Gepubliceerd: 30 mei 2013
Indiener(s): Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33640-VIII-2.html
ID: 33640-VIII-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2013 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

Wetsartikel 3

Artikel 5, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 schrijft voor dat een meerjarige begrotingsreserve kan worden aangehouden ten laste van een beleidsartikel. De begrotingreserve is bestemd als budgettaire voorziening voor de garantstelling door de Staat voor ontstane restschuld bij onderwijsinstellingen die in gebreke blijven om gesloten leningen aan de schuldeiser terug te betalen.

  • 1. De begrotingsreserve inzake garantiestelling restschuld speelt een rol voor zowel het universitair onderwijs, het hoger beroepsonderwijs, het middelbaar beroepsonderwijs, het voortgezet onderwijs als het primair onderwijs. Uit een oogpunt van administratieve doelmatigheid is het niet gewenst dat er vijf aparte begrotingsreserves worden aangehouden ten laste van de betrokken beleidsartikelen (1, 3, 4, 6 en 7). Om die reden wordt door middel van dit wetsartikel bepaald dat de begrotingsreserve gekoppeld kan worden aan het niet-beleidsartikel Apparaatskosten (artikelnummer 95). Inhoudelijk is de begrotingsreserve bestemd om het begrotingsbeheer met betrekking tot de betrokken beleidsartikelen op een doelmatige wijze vorm te geven.

De geest van artikel 5, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt daarmee geen geweld aangedaan. In het kader van de voorgenomen herziening van de Comptabiliteitswet zal een algemene wettelijke voorziening worden getroffen. Zolang die voorziening er nog niet is, zal jaarlijks in de begrotingswet van OCW deze afwijkingsbepaling worden opgenomen.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1.

Leeswijzer

2

2.

Het beleid

2

 

2.1.

Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangsten

2

 

2.2.

Beleidsartikelen

5

 

2.3.

Niet-beleidsartikelen

27

1. Leeswijzer

In deze 1e suppletoire begroting van OCW zijn de effecten van besluiten van het Kabinet over de Voorjaarsnota verwerkt. Deze suppletoire wet moet dan ook in samenhang worden bezien met de Voorjaarsnota. Als gevolg hiervan wordt in de OCW-begroting 2013 een uitgavenpeil van € 34,5 miljard geraamd.

Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een algemeen deel en een artikelsgewijs deel. Het algemeen deel bevat een overzicht van de belangrijkste suppletoire mutaties (paragraaf 2.1). Vervolgens wordt per beleidsartikel een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting (paragraaf 2.2). Op de beleidsartikelen worden alleen de beleidsmatige en autonome mutaties groter dan € 2,2 miljoen toegelicht.

2. Het beleid

2.1 Overzicht belangrijkste suppletoire mutaties

In onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletoire mutaties weergegeven. Daaronder worden de mutaties toegelicht.

Tabel 1 Belangrijkste suppletoire mutaties 2013 (x € 1 miljoen)
 

Artikelnr.

Uitgaven

Ontvangsten

Stand oorspronkelijk vastgesteld begroting

 

34.352,6

1.190,5

Belangrijkste suppletoire mutaties:

     

1

Leerlingen- en studentenontwikkeling

diverse

60,0

– 2,9

2

Bijstelling autonome raming studiefinanciering

11, 12, 13

– 70,9

19,9

3

Eindejaarsmarge 2012/2013

diverse

227,1

 

4

Digitale collectie Nationaal Archief

14

28,0

 

5

Kasschuif digitale collectie Nationaal Archief

14

– 25,0

 

6

Kasschuiven overig

diverse

– 29,0

– 10,0

7

Loonbijstelling tranche 2013

diverse

41,4

 

8

Rente studiefinanciering

11

 

– 47,3

9

Overig

diverse

– 59,5

8,5

Stand 1e suppletoire begroting 2013

34.524,7

1.158,7

Toelichting:

  • 1. Uit de referentieraming leerlingen- en studentenaantallen 2013 blijkt dat het aantal leerlingen en studenten in 2013 per saldo hoger is dan de in de OCW-begroting 2013 verwerkte referentieraming 2012. Dit wordt veroorzaakt door demografische ontwikkelingen en nieuwe tel- en stroomgegevens voor 2013. Onderstaande tabel geeft de verdeling per sector weer:

    Tabel 2 Leerlingen- en studentenontwikkeling (x € 1 miljoen)

    Artikelnr.

    Omschrijving

    2013

    1

    Primair onderwijs

    – 20,5

    3

    Voortgezet onderwijs

    48,5

    4

    Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

    10,6

    6

    Hoger beroepsonderwijs

    4,9

    7

    Wetenschappelijk onderwijs

    12,9

    11,12,13

    Studiefinanciering

    3,6

    Subtotaal uitgaven

    60,0

         

    13

    Minus: Lesgeldontvangsten

    – 2,9

    Totaal leerlingen- en studentenontwikkeling

    62,8

  • 2. De raming voor studiefinanciering laat lagere uitgaven en meer ontvangsten zien ten opzichte van de in de OCW-begroting 2013 verwerkte raming van het voorjaar 2012. Dit is de doorwerking van de realisaties in 2012.

  • 3. In 2012 zijn diverse budgetten niet volledig tot besteding gekomen. Deze middelen gaan via de eindejaarsmarge over naar 2013. Voor zover het overlopende verplichtingen betreft, zijn de middelen overgeboekt naar de artikelen.

  • 4. Door de digitalisering van de informatiehuishouding van het rijk staat het Nationaal Archief de komende jaren voor een substantiële taakverzwaring. Dit wordt tot en met 2015 grotendeels gedekt.

  • 5. Een deel van de dekking voor de extra kosten van digitalisering voor het Nationaal Archief wordt van 2013 naar 2014 en 2015 geschoven.

  • 6. Deze post bestaat uit diverse kasschuiven op de OCW-begroting:

    • Ter optimalisatie van het kasritme van de staat wordt een deel van de verplichtingen voor 2014 voor de OV-studentenkaart vooruitbetaald in 2013 (€ 125,0 miljoen);

    • Voor het terugdraaien van de langstudeerdersmaatregel zijn in het Regeerakkoord vanaf 2013 middelen beschikbaar gesteld. Omdat de maatregel met terugwerkende kracht is ingegaan (per 1 september 2012) zijn de instellingen reeds in 2012 hiervoor gecompenseerd (– € 62,0 miljoen in 2013);

    • De middelen uit het Regeerakkoord voor de professionalisering van lerarenopleidingen worden in overeenstemming gebracht met de beoogde uitgaven in de jaren 2014–2016 (– € 15,0 miljoen in 2013);

    • Om de cursusgeldraming voor het bve meerjarig bij te stellen zodat dit overeenkomt met het daadwerkelijke kasritme van de cursusgeldontvangsten, wordt een deel van de middelen uit 2013 (– € 14 miljoen) en 2014 (– € 2 miljoen) verdeeld over de jaren 2015–2018;

    • Voor School ex 2.0 is € 25 miljoen beschikbaar (zie de jeugdwerkloosheidbrief, Kamerstuk 33 400 XV, nr. D). Het school ex 2.0 programma strekt zich uit over twee schooljaren: 2013/2014 en 2014/2015. Het beschikbare budget wordt daarom over twee kalenderjaren verdeeld;

    • Om de beschikbare middelen voor de huisvesting op Caribisch Nederland aan te laten sluiten bij de recente planning van de Rijksgebouwendienst, wordt € 10,6 miljoen uit 2013 en € 5,4 miljoen uit 2017 herverdeeld over de jaren 2014 en 2015. Hierdoor sluit de verdeling van de middelen beter aan op de verwachte realisatie;

    • Bij de ontvangsten is er sprake van een wijziging in het betaalritme van de lesgelden. Hierdoor zijn de ontvangsten in 2013 € 10 miljoen lager en in 2014 € 10 miljoen hoger.

  • 7. In het Begrotingsakkoord is besloten om een nullijn te hanteren voor de lonen in 2013. Dit betekent dat de loonbijstellingstranche 2013 die aan de departementen wordt uitgekeerd geen vergoeding bevat voor contractloonstijging, maar alleen voor de ontwikkeling in de sociale werkgeverslasten (zie artikel 91 Nominaal en onvoorzien voor de verdeling over de beleidsartikelen).

  • 8. De raming voor studiefinanciering laat lagere renteontvangsten zien ten opzichte van de in de OCW-begroting 2013 verwerkte raming van het voorjaar 2012. Zowel de spontane ontvangsten als de termijnontvangsten worden lager geraamd.

  • 9. De overige mutaties betreffen de technische wijzigingen die in deze 1e suppletoire begroting zijn opgenomen. Het betreft overboekingen van en naar andere departementen, desalderingen van uitgaven en ontvangsten en de niet kader-relevante bijstelling van de raming studiefinanciering.

2.2 De beleidsartikelen

Artikel 1. Primair onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Stand 1e suppletoire begroting 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Verplichtingen

9.726.096

0

– 12.278

9.713.818

22.552

26.387

39.282

65.790

Waarvan garantieverplichtingen

     

110

       

Totale uitgaven

9.727.312

0

– 12.388

9.714.924

22.552

26.387

39.282

65.790

Waaran juridisch verplicht

99,7%

   

99,7%

       
                 

Bekostiging

9.179.182

0

– 10.954

9.168.229

20.378

24.407

41.066

67.344

Hoofdbekostiging

8.985.514

0

– 10.954

8.974.560

20.378

24.407

41.066

67.344

 

Bekostiging Primair Onderwijs

8.972.783

0

– 11.107

8.961.676

20.225

24.254

41.036

67.314

 

Bekostiging Caribisch Nederland

12.731

0

153

12.884

153

153

30

30

Prestatiebox

167.100

0

0

167.100

0

0

0

0

Aanvullende bekostiging

26.568

0

0

26.568

0

0

0

0

 

Conciërgeregeling

19.515

0

0

19.515

0

0

0

0

 

Onderwijstijdverlenging

7.053

0

0

7.053

0

0

0

0

                 

Subsidies

113.894

0

11.357

125.251

4.067

3.871

109

339

 

Regeling Onderwijsvoorziening jonggehandicapten

23.862

0

0

23.862

0

0

0

0

 

Nederlands onderwijs buitenland

17.449

0

0

17.449

0

0

0

0

 

Herstart en Op de Rails

19.162

0

0

19.162

0

0

0

0

 

Basis voor Presteren (School aan Zet en Bèta Techniek)

10.000

0

7.836

17.836

4.905

3.892

0

0

 

Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs

10.000

0

0

10.000

0

0

0

0

 

Overig

33.421

0

3.521

36.942

– 838

– 21

109

339

                 

Opdrachten

21.761

0

– 1.503

20.258

– 1.503

– 1.500

– 1.500

– 1.500

                 

Bijdrage aan baten/lastendiensten

31.550

0

24

31.574

22

21

20

20

 

Dienst Uitvoering Onderwijs

31.550

0

24

31.574

22

21

20

20

                 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

8.616

0

9

8.625

9

9

8

8

 

Stichting Vervangingsfonds en Particpatiefonds

6.416

0

9

6.425

9

9

8

8

 

UWV

2.200

0

0

2.200

0

0

0

0

                 

Bijdrage aan medeoverheden

360.987

0

0

360.987

0

0

0

0

 

Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid

260.987

0

0

260.987

0

0

0

0

 

Convenant G37

95.000

0

0

95.000

0

0

0

0

 

Ondersteuning niet-G37

5.000

0

0

5.000

0

0

0

0

                 

Bijdrage aan begrotingsfondsen/sociale fondsen

11.321

0

– 11.321

0

– 421

– 421

– 421

– 421

 

Brede Scholen

11.321

0

– 11.321

0

– 421

– 421

– 421

– 421

Ontvangsten

1.661

0

0

1.661

0

0

0

0

Toelichting mutaties:

Voor artikel 1 (Primair Onderwijs) is per saldo sprake van een daling van de uitgaven met € 12,4 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2013. De begroting is met € 16,1 miljoen verhoogd als gevolg van technische mutaties. Daartegenover is de begroting met € 28,5 miljoen verlaagd als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties.

Op het ontvangstenartikel hebben zich geen mutaties voorgedaan.

Toelichting per instrument:

Uitgaven

Bekostiging

Het budget voor bekostiging is per saldo met € 11,0 miljoen verlaagd. Er is van artikel 9 € 6,7 miljoen overgeboekt ten behoeve van Actieplan Leerkracht. Tevens is voor € 14,2 miljoen compensatie ontvangen voor stijging van de werkgeverslasten (zie ook de algemene toelichting). Daartegenover is het budget met € 20,5 miljoen verlaagd als gevolg van een dalend aantal leerlingen (zie ook de algemene toelichting). Om de taakstelling uit het Begrotingsakkoord per 2014 te realiseren, zijn vanwege de schooljaarsystematiek de prijzen per schooljaar 2013/2014 aangepast. Hierdoor wordt in 2013 al € 14,0 miljoen gerealiseerd. Via een kasschuif naar 2014 wordt de realisatie van de taakstelling uit het Lenteakkoord op kalenderjaar gelijk gesteld aan het budgettaire kader.

Subsidies

Het budget voor subsidies is per saldo met € 11,4 miljoen verhoogd. Van een aantal projecten (o.a. projecten Passend Onderwijs) is in totaal € 5,0 miljoen aan juridische verplichtingen doorgeschoven naar 2013, omdat deze projecten in 2012 later zijn gestart. Van de artikelen 3 en 9 is in totaal € 7,8 miljoen overgeboekt voor de uitvoering van onder andere de programma’s School aan Zet en Bèta en Techniek.

Bijdrage aan begrotingsfondsen/sociale fondsen

De bijdrage aan begrotingsfondsen/sociale fondsen is met € 11,3 miljoen verlaagd. Voor combinatiefunctionarissen op Brede scholen is een overboeking gedaan aan VWS van € 10,9 miljoen. VWS maakt namens OCW deze middelen over aan het Gemeentefonds.

Artikel 3. Voortgezet onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Stand 1e suppletoire begroting 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Verplichtingen

7.043.703

0

95.807

7.139.510

138.453

47.928

– 207.791

– 203.992

Waarvan garantieverplichtingen

               

Totale uitgaven

7.074.820

0

95.807

7.170.627

138.453

47.928

– 207.791

– 203.992

Waarvan juridisch verplicht

99,95%

   

99,95%

       
                 

Bekostiging

6.924.719

0

102.700

7.027.419

142.473

51.445

– 206.000

– 201.621

Hoofdbekostiging

6.563.846

0

81.428

6.645.274

121.201

33.426

– 156.019

– 146.640

 

Bekostiging voortgezet onderwijs lumpsum

6.551.413

 

81.069

6.632.482

121.002

33.227

– 156.338

– 146.959

 

Bekostiging Caribisch Nederland

12.433

 

359

12.792

199

199

319

319

Prestatiebox

130.000

0

18.000

148.000

18.000

18.000

0

0

 

Regeling prestatiebox voortgezet onderwijs

130.000

 

18.000

148.000

18.000

18.000

   

Aanvullende bekosting

230.873

0

3.272

234.145

3.272

19

– 49.981

– 54.981

 

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het VO

47.893

   

47.893

   

– 50.000

– 55.000

 

Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo-mbo2 2008–2013, incl. borgingscohort vmbo-mbo2

24.113

 

3.253

27.366

3.253

     
 

Regeling IGVO (Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs)

3.741

 

19

3.760

19

19

19

19

 

Regeling leerplusarrangement, nieuwkomers en eerste opvang vreemdelingen

86.205

   

86.205

       
 

Regeling regionaal zorgbudget en reboundvoorzieningen

66.885

   

66.885

       
 

Regeling visueel gehandicapten

1.206

   

1.206

       
 

Regeling bekostiging kenniscentra voor leerwerktrajecten vmbo

830

   

830

       
                 

Subsidies

53.810

0

– 4.291

49.519

– 1.640

– 1.136

591

11

 

Stichting Kennisnet (basissubsidie) PO, VO, BE

19.229

 

271

19.500

       
 

ICT-projecten

1.090

 

– 271

819

       
 

Beter presteren (Scholen aan Zet en Platform Beta en Techniek)

5.700

 

– 5.510

190

– 2.529

– 2.007

   
 

Onderwijs Bewijs

3.092

   

3.092

       
 

Regionale verwijzingscommissies VO

6.985

   

6.985

       
 

Overige projecten

17.714

 

1.219

18.933

889

871

591

11

                 

Opdrachten

374

0

0

374

0

0

0

0

 

In- en uitbesteding

374

   

374

       
                 

Bijdragen aan baten/lastendiensten

27.284

0

315

27.599

25

24

23

23

 

Dienst Uitvoering Onderwijs

27.284

 

315

27.599

25

24

23

23

                 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

68.339

0

– 2.917

65.422

– 2.405

– 2.405

– 2.405

– 2.405

 

ZBO: College voor Examens

3.321

 

17

3.338

17

17

17

17

 

SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen PO/VO/BVE (incl. examens)

65.018

 

– 2.934

62.084

– 2.422

– 2.422

– 2.422

– 2.422

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

294

0

0

294

0

0

0

0

 

GRAZ (ECML) en PISA

294

   

294

       

Ontvangsten

1.361

0

0

1.361

3.300

     

Toelichting mutaties:

Voor artikel 3 is sprake van een stijging van de uitgaven met € 95,8 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2013. Voor € 36,3 miljoen betreft het technische mutaties en voor € 59,5 miljoen autonome en beleidsmatige mutaties.

Ten opzichte van de vastgestelde begroting 2013 zijn de ontvangsten gelijk gebleven.

Toelichting per instrument:

Bekostiging

De lumpsumbekostiging voor het voortgezet onderwijs wordt verhoogd met € 102,7 miljoen. De belangrijkste mutaties hiervan zijn:

  • De realisatie van het aantal leerlingen hoger is dan de raming: € 48,5 miljoen.

  • In verband met de uitdeling van de tranche 2013 van de middelen voor de verbetering van het onderwijspersoneel convenant leerkracht wordt de bekostiging verhoogd met € 34,1 miljoen.

  • Uitdeling van de loonbijstelling (werkgeverslasten tranche 2013): € 9,8 miljoen

  • Er wordt € 18 miljoen overgeheveld van de hoofdbekostiging naar de prestatiebox in verband met het opnemen van de extra middelen voor professionalisering van schoolleiders in de regeling prestatiebox voortgezet onderwijs.

  • in verband met de doorschuif vanuit 2012 van een deel van het gereserveerd bedrag in verband met de continuïteitsgarantie aan Amarantis wordt de bekostiging verhoogd met € 11 miljoen.

Subsidies:

De subsidies worden verlaagd met –/– 4,3 miljoen. De belangrijkste mutatie is:

  • Overboeking van de middelen voor «School aan Zet» en «Meer betere Beta’s» van artikel 3 voortgezet onderwijs naar artikel 1 primair onderwijs: –/– € 5,5 miljoen.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s:

De bijdragen aan ZBO’s/RWT» s worden verlaagd met –/– 2,9 miljoen. De belangrijkste mutatie is:

  • Overboeking van de middelen voor de «Denktank BVE» van artikel 3 voortgezet onderwijs naar artikel 4 beroepsonderwijs en volwassenneducatie: –/– € 2,5 miljoen.

Artikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Stand 1e suppletoire begroting 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Verplichtingen

3.564.888

0

24.749

3.589.637

16.201

– 30.433

– 87.733

– 97.173

Waarvan garantieverplichtingen

     

9.780

       

Totale uitgaven

3.500.665

0

– 12.979

3.487.686

52.074

4.103

– 35.202

– 88.664

Waarvan juridisch verplicht

99%

   

99%

       
                 

Bekostiging

3.358.110

0

– 11.419

3.346.691

27.878

– 7.995

– 42.531

– 95.062

Hoofdbekostiging

3.098.315

0

3.111

3.101.426

6.000

– 7.520

– 42.056

– 94.587

 

– 

Bekostiging roc's/overige regelingen

2.928.356

0

1.891

2.930.247

5.089

28.970

31.733

– 20.808

 

– 

Bekostiging kbb's

107.496

0

485

107.981

176

– 37.225

– 74.524

– 74.514

 

Bekostiging Caribisch Nederland

4.142

0

703

4.845

703

703

703

703

 

Bekostiging vavo

58.321

0

32

58.353

32

32

32

32

Prestatiebox

30.700

0

– 26.600

4.100

– 57.115

– 515

– 515

– 515

 

Taal en Rekenen

0

0

0

0

– 56.600

0

0

0

 

Stagebox

26.600

0

– 26.600

0

– 515

– 515

– 515

– 515

 

VSV

4.100

0

0

4.100

0

0

0

0

Aanvullende bekostiging

229.095

0

12.070

241.165

78.993

40

40

40

 

Schoolmaatschappelijk werk in het mbo

14.017

0

0

14.017

0

0

0

0

 

Versterken centrale en uniforme toetsing

13.612

0

– 12.028

1.584

0

0

0

0

 

RMC's

31.885

0

40

31.925

40

40

40

40

 

Plusvoorzieningen overbelaste Jongeren en wijkscholen

30.400

0

0

30.400

0

0

0

0

 

Programmagelden regio's

19.700

0

0

19.700

0

0

0

0

 

Convenanten met RMC-regio's

12.100

0

0

12.100

0

0

0

0

 

Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo 2

5.099

0

705

5.804

0

0

0

0

 

Leerlinggebonden financiering (LGF)

43.762

0

9.853

53.615

9.853

0

0

0

 

Taal en Rekenen

58.520

0

1.000

59.520

56.600

0

0

0

 

School-ex 2.0

0

0

12.500

12.500

12.500

0

0

0

                 

Subsidies

37.261

0

1.584

38.845

– 372

– 2.872

– 5.372

– 372

waarvan:

               
 

Actieplan Laaggeletterdheid

4.000

0

0

4.000

0

0

0

0

 

Pilots laaggeletterdheid

5.000

0

0

5.000

0

– 2.500

– 5.000

0

 

Sectorplan mbo-hbo techniek

400

0

0

400

0

0

0

0

 

Netwerkscholen

3.000

0

0

3.000

0

0

0

0

 

Loopbaanorientatie

3.000

0

0

3.000

0

0

0

0

 

Overige projecten

21.861

0

1.584

23.445

– 372

– 372

– 372

– 372

                 

Opdrachten

6.441

0

0

6.441

0

0

0

0

 

In- en uitbesteding

6.441

0

0

6.441

0

0

0

0

                 

Bijdrage aan baten/lastendiensten

16.969

0

337

17.306

48

48

47

47

 

Dienst Uitvoering Onderwijs

16.969

0

337

17.306

48

48

47

47

                 

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties/ medeoverheden

19.877

0

– 3.551

16.326

24.450

14.852

12.584

6.653

 

Caribisch Nederland

19.877

0

– 3.551

16.326

24.450

14.852

12.584

6.653

                 

Bijdrage aan begrotingsfondsen/sociale fondsen

53.283

0

70

53.353

70

70

70

70

 

Participatiebudget

53.283

0

70

53.353

70

70

70

70

                 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

8.724

0

0

8.724

0

0

0

0

 

College voor Examens

363

0

0

363

0

0

0

0

 

Wet SLOA

8.361

0

0

8.361

0

0

0

0

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting mutaties:

Voor artikel 4 (Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie) is in 2013 sprake van een daling van de uitgaven met € 13 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2013.

Voor € 11 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 24 miljoen gedaald.

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het budget voor de bekostiging wordt verlaagd met € 11,4 miljoen. Deze verlaging wordt grotendeels veroorzaakt door de volgende mutaties:

  • In het kader van het Regeerakkoord Rutte II wordt er in 2017 € 56,6 miljoen en vanaf 2020 structureel € 113,1 miljoen gekort op de lumpsum door het aanbieden van minder opleidingen en macrodoelmatigheid in het mbo (Kamerstuk 33 400, nr. 18)

  • Voor het alternatieve arrangement voor studenten van 30 jaar en ouder in het mbo heeft VWS een structurele bijdrage van € 10 miljoen geleverd. Aangezien er geen leeftijdsgrens komt in het mbo en het alternatieve arrangement niet nodig is, wordt deze bijdrage weer overgeboekt naar VWS.

  • Aan de lumpsum wordt structureel € 3,7 miljoen toegevoegd voor de compensatie van de werkgeverslasten tranche 2013.

  • De middelen voor het «Convenant Leerkracht Nederland» zijn aan de lumpsum toegevoegd. Dit is € 5,2 miljoen in 2013 oplopend naar structureel € 36,3 miljoen vanaf 2018. Daarnaast wordt er incidenteel € 26,6 miljoen voor de stagebox en € 12 miljoen voor de versterking centrale en uniforme toetsing aan de lumpsum toegevoegd.

  • Het budget voor de bekostiging van de kbb’s daalt in 2015 met € 37,4 miljoen en vanaf 2016 structureel met € 74,7 miljoen door de taakstelling opgenomen in het Regeerakkoord Rutte II (Kamerstuk 33 400, nr. 18).

  • Gebleken is dat er in het studiejaar 2012/2013 meer geïndiceerde deelnemers met een handicap zijn ingestroomd dan verwacht. Dit leidt ertoe dat ook de basis voor de raming voor het jaar 2013 en verder met deze structurele doorwerking aangepast moet worden. Het budget voor de leerlinggebonden financiering stijgt hierdoor met € 9,9 miljoen.

  • In de aanpak jeugdwerkloosheid is er voor School- Ex in totaal € 25 miljoen beschikbaar. De middelen zijn verdeeld over de jaren 2013 en 2014 met € 12,5 miljoen per jaar. Hiervan is € 10 miljoen afkomstig van het ministerie van SZW.

  • De regeling taal en rekenen in het mbo wordt met één jaar verlengd tot en met 2014. Het is het voornemen om deze middelen vanaf 2015 onder te brengen in de prestatiebox.

Subsidies

Het budget voor de Pilots laaggeletterdheid is in 2012 met € 2,5 miljoen verlaagd vanwege opstartproblemen. Het project is nu verlengd tot medio 2015 en daarom zijn deze middelen verschoven naar 2015. De middelen voor de Pilots laaggeletterdheid voor 2015 en 2016 zijn naar 2013 en 2014 geschoven en vervolgens overgeheveld naar de bekostiging roc’s/overige regelingen. De pilots zijn dan afgerond en de middelen worden ingezet voor gedeeltelijke compensatie van roc’s voor herverdeeleffecten in de educatie, die zijn ontstaan door het onder rijksaansturing brengen van vavo en een nieuwe verdeling van het budget die deels gebaseerd is op geleverde prestaties.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties/medeoverheden

Het budget voor Caribisch Nederland daalt met € 3,6 miljoen. De middelen om de onderwijshuisvesting op de eilanden op een naar Nederlandse maatstaven aanvaardbaar niveau te brengen worden uit 2013 doorgeschoven naar latere jaren. Vanaf 2014 tot met 2017 zijn de gereserveerde middelen van het artikel nominaal en onvoorzien toegevoegd voor het uitvoeren van dit programma.

Artikel 6. Hoger beroepsonderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Stand 1e suppletoire begroting 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Verplichtingen

2.468.852

139.294

121.168

2.729.314

– 6.979

– 51.125

– 72.688

– 50.315

Waarvan garantieverplichtingen

               

Totale uitgaven

2.464.254

139.294

– 26.631

2.576.917

– 167

– 3.573

– 55.016

– 72.673

Waarvan juridisch verplicht

99,9%

   

99,9%

       
                 

Bekostiging

2.423.882

138.294

– 27.628

2.534.548

– 760

– 7.665

– 55.108

– 72.715

Hoofdbekostiging

2.264.956

138.294

– 27.821

2.375.429

– 968

– 7.879

– 55.332

– 72.948

 

Onderwijsdeel hbo

2.177.865

138.294

– 18.407

2.297.752

– 893

– 7.614

– 54.896

– 72.364

 

Deel ontwerp en ontwikkeling

68.607

 

86

68.693

– 75

– 265

– 436

– 584

 

Bekostiging tweede bachelor- en mastergraden in het hbo

2.000

   

2.000

       
 

Bekostiging experimenten open bestel

15.000

 

– 9.500

5.500

       
 

Bekostiging postinitiële masteropleidingen hbo

1.484

   

1.484

       

Prestatiebox

158.926

0

193

159.119

208

214

224

233

 

Kwaliteit en profiel (behoort tot Onderwijsdeel hbo)

158.926

 

193

159.119

208

214

224

233

                 

Subsidies

23.284

0

379

23.663

581

4.081

82

32

 

Regeling bevordering kennisfunctie hogescholen

19.967

   

19.967

       
 

Regeling stimulering Bèta/techniek (Sectorplan mbo-hbo techniek 2011–2016)

     

0

       
 

Studiekeuze-informatie hoger onderwijs

2.400

 

75

2.475

       
 

Bestuurlijk arrangement Hogeschool Zeeland

     

0

       
 

Praktijkgericht onderzoek (Raak)

     

0

       
 

Overig

917

 

304

1.221

581

4.081

82

32

                 

Opdrachten

100

0

0

100

0

0

0

0

 

Uitbesteding

100

   

100

       
                 

Bijdragen aan baten/lastendiensten

16.988

1.000

618

18.606

12

11

10

10

 

Dienst Uitvoering Onderwijs

16.988

1.000

618

18.606

12

11

10

10

Ontvangsten

1.213

0

4.768

5.981

0

0

0

0

Toelichting mutaties:

Voor artikel 6 (Hoger beroepsonderwijs) is in 2013 sprake van een daling van de uitgaven met € 26,6 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2013.

Voor € 5,7 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 32,3 miljoen verlaagd.

De ontvangsten zijn met € 4,8 miljoen gestegen. Het gaat hier om technische mutaties.

Toelichting per instrument:

Uitgaven

Bekostiging, Hoofdbekostiging

Belangrijkste wijzigingen op het onderdeel Hoofdbekostiging zijn:

  • de aanpassing op basis van de nieuwe raming van de studentenaantallen: vanaf 2013 jaarlijks € 4,9 miljoen (Referentieraming 2013): zie het algemeen deel;

  • de verwerking van de taakstelling «Verminderen overhead in het hoger onderwijs» uit het Regeerakkoord: € 5,7 miljoen in 2014, € 12,5 miljoen in 2015, € 18,9 miljoen in 2016 en € 24,6 in 2017 (zie Kamerstuk 33 400, nr. 18);

  • de verwerking van de taakstelling «Minder opleidingen hoger onderwijs» uit het Regeerakkoord: € 41,1 miljoen in 2016 en € 52,8 miljoen in 2017 (zie Kamerstuk 33 400, nr. 18);

  • de toevoeging van de loonbijstelling (werkgeverslasten) 2013: € 3,0 miljoen oplopend tot € 3,2 miljoen in 2017 (zie hoofdstuk B «Begrotingstoelichting» van de Memorie van Toelichting);

  • de verwerking van de ODA-korting uit het Regeerakkoord voor wat betreft het hoger beroepsonderwijs: € 0,3 miljoen in de jaren 2014, 2015 en 2016 en € 0,6 miljoen in 2017;

  • een kasschuif van – € 32,7 miljoen in 2013 in verband met het intrekken van de langstudeerdersmaatregel (vanaf 2013 zijn hiervoor middelen beschikbaar; omdat de maatregel een terugwerkende kracht heeft tot 1 september 2012 zijn de instellingen al in 2012 voor dit bedrag gecompenseerd);

  • compensatie ministerie van Economische Zaken voor het vervallen van de langstudeerdersmaatregel: € 2,4 miljoen in 2013 oplopend tot € 2,7 miljoen in 2017;

  • een overheveling van € 9,5 miljoen uit de middelen voor de bekostiging van experimenten open bestel naar het onderwijsdeel hbo. Het aantal bekostigde studenten binnen het experiment is in 2013 lager dan geraamd. De middelen waren afkomstig uit het onderwijsdeel van de bekostiging en worden daar nu weer aan toegevoegd.

Verplichtingen

De mutatie van de verplichtingen is € 147,8 miljoen hoger dan de mutatie van de uitgaven. Dit verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door de mutatie voor het begrotingsjaar 2014 in verband met het intrekken van de langstudeerdersmaatregel. Omdat deze uitgavenmutatie voor het jaar 2014

  • overeenkomstig de bekostigingsregelgeving – in het jaar 2013 wordt verplicht, wordt deze verwerkt in het verplichtingenbudget 2013.

Ontvangsten

De belangrijkste oorzaak van de hogere realisatie van € 4,8 miljoen op de ontvangsten is de terugstorting als gevolg van een voorlopige afrekening op projectsubsidies (€ 4,5 miljoen). De teruggevorderde middelen zijn toegevoegd aan het uitgavenkader van het hbo.

Artikel 7. Wetenschappelijk onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Stand 1e suppletoire begroting 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Verplichtingen

3.936.841

123.706

94.446

4.154.993

– 7.881

– 44.870

– 66.061

– 73.668

Waarvan garantieverplichtingen

               

Totale uitgaven

3.894.582

123.706

– 12.011

4.006.277

2.933

– 7.881

– 44.812

– 66.061

Waarvan juridisch verplicht

99,9%

   

99,9%

       
                 

Bekostiging

3.843.622

123.706

– 11.876

3.955.452

3.609

– 7.205

– 44.194

– 64.794

Hoofdbekostiging

3.724.001

123.706

– 11.522

3.836.185

3.645

– 7.266

– 44.380

– 64.931

 

Onderwijsdeel wo

1.428.563

123.706

– 16.704

1.535.565

5.088

475

– 30.815

– 44.849

 

Onderzoeksdeel wo

1.705.386

 

1.846

1.707.232

– 3.462

– 8.140

– 12.455

– 17.599

 

Deel ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek

585.552

 

3.336

588.888

2.019

399

– 1.110

– 2.483

 

Bekostiging tweede mastergraden in het wo

4.500

   

4.500

       

Prestatiebox

119.621

0

– 354

119.267

– 36

61

186

137

 

Kwaliteit en profiel (behoort tot Onderwijsdeel wo)

119.621

 

– 354

119.267

– 36

61

186

137

                 

Subsidies

23.028

0

– 167

22.861

– 58

– 58

0

0

 

Subsidieregeling Sirius programma1

10.302

   

10.302

       
 

Subsidieregeling Libertas Noodfonds

745

   

745

       
 

3TU’s samenwerking

3.500

   

3.500

       
 

Toetsing en Toetsgestuurd leren

2.260

   

2.260

       
 

Overig

6.221

 

– 167

6.054

– 58

– 58

   
                 

Opdrachten

1.583

0

0

1.583

0

0

0

0

 

Uitbesteding

1.583

   

1.583

       
                 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

3.874

0

4

3.878

4

4

4

4

 

Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO)

3.874

 

4

3.878

4

4

4

4

                 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

22.475

0

28

22.503

– 622

– 622

– 622

– 1.271

 

Organisaties excl. NVAO en SKI 123 (zie tabel 6.4)

22.475

 

28

22.503

– 622

– 622

– 622

– 1.271

Ontvangsten

16

0

0

16

0

0

0

0

X Noot
1

Middelen zijn inclusief de oude middelen die uit het Fonds Economische Structuursterking (FES). De middelen zijn bestemd voor zowel het hbo als het wo.

Toelichting mutaties:

Voor artikel 7 (Wetenschappelijk onderwijs) is in 2013 sprake van een daling van de uitgaven met € 12,0 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2013.

Voor € 4,4 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 16,4 miljoen verlaagd.

De ontvangsten zijn niet gewijzigd.

Toelichting per instrument:

Uitgaven

Bekostiging, Hoofdbekostiging

Belangrijkste wijzigingen op de delen Hoofdbekostiging zijn:

  • de aanpassing op basis van de nieuwe raming van de studentenaantallen: vanaf 2013 jaarlijks € 12,9 miljoen (Referentieraming 2013): zie het algemeen deel;

  • de verwerking van de taakstelling «Verminderen overhead in het hoger onderwijs» uit het Regeerakkoord: € 8,9 miljoen in 2014, € 19,6 miljoen in 2015, € 29,6 miljoen in 2016 en € 38,5 in 2017 (zie Kamerstuk 33 400, nr. 18);

  • de verwerking van de taakstelling «Minder opleidingen hoger onderwijs» uit het Regeerakkoord: € 27,0 miljoen in 2016 en € 34,7 miljoen in 2017 (zie Kamerstuk 33 400, nr. 18);

  • de toevoeging van de loonbijstelling (werkgeverslasten) 2013: € 6,9 miljoen oplopend tot € 7,0 miljoen in 2017 (zie hoofdstuk B «Begrotingstoelichting» van de Memorie van Toelichting);

  • de verwerking van de ODA-korting uit het Regeerakkoord voor wat betreft het wetenschappelijk onderwijs: € 4,1 miljoen in de jaren 2014, 2015 en 2016 en € 8,1 miljoen in 2017;

  • een kasschuif van – € 29,3 miljoen in 2013 in verband met het intrekken van de langstudeerdersmaatregel (vanaf 2013 zijn hiervoor middelen beschikbaar; omdat de maatregel een terugwerkende kracht heeft tot 1 september 2012 zijn de instellingen al in 2012 voor dit bedrag gecompenseerd);

  • compensatie ministerie van Economische Zaken voor het vervallen van de langstudeerdersmaatregel: € 3,1 miljoen in 2013 oplopend tot € 3,8 miljoen in 2017.

Verplichtingen

De mutatie van de verplichtingen is € 106,5 miljoen hoger dan de mutatie van de uitgaven. Dit verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door de mutatie voor het begrotingsjaar 2014 in verband met het intrekken van de langstudeerdersmaatregel. Omdat deze uitgavenmutatie voor het jaar 2014

– overeenkomstig de bekostigingsregelgeving – in het jaar 2013 wordt verplicht, wordt deze verwerkt in het verplichtingenbudget 2013.

Artikel 8. Internationaal beleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Stand 1e suppletoire begroting 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

HGIS-deel 2013

Verplichtingen

8.573

 

927

9.500

– 549

– 529

– 475

– 11

2.447

Waarvan garantieverplichtingen

                 

Totale uitgaven

16.969

 

79

17.048

132

138

 

– 11

1.037

Waarvan juridisch verplicht

90%

   

90%

         
                       

Subsidies

1.471

 

135

1.606

117

117

   

314

 

Duitsland Instituut Amsterdam (DIA)

707

 

135

842

117

117

     
 

Frans-Nederlandse academie (FNA)

                 
 

Netherlands house for Education and Research (Nether)

450

   

450

         
 

Incidentele subsidies voor het uitwisselen van cultuur

314

   

314

       

314

 

Overige incidentele subsidies

                 
                       

Opdrachten

373

   

373

         
 

Beleidsonderzoek en benchmarking

200

   

200

         
 

Incidentele Internationale activiteiten

173

   

173

         
                       

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

14.625

 

– 56

14.569

– 47

– 48

 

– 11

223

 

OCW-vertegenwoordiging in het buitenland

2.191

 

– 56

2.135

– 47

– 48

 

– 11

133

 

Europees Platform

5.456

   

5.456

         
 

Nederlandse Taalunie

3.186

   

3.186

         
 

Europa College Brugge

30

   

30

         
 

Unesco

20

   

20

         
 

OESO CERI

76

   

76

         
 

Fulbright Center

408

   

408

         
 

SICA Cultureel Contact Punt

90

   

90

       

90

 

Stichting Ons Erfdeel

185

   

185

         
 

Nationaal Agentschap Leven Lang Leren (EU-programma)

1.748

   

1.748

         
 

Programma's Agentschap NL (inclusief uitvoeringskosten)

1.185

   

1.185

         
 

Incidentele EU-programma's en activiteiten

50

   

50

         
                       

Bijdragen aan andere begrotingshoofd-stukken

500

   

500

       

500

 

Vlaams-Nederlands huis DeBuren (Hoofdstuk 5 BuZa)

500

   

500

       

500

Ontvangsten

99

   

99

         

Artikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Stand 1e suppletoire begroting 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Verplichtingen

422.534

15.000

– 52.779

384.755

– 90.355

– 122.478

– 142.909

– 200.357

Totale uitgaven

422.534

15.000

– 52.779

384.755

– 90.355

– 122.478

– 142.909

– 200.357

Waarvan juridisch verplicht

92%

             
                 

Bekostiging

219.104

0

– 48.907

170.197

– 111.691

– 143.876

– 173.539

– 207.904

Hoofdbekostiging

64.835

0

– 48.641

16.194

– 111.865

– 144.050

– 173.713

– 208.078

 

Beloning LeerKracht lumpsum po/vo/bve

64.835

 

– 48.641

16.194

– 111.865

– 144.050

– 173.713

– 208.078

Prestatiebox

34.140

0

– 440

33.700

0

0

0

0

 

Professionalisering po/vo/bve

34.140

 

– 440

33.700

       

Aanvullende bekostiging

120.129

0

174

120.303

174

174

174

174

 

Functiemix VO Randstadregio's

61.152

 

104

61.256

104

104

104

104

 

Salarismix MBO Randstadregio's

40.997

 

70

41.067

70

70

70

70

 

Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen

17.980

   

17.980

       
                     

Subsidies

185.331

15.000

– 3.891

196.440

21.317

21.379

30.611

7.528

 

Lerarenbeurs/zij-instroom

106.527

 

773

107.300

6.773

6.773

8.373

6.773

 

impuls lerarentekorten vo en wetenschap en techniek pabo

0

15.000

 

15.000

       
 

Stimuleren regionale samenwerkingsverbanden pabo’s en schoolbesturen

11.500

 

9.000

20.500

20.500

20.500

20.500

 
 

Verankering academische opleidingsschool

2.520

   

2.520

       
 

InnovatieImpuls Onderwijs

3.791

 

1.309

5.100

1.128

     
 

G.O.- en vakbondsfaciliteiten po

5.488

 

10

5.498

10

10

10

10

 

Arbeidsmarkt-/kennisactiviteiten po

2.230

   

2.230

 

4

4

4

 

Onderwijscoöperatie

2.930

   

2.930

5

5

5

5

 

Open Universiteit (LOOK)

3.930

   

3.930

7

7

7

7

 

Promotiebeurs voor leraren

7.700

 

691

8.391

1.500

1.526

1.500

750

 

Projecten professionalisering

12.370

 

– 9.686

2.684

– 8.376

– 7.885

900

– 1.100

 

Projecten regionale arbeidsmarktproblematiek

4.000

 

2.000

6.000

       
 

Overige projecten

22.345

 

– 7.988

14.357

– 230

439

– 688

1.079

                     

Opdrachten

3.864

0

0

3.864

0

0

0

0

 

Onderzoek, ramingen en communicatie

3.864

   

3.864

       
                     

Bijdrage aan baten/lastendiensten

6.302

0

5

6.307

5

5

5

5

 

Dienst Uitvoering Onderwijs

6.302

 

5

6.307

5

5

5

5

                 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

7.933

0

14

7.947

14

14

14

14

 

Stichting Vervangingsfonds/Bedrijfs-gezondheid

7.933

 

14

7.947

14

14

14

14

Ontvangsten

0

0

0

0

6.000

6.000

6.000

6.000

Toelichting mutaties:

Voor artikel 9 (Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid) is voor 2013 sprake van een daling van de uitgaven met € 52,8 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2013.

De daling van de begroting is het saldo van een verlaging met een bedrag van € 48,4 miljoen aan technische mutaties en een verlaging met beleidsmatige mutaties van € 4,4 miljoen.

Toelichting per instrument:

Uitgaven

Bekostiging

  • Het budget Bekostiging wordt verlaagd met een bedrag van € 48,9 miljoen in 2013 oplopend tot € 207,9 miljoen in 2017, met name als gevolg van het structureel overboeken naar de onderwijssectoren po, vo en mbo van de tranches beloningsmaatregelen uit het actieplan «LeerKracht van Nederland.

Subsidies

  • Het budget Subsidies voor 2013 wordt per saldo met € 3,9 miljoen verlaagd, de belangrijkste mutaties zijn:

    • Om het beschikbare budget op de post «overige projecten» tot en met 2017 in overeenstemming te brengen met de beoogde uitgaven is een intertemporele compensatie verwerkt (voor 2013 –/– € 3,4 miljoen). Daarnaast is door een bundeling/herschikking van de subsidies een deel van deze post (voor 2013 € 3,6 miljoen) overgeheveld naar andere subsidies binnen artikel 9.

    • Door een bundeling/herschikking van de subsidies binnen artikel 9 is vanuit de post «projecten professionalisering» € 9 miljoen toegevoegd aan de subsidie «stimuleren regionale samenwerkingsverbanden pabo’s en schoolbesturen», waardoor naast de pabo’s ook de lerarenopleidingen worden betrokken in de betreffende subsidieregeling. Het aandeel van artikel 1 (po) in deze regeling (€ 11,5 miljoen) is voor de jaren 2014–2016 overgeheveld naar artikel 9 (het aandeel 2013 was al overgeboekt bij de begroting 2013).

Ontvangsten

Vanaf 2014 is een desaldering verwerkt van € 6 miljoen inzake de jaarlijks voorziene terugbetalingen op de lerarenbeurs door leraren, dit omdat ze door omstandigheden hun opleiding niet of niet voldoende zullen afronden. Aan de uitgavenkant is een zelfde bedrag aan de subsidie Lerarenbeurs toegevoegd.

Artikel 11. Studiefinanciering

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 11 (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Stand 1e suppletoire begroting 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Verplichtingen

4.039.626

0

23.887

4.063.513

– 249.865

– 274.866

– 619.866

– 719.866

Waarvan garantieverplichtingen

               

Totale uitgaven

4.039.626

0

23.887

4.063.513

– 249.865

– 274.866

– 619.866

– 719.866

Waarvan juridisch verplicht

100%

   

100%

       
                 

Inkomensoverdracht

2.402.502

0

53.038

2.455.540

– 270.962

– 500.962

– 1.190.962

– 1.415.962

Basisbeurs

1.225.778

0

– 10.847

1.214.932

– 85.847

– 430.847

– 1.115.847

– 1.295.847

Gift (R)

1.038.274

 

– 15.224

1.023.050

– 15.224

– 15.224

– 30.224

– 70.224

Prestatiebeurs (NR)

187.505

 

4.377

191.882

– 70.623

– 415.623

– 1.085.623

– 1.225.623

Aanvullende beurs

623.533

0

4.848

628.381

5.848

– 4.152

– 9.152

– 14.152

Gift (R)

547.623

 

– 19.569

528.054

– 18.569

– 28.569

– 33.569

– 38.569

Prestatiebeurs (NR)

75.910

 

24.417

100.327

24.417

24.417

24.417

24.417

Reisvoorziening

407.351

0

90.064

497.414

– 159.936

– 34.936

– 34.936

– 74.936

Bijdrage aan vervoersbedrijven (R)

601.109

 

96.028

697.137

– 153.972

– 28.972

– 28.972

– 68.972

Gift (R)

547.780

 

17.900

565.680

17.900

17.900

17.900

17.900

Prestatiebeurs (R)

– 741.539

 

– 23.864

– 765.403

– 23.864

– 23.864

– 23.864

– 23.864

Overige uitgaven

145.840

 

– 31.027

114.813

– 31.027

– 31.027

– 31.027

– 31.027

Overige uitgaven relevant (R)

110.532

 

4.508

115.040

4.508

4.508

4.508

4.508

Overige uitgaven niet-relevant (NR)

35.308

 

– 35.535

– 227

– 35.535

– 35.535

– 35.535

– 35.535

                 

Leningen

1.535.667

0

– 29.595

1.506.072

20.405

225.405

570.405

695.405

Rentedragende lening (NR)

1.308.632

 

50.026

1.358.658

100.026

305.026

650.026

775.026

Collegegeldkrediet (NR)

227.035

 

– 79.621

147.414

– 79.621

– 79.621

– 79.621

– 79.621

                 

Bijdrage aan baten/lastendiensten

101.457

0

444

101.901

692

691

691

691

Dienst Uitvoering Onderwijs (R)

101.457

 

444

101.901

692

691

691

691

Ontvangsten

763.301

0

– 37.005

726.296

– 39.645

– 43.072

– 44.966

– 41.587

Ontvangen rente en relevant hoofdsom (R)

287.914

 

– 46.626

241.288

– 49.266

– 52.693

– 54.587

– 51.208

Kortlopende vorderingen (R)

60.974

 

11.937

72.911

11.937

11.937

11.937

11.937

Terugontvangen hoofdsom (NR)

414.413

 

– 2.316

412.097

– 2.316

– 2.316

– 2.316

– 2.316

   

relevante uitgaven:

2.205.236

 

60.223

2.265.459

– 188.529

– 73.530

– 93.530

– 178.530

niet relevante uitgaven:

1.834.390

 

– 36.336

1.798.054

– 61.336

– 201.336

– 526.336

– 541.336

                     
   

relevante ontvangsten:

348.888

 

– 34.689

314.199

– 37.329

– 40.756

– 42.650

– 39.271

   

niet relevante ontvangsten

414.413

 

– 2.316

412.097

– 2.316

– 2.316

– 2.316

– 2.316

Toelichting mutaties:

Voor artikel 11 (Studiefinanciering) is sprake van een stijging van de uitgaven met per saldo € 23,9 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2013. De relevante uitgaven stijgen met € 60,2 miljoen als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties. De niet-relevante uitgaven dalen met € 36,3 miljoen als gevolg van technische mutaties.

De ontvangsten dalen met per saldo € 37,0 miljoen. Als gevolg van autonome mutaties dalen de relevante ontvangsten met € 34,7 miljoen. De niet-relevante (technische) ontvangsten dalen met € 2,3 miljoen.

Toelichting per instrument:

Het onderscheid relevant – niet-relevant is in onderstaande toelichting als uitgangspunt genomen. Relevant betekent relevant voor het begrotingstekort/EMU-saldo. De relevante uitgaven worden hoofdzakelijk gevormd door studiefinanciering die meteen als gift wordt toegekend en door de omzetting van uitgekeerde prestatiebeurs in gift (na behalen diploma binnen 10 jaar). Onder de niet-relevante uitgaven vallen vooral de prestatiebeurs (zolang die nog niet is omgezet in een gift) en rentedragende leningen. De niet-relevante ontvangsten betreffen hoofdzakelijk aflossingen op de hoofdsom van rentedragende leningen. De relevante ontvangsten worden vooral gevormd door de ontvangen rente op leningen.

Zie voor de toelichting van de mutaties door het leerlingenvolume het algemene deel.

Uitgaven

De relevante uitgavenraming is verhoogd met per saldo € 60,2 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2013. Dit is vooral het effect van een intertemporele compensatie bij de reisvoorziening. In 2013 wordt voor het OV-contract € 125,0 miljoen betaald aan de vervoersbedrijven voor 2014. Het restant van de relevante uitgavenraming wordt verlaagd met € 64,8 miljoen. Dit komt voornamelijk door de onderstaande autonome en beleidsmatige ontwikkelingen.

Inkomensoverdracht

  • De basisbeursuitgaven vallen lager uit dan eerder geraamd. In 2013 wordt € 15,2 miljoen minder aan basisbeursuitgaven verwacht. Dit komt voornamelijk door minder gebruik van de basisbeurs bij bol niveau 1–2.

  • In 2013 zal naar verwachting € 19,6 miljoen minder worden uitgegeven dan geraamd aan aanvullende beurs in het giftregime (mbo/bol niveau 1/2, 1e jaar mbo/bol niveau 3/4, 1e vijf maanden ho).

  • De uitgaven voor de reisvoorziening stijgen met € 90,1 miljoen. Dit komt voornamelijk door eerder genoemde intertemporele compensatie van € 125,0 miljoen. Daarnaast wordt in 2013 een relevante meevaller van per saldo € 34,9 miljoen verwacht. De uitgaven aan de vervoersbedrijven exclusief de intertemporele compensatie vallen € 29,0 miljoen lager uit dan eerder geraamd. Dit komt voornamelijk door een nabetaling van het OV aan OCW en door lagere studentenaantallen.

De prestatiebeursuitgaven voor de reisvoorziening worden € 23,9 miljoen lager (een grotere relevante «min»-boeking in verband met de prestatiebeurssystematiek). De uitgaven voor de reisvoorziening bestaande uit prestatiebeursomzettingen naar gift worden € 17,9 miljoen hoger dan eerder geraamd.

  • De verwachting is dat de relevante overige uitgaven € 4,5 miljoen hoger zijn dan eerder geraamd voor 2013. Deze mutatie bestaat voor € 2,9 miljoen uit meer kwijtscheldingen van (prestatiebeurs)leningen. Verder wordt de raming bijgesteld vanwege verwachte hogere uitgaven aan de WSF-BES, EU-studerenden (Raulin vergoeding) en in verband met overige uitgaven (handbetalingen en voorschotten).

De raming van de niet-relevante uitgaven is bijgesteld met € 36,4 miljoen. Dit is de optelsom van een aantal ontwikkelingen, waarvan de omvangrijkste hieronder worden genoemd.

  • Bij de niet-relevante uitgaven voor de basisbeurs wordt € 4,4 miljoen meer aan uitgaven verwacht. Dit komt voornamelijk door minder omzettingen.

  • Het gebruik van de niet-relevante aanvullende beurs valt naar verwachting hoger uit dan eerder geraamd. In 2013 zal naar verwachting € 24,4 miljoen meer worden uitgegeven aan aanvullende beurs in het prestatiebeursregime (ho, bol niveau 3/4).

  • De niet-relevante overige uitgaven zijn in de komende jaren lager dan eerder geraamd. In 2013 gaat het om € 35,5 miljoen. Met de bijstelling op de post Overig worden de technische bijstellingen op de verschillende onderdelen aangesloten.

Leningen

  • Over de jaren nemen de niet-relevante uitgaven aan studieleningen vanaf 2014 toe. In 2013 is er een bijstelling naar beneden van € 29,6 miljoen door onder andere het afschaffen van de langstudeermaatregel en daarmee de mogelijkheid tot extra lenen voor langstudeerders. De uitgaven aan rentedragende leningen zijn naar verwachting € 50,0 miljoen hoger, de uitgaven aan collegegeldkrediet € 79,6 miljoen lager dan geraamd.

Ontvangsten

Op basis van de realisatiecijfers is de raming 2013 van de totale ontvangsten naar beneden bijgesteld met € 37,0 miljoen waarvan de relevante ontvangsten met € 34,7 miljoen en die van de niet-relevante ontvangsten naar beneden met € 2,3 miljoen.

  • De mutatie op de relevante ontvangsten bestaat uit een tegenvaller op ontvangsten van rente en relevante hoofdsom van € 46,6 miljoen en een meevaller van € 11,9 miljoen aan ontvangsten van kortlopende vorderingen.

Op de niet-relevante ontvangsten op de hoofdsom wordt voor 2013 een tegenvaller van € 2,3 miljoen verwacht.

Artikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Stand 1e suppletoire begroting 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Verplichtingen

115.298

0

– 3.184

112.114

– 3.184

– 23.184

– 28.184

– 28.184

Totale uitgaven

115.298

0

– 3.184

112.114

– 3.184

– 23.184

– 28.184

– 28.184

Waarvan juridisch verplicht

100,00%

   

%

       
                 

Inkomensoverdracht

97.629

0

– 2.960

94.669

– 2.960

– 22.960

– 27.960

– 27.960

TS 17-

24.357

0

– 1.557

22.800

– 1.557

– 21.557

– 26.557

– 26.557

Minderjarige deelnemers bol (R)

24.357

 

– 1.557

22.800

– 1.557

– 21.557

– 26.557

– 26.557

TS 18+

6.952

0

– 704

6.248

– 704

– 704

– 704

– 704

Tegemoetkoming lerarenopleiding (tlo) (R)

6.297

 

– 1.464

4.833

– 1.464

– 1.464

– 1.464

– 1.464

Deeltijd vo (R)

655

 

760

1.415

760

760

760

760

VO 18+

66.320

0

– 699

65.621

– 699

– 699

– 699

– 699

volwassenenonderwijs (vavo) (R)

5.281

 

402

5.683

402

402

402

402

Meerderjarige scholieren vo (R)

55.144

 

– 1.101

54.043

– 1.101

– 1.101

– 1.101

– 1.101

Meerderjarige scholieren vso (R)

4.036

 

549

4.585

549

549

549

549

STOEB/ALR (NR)

1.859

 

– 549

1.310

– 549

– 549

– 549

– 549

                 

Bijdrage aan baten/lastendiensten

17.669

0

– 224

17.445

– 224

– 224

– 224

– 224

Dienst Uitvoering Onderwijs (R)

17.669

 

– 224

17.445

– 224

– 224

– 224

– 224

Ontvangsten

6.189

0

– 1.469

4.720

– 1.469

– 1.469

– 1.469

– 1.469

 

TS 17- (R)

1.120

 

93

1.213

93

93

93

93

 

TS 18+ (R)

935

 

– 362

573

– 362

– 362

– 362

– 362

 

VO 18+ (R)

4.134

 

– 1.200

2.934

– 1.200

– 1.200

– 1.200

– 1.200

Toelichting mutaties:

Voor artikel 12 (Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten) is sprake van een daling van de uitgaven met € 3,2 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2013. Voor € 0,5 miljoen betreft het een daling van de niet-relevante uitgaven (technische mutaties). Als gevolg van relevante mutaties is de begroting van de uitgaven met € 2,6 miljoen gedaald op basis van de raming van het leerlingenvolume (zie ook algemene toelichting bij deze suppletoire begroting).

De ontvangsten zijn met € 1,5 miljoen gedaald.

Zie voor de toelichting van de mutaties door het leerlingenvolume het algemene deel.

Toelichting per instrument:

  • Bij de regeling WTOS TS 17- (inkomensafhankelijke regeling voor ouders van groepen minderjarige leerlingen en minderjarige mbo’ers) worden minder uitgaven van per saldo € 1,6 miljoen verwacht.

  • Voor de regeling WTOS TS 18+ (tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en schoolkosten voor deeltijd en lerarenopleiding) wordt vanaf 2013 een daling van de uitgaven verwacht van per saldo € 0,7 miljoen.

Voor de regeling WTOS VO 18+ (ouderinkomensafhankelijke regeling voor meerderjarige scholieren in het voortgezet onderwijs) zal in 2013 naar verwachting per saldo € 0,7 miljoen minder worden uitgegeven dan geraamd.

Artikel 13. Lesgelden

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Stand 1e suppletoire begroting 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Verplichtingen

7.000

0

– 13

6.987

– 13

– 12

– 12

– 12

Totale uitgaven

7.000

0

– 13

6.987

– 13

– 12

– 12

– 12

Waarvan juridisch verplicht

100%

   

100%

       
                 

Bijdrage aan baten/lastendiensten

7.000

0

– 13

6.987

– 13

– 12

– 12

– 12

 

Dienst Uitvoering Onderwijs

7.000

 

– 13

6.987

– 13

– 12

– 12

– 12

Ontvangsten

223.529

0

– 4.129

219.400

15.871

5.871

5.871

5.871

Zie voor de toelichting van de mutaties door het leerlingenvolume het algemene deel.

Toelichting mutaties:

Lesgeld wordt gevraagd aan meerderjarige deelnemers in de beroepsopleidende leerweg van het middelbaar beroepsonderwijs en aan meerderjarige leerlingen in het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs. Op basis van de raming van het leerlingenvolume (zie ook algemene toelichting bij deze suppletoire begroting) en wijziging van het betalingsritme op basis van realisatiecijfers wordt in 2013 € 5,9 miljoen meer aan lesgeldontvangsten verwacht. Echter door een intertemporele compensatie van € 10,0 miljoen van 2013 naar 2014 is de ontvangstenraming 2013 met € 4,1 miljoen naar beneden bijgesteld.

Artikel 14. Cultuur

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Stand 1e suppletoire begroting 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Verplichtingen

983.643

0

39.337

944.306

13.698

15.099

1.198

443

Waarvan garantieverplichtingen

629.000

   

629.000

       

Totale uitgaven

789.155

0

– 39.352

749.803

13.698

15.099

1.198

443

Waarvan juridisch verplicht

96,6%

   

%

       
                 

Bekostiging

588.637

0

630

592.267

872

755

775

754

 

Culturele basisinfrastructuur

456.177

0

1.348

460.525

775

658

678

657

   

Vierjaarlijkse instellingen

326.002

 

1.348

327.350

775

658

678

657

   

Vierjaarlijkse fondsen

133.175

   

133.175

       
 

Monumentenzorg

84.145

 

– 183

83.962

– 183

– 183

– 183

– 183

 

Archieven incl. Regionale Historische Centra

24.023

   

24.023

       
 

Investeringen huisvesting rijksgesubsidieerde musea

12.330

 

80

12.410

280

280

280

280

 

Cultuureducatie met Kwaliteit

10.000

   

10.000

       
 

Archeologie

1.962

 

– 615

1.347

       
                 

Subsidies

168.277

0

– 40.056

128.221

13.003

14.635

771

37

 

Verbreden inzet cultuur

3.802

   

3.802

       
 

Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS)

6.464

 

1.584

8.048

– 116

– 116

– 116

0

 

Programma bibliotheekvernieuwing

17.836

   

17.836

       
 

Programma leesbevordering

2.850

   

2.850

       
 

Programma CRISP

2.375

   

2.375

       
 

Programma erfgoed en ruimte

8.000

   

8.000

       
 

Programma ondernemerschap

4.337

   

4.337

       
 

Specifiek cultuurbeleid

22.613

 

9.176

31.789

13.119

14.751

887

37

 

Regeling frictie- en transitiekosten culturele basisinfrastructuur 2009–2012

100.000

 

– 50.816

49.184

       
                 

Opdrachten

2.351

0

3

2.354

3

3

3

3

 

Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis

2.351

 

3

2.354

3

3

3

3

                 

Bijdrage aan baten/lastendiensten

23.148

0

71

23.219

– 180

– 294

– 351

– 351

 

Nationaal Archief

23.148

 

71

23.219

– 180

– 294

– 351

– 351

                 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

3.742

0

0

3.742

0

0

0

0

 

Uitvoering internationale verdragen

2.664

   

2.664

       
 

Uitvoering internationale contributies

1.028

   

1.028

       
 

Europese samenwerking

50

   

50

       

Ontvangsten

1.945

0

3.069

5.014

0

0

0

0

Toelichting mutaties:

Subsidies

Het instrument Subsidies wordt in 2013 verlaagd met per saldo € 40 miljoen:

  • In de eerste plaats betreft het de post Frictie- en transitiekosten culturele basisinfrastructuur die neerwaarts wordt bijgesteld met € 50,8 miljoen. Dit is het gevolg van de versnelde betaling van frictiekosten in 2012 aan culturele instellingen.

  • Daarnaast betreft het de post Specifiek Cultuurbeleid waarop onder andere de middelen staan geraamd voor de Digitale collectie Nationaal Archief en het Jheronimus Bosch jaar. Als gevolg van een goed kasritme worden de middelen van het Jheronimus Boschjaar over een aantal begrotingsjaren verspreid. Voor de investering in versterking en uitbreiding van de digitale infrastructuur en de digitale archiefcollectie is in totaal € 28 miljoen vrijgemaakt. Hiermee kunnen de extra kosten in 2013, 2014 en grotendeels 2015 worden gedekt. Het gaat om de archieven van het rijk en de rijksorganen, zowel centraal als decentraal. In 2013 gaat het om een bedrag van € 3 miljoen.

Artikel 15. Media

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 15 (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Stand 1e suppletoire begroting 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Verplichtingen

875.893

 

3.008

878.901

141.603

141.603

91.603

41.603

Waarvan garantieverplichtingen

               

Totale uitgaven

876.224

0

3.023

879.247

141.603

141.603

91.603

41.603

Waarvan juridisch verplicht

99,90%

   

99,9%

       
                 

Bekostiging

871.112

0

2.858

873.970

141.438

141.478

91.518

41.518

 

Publieke Omroep (omroepinstellingen)

743.267

0

16.831

760.098

158.451

158.451

108.451

58.451

   

Landelijke publieke omroep

741.522

 

16.851

758.373

16.851

16.851

16.851

16.851

   

Wereldomroep

0

   

0

       
   

Regionale Omroep

0

0

0

0

141.600

141.600

141.600

141.600

   

Minderhedenprogrammering

1.745

 

– 20

1.725

       
   

Bezuiniging Publiek Omroep (nog in te vullen)

           

– 50.000

– 100.000

 

Beheertaken landelijke publieke omroep

58.743

0

1.225

59.968

1.225

1.225

1.225

1.225

   

Muziekcentrum voor de Omroep (MCO)

14.277

 

304

14.581

304

304

304

304

   

Uitzenden en uitzendgereedmaken

23.974

 

489

24.463

489

489

489

489

   

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG)

20.492

 

432

20.924

432

432

432

432

 

Dotaties, bijdragen publieke omroep

30.535

0

508

31.043

508

508

508

508

   

Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties (Mediafonds)

17.922

 

358

18.280

358

358

358

358

   

Stimuleringsfonds voor de Pers

2.300

   

2.300

       
   

Filmfonds van de omroep en Telefilm (CoBO)

7.416

 

152

7.568

152

152

152

152

   

Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik)

2.000

 

0

2.000

       
   

Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON)

508

 

– 2

506

– 2

– 2

– 2

– 2

   

Kabelraden

389

 

0

389

       
 

Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve (AMR)

37.745

 

– 15.729

22.016

– 18.749

– 18.709

– 18.669

– 18.669

 

Overige bekostiging media (uit rente AMR)

500

 

0

500

       
 

Basisinfrastructuur Cultuur 2013–2016

322

0

23

345

3

3

3

3

   

Vierjaarlijkse instellingen

322

 

23

345

3

3

3

3

                 

Subsidies

920

0

0

920

0

0

0

0

 

Subsidies

920

   

920

       
                 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

4.157

0

165

4.322

165

125

85

85

 

Commissariaat voor de Media

4.157

 

165

4.322

165

125

85

85

                 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

35

0

0

35

0

0

0

0

 

Uitvoering internationale contributies

35

 

0

35

       

Ontvangsten

190.500

0

3.000

193.500

0

0

0

0

Toelichting mutaties

Zowel het uitgaven-, verplichtingen- als ontvangstenbudget zijn in 2013 € 3 miljoen hoger. Dit is het gevolg van een hogere raming van de reclameontvangsten.

Alle uitgaven zijn aangepast als gevolg van de wettelijke prijsindex 2013, die is opgenomen in de beschikkingsbrieven. Deze aanpassingen zijn ten laste gebracht van de dotatie aan de Algemene Mediareserve.

Voor de uitvoering van het Regeerakkoord Rutte II zijn de volgende mutaties op het verplichtingen- en uitgavenbudget geboekt (zie Startnota; Kamerstuk 33 400, nr. 18):

  • Vanaf 2014 is het budget jaarlijks verhoogd met een bedrag van € 142 miljoen. Dit heeft betrekking op de overheveling van de regionale omroep van BZK naar OCW.

  • Vanaf 2016 is het budget publieke omroep verlaagd met een bedrag van € 50 miljoen voor 2016 en met € 100 miljoen voor 2017 en volgende jaren. Over de exacte invulling hiervan wordt nog gesproken.

Artikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 16 (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Stand 1e suppletoire begroting 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Verplichtingen

811.107

0

– 4.402

806.705

– 14.128

– 14.901

– 14.907

– 14.909

Totale uitgaven

885.520

0

2.057

887.577

– 333

– 1.221

– 1.146

– 1.147

Waarvan juridisch verplicht

99,90%

   

99,9%

       
                 

Bekostiging

699.007

0

1.623

700.630

– 388

– 1.223

– 1.223

– 1.225

Hoofdbekostiging

457.994

0

1.623

459.617

1.612

– 1.223

777

775

 

NWO-wet en WHW

               
 

NWO

318.158

0

1.483

319.641

1.474

641

641

639

 

KNAW

93.268

0

111

93.379

109

108

108

108

 

KB

46.568

0

29

46.597

29

28

28

28

Aanvullende bekostiging

241.013

0

0

241.013

– 2.000

– 2.000

– 2.000

– 2.000

 

NWO Talentenontwikkeling

169.063

0

0

169.063

0

0

0

0

 

NWO STW

10.000

0

0

10.000

– 2.000

– 2.000

– 2.000

– 2.000

 

NWO Grootschalige researchinfrastructuur

61.950

0

0

61.950

0

0

0

0

                 

Subsidies

105.249

0

434

105.683

55

2

77

78

 

Kaderregeling exploitatiesubsidies onderzoek en wetenschap

42.340

0

0

42.340

0

0

0

0

 

LF TUD bibliotheek

7.734

0

0

7.734

0

0

0

0

 

Stichting SURF

7.622

0

0

7.622

0

0

0

0

 

CPG

520

0

0

520

0

0

0

0

 

Montesquieu Instituut

1.082

0

0

1.082

0

0

0

0

 

Max Planck Instituut

1.622

0

0

1.622

0

0

0

0

 

NCB

5.343

0

0

5.343

0

0

0

0

 

Nationaal Herbarium

1.141

0

0

1.141

0

0

0

0

 

BPRC

8.895

0

0

8.895

0

0

0

0

 

NEMO

3.626

0

0

3.626

0

0

0

0

 

STT

236

0

0

236

0

0

0

0

 

NTU/INL

3.203

0

0

3.203

0

0

0

0

 

EIB

1.316

0

0

1.316

0

0

0

0

                     
 

Subsidieregeling St.AAP

1.015

0

0

1.015

0

0

0

0

                 
 

Kaderregeling subsidiëring projecten t.b.v. onderzoek en wetenschap

61.894

0

434

62.328

55

2

77

78

 

Kust en zeeonderzoek

2.500

0

0

2.500

0

0

0

0

 

Gezondheidsonderzoek

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Poolonderzoek

2.942

0

0

2.942

0

0

0

0

 

Genomics

40.500

0

0

40.500

0

0

0

0

 

Nationale coördinatie

6.312

0

351

6.663

– 80

– 80

0

0

 

Bilaterale samenwerking

3.750

0

0

3.750

0

0

0

0

 

Weerstandsverhoging onderzoeksinstellingen (CBRN)

1.000

0

– 60

940

0

0

0

0

 

BSIK

0

0

0

0

0

0

0

0

 

GATE

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Grootschalige researchfaciliteiten

0

0

0

0

0

0

0

0

 

SURFnet

0

0

0

0

0

0

0

0

 

NCB biodiversiteit

0

0

0

0

0

0

0

0

 

ITER-2

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Hersenen en Cognitie

3.900

0

0

3.900

0

0

0

0

 

overig

990

0

143

1.133

135

82

77

78

                     

Bijdrage aan baten/lastendiensten

297

0

0

297

0

0

0

0

 

Dienst Uitvoering Onderwijs

297

0

0

297

       
                 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

80.487

0

0

80.487

0

0

0

0

 

EMBC

760

0

0

760

0

0

0

0

 

EMBL

4.500

0

100

4.600

0

0

0

0

 

ESA

29.562

0

0

29.562

0

0

0

0

 

CERN

37.065

0

0

37.065

0

0

0

0

 

ESO

8.600

0

– 100

8.500

0

0

0

0

                 

Bijdrage aan medeoverheden

480

0

0

480

0

0

0

0

 

Nationaal contactpunt Kaderprogramma

480

0

0

480

0

0

0

0

 

Kenniswerkers

0

             

Ontvangsten

101

0

0

101

0

0

0

0

Toelichting mutaties

Voor artikel 16 (Onderzoek en wetenschapsbeleid) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 2,1 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2013. Het betreft hier uitsluitend technische mutaties.

De technische mutatie van € 2,1 miljoen betreft in- en externe overboekingen (€ 1,2 miljoen) en de loonbijstelling tranche 2013 (€ 0,9 miljoen). Voor deze laatste mutatie wordt verwezen naar de algemene toelichting bij deze begroting.

Artikel 25. Emancipatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 25 (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Stand 1e suppletoire begroting 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Verplichtingen

7.620

0

– 1.054

6.566

– 2.034

– 1.755

– 1.515

– 1.479

Totale uitgaven

15.494

0

440

15.934

– 508

21

21

21

Waarvan juridisch verplicht

54%

   

72%

       
                 

Bekostiging

4.460

0

0

4.460

0

0

0

0

 

Kennisinfrastructuur

4.460

0

0

4.460

0

0

0

0

 

Vrouwenemancipatie

3.260

   

3.260

       
 

LHBT

1.200

   

1.200

       
                 

Subsidies

9.246

0

950

10.196

2

21

21

21

 

Subsidieregeling emancipatieprojecten

 

0

0

0

0

0

0

0

 

Vrouwenemancipatie

               
 

Wet Overige OCW-subsidie

 

0

0

0

0

0

0

0

 

Vrouwenemancipatie

               
 

LHBT

               
 

Subsidieregeling emancipatie

2.558

0

0

2.558

       
 

Vrouwenemancipatie

2.322

   

2.322

       
 

LHBT

236

   

236

       
 

Subsidieregeling emancipatie 2011

6.058

0

950

7.008

2

21

21

21

 

Vrouwenemancipatie

2.845

 

533

3.378

– 5

14

14

14

 

LHBT

3.213

 

417

3.630

7

7

7

7

 

Regeling sociale veiligheid LHBT jongeren op school

630

0

0

630

0

0

0

0

 

LHBT

630

   

630

       
                 

Opdrachten

1.127

0

0

1.127

0

0

0

0

 

Vrouwenemancipatie

489

   

489

       
 

LHBT

638

   

638

       
                     

Bijdrage aan baten/lastendiensten

151

0

0

151

0

0

0

0

 

Dienst Uitvoering Onderwijs

151

   

151

       
                 

Bijdrage aan mede-overheden

510

0

– 510

0

– 510

0

0

0

 

Gemeentefonds BZK

510

0

– 510

0

– 510

0

0

0

 

Vrouwenemancipatie

320

 

– 300

20

– 300

     
 

LHBT

190

 

– 210

– 20

– 210

     
 

EL&I Talent naar de Top

 

0

0

0

0

0

0

0

 

Vrouwenemancipatie

               

Ontvangsten

0

0

0

0

Toelichting mutaties:

Voor artikel 25 (Emancipatie) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 0,4 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting van 2013 (Het betreft hier +0,8 miljoen beleidsmatige mutaties op het gebied van homo- en vrouwenemancipatie en -0,4 miljoen technische mutaties).

Zie voor de loonbijstelling werkgeverslasten tranche 2013 het algemeen deel van de 1e suppletoire wet.

2.3 Niet-beleidsartikelen

Artikel 91 Nominaal en Onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 91 (bedragen x € 1.000)
   

Stand ontwerp begroting 2013

Mutaties via NvW en amende menten

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Stand 1e suppletoire begroting 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Verplichtingen

– 818

0

201.526

200.708

– 112.115

– 210.505

– 236.253

– 265.735

Uitgaven

– 818

0

201.526

200.708

– 112.115

– 210.505

– 236.253

– 265.735

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

0

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

0

Nader te verdelen

– 818

0

201.526

200.708

– 112.115

– 210.505

– 236.253

– 265.735

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting mutaties:

Loonbijstelling

Het totaal van de loonbijstelling ad. € 41,4 miljoen is bij de Voorjaarsnota aan de OCW- begroting toegevoegd. Omdat in het Regeerakkoord is besloten om een nullijn te hanteren voor de lonen in 2013, bevat de loonbijstellingstranche 2013 geen vergoeding voor contractloonstijging, maar alleen voor de ontwikkeling in de sociale werkgeverslasten. Deze bijstelling wordt in de onderhavige suppletoire begroting aan de loongevoelige begrotingsartikelen toegedeeld volgens onderstaand overzicht.

Loonbijstelling tranche 2013 (x € 1.000)

Artikelnr.

Omschrijving

2013

1

Primair onderwijs

14.401

3

Voortgezet onderwijs

9.921

4

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

3.794

6

Hoger beroepsonderwijs

3.005

7

Wetenschappelijk onderwijs

6.873

9

Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

681

11,12,13

Studiefinanciering, WTOS en lesgelden

98

14

Cultuur

1.433

16

Onderzoek en wetenschapsbeleid

949

8, 15, 25, 91, 95

Overig

269

Totaal

 

41.424

Nader te verdelen

De mutatie in 2013 wordt voornamelijk verklaard door de toevoeging van de eindejaarsmarge 2012/2013 ad. € 227,1 miljoen. De meerjarige mutaties (voor 2014 en verder) betreffen hoofdzakelijk de taakstellingen uit het Regeerakkoord: A1 Rijksoverheid (inclusief ZBO’s) en D17 Schrappen subsidies.

Artikel 95. Apparaatskosten

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 95 (bedragen x € 1.000)
 

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting 2013

Stand 1e suppletoire begroting 2013

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Verplichtingen

245 973

0

4 604

250 577

1 024

1 109

1 270

1 416

Waarvan garantie-verplichtingen

               

Uitgaven

245 973

0

4 604

250 577

1 024

1 109

1 270

1 416

                 

Personele uitgaven

153 217

 

1 760

154 977

1 097

1 164

1 200

1 198

Waarvan

               
 

eigen personeel

136 600

 

1 117

137 717

1 084

1 143

1 176

1 174

 

externe inhuur

6 300

 

538

6 838

5

8

9

9

                 

Materiële uitgaven

92 756

 

2 844

95 600

– 73

– 55

70

218

Waarvan

               
 

ICT

21 844

 

1 011

22 855

17

27

33

33

 

bijdrage aan SSO’s

31 802

 

875

32 677

25

40

47

47

Ontvangsten

567

 

0

567

0

0

0

0

Toelichting mutaties:

Het totale budget op artikel 95 is met € 4,6 miljoen verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • Diverse kasschuiven die hebben geleid tot een verhoging van het budget met totaal € 3,5 miljoen. De belangrijkste hiervan zijn:

    • In 2012 is een bedrag vrijgemaakt voor de ICT vernieuwing (het nieuwe werkplekconcept). Door vertragingen in het project blijft van het in 2012 verplichte budget € 1,0 miljoen over. Dit bedrag zal nu in 2013 uitgegeven worden;

    • In verband met boekhoudkundige redenen vanwege de aansluiting bij de Shared Service Organisatie FMH (€ 0,9 miljoen). OCW heeft de restwaarde van haar meubilair ontvangen in 2012. Hiervan moet in 2013 een bedrag van € 0,9 miljoen als afschrijvingskosten aan FMH worden betaald;

    • Diverse vertraagde projecten, met name bij de Inspectie van het Onderwijs hebben geleid tot kasschuiven van totaal € 1,6 miljoen.

  • Compensatie werkgeverslasten tranche 2013 heeft geleid tot een verhoging met € 0,3 miljoen;

  • Vervolgens hebben diverse kleine technisch mutaties geleid tot een verhoging van het budget met € 0,8 miljoen.