ook op gericht. Ik verwijs u verder naar deze brief (kamerstuk 29 911 nr. 85).

17

Wanneer is naar verwachting de ICT van politie dermate op orde dat informatie tussen politieregio's goed en actief kan worden uitgewisseld en geraadpleegd, zodat wordt voorkomen dat winkeldieven die lid zijn van rondtrekkende bendes elke keer als ze worden aangehouden worden gezien als first offender?

Met de komst van Basisvoorziening Informatie – Integraal Bevragen (BVI-IB) kan de politie de antecedenten van een verdachte in het hele land bevragen en bekijken. In BVI-IB is echter niet alle informatie voorhanden over strafbare feiten die dezelfde verdachte in het buitenland heeft gepleegd. Deze informatie moet via internationale informatieuitwisseling worden opgevraagd. In de brief d.d. 9 oktober 2013 (KS 29 911 nr. 85) over mobiel banditisme is aangegeven dat op dit punt een verbeterslag zal worden gemaakt.

18

Kunnen winkeliers die het slachtoffer zijn van een frauderende medewerker (dus een bekende dader) via internet of telefoon aangifte doen, zodat het frauderegister van de stichting Fraude Aanpak Detailhandel optimaal kan worden benut en fraude kan worden teruggedrongen?

Winkeliers die het slachtoffer zijn van een frauderende medewerker kunnen hiervan aangifte doen op het bureau. De Wet voorziet nog niet in de mogelijkheid om via internet aangifte te doen van een dergelijk delict. De telefonische / internetaangifte is met name bedoeld voor eenvoudiger zaken zonder bekende dader en zonder opsporingsindicatie. Ik kom met een Wetsvoorstel dat de uitbreiding van de internetaangifte juridisch mogelijk maakt. Het Wetsvoorstel gaat naar verwachting dit najaar in consultatie. Inwerkingtreding is voorzien op 1 januari 2015.

22

Wat moet er worden verstaan onder «afgehandelde verdachten»?

Om tot één definitie te komen van de termen pakkans en verdachtenratio is vanaf deze begroting gekozen om louter het begrip verdachtenratio te hanteren. De definitie daarvan luidt: het aantal in jaar t afgehandelde verdachten (op basis van politieadministratie) van overvallen gedeeld door het aantal overvallen in jaar t, maal 100. Bij deze ratio wordt (anders dan bij het begrip oplossingspercentage) niet meegewogen in welk jaar de verdachte de overval heeft gepleegd.

32

Hoe wordt de aangiftebereidheid van het publiek gestimuleerd?

In mijn brief aan uw Kamer d.d. 9 juli 2013 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2012–2013, 29 628, nr. 404) geef ik de verbeteringen in het aangifteproces bij de politie aan. Door het organiseren van uniforme aangiftevoorzieningen waarbij op een passende manier aangifte gedaan kan worden, het verbeteren van de kennis en expertise van politiemedewerkers die aangiften opnemen, het organiseren van terugkoppeling op aangiften en het verbeteren van de afhandeling van de aangiften zal de aangiftebereidheid van het publiek toenemen.

33

Blijven politiefunctionarissen processen-verbaal en aangiftes opnemen of komt er daarvoor gekwalificeerd administratief (burger)personeel?

Aangiften worden opgenomen door medewerkers intake en service (gekwalificeerd burgerpersoneel), medewerkers basispolitiezorg en – in specifieke (zware en complexe) zaken – door medewerkers recherche.

34

Op welke wijze en in welke functionarissen wordt geïnvesteerd om de kwaliteit van aangiften te verbeteren? Op welke wijze wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van de hulpofficieren van justitie? Op welke termijn zijn de resultaten van hiervoor genoemde investeringen te verwachten?

Om de kwaliteit van de intake te verbeteren is er een nieuwe module ingevoerd in het reguliere politieonderwijs. Alle aspiranten volgen deze opleiding. Ook zullen medewerkers die op de intake en service werken deze opleiding als aparte module volgen. De komende jaren zal het algehele niveau van de intakemedewerkers bij de service en intake gefaseerd worden verhoogd en verbreed met opsporingskennis. Voor het goed opnemen van aangiften bij ingewikkelde delicten is voldoende kennis en expertise van groot belang. Op advies van een taskforce van bestuur, OM en politie wordt de politie momenteel versterkt met zijinstromers (HBO+) met specifieke kennis op financieel-economische criminaliteit en cybercrime. Deze expertiseversterking zal er toe bijdragen dat de kwaliteit van de aangiften verder omhoog gaat. Tevens zullen hulpofficieren van justitie bijgeschoold worden met een hernieuwd opleidingstraject om de kwaliteit van de taakuitvoering van de politie aan de ZSM-tafel te verbeteren. Het betreft hier maatregelen die gefaseerd worden ingevoerd, waarvan de eerste resultaten het komend jaar zichtbaar zullen zijn. Uw Kamer wordt in het kader van de voortgang van de verbetering van het aangifteproces nader geïnformeerd over de resultaten van deze maatregelen.

35

Wat is de reactie op de kritiek uit het land op de digitalisering van bonnen (wetsvoorstel digitale handhaving veelvoorkomende overtredingen, Kamerstuk 33 697)?

Onlangs heeft de regering de schriftelijke inbreng van de Kamer ontvangen naar aanleiding van het wetsvoorstel digitale handhaving veelvoorkomende overtredingen. De regering verwacht voor het kerstreces inhoudelijk te kunnen reageren op de door de Kamer gestelde vragen. Hierbij zal ook worden in gegaan op de kritiek uit het land.

36

Wat is precies de betekenis van «uitscreenen» of «voortijdig beëindigen»? Is dit een (nieuw soort) sepot? Gaat het hierbij met name om bepaalde soorten zaken? Zo ja, welke? Hoe wordt toegezien op de juiste hantering van de criteria door de politie?

Met het «uitscreenen» van zaken wordt de eerste beoordeling van een aangifte bedoeld. De aangifte wordt beoordeeld op onder meer opsporingsindicatie, kwaliteit, volledigheid en prioriteit. Deze screening wordt uitgevoerd door een politiemedewerker met recherchekennis. Het «vroegtijdig beëindigen» («opleggen») van een zaak door de politie is geen sepotbeslissing; er is sprake van een beslissing om niet (verder) op te sporen, en dus niet van een beslissing om niet (verder) te vervolgen.

Het Openbaar Ministerie komt eind dit jaar met een nieuwe aanwijzing voor de opsporing. De aanwijzing zal duidelijke kaders bieden voor de afweging of naar aanleiding van een aangifte al dan niet wordt overgegaan tot opsporing en duidelijk maken waar de verantwoordelijkheid ligt voor het maken van die afwegingen en het nemen van beslissingen. Al deze beslissingen worden geregistreerd in BOSZ (Betere Opsporing door Sturing op Zaken) waardoor zaken niet meer uit beeld kunnen verdwijnen.

37

Op welke termijn wordt gerealiseerd dat burgers via verschillende kanalen aangifte kunnen doen?

Met de realisatie van de nationale politie is de implementatie van de zogenaamde «multichannelaanpak» gestart. Basis van de multichannelaanpak is de 24/7 telefonische bereikbaarheid van de politie. De aangever krijgt hierbij een passend advies op welke wijze hij het beste aangifte kan doen. Het is nu al mogelijk om op verschillende manieren aangifte te doen: telefonisch; op locatie delict, bij bijvoorbeeld overvallen of woninginbraken; op het bureau; via internet, voor een beperkt aantal delicten; of via een 3D-loket in Rotterdam, Den Haag en Groningen. Dit jaar worden 3D loketten uitgebreid naar de politie-eenheden Noord Holland en Zeeland West Brabant. De implementatie van nieuwe kanalen in de multichannelaanpak, zoals de 3D-locaties, verbetering van de kwaliteit van de huidige kanalen en de uitbreiding van de internetaangifte, zullen gefaseerd worden ingevoerd. Het streven is de multichannelaanpak voor 1 januari 2017 volledig te implementeren.

38

Op welke termijn wordt de belofte gerealiseerd een aangever te informeren over de afloop van de aangifte?

Sinds 1 januari 2013 worden aangevers van woninginbraak binnen 2 weken geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot hun aangifte. In 2014 ontvangen aangevers van high impact crimes (zoals inbraak, overvallen, straatroof) eveneens binnen 14 dagen een persoonlijke terugkoppeling. Bij de andere delicten informeert de politie de burger op verschillende manieren over de voortgang van de zaak. Momenteel wordt nader onderzocht op welke manier een gerichte terugkoppeling naar de aangever kan worden ingericht, zodat het op termijn over het gehele spectrum van aangiften tot een landelijke en uniforme terugkoppeling van aangevers komt.

42

Zijn datasets met het aantal agenten, aangiften (per criminaliteitscategorie), opgeloste zaken (per criminaliteitscategorie), pakkans, administratieve lastendruk, heterdaad ratio, cybercrime meldingen, naar het Openbaar Ministerie (OM) verzonden processen-verbaal (per categorie), ICT-kosten en aantal vrijwilligers als open data digitaal ontsloten? Zo nee, waarom niet?

Aangiften en opgeloste zaken per criminaliteitscategorie zijn openbaar via de site van het CBS. Daarnaast is «Misdaad in kaart» sinds kort operationeel (www.politie.nl ). Hierop zijn de cijfers t.a.v. woninginbraken van de laatste drie maanden zichtbaar. Op dit moment wordt door de politie gewerkt aan een voorstel om meer data via www.politie.nl openbaar te maken, dit vereist instemming van het gezag over de politie.

Een aantal cijfers wordt in het jaarverslag nationale politie gepubliceerd, onder meer cijfers over de landelijke prioriteiten (pakkans HIC-delicten, oplossingspercentages overvallen, aantal misdrijven HIC-delicten), het aantal agenten, het aantal vrijwilligers en de ICT-kosten (als onderdeel van de jaarrekening).

54

Op welke manier wordt gericht op intensieve daderaanpak? Hoe wordt gewerkt aan versterking van de heterdaadkracht?

Op een intensieve daderaanpak wordt door mij in alle onderdelen van de strafrechtketen ingezet. Niet alleen door de opsporing en vervolging maar ook binnen detentie en bij nazorg en toezicht wordt ingezet op voorkomen van recidive. Ter versterking van de keten ben ik met de partners in alle fasen van de keten intensiveringen gestart.

Ten aanzien van de versterking van de heterdaadkracht hanteert de Nationale Politie een lokale, omgevingsgerichte en probleemgerichte aanpak waarbij onder andere wordt ingezet op de samenwerking met burgers. Burgernet is hier een aansprekend voorbeeld van. Diverse initiatieven laten resultaten zien op het gebied van betrokkenheid van burgers bij de omgeving, een toename van het aantal meldingen en kortere reactietijden. Directe opsporing naar aanleiding van een heterdaadsituatie is kansrijker dan opsporing achteraf. Daarom blijft het versterken van de heterdaadkracht een belangrijk middel in de strijd tegen criminaliteit. Heterdaadkracht is dan ook één van de strategische thema’s van de Nationale Politie.

59

Welke administratieve lasten uitgedrukt in fte brengt de uitvoering van een gebiedsscan door de politie met zich mee?

De Gebiedsscan Criminaliteit en Overlast is een instrument dat de politie gebruikt om het lokale gezag over veiligheid te adviseren. De Nationale Politie heeft afgesproken dat voor 1 januari 2015 voor alle gemeenten een rapportage beschikbaar is. De Gebiedsscan is gebaseerd op systeeminformatie (meldingen, aangiften) en straatinformatie (zaken zonder aangiften, informatie die de politie op straat opdoet). Deze informatie wordt tussen wijkagenten en andere sleutelfiguren in de basisteams uitgewisseld. De totale tijdsinvestering van de politie ligt in de orde van grootte van enkele fte’s per jaar.

60

Spelen de gemeenten zelf ook een rol bij het tot stand komen en de uitvoering van de gebiedsscan?

Tussen de politie en gemeenten vindt overleg plaats over het moment en wijze van aanleveren van de Gebiedsscan. Uitgangspunt is dat de politie de gemeenten de resultaten van de Gebiedsscan aanbiedt en dat de gemeenten deze resultaten combineren met hun eigen gegevens en die van andere partners en zich zo een totaalbeeld vormen van criminaliteit en overlast in hun gebied(en). In enkele gemeenten zijn ook ontwikkelingen gaande waarin politie of gemeenten de scan vanaf de basis meer geïntegreerd vervaardigen.

74

Waarop is de conclusie gebaseerd dat door zichtbaar optreden de heterdaadkracht wordt vergroot?

Zichtbaar optreden vergroot het vertrouwen van burgers in politie en justitie. Dat werkt bevorderlijk voor de meldings- en aangiftebereidheid, waardoor weer meer heterdaadaanhoudingen verricht kunnen worden.

75

Wat is de heterdaadratio vanaf 2009?

De heterdaadratio laat een licht stijgende lijn zien (+3% ten opzichte van vorig jaar). Zoals vermeld in het Jaarverslag 2012 is in de praktijk vastgesteld dat er geen uniek kenmerk in de historische peildata tot en met het jaar 2011 beschikbaar is, waarmee de heterdaadratio betrouwbaar en landelijk vergelijkbaar te genereren zou zijn. Vanaf het jaar 2012 is een uniek kenmerk voor de heterdaad-aanhouding binnen de bedrijfsvoeringsystemen van de politie landelijk ingevoerd. Het directe contact tussen burgers en politie zorgt voor een groter gevoel van veiligheid en betrokkenheid bij burgers. Hierbij speelt de bereikbaarheid en beschikbaarheid van de politie voor het veiligheidsgevoel voor burgers een belangrijke rol. Om de heterdaadkracht te versterken wordt onder andere ingezet op het vergroten van de meldings- en aangiftebereidheid, het verhogen van de kwaliteit van de door de melder verstrekte informatie, de wijze waarop de politie hierop inspeelt en effectieve samenwerking met burgers.

76

Wat betekent het verbeteren van de heterdaadratio met 25% ten opzichte van 2009?

De heterdaadratio verbeteren betekent concreet het realiseren van een hoger aantal aangehouden verdachten op heterdaad (van slachtoffer gerelateerde misdrijven) ten opzichte van het totaal aantal slachtoffer gerelateerde misdrijven. De gedachte hierachter is dat hierdoor het totaal aantal zaken dat wordt opgelost toeneemt. De kans daarop is vele maten groter bij aanhouding op heterdaad. Om de heterdaadkracht te versterken wordt ingezet op het vergroten van de meldings- en aangiftebereidheid, het verhogen van de kwaliteit van de door de melder verstrekte informatie en de wijze waarop de politie hierop inspeelt.

77

Op welke manier wordt de samenwerking met burgers vergroot om de heterdaadkracht te vergroten?

De samenwerking met burgers om de heterdaadkracht te vergroten is cruciaal en hierin is nog winst te behalen. Te denken valt aan effectieve inzet van sociale media, het al flink gestegen aantal deelnemers aan Burgernet verder te vergroten, te verkennen hoe de rol van de burger bij directe opsporing goede invulling kan krijgen, de meldings- en aangiftebereidheid te bevorderen en lokale initiatieven door de politie te faciliteren. De vraag waar burgers op moeten letten (het signalement van dader of voertuig, de vluchtrichting en dergelijke) kan bijvoorbeeld ingevuld worden met instructie via internet met gebruik van filmpjes of games en lokale instructie van specifieke doelgroepen zoals buurtpreventieteams, hondenbezitters, buschauffeurs.

87

Hoe en waar wordt minder bureaucratie gerealiseerd bij de politie? Hoeveel procent minder bureaucratie wordt hier beoogd?

Met de TK is afgesproken dat eind 2014 de bureaucratie voor de politie is verminderd met 25 procent ten opzichte van 2011. Vertaald in productiviteitswinst is dat 5000fte. Samen met de Nationale Politie en het OM realiseer ik dat door onnodige administratieve lasten bij de politie weg te nemen, de politie slimmer te laten werken en het vakmanschap te versterken. Daarbij is de beleving van de politie voor mij cruciaal, de politie moet merken dat de situatie verbetert. Voorbeelden van «winstpakkers» in 2013 zijn: de realisatie van de gezamenlijke BoB-kamers, invoering BVI-IB (Basis Voorziening Informatie-Integrale Bevraging; integrale bevraging mogelijk op smartphone), implementatie Summ-it als vervanging van de huidige Basisvoorziening Opsporing (BVO) en de wijziging van het Besluit bewaren en vernietigen niet gevoegde stukken (vereenvoudiging proces rond het vernietigen van geheimhoudergesprekken). De politie heeft aangegeven dat er veel administratieve lasten voortvloeien uit bestaande wet- en regelgeving. VenJ licht momenteel de bestaande voor politie relevante wet- en regelgeving door op overbodige administratieve lasten. Met de realisatie van de doelstelling lig ik op koers. In de voortgangsrapportage die u begin 2014 ontvangt informeer ik u nader.

88

Wat zijn de kosten van het met een jaar doorschuiven van het beoogde aantal van 49.500 fte van de operationele doelsterkte bij de politie?

Een operationele sterkte van 49.500 is de lange termijn sterkte afspraak die ik met uw Kamer heb gemaakt. Op de realisatie hiervan stuurt de korpschef nationale politie door onder andere de (jaarlijkse)instroom van nieuw personeel (waaronder aspiranten) aan te passen op de (jaarlijkse) vervangingsbehoefte. De begroting 2014 en meerjarenraming 2015–2018 maakt duidelijk dat de operationele sterkte en het verwachte verloop ervan meerjarig betaalbaar is en maakt de kosten daarvan zichtbaar.

89

Welke economische risico’s brengt de huidige overbezetting in de operationele sterkte met zich mee?

De overbezetting van de operationele sterkte betekent hogere personele kosten die binnen het beschikbare budgettaire kader opgevangen moeten worden. De begroting 2014 en meerjarenraming 2015–2018 maakt duidelijk dat de operationele sterkte en het verwachte verloop ervan meerjarig betaalbaar is. De begroting gaat daarbij wel uit van een daling van de op dit moment te hoge operationele sterkte die gegeven de huidige inzichten te realiseren is. De feitelijke ontwikkeling wordt actueel gevolgd via maandelijkse rapportages. De komende jaren zal nadrukkelijk worden gestuurd op de hoogte van zowel het operationele als niet operationele personeel om (financiële) risico’s te minimaliseren.»

90

Welke financiële risico’s hangen samen met de onduidelijkheden in de openingsbalans van de nationale politie?

De openingsbalans heeft de goedkeuring van de externe accountant en kent naar mijn idee geen onduidelijkheden. Wel moet ik in 2014 nog een besluit nemen over de bestemmingsreserve groot onderhoud. Ik verwijs u hiervoor naar mijn antwoorden op uw vragen over de openingsbalans welke ik u reeds heb toegestuurd.

91

Worden bij de transitie naar een landelijke meldkamerorganisatie (LMO) ook eenduidige protocollen uitgerold, bijvoorbeeld het uitvragen door centralisten en de inzet bij calamiteiten? Geldt dit ook ten opzichte van bijvoorbeeld het melden van wegpiraterij?

Het doel van de vorming van de landelijke meldkamerorganisatie is te komen tot een effectieve, kwalitatief hoogwaardige en efficiënte meldkamerorganisatie met tien locaties. In het transitieakkoord is afgesproken dat deze meldkamers zoveel mogelijk geprotocolleerd en multidisciplinair zullen handelen. Om de reikwijdte van de uitvraag door een multidisciplinaire centralist te bepalen, worden op basis van onafhankelijke data en pilots de effecten van multidisciplinaire intake getest. Op basis van deze gegevens doen de disciplines binnen anderhalf jaar na ondertekening van het transitieakkoord een voorstel voor de invulling van de intake, eventueel verlengde intake en uitgifte voor een goede afhandeling van de noodhulpvragen.

92

Wat is de relatie tussen de voorgestelde wetgeving tot wijziging van de Wet veiligheidsregio’s en de LMO, mede gelet op hetgeen is vermeld in het verslag schriftelijk overleg over meldkamers (Kamerstuk 29 517, nr. 61)? Wordt er vertraging verwacht bij de oprichting van de LMO en kan bijvoorbeeld de aanbesteding van het nieuwe meldkamersysteem al plaatsvinden voordat deze wetgeving van kracht is?

Tot het moment dat de benodigde wet-en regelgeving door zowel de Tweede als Eerste Kamer is aangenomen blijven de huidige besturen van de Veiligheidsregio’s en de besturen van de regionale ambulancevoorzieningen verantwoordelijk voor het in stand houden van de meldkamers. Desalniettemin zullen er de komende tijd stappen worden genomen die nodig zijn om te kunnen voldoen aan het doel van de vorming van de LMO. Zo zal er worden gewerkt aan de samenvoeging van de huidige 23 meldkamers tot de beoogde 10 meldkamers. Met mijn collega’s van VWS en Defensie en de besturen van de veiligheidsregio’s en de regionaal ambulancevoorzieningen én de korpschef heb ik onlangs een transitieakkoord getekend. Hierin zijn afspraken vastgelegd die zien op zowel het eindbeeld van de LMO als de weg ernaar toe (transitie). Ik heb het transitieakkoord aan uw Kamer aangeboden (...kenmerk). Naast de parlementaire behandeling van de benodigde wijziging van wet-en regelgeving zal ik uw Kamer periodiek informeren over de voortgang van de realisatie van de LMO.

93

In hoeverre ligt de taakstelling voor het meldkamerdomein op schema en heeft het vertraagd tekenen van het transitieakkoord hier invloed op gehad?

Het vertraagd tekenen van het transitieakkoord heeft geen invloed op de ingeboekte taakstelling. Wel is het van belang dat we ons houden aan de afspraken zoals deze gesteld zijn in het regeerakkoord Rutte I. De ondertekening van het transitieakkoord laat zien dat er voldoende draagvlak is bij de betrokken partijen om de doelstellingen ten aanzien van de taakstelling te halen.

94

Hoe wordt de taakstelling voor het meldkamerdomein ingevuld, welke posten zijn daarbij betrokken en in hoeverre zijn het terugbrengen van het aantal meldkamers, het implementeren van een nieuw meldkamersysteem en de uniformering van de meldkamerprocessen hiervoor randvoorwaardelijk?

Met het ministerie van BZK voor wat betreft het Veiligheidsberaad, VWS voor wat betreft Ambulancezorg Nederland en Defensie voor wat betreft de Koninklijke Marechaussee en met de politie is afgesproken dat zij allen een deel van de taakstelling bijdragen. De voorgenomen maatregelen zoals in de vraag genoemd, zijn randvoorwaardelijk voor de besparing op het meldkamerdomein.

95

Hoe wordt de taakstelling binnen het meldkamerdomein precies ingevuld? Hoe realistisch is deze taakstelling ten opzichte van de kwaliteit van de meldkamers?

Zie antwoord vraag 93.

96

In hoeverre is het huidige meldkamersysteem in staat de tien overgebleven meldkamers organisatorisch, procesmatig en technisch te integreren in één virtuele meldkamer, of is de aanschaf van een nieuw meldkamersysteem noodzakelijk? Wanneer is deze virtuele meldkamer naar verwachting gereed? Kan daarbij specifiek worden ingegaan op de noodzaak voor een nieuw meldkamersysteem voor de uniformering van de meldkamerprocessen?

De samenvoeging van meldkamers in Noord Nederland heeft aangetoond dat het huidige meldkamersysteem GMS organisatorische, procesmatige en technische integratie kan ondersteunen. GMS is echter verouderd en in technisch opzicht toe aan vervanging.

De reductie van het aantal meldkamers en het voornemen om de werkprocessen te standaardiseren, vraagt om een nieuw meldkamersysteem dat beter in staat is de visie op de samenwerking tussen de meldkamers technisch te ondersteunen.

97

Kunnen de kosten voor de meldkamers en alle diensten die daarbij betrokken zijn, (zoals C2000, het Gemeenschappelijk meldkamersysteem en 112) inzichtelijk worden gemaakt voor de jaren 2012 tot 2018? Kunnen daarbij ook de kosten worden meegenomen die zijn gemaakt door andere partijen, zoals het ministerie van Defensie, de veiligheidsregio’s en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport?

Voor het jaar 2013 is ten behoeve van C2000 een bedrag van € 91,6 mln gereserveerd, aflopend naar een bedrag van € 88,8 miljoen in 2018. De kosten voor GMS bedragen jaarlijks € 1,7 miljoen. De jaarlijkse bijdragen van Defensie, VWS en Financiën voor C2000 zijn respectievelijk € 6,3 mln, € 4 mln en € 1,1 mln. De Veiligheidsregio’s dragen jaarlijks voor een bedrag van € 23,1 mln. bij in de exploitatiekosten C2000.

98

Hoe worden de kosten voor de LMO in de toekomst gepresenteerd in de begroting?

Aangezien de landelijke meldkamerorganisatie beheersmatig wordt ondergebracht bij de politie zal de LMO (herkenbaar) in de toekomst in de begroting van de politie worden opgenomen.

99

Wanneer is de structurele oplossing voor 112 uiterlijk gerealiseerd? Moet er in 2013 nog een keuze worden gemaakt voor deze oplossing? Zo ja, waarom? Zo nee, wat houdt deze oplossing in en is deze gebaseerd op het principe «geen gesprek gemist»? In hoeverre is de keuze afhankelijk van de oprichting van de LMO en kan dit nog voor vertraging zorgen?

Tijdens het dertigledendebat op 11 september 2013 heb ik uw Kamer toegezegd dat ik u aan het einde van dit kalenderjaar op de hoogte zal stellen van de mogelijkheden ten aanzien van de structurele oplossing.

Deze oplossing zal in ieder geval zijn gebaseerd op het uitgangspunt van «geen gesprek gemist». Het hele (werk)proces is 1 van de belangrijke processen binnen de meldkamer en zal daarom in nauwe samenhang met de ontwikkeling van de landelijke meldkamerorganisatie worden bezien. Vanwege het belang van een adequate hulpverlening aan de burger zal het realiseren van een adequate en structurele oplossing voor 1-1-2 niet afhankelijk worden gesteld van de voortgang bij de realisatie van de LMO.

100

Is bekend wanneer het C2000-netwerk een upgrade krijgt en wordt hier budget voor vrijgemaakt? Zo ja, kan worden toegelicht wat een upgrade inhoudt en of de hardware van het netwerk ook wordt vervangen? Zo nee, waarom niet?

Er zal een (technologische) vernieuwing van het C2000-netwerk plaatsvinden. Daarbij zal hardware van het netwerk worden vervangen. De vervanging wordt binnen het huidige kader gerealiseerd.

101

Kan worden aangegeven of bij het (vervolg)contract voor het beheer van C2000 ook een definitieve keuze is gemaakt ten aanzien van de inrichting van het tactisch beheer van C2000, zoals aangegeven in de antwoorden op de Kamervragen van 27 juni 2012 van het lid Hennis-Plasschaert (Tweede Kamer, 2011–2012, aanhangsel van de Handelingen, nr. 3054)? Zo ja, kan worden toegelicht hoe het tactisch beheer eruit komt te zien en op welke wijze de samenwerking met de markt tot stand wordt gebracht? Zo nee, waarom niet?

Ik heb u op 27 juni 2012 toegezegd onderzoek te doen naar de mogelijke opties voor de uitvoering van het (tactisch) beheer. Dit onderzoek is inmiddels afgerond. Het concept eindrapport is bij mij aangeboden. Het ministerie buigt zich thans over dit rapport. De uitkomst en het vervolgtraject wordt met de Kamer gedeeld.

102

Wanneer wordt de keuze voor het tactisch beheer verwacht en is deze noodzakelijk voor de upgrade van C2000?

Voor het eerste deel van uw vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 117. Over het tweede deel van de vraag kan ik u melden dat de keuze van een uitvoeringsvariant ten aanzien van het tactisch beheer van invloed is op de wijze waarop de vernieuwing van het C2000-netwerk wordt vormgegeven in de periode 2013–2014.

103

Welke maatregelen worden er getroffen om de problemen met C2000 op te lossen bij het (vervolg)contract?

In 2010 heb ik, naar aanleiding van de bevindingen van de Expertgroep C2000, projecten benoemd (een groot deel daarvan is nog gaande) die moeten leiden tot verdere verbetering van C2000 en tot herstel van het vertrouwen in het systeem bij de hulpverleners.

104

Wordt in het kader van reductie administratieve lasten ook het (model)dossier van de politie vereenvoudigd?

In het kader van de invoering van de ZSM-werkwijze, waarmee naar verwachting aan het eind van 2013 75% van de strafzaken door de politie aan het OM zal worden aangeleverd en waarbij 80% van die zaken binnen een maand worden afgedaan, worden standaardzaken op een uniforme werkwijze beoordeeld en afgedaan. Dit betekent een belangrijke kwaliteitsimpuls voor de afhandeling van zaken op het gebied van veelvoorkomende criminaliteit en er wordt ook een aanzienlijke tijdwinst gehaald. Door OM en politie wordt tevens gewerkt aan voorstellen om te komen tot eenvoudige administratieve producten. De verwachting is dat hierdoor – naast de beoogde kwalitatieve verbetering – ook een beperking van de administratieve lasten voor de politie zal optreden.

Daarnaast wordt er op onderdelen gewerkt aan vereenvoudiging van het strafdossier, zo is het «proces verbaal jeugd» inmiddels vereenvoudigd en ingepast in het bedrijfsprocessensysteem van de politie.

Tot slot wijk ik u er op dat in 2016 processtukken in de strafrechtketen digitaal beschikbaar worden gesteld. In dit kader wordt er nu gewerkt aan de benodigde informatie- en procesarchitectuur van de strafrechtsketen die digitaal werken mogelijk moet maken. Hiermee wordt een basis gelegd voor verdere kwaliteitsverbetering en vereenvoudiging van de dossiers die de politie gebruikt.

105

Wat zijn de kosten van het Bijgesteld Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie (BAVP)?

In het BAVP werd rekening gehouden met een totale meerjarige omvang van extra lasten van € 326 mln. Deze lasten veranderen als gevolg van een stelselwijziging ten aanzien van activering van eigenbouw van applicaties. De bestedingen in het kader van het BAVP blijven gelijk, maar in plaats van activeren en afschrijven worden kosten direct in de exploitatie verantwoord en niet over meerdere jaren gespreid. In latere jaren worden deze kosten terugverdiend.

106

In hoeverre staat het bedrag van 365,6 miljoen euro en het aantal fte nu vast voor het BAVP?

Het ICT aanvalsprogramma heeft een taakstellend budget. Eventuele financiële risico’s dienen door herprioritering binnen dit budget te worden opgevangen. De programmasturing voorziet erin dat deze risico’s tijdig worden gesignaleerd en er passende maatregelen worden getroffen. Het aantal fte’s in de ICT-organisatie is tijdelijk 400 fte’s hoger in verband met de uitvoering van het ICT Aanvalsprogramma. Het tijdelijke aantal extra fte wordt vanaf 2016 richting 2018 volledig afgebouwd, conform de begroting NP.

107

Wordt de kwaliteitsverhoging voor aangiftes en afhandeling daarvan ook structureel bij de Politieacademie in het curriculum verwerkt? Zo ja, hoe wordt hier ruimte voor gemaakt?

Ja, dit wordt opgenomen in het onderwijs. Zie ook vraag 34

128

Hoe wordt de ambitie gerealiseerd om het aantal politievrijwilligers te laten stijgen naar 5000 ambtenaren? Ligt de werving van vrijwillige ambtenaren van politie op schema? Welke gevolgen heeft het aanstellen van vrijwilligers voor het bureaupersoneel en het politiepersoneel op straat?

Door én de cao afspraken uit te werken én in te zetten op een actieve wervingscampagne zal het aantal vrijwilligers stijgen. Door de afspraken in de Cao uit te werken maken we het vrijwilligerswerk meer aantrekkelijk voor burgers. Het vrijwilligersbeleid zal meer uniform zijn, taken die vrijwilligers kunnen doen zullen meer transparant zijn en de rechtspositieregelingen zullen uniform zijn. Dit zal de politie organisatie meer aantrekkelijk maken voor burgers om aan de slag te gaan als vrijwilliger. Het aantal vrijwilligers zal stijgen doordat de NP een actieve wervingscampagne uitzet. De campagne voor executieve vrijwilligers is in het voorjaar gestart en die voor de niet-executieve vrijwilligers zal dit najaar starten.

In 2014 zal de wervingscampagne vanaf de start van het jaar zowel de executieve als niet-executieve vrijwilligers beslaan.

De inzet van vrijwilligers is voor het bureaupersoneel en het politiepersoneel op straat een welkome aanvulling op de taken die zij uitvoeren. Door deze inzet wordt de kwaliteit van het politiewerk verhoogd en wordt gelijktijdig de relatie met de burgers versterkt. Vrijwilligers voegen toe aan de inhoud, snelheid en omvang bij de uitvoering van politietaken en hebben vaak ook een frisse kijk die prikkelend kan werken voor de wijze waarop de politie haar taken uitvoert. Het verhogen van het aantal vrijwilligers zal ondersteunend zijn maar nimmer vervangend. Er wordt door de NP extra aandacht besteed aan de taken die vrijwilligers zullen doen en de toegevoegde waarde hiervan.

De werving ligt op schema.

129

Hoeveel politie-aspiranten gaan er in 2014 opgeleid worden?

800, inclusief 200 zij-instromers.

130

Hoe wordt de bezuiniging op de Nationale politie van 99 miljoen euro in 2014 ten opzichte van 2013 ingevuld? Waar gaat deze bezuiniging ten koste van?

In de begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie zijn afnames van de bijdrage voor de politie zichtbaar. Aan deze afnames liggen verschillende maatregelen ten grondslag die onder meer voortkomen uit het regeerakkoord van het kabinet Rutte. Onder meer op de kosten van het politieonderwijs en de meldkamer. Daarnaast levert de vorming van de Nationale Politie met name in de bedrijfsvoering van de politie besparingen op waarmee de ingeboekte ombuigingen worden opgevangen. Dit betreft onder meer een daling van de niet operationele sterkte en een herijking van de huisvestingsportefeuille en daarmee een structurele verlaging van de personele en materiele lasten. Daarnaast is er meerjarig sprake van een afname van de materiële lasten op nagenoeg alle kostenposten die eveneens samenhangen met het realiseren van een centrale bedrijfsvoering. Concreet wordt er in 2014 gestuurd op het beperken van personeelskosten, de uitgaven aan politieonderwijs en het stroomlijnen van de beheerskosten.

131

Hoe wordt de bezuiniging op de Nationale politie van 304 miljoen euro in 2018 ten opzichte van 2013 ingevuld? Waar gaat deze bezuiniging ten koste van?

Zie beantwoording vraag 130.

132

Hoe wordt de bezuiniging op de Politieacademie van 11 miljoen euro in 2014 ten opzichte van 2013 ingevuld? Waar gaat deze bezuiniging ten koste van?

In het regeerakkoord Rutte I is een geheel aan maatregelen afgesproken voor het politieonderwijs met een financiële vertaling. Bij Rutte II is daar nog een extra taakstelling bovenop gekomen. De maatregelen, die bijdragen aan de invulling van de taakstelling uit Rutte I zijn met behoud van de kwaliteit van het onderwijs getroffen. Voor de laatste taakstelling uit Rutte II moeten nog maatregelen worden gezocht die ingaan in 2016. Hiervoor maakt de PA op korte termijn een voorstel waarbij behoud van kwaliteit van het onderwijs uitgangspunt is. Hierbij verwijs ik u naar mijn brief m.b.t. de positionering van de PA in het politiebestel, die ik op 18 juni jl. aan uw Kamer heb verzonden (Kamerstuknr 29628).

133

Hoe wordt de bezuiniging op de Politieacademie van 34 miljoen euro in 2018 ten opzichte van 2013 ingevuld? Waar gaat deze bezuiniging ten koste van?

Zie antwoord vraag 132.

169

Kan erop worden toegezien dat recherche-eenheden uit verschillende provincies meer gaan samenwerken in de strijd tegen dit probleem? Kan in dit verband worden aangegeven welke plannen er zijn om de strijd met mobiel banditisme aan te gaan?

Door de komst van de Nationale Politie kan er beter worden gestuurd op de samenwerking van de recherche in de verschillende eenheden. Op het gebied van mobiel banditisme heeft de Nationale Politie zich gecommitteerd aan een integrale en geïntensiveerde aanpak. Voor de inhoud van deze aanpak verwijs ik u naar mijn brief d.d. 9 oktober 2013 (kamerstuk 29 911, nr. 85).

188

Kan het onderdeel verkeershandhaving niet beter via de begroting van de nationale politie worden georganiseerd?

Hierover ben ik op dit moment in gesprek met het openbaar ministerie en de nationale politie. Ik hecht er aan u te melden dat dit de te leveren prestaties van het verkeershandhavingsteam niet raakt. Deze staan overeind. Bij mijn beslissing weeg ik de belangen van het openbaar ministerie en de nationale politie mee en deze zal ik u te zijner tijd doen toekomen.

394

Hoeveel geld is er komende vier jaar beschikbaar voor de dierenpolitie en hoeveel geld was dit de afgelopen jaren?

Opsporing en handhaving van strafbare feiten tegen dieren, zoals dierenmishandeling, maar ook illegale dierenhandel, behoren tot de reguliere taakuitoefening van de politie. Er wordt niet geregistreerd hoeveel tijd en kosten de politie specifiek besteed aan de handhaving van dierenwelzijn. Ook het Ministerie van Veiligheid en Justitie houdt niet bij hoeveel tijd haar ambtenaren hebben besteed aan het onderwerp. Wel kan ik u melden dat het meldnummer 144 in 2011 € 354.000, in 2012 € 807.000 en in 2013 € 1.300.000 heeft gekost. Voor 2014 is voor het meldnummer € 1.089.000 begroot.