Kamerstuk 33509-33

Reactie op amendementen nrs. 30 en 31 bij het wetsvoorstel cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens

Dossier: Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens)

Gepubliceerd: 24 juni 2014
Indiener(s): Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD)
Onderwerpen: organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33509-33.html
ID: 33509-33

Nr. 33 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2014

In mijn brief van 23 juni, met Kamerstuk 33 509, nr. 32, heb ik onder andere gereageerd op amendement 19 van het lid Bruins slot en amendement 29 van het lid Voortman. Met amendement 29 van het lid Voortman moet worden voorkomen dat medische gegevens buiten Nederland worden opgeslagen, verwerkt of ingezien. Het lid Voortman heeft inmiddels amendement 30 ingediend waarbij «buiten Nederland» is gewijzigd in «buiten de Europese Unie». Hierbij stuur ik u mijn reactie op dit gewijzigde amendement.

Het gewijzigde amendement 19, nu 31, leidt niet tot een aanvullende reactie van mijn kant.

Amendement 30

Dit amendement leidt tot een moeilijk werkbare situatie voor zorgaanbieders. Zij kunnen dergelijk eisen wel contractueel vastleggen, maar zowel de zorgaanbieders als de aanbieders van systemen hebben er gelet op de relaties tussen moeder en dochterbedrijven, bedrijfsovernames en toekomstige wetgeving van landen buiten Europa nooit volledige controle op. Op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens en straks de Europese verordening gelden al dusdanige eisen aan het verwerken van persoonsgegevens dat het beschikbaar stellen van gegevens betreffende de gezondheid aan derden (staten) zonder toestemming niet mag. Het is dan ook niet zo dat het enkele feit dat in de wetgeving van een ander land staat dat gegevens beschikbaar moeten worden gesteld, de Nederlandse wetgeving opzij geschoven wordt. Bedrijven die diensten in Nederland aanbieden moeten voldoen aan de Nederlandse wet en regelgeving.

Vervolgens is het de vraag wat er gebeurt als de zorgaanbieder de eisen uit het amendement contractueel heeft vastgelegd, maar de ongewenste situatie blijkt zich toch voor te doen. Moet de zorgaanbieder dan direct stoppen met het systeem? En welke gevolgen heeft dat voor dan voor de patiëntenzorg? Kan deze zorgaanbieder dan nog kwalitatief goede zorg leveren?

Gelet op bovenstaande moet ik dit amendement ontraden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers