Gepubliceerd: 7 november 2012
Indiener(s): Marja van Bijsterveldt (CDA)
Onderwerpen: beroepsonderwijs onderwijs en wetenschap
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33474-3.html
ID: 33474-3

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt / uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State)

ALGEMEEN

Deze memorie van toelichting, waarin deelnemers aan het beroepsonderwijs overeenkomstig het spraakgebruik worden aangeduid als studenten, wordt mede namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ondertekend.

1. Inleiding

1.1. Kern van het wetsvoorstel

Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) en de Wet op het onderwijstoezicht (WOT). Op grond van artikel 2.5.5a van de WEB is het bevoegd gezag van een mbo-instelling verplicht om van iedere student aan een beroepsopleiding bepaalde gegevens aan de minister te verstrekken. Deze gegevens worden vervolgens opgenomen in het basisregister onderwijs (BRON). Dit wetsvoorstel vult deze gegevens aan met de cijfers en eindcijfers van bij ministeriële regeling aan te wijzen examenonderdelen. De aanvullende verplichting geldt zowel voor bekostigde als niet-bekostigde instellingen. Voor de niet-bekostigde instellingen vloeit dit voort uit artikel 1.4.1, zesde lid, aanhef en onderdeel a, van de WEB. De cijfers en eindcijfers worden opgenomen in BRON en voor wat betreft de bekostigde instellingen in het diplomaregister.

1.2. Doel

Het kabinet stelt hogere eisen aan de beheersing van basisvaardigheden in het primair onderwijs (po), voortgezet onderwijs (vo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Hiertoe zijn voor alle mbo-opleidingen of voor alle mbo-opleidingen op een bepaald niveau generieke kwalificatie-eisen aan de beheersing van de basisvaardigheden Nederlandse taal, rekenen en Engels voorgeschreven naast de specifieke beroepsgerichte kwalificatie-eisen.

Bij het evalueren van het gevoerde beleid voor de onderdelen Nederlandse taal, rekenen en Engels in mbo-opleidingen is informatie nodig over de behaalde examenresultaten van de studenten. Registratie in BRON maakt het mogelijk dat effecten gemonitord worden gedurende een reeks van jaren.

Met registratie in BRON van de examenresultaten in het mbo van de Nederlandse taal, rekenen en Engels kan het kabinetsbeleid met betrekking tot de doorlopende leerlijn basisvaardigheden in het po, vo en mbo worden geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. De doorlopende leerlijn start met de eindtoets in het po en wordt vervolgd in het vo (centraal examen en rekentoets) en het mbo (centraal ontwikkelde examens Nederlandse taal en rekenen).

In het vo worden de examenresultaten van de onderdelen Nederlandse taal, wiskunde, Engels (en vanaf 2014 de rekentoets) reeds geregistreerd in BRON.

De basis hiervoor is al gelegd in de wet- en regelgeving gericht op registratie in BRON van examenresultaten voor de huidige vakken in het vo. In het po is reeds geregeld dat de scholen de resultaten van de eindtoets registreren in BRON.

Registratie van de examenresultaten van Nederlandse taal, rekenen en Engels in BRON biedt mbo-instellingen de mogelijkheid tot benchmarking. De instelling kan op basis hiervan het gevoerde beleid ten aanzien van Nederlandse taal en rekenen evalueren en zo nodig wijzigen.

De cijfers worden, zoals hierboven aangegeven, ook opgenomen in het diplomaregister. Hierdoor kunnen ze met de overige diplomagegevens worden verstrekt aan de student zelf (artikel 24q, eerste lid, WOT). Verder kunnen ze worden verstrekt aan het College voor examens ten behoeve van de aanmelding, inschrijving en examinering van de betrokkene (artikel 24q, vierde lid, WOT).

2. Gevolgen voor de uitvoerbaarheid

Het wetsvoorstel is voor een uitvoeringstoets voorgelegd aan de Dienst uitvoering onderwijs (DUO). DUO acht de registratie in BRON die met dit wetsvoorstel wordt beoogd uitvoerbaar.

3. Impactanalyse

Over deze wetswijziging wordt geen internetconsultatie gehouden maar is er een impactanalayse uitgevoerd om de uitvoeringsimplicaties inzichtelijk te maken waarbij DUO, MBO Raad, instellingen en saMBO-ICT (een zelfstandige organisatie van en voor alle MBO-instellingen die zich onder meer bezighoudt met gegevensuitwisseling) zijn betrokken. Deze analyse heeft geen aanleiding gegeven tot aanpassing van het wetsvoorstel. De uitvoering wordt verder besproken in het reguliere overleg tussen DUO en de instellingen.

4. College bescherming persoonsgegevens

Omdat het hier gaat om aanvulling van de gegevens in BRON is dit wetsvoorstel voor advisering voorgelegd aan het College bescherming persoonsgegevens (CBP).

Het voorstel geeft het CBP geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

5. Financiële gevolgen voor de rijksbegroting

DUO heeft aangegeven dat de incidentele kosten indicatief ca € 750 000 bedragen in verband met de benodigde aanpassingen in BRON. De kosten worden gedekt binnen de begroting van OCW. Structurele kosten zijn niet aan de orde omdat de nieuwe gegevens deel gaan uitmaken van de reguliere uitwisseling van examenresultaten tussen instellingen en BRON.

6. Administratieve lasten

De gevolgen voor de administratieve lasten van mbo-instellingen als gevolg van de registratie en verzending van de bedoelde gegevens zijn gering. De examenresultaten worden al in het leerlingadministratiesysteem ingevoerd en zullen dan ook niet tot extra (structurele) administratieve lasten als gevolg van deze wijziging leiden. Voor het daadwerkelijk verzenden moet de mbo-instelling nog een handeling verrichten waaruit een geringe administratieve lastendruk voortvloeit. De gegevens worden echter toegevoegd aan de bestaande uitwisseling tussen mbo-instelling en BRON die reeds om andere aanleidingen plaatsvindt. Het gaat naar schatting om € 360,- per jaar voor alle instellingen tesamen.

7. Overleg met de MBO Raad en de NRTO

De MBO Raad geeft aan dat de huidige software voor gegevensuitwisseling tussen de leerlingadministratiesystemen van de instellingen en BRON zal moeten worden aangepast. Verder heeft de MBO Raad aangegeven dat voor de wijziging een goed communicatietraject met de instellingen noodzakelijk is. De MBO Raad zal dit oppakken.

Met de Nederlandse Raad voor Training en Opleiding (NRTO) is overlegd gevoerd over het wetsvoorstel. Door de NRTO en DUO zijn afspraken gemaakt over de gegevensaanlevering door de niet-bekostigde instellingen.

ARTIKELSGEWIJS

Artikel I

Deze aanvulling van onderdeel h van het tweede lid van artikel 2.5.5a, biedt de wettelijke basis om naast het uitstroomniveau of het behaalde diploma, ook de waardering en eindwaardering van de generieke examenonderdelen te verstrekken, zodat registratie daarvan in BRON mogelijk wordt. Indien er sprake is van gedeeltelijke centrale examinering, betreft dat tevens de waardering van het betreffende centraal examen en van het instellingsexamen.

In de Regeling gegevensverstrekking persoonsgebonden nummer BVE 2009 wordt onder meer op basis van artikel 2.5.5a, derde lid, van de WEB, een nadere specificatie gegeven van de aan de minister te verstrekken gegevens. Deze regeling zal in verband met de voornoemde aanvulling van onderdeel h, gelijktijdig worden aangepast in die zin dat zal worden gespecificeerd dat de volgende gegevens dienen te worden verstrekt:

  • de waardering voor het instellingsexamen van het generieke examenonderdeel Nederlandse taal;

  • de waardering voor het centraal examen van het generieke examenonderdeel Nederlandse taal;

  • de eindwaardering van het generieke examenonderdeel Nederlandse taal;

  • de eindwaardering van het generieke examenonderdeel rekenen; en

  • de eindwaardering van het generieke examenonderdeel Engels, voorzover het een mbo-4-opleiding betreft.

Artikel II

Deze aanpassing van de Wet op het onderwijstoezicht (WOT) vloeit voort uit de bovengenoemde wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Nu op grond van dat artikel de daar genoemde waarderingen in BRON kunnen worden geregistreerd, leidt dat tot aanvulling van het diplomaregister met deze gegevens.

Deze aanpassing gaat ervan uit dat de artikelen van de WOT waarin het diplomaregister is geregeld (zie Stb. 2011, 497) al in werking zijn getreden. Naar verwachting zal de inwerkingtreding in de loop van 2012 plaatsvinden.

Artikel III

Voor het kabinetsbeleid op het gebied van Nederlandse taal, rekenen en Engels is het van belang dat van het begin af aan de examenresultaten van deze generieke onderdelen kunnen worden geregistreerd. Het tijdstip van inwerkingtreding van dit wetvoorstel zal daarop zijn gericht.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart