Kamerstuk 33750-H-2

Memorie van toelichting

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaat van het BES-fonds voor het jaar 2014

Gepubliceerd: 17 september 2013
Indiener(s): Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33750-H-2.html
ID: 33750-H-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave

   

Blz.

     

A.

Artikelgewijze toelichting bij het begrotingswetsvoorstel

2

     

B.

Begrotingstoelichting

3

     

1.

Leeswijzer

3

     

2.

De beleidsagenda

4

     

3.

Het beleidsartikel

6

 

Artikel 1 BES-fonds

6

     

4.

Bijlagen

10

 

4.1 Verdiepingsbijlage

10

 

4.2 Moties en toezeggingen

11

 

4.3 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland

13

 

4.4 Overzicht belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland

16

 

4.5 Overzicht Eilandelijke inkomsten

17

 

4.6 Overzicht renteloze leningen Caribisch Nederland

19

 

4.7 Lijst van afkortingen

20

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen. Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. Het in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikel wordt in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

De begroting van het BES-fonds maakt onderdeel uit van de Rijksbegroting maar heeft daarbinnen, evenals de gemeentefonds- en de provinciefondsbegroting, een eigen karakter. Zo kent de begroting van het BES-fonds in tegenstelling tot een departementale begroting slechts één beleidsartikel: het BES-fonds. Het beleid dat wordt gevoerd ter realisatie van het algemene beleid is direct verbonden met dit ene beleidsartikel. Voorts is de fondsbeheerder systeemverantwoordelijk voor het BES-fonds en niet voor de resultaten die de openbare lichamen met hun budget uit dit fonds realiseren. De openbare lichamen zijn, met inachtneming van de wet- en regelgeving, autonoom in het voeren van hun beleid bekostigd uit het BES-fonds. Om die reden bevat de BES-fondsbegroting geen output- en/of outcomegegevens.

De voorliggende toelichting bij de begroting 2014 van het BES-fonds kent de volgende indeling.

Na dit hoofdstuk met de leeswijzer start hoofdstuk 2 met de beleidsagenda van het BES-fonds. Vervolgens komt het beleidsartikel aan bod. In de verdiepingsbijlage wordt het BES-fonds in een breder kader geplaatst. Daarna volgen de bijlagen. Deze zijn achtereenvolgens: de moties en toezeggingen, het overzicht van de rijksuitgaven in Caribisch Nederland (naar aanleiding van motie Hachchi), het overzicht belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland, het overzicht van de eilandelijke inkomsten en het overzicht van te verstrekken renteloze leningen aan Caribisch Nederland.

2. De beleidsagenda

Via de vrije uitkeringen uit het BES-fonds ontvangen de openbare lichamen middelen om hun taken naar behoren uit te voeren, net zoals gemeenten middelen krijgen uit het gemeentefonds. Het gaat hierbij om vrij besteedbare middelen. Het is dus – net als bij gemeenten – aan de lokale democratie om ambities te formuleren, eigen inkomsten te genereren en beleidskeuzes te maken. Jaarlijks vindt in het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen BES besluitvorming plaats over de hoogte van de vrije uitkering voor het jaar daaropvolgend.

Het BES-fonds is een beleidsarm fonds. Immers, het is aan de eilanden om verantwoording af te leggen over de via het BES-fonds verstrekte middelen. De systeemverantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is hierbij van groot belang. Om te voorkomen dat er discrepanties ontstaan tussen eilandelijke taken en financiën, toetst de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties strikt op artikel 87 van de wet Financiën BES. Op grond van dit artikel dient het Rijk bij beleidsvoornemens welke leiden tot een wijziging van taken voor de openbare lichamen aan te geven welke financiële gevolgen hier aan zijn verbonden voor de openbare lichamen.

De coördinerende rol van de Minister van Binnenlandse Zaken wordt in 2014 verder versterkt. Dit mede naar aanleiding van het onderzoek taakverlichting en deregulering Caribisch Nederland, dat op 2 juli 2013 naar het Parlement is gestuurd. Uit dit onderzoek komt onder meer naar voren dat de coördinatie binnen het Rijk kan worden verbeterd. De noodzaak voor meer coördinatie komt ook naar voren in recente adviezen van de Raad van State en de Algemene Rekenkamer. Ook het parlement heeft in diverse debatten het belang onderstreept van coördinatie binnen het Rijk, bijvoorbeeld bij het debat over kinderrechten naar aanleiding van het rapport van UNICEF. Het kabinet zal in reactie op het onderzoek voorstellen doen om zowel de procescoördinatie als de inhoudelijke coördinatie te verbeteren.

Een belangrijk onderwerp in 2014 is de evaluatie van de staatkundige positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. In de slotakkoorden uit 2006 is afgesproken dat de staatkundige positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba binnen 6 jaar na de staatkundige ontmanteling van het land Nederlandse Antillen, wordt geëvalueerd en de definitieve staatkundige structuur van Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt vastgesteld. Deze evaluatie bepaling is overgenomen in de Wet Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Wet Financiën Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De criteria, thema’s en opzet voor de evaluatie worden eind 2013, dan wel begin 2014, in overleg met de Openbare Lichamen definitief vastgesteld. Tevens wordt een voorlichting aan de Raad van State gevraagd. De evaluatieopdracht zal begin 2014 aan de Eerste en Tweede Kamer worden verzonden. Het evaluatieonderzoek wordt verwacht in 2015. Wel kunnen in 2014 al enkele voorbereidende onderzoeken plaatsvinden. Bij de evaluatie wordt ook het BES-fonds betrokken. Hierdoor is een afzonderlijke periodieke evaluatie van de beleidsartikelen van dit fonds op grond van de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek niet nodig.

Tenslotte zijn de door de eilanden op te stellen ontwikkelplannen in 2014 een belangrijk thema. De interdepartementale afstemming en eventuele financiering, mede ten behoeve van weging en prioritering van de ontwikkelplannen, zullen een belangrijke rol spelen tijdens de begrotingsvoorbereiding 2015. De verantwoording over eventueel verstrekte rijksmiddelen voor ontwikkelplannen vindt plaats via de begrotingen van de betreffende ministers. Een totaaloverzicht van bijzondere uitkeringen aan de openbare lichamen (bijzondere uitkeringen) wordt jaarlijks op de derde woensdag van mei aan de Tweede Kamer verstrekt. De verstrekte renteloze leningen aan de openbare lichamen treft u aan in bijlage 4.6 van deze begroting.

Een overzicht van alle rijksuitgaven Caribisch Nederland is op verzoek van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II, 33 000-IV, nr. 28) net als vorig jaar opgenomen als bijlage 4.3 bij deze begroting. Om de inzichtelijkheid van deze bijlage te vergroten is dit jaar voor het eerst ook een overzicht van de Rijksinkomsten op Caribisch Nederland opgenomen.

3. Het beleidsartikel

Artikel 1. BES-fonds

A Algemene doelstelling

Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen krijgen toebedeeld om hun taken naar behoren uit te voeren.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het BES-fonds. Als fondsbeheerder draagt hij zorg voor een adequate omvang van het fonds in relatie tot de overeengekomen taakverdeling tussen Nederland en de openbare lichamen. De openbare lichamen zijn autonoom in de besteding van de vrije uitkering.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is systeemverantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhouding met de eilanden. De openbare lichamen mogen zelf bepalen welke taken en activiteiten zij bekostigen uit de algemene middelen van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren voor de bekostiging waarvan zij op de algemene middelen zijn aangewezen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vervult ook een coördinerende schakel tussen de openbare lichamen en de verschillende departementen. Een belangrijk instrument daarin is de zogenaamde Caribisch Nederland-week (CN-week) die twee keer per jaar georganiseerd wordt rond het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen BES (BOFv). De CN-week biedt de mogelijkheid aan de besturen van Bonaire, Saba en Sint Eustatius om te overleggen met de departementen in Den Haag. De week draagt bij aan een goede relatie en samenwerking tussen de Rijksoverheid en de drie eilandbesturen.

De wet Financiën BES (de wet FinBES) biedt – indien nodig – instrumenten voor de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de toezichthouder, het College financieel toezicht (Cft) om in te grijpen. Het openbare lichaam kan in principe alleen uitgaven doen die zijn opgenomen in een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begroting.

C Beleidswijzigingen

In het kabinetsstandpunt over het referentiekader op 8 juni 2012 (Kamerstukken II, 2011–2012, 33 000-H, nr. 6) is er een antwoord gegeven op de belangrijkste vraagstukken over de financiële verhouding met de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De indexatie van de vrije uitkering vindt plaats op basis van een actueel indexatiecijfer (t-1, dus de inflatie van het voorafgaande jaar) en per eiland afzonderlijk.

Het begrotingsjaar 2014 zal in het teken staan van de voorbereidingen op de grote evaluatie van 2015 naar de nieuwe staatkundige structuur sinds 10 oktober 2010. De wet FinBES, inclusief de financiële verhouding met de eilanden en het BES-fonds, maken hier nadrukkelijk onderdeel van uit. In dit verband is nog het onderzoek taakverlichting en deregulering Caribisch Nederland van belang, welke op 2 juli 2013 naar de Eerste en Tweede Kamer is gestuurd. De aanbevelingen van de onderzoekers die leiden tot aanpassing van wet- en regelgeving (bijvoorbeeld die over het bestuurlijke en financiële toezicht op de openbare lichamen) worden meegenomen bij de evaluatie. De regering is evenwel ook voornemens om een aantal aanbevelingen reeds in 2014 te implementeren. Het gaat hier om de aanbevelingen van de onderzoekers over het verbeteren van de coördinatie binnen het Rijk en praktische voorstellen om het wetgevingsproces voor Caribisch Nederland te verbeteren. De regering komt uiterlijk in het najaar 2013 met een kabinetsreactie op het onderzoek taakverlichting en deregulering Caribisch Nederland.

