Gepubliceerd: 17 juni 2013
Indiener(s): Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA)
Onderwerpen: organisatie en beleid werk
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33579-8.html
ID: 33579-8
Origineel: 33579-2

Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 17 juni 2013

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

In artikel I, onderdeel B, eerste lid, wordt «In het tweede lid, onderdeel d» vervangen door: In het tweede lid, onderdeel d,.

2

In het in artikel I, onderdeel B, tweede lid, voorgestelde negende lid wordt «73, zevende lid» vervangen door: 73, zevende lid,».

3

In artikel I, onderdeel E, vierde lid, wordt «door gegevens» vervangen door: door «gegevens».

4

In het in artikel I, onderdeel E, zesde lid, voorgestelde elfde lid wordt «Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere instanties dan genoemd in het derde, zesde, zevende, achtste en negende lid worden aangewezen, voor de verplichtingen» vervangen door: Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere instanties dan genoemd in het derde, zesde, zevende, achtste en negende lid worden aangewezen, waarvoor de verplichtingen.

5

In het in artikel I, onderdeel G voorgestelde artikel 64, eerste lid, onderdeel b, wordt «die bij of krachtens voorschrift» vervangen door: die bij of krachtens wettelijk voorschrift.

6

Artikel I, onderdeel J, wordt als volgt gewijzigd:

a. In het voorgestelde artikel 73, derde lid, vervalt «, waaronder het burgerservicenummer,» en aan het artikellid wordt een zin toegevoegd, luidende: Bij de gegevensverwerking op grond van dit lid kan het burgerservicenummer worden gebruikt.

b. In het voorgestelde artikel 73, achtste lid, wordt «burgemeester en wethouders van de gemeenten» vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders.

7

In de aanhef van artikel III wordt «paragraaf 3» vervangen door: paragraaf 3,.

8

In artikel XI, onderdeel B, vijfde lid, wordt «door gegevens» vervangen door: door «gegevens».

9

Na artikel XIII worden vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel XIIIA

Artikel 28 van de Handelsregisterwet 2007 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, onderdeel d, wordt «voor de uitvoering van hun bij die wet opgedragen taken» vervangen door: voor de uitvoering van hun bij of krachtens wet opgedragen taken.

2. In het derde lid, onderdeel e, wordt na «de uitvoering van de» ingevoegd: Wet gemeentelijke schulphulpverlening,.

Artikel XIIIB

De Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 14a, derde lid, wordt na «artikel 13, eerste» ingevoegd: lid,.

B

In hoofdstuk 4 wordt na artikel 15 een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 15a. Verstrekken van gegevens uit het buitenland aan rechtspersonen die zijn belast met het toezicht op de naleving van collectieve arbeidsovereenkomsten

De door Onze Minister aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 13, eerste lid, kunnen aan een naar zijn oordeel daarvoor in aanmerking komende rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die door de organisaties van werkgevers en werknemers is belast of mede is belast met het toezicht op de naleving van collectieve arbeidsovereenkomsten kosteloos de gegevens verstrekken, die zijn verkregen uit andere landen van de Europese Unie, van de Europese economische ruimte en uit Zwitserland en die noodzakelijk zijn voor het toezicht op de naleving van collectieve arbeidsovereenkomsten.

Artikel XIIIC

Artikel 10 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Indien een naar het oordeel van Onze Minister in aanmerking komende rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die door een of meer verenigingen van werkgevers of van werknemers is belast of mede is belast met het toezicht op de naleving van algemeen verbindend verklaarde bepalingen van een collectieve arbeidsovereenkomst, het vermoeden gegrond acht, dat in een onderneming een of meer van die verbindend verklaarde bepalingen niet worden nageleefd, kan hij met het oog op dat toezicht op de naleving Onze Minister verzoeken een onderzoek daarnaar te doen instellen. Onze Minister draagt het onderzoek op aan daartoe door hem aangewezen onder hem ressorterende ambtenaren. Onze Minister licht de rechtspersoon, die om het onderzoek heeft gevraagd, in over hetgeen bij het onderzoek gebleken is.

Artikel XIIID

Artikel 18p van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vijfde lid komt te luiden:

5. De door Onze Minister aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, kunnen kosteloos aan een naar het oordeel van Onze Minister in aanmerking komende rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die door de organisaties van werkgevers en werknemers is belast of mede is belast met het toezicht op de naleving van collectieve arbeidsovereenkomsten gegevens verstrekken omtrent opgelegde bestuurlijke boeten voor het niet naleven van de artikelen 7, 15 of 18b, tweede lid, van deze wet.