In 2014 worden de door de eilanden opgestelde en nog op te stellen ontwikkelplannen voor het wegwerken van achterstanden een belangrijk onderwerp. Door de eilanden wordt eraan gewerkt om met steun van de ministeries de ontwikkelplannen nader uit te werken. Het aanbestedingswaardig maken van de plannen betekent nog niet dat de ontwikkelplannen tot uitvoering worden gebracht; dit is onder meer afhankelijk van de budgettaire mogelijkheden.

Het is verder van belang dat er geen discrepantie ontstaat tussen eilandelijke taken en financiën. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal in 2014 strikt toetsen op artikel 87 van de Wet FinBES om discrepantie tussen eilandelijke taken en financiën te voorkomen. Op grond van dit artikel dient het Rijk bij beleidsvoornemens welke leiden tot een wijziging van taken voor de openbare lichamen aan te geven welke financiële gevolgen hier aan zijn verbonden voor de openbare lichamen. Ook moet in de toelichting worden aangegeven via welke bekostigingswijze de financiële gevolgen kunnen worden opgevangen. De vakministers zijn primair verantwoordelijk voor het aangeven van de kosten en bekostigingswijze van taakwijzigingen van de openbare lichamen. Daartoe treden zij tijdig in overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Het streven is om in 2014 – net als in 2013 – de middelen voor sociaaleconomische activiteiten te verstrekken uit het BES-fonds. Het betreft hier uitkeringen conform artikel 88 lid 8, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De reden om de middelen uit het BES-fonds te verstrekken hangt samen met het feit dat meerdere departementen betrokken zijn bij deze regeling. De keuze voor het BES-fonds betekent dat niet voor één departementale begroting hoeft te worden gekozen. Daarnaast zijn de administratieve lasten voor het verstrekken vanuit het BES-fonds laag, doordat de fondsbeheerder ook andere reguliere betalingen verricht aan de openbare lichamen. Gegeven de relatie van (een deel van) deze middelen met het referentiekader onderzoek is het tenslotte overzichtelijk om deze middelen te presenteren samen met de vrije uitkering uit het BES-fonds.

D1 Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 1.1 BES-Fonds
(x € 1.000)
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Verplichtingen

35.519

33.813

32.709

32.709

32.709

32.709

32.809

                 

Uitgaven:

38.545

33.813

32.709

32.709

32.709

32.709

32.809

 

Waarvan juridisch verplicht

   

100%

       
                 

1.1

BES-fonds

38.545

33.813

32.709

32.709

32.709

32.709

32.809

 

Opdrachten

 

144

100

100

100

100

100

 

Onderzoek

 

144

100

100

100

100

100

 

Bijdragen aan medeoverheden

 

33.669

32.609

32.609

32.609

32.609

32.709

 

Vrije uitkering

 

32.689

32.089

32.089

32.089

32.089

32.189

 

Overige uitkering

 

980

520

520

520

520

520

                 
 

Ontvangsten

38.545

33.813

32.709

32.709

32.709

32.709

32.809

D2 Budgetflexibiliteit

De budgetflexibiliteit is nihil. In tegenstelling tot een departementale begroting zijn bij een fonds als het BES-fonds de verplichtingen leidend. Dit houdt in dat zij, eenmaal geaccordeerd, altijd geheel tot uitbetaling komen.

E Toelichting op de instrumenten

1.1 BES-fonds

Opdrachten

Onderzoek

Naar aanleiding van de adviezen in het eerder genoemde onderzoek taakverlichting en deregulering Caribisch Nederland en de reactie van het kabinet op dit onderzoek zijn hieraan gerelateerde uitgaven te voorzien, mogelijk in de vorm van verdere onderzoeken.

Bijdrage aan medeoverheden

Vrije uitkering BES-fonds

De middelen die de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba uit de vrije uitkering ontvangen zijn vrij besteedbaar. Op de vrije uitkering zal dit jaar een aantal bedragen ingehouden worden. Het betreft aflossingslasten voor leningen die het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verstrekt opdat de openbare lichamen een eigen bijdrage kunnen leveren in de kosten om de grote achterstanden in de huisvesting van het onderwijs op korte termijn weg te werken.

In 2008 zijn werkkapitalen voorgeschoten aan de openbare lichamen. Daarnaast had één van de openbare lichamen in de periode 2008–2010 een hoger tekort dan toegestaan. Deze bedragen worden gedurende de periode 2014–2018 teruggevorderd door deze in te houden op de vrije uitkering. De totale inhouding bedraagt USD 2,36 mln. in vijf jaar (€ 1,82 mln.).

Overige uitkeringen

Naast de vrije uitkering zijn op basis van de Wet FinBES, «bijzondere uitkeringen» (art. 91) en «andere uitkeringen» (art. 88) mogelijk. Via het BES-fonds vindt in 2014 uitbetaling plaats van middelen die beschikbaar zijn gesteld in het kader van de integrale aanpak van sociaal-economische initiatieven.

Ontvangsten

Artikel 88, derde lid van de Wet FinBES regelt dat bij (begrotings-)wet voor ieder uitkeringsjaar een bedrag aan middelen van het Rijk wordt afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve van de dekking van de uitgaven ten laste van het BES-fonds een post ontvangsten geraamd.

.

4. Bijlagen

4.1 Verdiepingsbijlage

Artikel 1. BES-fonds

Opbouw uitgaven (x € 1.000)

1 BES-Fonds

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Stand ontwerpbegroting 2013

32.093

32.093

32.093

32.093

32.093

 

1.1

BES-fonds

32.093

32.093

32.093

32.093

32.093

 
               

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

1.919

1.315

1.315

1.315

1.315

 

1.1

BES-fonds

1.919

1.315

1.315

1.315

1.315

 
               

Nieuwe mutaties

– 199

– 699

– 699

– 699

– 699

 

1.1

BES-fonds

– 199

– 699

– 699

– 699

– 699

 
 

Waarvan:

           
 

a. Aflossing renteloze lening

– 774

– 774

– 774

– 774

– 774

 
               

Stand ontwerpbegroting 2014

33.813

32.709

32.709

32.709

32.709

32.809

1.1

BES-fonds

33.813

32.709

32.709

32.709

32.709

32.809

Opbouw ontvangsten (x € 1.000)
   

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Stand ontwerpbegroting 2013

32.093

32.093

32.093

32.093

32.093

               

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

1.919

1.315

1.315

1.315

1.315

 
               

Nieuwe mutaties

– 199

– 699

– 699

– 699

– 699

 
               

Stand ontwerpbegroting 2014

33.813

32.709

32.709

32.709

32.709

32.809

Toelichting

a. Aflossing renteloze lening

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuurschap en Wetenschap verstrekt aan Bonaire een renteloze lening voor verbetering van onderwijshuisvesting. Aflossing aan het leningverstrekkende departement vindt plaats via de vrije uitkering.

4.2 Moties en toezeggingen

A.1 In behandeling zijnde moties

Omschrijving motie

Vindplaats

Stand van zaken

(Gewijzigde) motie Segers en Heijnen; Verzoekt de regering, in overleg met Bonaire, Sint Eustatius, Saba en de Rijksvertegenwoordiger concrete doelstellingen en maatregelen te formuleren om de overvloed aan wet- en regelgeving beter te kunnen verwerken, ambtelijke druk te verminderen en inefficiëntie tegen te gaan en de Kamer hierover voor mei 2013 te informeren

Kamerdebat 19-12-2012

Begroting BZK rest

Het onderzoek «Mogelijkheden voor deregulering en taakverlichting Caribisch Nederland» van het onderzoeksbureau Ideeversa is op 4juli 2013 aan de Kamer verzonden. Zoals reeds eerder aan de Tweede Kamer gemeld, komt het kabinet met een reactie op dit rapport in het najaar van 2013

A.2. Uitgevoerde moties

Motie Van Gent en Van Bochove; Verzoekt de regering, in goed overleg met de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius, Saba en de Landen van het Koninkrijk Curaçao, Sint Maarten en Aruba te bevorderen dat er gewerkt wordt aan de goede verhoudingen, saamhorigheid en het delen van expertise

Kamerdebat 05-07-2012

VAO BES-eilanden

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 maart 2013 per brief geïnformeerd (TK 2012–2013, 33 400-IV, nr. 24)

B.1 In behandeling zijnde toezeggingen

De minister zegt de Tweede Kamer een reactie toe op de sociale achterstanden in het kader van het bezoek van de staatssecretaris van SZW aan de eilanden

Kamerdebat 20-03-2013

BES-aangelegenheden

De minister zal de Tweede Kamer voor het herfstreces over deze toezegging informeren, mits de staatssecretaris van SZW voor die tijd op reis naar Caribisch Nederland is geweest.

De minister zegt de Kamer een onderzoek toe m.b.t. deregulering inclusief een inhoudelijke reactie en inclusief een reactie op nodeloze wetgeving waarmee de eilanden te maken hebben/krijgen. Kamerleden worden opgeroepen om voorbeelden van nodeloze wetgeving aan te leveren

Kamerdebat 20-03-2013

BES-aangelegenheden

Het onderzoek «Mogelijkheden voor deregulering en taakverlichting Caribisch Nederland» van het onderzoeksbureau Ideeversa is op 4 juli 2013 aan de Tweede Kamer verzonden. Zoals reeds eerder gemeld, komt het kabinet met een reactie op dit rapport in het najaar van 2013

De minister zegt toe de Tweede Kamer te betrekken en te informeren bij evaluatie BES-wetgeving eind 2015

Kamerdebat 07-09-2010

Debat over het Koninklijk besluit tot inwerkingtreding van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (31 954, nr. 30)

In het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer op 12 februari 2013 heeft de minister aangegeven de Tweede Kamer voor het einde van dit jaar te voorzien van een opzet en structuur van de evaluatie.

B.2 Uitgevoerde toezeggingen

De minister zegt toe de brieven over de voorgestelde Grondwetswijziging van de eilandbesturen van Caribisch Nederland voor het zomerreces 2012 aan te bieden aan de Tweede Kamer

Uitgaande brief «Antwoorden Kamervragen over de aanhoudende ontevredenheid op de BES-eilanden» d.d. 27 juni 2012

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 juni 2012 per brief geïnformeerd (TK 2011–2012, 33 131, nr. 6)

4.3 Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland

Tussen de Rijksoverheid en de openbare lichamen zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over de verdeling van de taken en activiteiten die door de eilandelijke overheden, dan wel door de Rijksoverheid worden uitgevoerd. De vrije uitkering zoals die in dit begrotingshoofdstuk is verantwoord betreft de algemene middelen bestemd voor de openbare lichamen ten behoeve van de uitvoering van de eilandelijke taken (naast de eigen inkomsten van het openbaar lichaam, zoals eilandbelastingen, zie bijlage 4.5).

De Rijksoverheid heeft ten aanzien van de openbare lichamen de verantwoordelijkheid de (rijks)taken uit te voeren. De middelen die hiervoor worden ingezet worden verstrekt vanuit departementale begrotingen.

In de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II, 33 000-IV, nr. 28) is het verzoek neergelegd een overzichtsconstructie aan dit begrotingshoofdstuk toe te voegen met daarin opgenomen alle budgetten voor de BES-eilanden.

Het totaal van de vrije uitkering en de rijksuitgaven (zie onderstaande tabel) zijn alle uitgaven die ten behoeve van Caribisch Nederland worden verstrekt. Naast rijksuitgaven zijn er ook rijksinkomsten. Inwoners en bedrijven van Bonaire, Sint Eustatius en Saba betalen immers ook rijksbelastingen. De omvang van de inkomsten van Caribisch Nederland wordt weergegeven in bijlage 4.4.

De uitgaven ten behoeve van de activiteiten van de krijgsmacht en de kustwacht zijn niet te verbijzonderen naar specifieke uitgaven in Caribisch Nederland. De inzet van de krijgsmacht (Defensie) en de Kustwacht (verdeeld over de begroting van Defensie en Koninkrijksrelaties) komt ten goede aan alle delen van het Koninkrijk. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen inzet per land/gebied.

De tabel hieronder bevat de uitgaven van de Rijksoverheid in Caribisch Nederland, verdeeld naar vakdepartement.

Rijksuitgaven Caribisch Nederland
(in € 1.000)

Ministerie

Artikel en Artikelonderdeel

2013

2014

2015

2016

2017

2018

IV. Koninkrijksrelaties

Artikel 1. Waarborgfunctie

           

1.1 Rechterlijke macht en Samenwerkingsmiddelen. Het deel dat ten goede komt

           

aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

           

Artikel 2. Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners

           

2.2 Bevordering autonomie Koninkrijkspartners

144

144

144

144

144

144

VI. Veiligheid en Justitie

Artikel. 31. Nationale Politie

           

31.2 BES Brandweer- en politiekorps

17.573

17.573

17.575

17.575

17.575

17.575

Artikel 33. Veiligheid en criminaliteitsbestrijding

           

33.3 Opsporing en vervolging

4.829

4.929

4.930

4.930

4.931

4.931

Artikel 34. Sanctietoepasing

           

34.3 Tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties en vreemdelingenbewaring

9.300

9.300

9.300

9.300

9.300

9.300

Artikel 35. Jeugd

           

35.3 Tenuitvoerlegging justitiële sancties jeugd

1.225

1.225

1.225

1.225

1.225

1.225

VII. Binnenlandse zaken

Artikel 6. Dienstverlenende overheid

           

6.5 Een betrouwbare GBA en betrouwbare reis- en identiteitsdocumenten

1.500

1.500

2.300

2.860

3.460

1.050

Artikel 7. Arbeidszaken overheid

           

7.1 Overheid als werkgever

800

         

7.2 Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen

1.100

1.100

1.100

1.100

1.100

1.100

VIII. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Artikel 1. Primair Onderwijs

           

01.70 Onderwijsbekostiging

12.884

12.936

12.955

12.506

12.506

12.506

Artikel 3. Voortgezet Onderwijs

           

03.70 Bekostiging Caribisch Nederland

14.792

12.807

12.825

12.209

12.222

12.222

Artikel 4. Beroeps en Volwasseneneducatie

           

04.70 Bekostiging

4.845

4.858

4.864

4.879

4.883

4.883

04.75 Verbetermiddelen CN

13.753

29.063

16.014

13.815

7.245

819

Artikel 9. Arbeidsmarkt- en Personeelsbeleid

           

9.71 Versterken HBO opleiding (LOFO/

PABO)

183

183

183

0

0

0

9.71 Bevoegdheid/bekwaamheid docenten

(MK)

2.097

2.097

2.097

0

0

0

Artikel 11. Studiefinanciering

           

11.80.03 BES studiefinancieringuitgaven

2.421

2.421

2.421

2.421

2.421

2.421

Artikel 16. Onderzoek en Wetenschapsbeleid

           

16.71 Statia Multifunctioneel Kenniscentrum

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

Artikel 25. Emancipatie

           

25.71 Subsidie COC Pink Orange

100

100

0

0

0

0

IXB Financiën

Uitvoering fiscale wet- en regelgeving en douanetaken

9.576

9.502

9.502

9.502

9.502

9.502

(Belastingdienst/Caribisch Nederland)

           

Artikel 2. Financiële Markten

           

Bijdrage toezicht DNB

700

700

700

700

700

700

Bijdrage toezicht AFM

500

500

500

500

500

500

XII. Infrastructuur en Milieu

12. Waterkwaliteit

           

12.01 Waterkwaliteit

50

50

50

50

50

50

17. Luchtvaart (Havermans)

           

17.01 Luchtvaart

100

100

100

100

100

100

17. Luchtvaart

           

17.01 Luchtvaart (Agentschapsbijdrage RWS)

1.828

10.000

11.850

2.900

   

18. Scheepvaart

           

18.01 Scheepvaart en havens

160

160

160

160

160

160

23. Meteorologie, seismologie en aardobservatie

           

23.01 Meteorologie en seismologie

640

610

610

610

610

610

24. Handhaving en toezicht

           

24.01 Handhaving en toezicht

770

795

770

795

795

795

26. Bijdrage investeringsfondsen

           

26.01 Bijdrage aan het Infrastructuurfonds

2.440

2.440

105

100

100

790

97. Algemeen departement

           

27.01 IenM-brede programma middelen

50

50

50

50

50

50

XIII. Economische Zaken

Artikel 11. Goed functionerende economie en markten

           

11.55 Onderzoek en opdrachten: Beleidsvoorbereiding, veiligheid en frequenties

125

125

125

125

125

125

11.75 Bijdrage ZBO's: Bijdrage CBS

650

650

675

675

675

675

11.75 Bijdrage ZBO's: Metrologie

70

55

50

50

50

50

Artikel 13. Een excellent ondernemingsklimaat

           

13.5 Subsidies: Bevorderen ondernemerschap

100

100

100

100

100

100

Artikel 14. Een doelmatige en duurzame energievoorziening

           

14.5 Subsidies: voorzieningszekerheid BES & overige subsidies

4.665

11.500

4.500

4.000

3.500

3.000

Art 18. Natuur en Regio

           

18.55 Onderzoek en opdrachten: Uitvoering natuurbeleidsplan Caribisch Nederland

600

349

329

730

1.130

1.130

18.55 Onderzoek en opdrachten: Programmabudget

450

         

18.75 Onderzoek en opdrachten: Natuurprojecten Caribisch Nederland

 

1.500

2.500

2.000

1.500

 

XV. Sociale Zaken en Werkgelegenheid

2. Bijstand, Toeslagenwet en Sociale werkvoorziening

           

2.A9 Onderstand

956

1.000

1.045

1.098

1.152

1.225

2.A9 Re-integratie

0

460

785

385

260

260

3. Arbeidsongeschiktheid

           

3.A1 Ongevallenverzekering (OV)

616

649

683

723

765

819

5. Werkloosheid

           

5.A2 Cessantiawet

164

164

164

164

164

164

6. Ziekte en Zwangerschap

           

6.A2 Ziekteverzekering (ZV)

2.048

1.947

2.050

2.170

2.294

2.458

7. Kinderopvang

           

C. Opdrachten

0

0

1.000

0

0

0

8. Oudedagsvoorziening

           

8.A2 Algemene Ouderdomsverzekering (AOV)

15.507

15.275

15.871

15.633

16.221

15.978

9. Nabestaanden

           

9.A1 Algemene Weduwen- en Wezenverzekering (AWW)

914

965

1.017

1.079

1.143

1.228

XVI. Volksgezondheid, Welzijn en Sport

1. Volksgezondheid

           

20. Ziektepreventie

1.200

1.200

1.200

1.200

1.200

1.200

4. Zorgbreed Beleid

           

50. Zorgkosten Caribisch Nederland

84.089

84.192

91.036

93.956

96.935

99.963

51. Jeugdzorg Caribisch Nederland

4.679

4.710

4.743

4.743

4.743

4.742

6. Sport

           

10. Passend sport- en beweegaanbod

60

60

60

60

60

60

XVIII. Wonen en Rijksdienst

2.3 Kwaliteit woonomgeving

200

200

200

200

200

200

X. Defensie

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen

           

Totaal

 

223.953

252.744

242.963

230.022

224.296

217.310

4.4 Overzicht belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland

De Miljoenennota 2014 bevat een gedetailleerd overzicht van de raming van de belasting- en premieontvangsten op kasbasis voor 2014. Dat overzicht bevat ook het totaal van de belasting- en premieontvangsten uit Caribisch Nederland. In onderstaande tabel wordt het totale bedrag van de voor 2014 geraamde belasting- en premieontvangsten op kasbasis uit Caribisch Nederland op gedetailleerdere wijze gepresenteerd door de geraamde kasontvangsten voor 2014 uit te splitsten over alle in Caribisch Nederland geheven rijksbelastingen en premies.

Geraamde belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland (2014, kasbasis, in miljoenen euro’s)

Belastingmiddel

 

Loonbelasting en premies volksverzekeringen

55,6

Algemene bestedingsbelasting

24,5

Accijnzen

4,9

Overdrachtsbelasting

1,8

Opbrengstbelasting

0,4

Kansspelbelasting

0,5

Vastgoedbelasting

0,0

Inkomstenbelasting

-0,9

 

------

Totaal nieuw fiscaal stelsel Caribisch Nederland

86,8

   

Opbrengsten uit het oude, Nederlands Antilliaanse fiscale stelsel

3,6

 

------

Totaal geraamde belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland

90,4

4.5 Overzicht eilandelijke inkomsten

Het bedrag van de eilandelijke inkomsten bestaat uit eilandbelastingen en overige inkomsten.

De eilandelijke belastingtarieven worden vastgesteld door de openbare lichamen. De afweging en de verantwoording over de hoogte van de tarieven vindt plaats in de eilandraden. Het kostendekkingspercentage van de rechten, de rioolheffing en de reinigingsheffing mag maximaal 100 procent zijn. Het bedrag van de inkomsten voor de openbare lichamen kan fluctueren, zoals dat ook bij Europees-Nederlandse gemeenten het geval is.

Net als bij de begroting van het gemeentefonds, verstrekt het kabinet jaarlijks een overzicht van de ontwikkeling van de begrote opbrengsten uit eilandbelastingen als bijlage bij de begroting van het BES-fonds. De in dit overzicht gebruikte gegevens zijn afkomstig van de door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begrotingen van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Opbrengsten eilandbelastingen 2013

Tabel A Opbrengsten lokale heffingen Bonaire 2013 (in $)
 

2011

2012

2013

% stijging t.o.v. 2012

Stijging/ daling in $

Motorrijtuigenbelasting

2.273.743

2.501.117

2.501.117

0,00%

0

Logeergastenbelasting

2.713.408

2.269.749

2.269.749

0,00%

0

Verhuurautobelasting

558.659

614.525

614.525

0,00%

0

Grondbelasting

2.022.346

2.224.581

2.224.581

0,00%

0

Opcenten

279.330

307.263

307.263

0,00%

0

Precariorechten

614.525

675.978

675.978

0,00%

0

Totale opbrengst

8.462.011

8.593.213

8.593.213

0,00%

0

Tabel B Opbrengsten lokale heffingen Sint Eustatius 2013 (in $)
 

2011

2012

2013

% stijging t.o.v. 2012

Stijging/ daling in $

Motorrijtuigenbelasting

254.386

259.098

259.000

0,0%

– 98

Logeergastenbelasting

25.671

25.292

127.000

402,1%

101.708

Verhuurautobelasting

5.101

6.020

6.000

– 0,3%

– 20

Totale opbrengst

285.158

290.410

392.000

35,0%

101.590

Tabel C Opbrengsten lokale heffingen Saba 2013 (in $)
 

2011

2012

2013

% stijging t.o.v. 2012

Stijging/ daling in $

Motorrijtuigenbelasting

115.821

125.000

116.000

– 7,2%

– 9.000

Logeergastenbelasting

52.352

67.039

52.500

– 21,7%

– 14.539

Totale opbrengst

168.173

192.039

168.500

– 12,3%

– 23.539

De begrote opbrengsten uit eilandelijke belastingen bedragen in 2013 ruim USD 8,9 mln. In de tabellen A t/m C is te zien dat de openbare lichamen aanmerkelijk van elkaar verschillen wat betreft de samenstelling en inkomsten uit de eigen belastingen.

Bonaire raamt de opbrengsten defensief en gaat uit van gelijkblijvende opbrengsten van de lokale belastingen. Sint Eustatius heeft een nieuwe logeergastenbelastingverordening en daaraan gekoppeld een nieuwe methode van berekening van de logeergastenbelasting. Hierdoor wordt een veel hogere opbrengst van deze belasting verwacht. Als gevolg hiervan stijgt de totale opbrengst uit lokale belastingen met ongeveer een derde. Saba blijkt de opbrengsten over 2012 te positief geraamd te hebben. De opbrengsten liggen meer in lijn met de realisaties in 2011. Daarom is over 2013 hierop teruggegrepen.

De totale opbrengsten op Sint Eustatius en Saba worden voornamelijk opgebracht door de motorrijtuigenbelasting, resp. 66% en 69%, terwijl deze belasting op Bonaire slechts 29% van de totale lokale heffingen betreft.

4.6 Overzicht renteloze leningen Caribisch Nederland

Conform artikel 89 van de wet FinBES kunnen de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES) een verzoek tot een renteloze lening indienen bij een vakdepartement ten behoeve van het doen van investeringen die dienen voor de uitoefening van de publieke taak. Een dergelijk verzoek wordt door een openbaar lichaam ingediend door tussenkomst van het College financieel toezicht (Cft). Het Cft voorziet de aanvraag van zijn advies. Volgens lid 4 van artikel 89 stelt de ministerraad jaarlijks vast welk bedrag ieder van de openbare lichamen verschuldigd is aan aflossing van de renteloze leningen. Deze vaststelling geschiedt bij de behandeling van het Besluitvormingsmemorandum in de ministerraad.

In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de renteloze leningen en de bijbehorende aflossingsbedragen voor 2014, zoals die tot op heden aan Caribisch Nederland zijn verstrekt. Het risico van de wisselkoers euro-dollar ligt bij het vakdepartement.

Toegekende renteloze leningen aan Caribisch Nederland (in $)

Eiland

Leningverstrekkende departement

Onderwerp

Omvang oorspronkelijke lening

Looptijd Lening

Aflossingsbedrag 2014

Nog openstaand ultimo 2014

Bonaire

           
 

Ministerie van OCW

Onderwijshuisvesting

19.100.000

2013–2031

1.005.263

17.089.474

Sint-Eustatius

           
 

Ministerie van OCW

Onderwijshuisvesting

4.000.000

2013–2032

200.000

3.600.000

Saba

           
 

Ministerie van OCW

Onderwijshuisvesting

1.300.000

2013–2018

260.000

910.000

Totaal Caribisch Nederland

 

24.400.000

 

1.465.263

21.599.474

Toelichting lening

Onderwijshuisvesting

Het Cft heeft voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba een positief oordeel gegeven over de financiële ruimte van het openbaar lichaam om de aflossingslasten van de investering te dragen. Deze aflossingslasten worden in mindering gebracht op de vrije uitkering uit het BES-fonds. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verstrekt de leningen opdat de openbare lichamen een eigen bijdrage kunnen leveren in de kosten om de grote achterstanden in de huisvesting van het onderwijs op de BES-eilanden op korte termijn weg te werken. Met elk van de eilanden zijn door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede om tot deze leningen te komen, afspraken gemaakt om er voor te zorgen dat alle scholen kunnen beschikken over fatsoenlijke onderwijshuisvesting. Dat is een randvoorwaarde voor het realiseren van de basis onderwijskwaliteit.

4.7 Lijst van afkortingen

AFM

Autoriteit Financiële markten

BES

Bonaire, Sint Eustatius en Saba

BOFv

Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen

CBS

Centraal Bureau voor de Statistiek

CN

Caribisch Nederland

DNB

De Nederlandsche Bank

FinBES

Wet Financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

GBA

Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens

IenM

Infrastructuur en Milieu

LOFO

Lerarenopleiding Funderend Onderwijs

PABO

Pedagogische academie voor basisonderwijs

OCW

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

RWS

Rijkswaterstaat

ZBO

Zelfstandig bestuursorgaan