2. Het zesde lid komt te luiden:

6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de gevallen waarin en de wijze waarop in ieder geval gegevens worden verstrekt.

Toelichting

Onderdelen 1 tot en met 8

De voorgestelde wijzigingen zien op het herstellen van onjuistheden in de tekst van het wetsvoorstel.

Onderdeel 9

Artikel XIIIA

Artikel 28, derde lid, van de Handelsregisterwet 2007 regelt het verstrekken van gegevens uit het Handelsregister aan verschillende bestuursorganen op burgerservicenummer (BSN) waarbij de gegevens dus worden gerangschikt naar natuurlijke personen die bij de onderneming of rechtspersoon, zoals stichtingen, zijn betrokken. Het gaat hier om de gegevens, die niet voor een ieder openbaar zijn. Voor het uitvoeren van de publieke taken waarmee de bestuursorganen zijn belast kan het echter van belang zijn, dat uit het Handelsregister wel gegevens op BSN worden verkregen over de natuurlijke persoon die bij de onderneming of rechtspersoon is betrokken.

Met de wijziging van onderdeel d van artikel 28, derde lid, van de Handelsregisterwet 2007 wordt verduidelijkt dat het gaat om de uitvoering van alle taken die aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), de Sociale verzekeringsbank (SVB) of de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) worden opgedragen bij of krachtens een wet. De huidige formulering brengt met zich dat het alleen om taken zou kunnen gaan, die aan deze overheidsorganen worden opgedragen bij de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet SUWI). Dit kan een beperking zijn bijvoorbeeld in de situatie, dat een uitkering wordt verstrekt op grond van de Kaderwet-SZW subsidies of de Remigratiewet. Uit de Wet SUWI blijkt wel dat taken aan het UWV en de SVB bij of krachtens enige wet kunnen worden opgedragen, maar dit gebeurt dan niet op grond van de Wet SUWI. Voorts sluit de huidige formulering ook uit dat gegevens op BSN kunnen worden verstrekt aan onder de Minister van SZW (die wel wordt genoemd in dit artikelonderdeel) vallende toezichthouders van de Inspectie SZW die belast zijn met het toezicht op de naleving van wetten als de Wet arbeid vreemdelingen, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Arbeidsomstandighedenwet en de Wet minimumloon en vakantiebijslag. Bij deze inspectie is ook de bijzondere opsporingsdienst onderbracht op het terrein van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Deze bijzondere opsporingstaak is overigens naast de regeling in de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten ook geregeld in artikel 85 van de Wet SUWI. Gegevens over de personen die betrokken zijn bij ondernemingen die in het Handelsregister zijn opgenomen zijn ook van groot belang voor de bestrijding van schijnconstructies door uitzendondernemingen, die als zodanig worden geregistreerd in het Handelsregister en het tegengaan van illegale tewerkstelling van vreemdelingen. Daartoe wordt voorgesteld artikel 28, derde lid, op dit onderdeel te wijzigen en aan te vullen, zodat het betrekking heeft op alle wettelijke taken van de Minister van SZW en het UWV en de SVB.

In het onderdeel e van artikel 28 betreft het de gegevensverstrekking aan colleges van burgemeester en wethouders voor de uitvoering van gemeentelijke inkomensvoorzieningen. Tot de taak van de colleges behoort ook de schuldhulpverlening, waarvoor in de Wet gemeentelijke schuldverlening kaders zijn aangegeven. Bij de uitoefening van deze taak worden ook gegevens verwerkt die verkregen worden van bestuursorganen met name om de mogelijkheden vast te stellen om de schulden te kunnen saneren en betalingsregelingen te treffen. Daarbij horen ook gegevens over personen die bij ondernemingen of rechtspersonen die in het Handelsregister zijn opgenomen zijn betrokken. Om die reden wordt de uitvoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening aan artikel 28, derde lid, onderdeel e, toegevoegd.

Artikel XIIIB

Op grond van het voorgestelde artikel 15a van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) is het mogelijk om gegevens die via het verbindingsbureau als bedoeld in artikel 4 van de Detacheringsrichtlijn (richtlijn 96/71/EG) op verzoek uit het buitenland zijn ontvangen te verstrekken aan een rechtspersoon die belast is met het toezicht op de naleving van collectieve arbeidsovereenkomsten. Het verbindingsbureau of Nederlandse Liaisonbureau is ondergebracht bij de Inspectie SZW. Enkel de gegevens die voor deze rechtspersoon noodzakelijk zijn voor het toezicht op de naleving van collectieve arbeidsovereenkomsten mogen worden verstrekt. De Inspectie beoordeelt voordat de gegevens worden doorgegeven, dat het een rechtspersoon betreft die door werkgevers en werknemers organisaties is ingesteld in verband met het toezicht op bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten of in ieder geval met dat toezicht mede is belast. Een voorbeeld van zo’n rechtspersoon is de Stichting Naleving Cao voor Uitzendkrachten (SNCU) die toeziet op de naleving van de algemeen verbindend verklaarde bepalingen van de uitzendcao. Het begrip «noodzakelijk» maakt duidelijk dat de rechtspersonen niet meer gegevens kunnen ontvangen dan strikt noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak.

Artikel XIIIC

Artikel 10 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet avv) biedt aan een of meer verenigingen van werkgevers of werknemers de mogelijkheid, wanneer zij het vermoeden hebben dat een of meer algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen niet of niet in voldoende mate worden nageleefd, met het oog op een rechtsvordering een onderzoek te doen instellen door de Minister van SZW. In toenemende mate proberen bedrijven via het niet naleven van algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen te concurreren op arbeidsvoorwaarden om zodoende tegen lagere arbeidskosten te kunnen produceren. Daarbij wordt steeds vaker gebruik gemaakt van internationale constructies. In een aantal sectoren hebben sociale partners initiatieven ontplooid die erop zijn gericht de naleving van de algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen in de eigen sector te bevorderen. Bijvoorbeeld de SNCU die toeziet op de naleving van de algemeen verbindend verklaarde bepalingen van de uitzendcao. In de huidige formulering van artikel 10 Wet avv wordt alleen aan verenigingen van werkgevers en van werknemers de mogelijkheid geboden om een onderzoek naar de naleving van algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen te doen instellen en dus niet aan de daartoe door sociale partners aangewezen instanties. Zij kunnen dus nu geen partij zijn in een artikel 10 Wet avv-procedure. Met het nieuwe tweede lid wordt het voor werkgevers en werknemers uit een sector mogelijk om gezamenlijk de minister om een onderzoek te verzoeken. De minister bepaalt of het verzoek wordt gehonoreerd. Het is dus geen vanzelfsprekendheid dat ieder verzoek wordt ingewilligd. Hierdoor wint de in artikel 10 wet Avv gegeven bevoegdheid aan kracht omdat deskundigheid van zowel werkgevers als werknemers kan worden ingezet bij het doen van een verzoek. Uit de recente praktijk is gebleken dat het buitengewoon lastig is om een vermoeden dat een of meer bepalingen uit een cao niet wordt nageleefd te onderbouwen. Deze onderbouwing is een noodzakelijke voorwaarde voor het doen van een verzoek aan de minister van SZW. De regering gaat ervan uit dat hiermee een impuls wordt gegeven aan de inzet van deze bevoegdheid van sociale partners en dat daarmee schijnconstructies in bepaalde sectoren beter kunnen worden aangepakt.

Artikel XIIID

Met de voorgestelde wijziging van artikel 18p, vijfde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) kunnen gegevens met betrekking tot een bestuurlijke boete die is opgelegd wegens het niet naleven van artikel 7, 15 of 18b, van de Wml ook aan een rechtspersoon als de SNCU worden verstrekt. Dit zijn het soort gegevens die noodzakelijk en ondersteunend zijn voor een effectieve uitvoering van de toezichttaak. Het betreft hier immers boetes die zijn opgelegd voor het niet of onvoldoende nakomen van het betalen van het minimumloon of de minimumvakantiebijslag of voor het niet of niet tijdig verstrekken van gegevens aan de Inspectie SZW, indien overtreding van de Wml wordt geconstateerd. In het oorspronkelijke artikel 18p, vijfde lid, was een delegatiebepaling opgenomen. Deze delegatiebepaling is verplaatst naar het zesde lid zodat bij algemene maatregel van bestuur ook nadere voorschriften kunnen worden gesteld met betrekking tot het nieuwe vijfde lid. Deze regels gaan dan ook om de inhoud van de gegevens die worden verstrekt aan een rechtspersoon als de SNCU, de actualiteit van die gegevens, en de wijze van verstrekking zoals de periodiciteit, en de voorwaarden die aan de gegevensverstrekking kunnen worden verbonden. Deze gegevensverstrekking is inhoudelijk te vergelijken met die op grond van artikel 14b van de Waadi.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher