Gepubliceerd: 25 februari 2013
Indiener(s): Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen: burgerlijk recht recht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33351-7.html
ID: 33351-7
Origineel: 33351-2

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 25 februari 2013

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

A

Onderdeel A, onder 1, komt te luiden:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt tussen «van akten van omzetting van een geregistreerd partnerschap,» en «alsmede van rechterlijke uitspraken» ingevoegd: wijziging van de vermelding van het geslacht na een aangifte als bedoeld in artikel 28,.

B

Het in onderdeel B voorgestelde artikel 28a komt te luiden:

Artikel 28a

1. Bij de aangifte wordt overgelegd een verklaring van een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen deskundige, afgegeven ten hoogste zes maanden voor de datum van de aangifte.

2. De deskundigenverklaring vermeldt dat degene op wie de aangifte betrekking heeft jegens de deskundige heeft verklaard de overtuiging te hebben tot het andere geslacht te behoren dan is vermeld in zijn akte van geboorte en jegens de deskundige er blijk van heeft gegeven diens voorlichting omtrent de reikwijdte en de betekenis van deze staat te hebben begrepen en de wijziging van de vermelding van het geslacht in de akte van geboorte weloverwogen te blijven wensen. De deskundige geeft de verklaring niet af indien hij gegronde reden heeft om aan de gegrondheid van bedoelde overtuiging te twijfelen.

C

In onderdeel B, vervalt in het voorgestelde artikel 28c, derde lid: «een kind verwekt dan wel». Aan het derde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: In geval van adoptie van een kind op verzoek van degene die dit na de wijziging van de vermelding van het geslacht heeft verwekt of heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind met eigen zaad tot gevolg heeft gehad, en het kind is of wordt geboren binnen de relatie van de adoptant en de ouder, is de maatstaf van het vierde lid van artikel 227 van toepassing.

Toelichting

onder A

Over het hoofd is gezien dat de woorden «of van een huwelijk», in artikel 20 lid 1, aanhef, sinds het vervallen van de mogelijkheid van omzetting van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap, in die bepaling niet meer voorkomen. De redactie van de voorgestelde wijziging van artikel 20 lid 1, aanhef, in artikel I, onder A, 1, is dienovereenkomstig aangepast.

onder B

De wijziging van het voorgestelde artikel 28a kwam in de nota naar aanleiding van het verslag reeds uitvoerig aan de orde. Samengevat gaat het bij de daarbij aangekondigde benadering om het volgende. Uitgegaan wordt van en het accent ligt op het «informed consent» van de betrokkene en op vaststelling door een op de voet van dat artikel aangewezen deskundige van de wilsbekwaamheid van de betrokkene en de duurzaamheid van de overtuiging en diens daarop gebaseerde wens tot wijziging van de vermelding van het geslacht in de akte van geboorte. Dit betekent dat aan de betrokken persoon de verklaring kan worden afgegeven, indien en nadat deze voldoende door de deskundige is voorgelicht over wat het in praktische zin en het dagelijks leven, en dit niet voor een tijdelijke duur, inhoudt om tot het andere geslacht te behoren, en de desbetreffende deskundige gebleken is dat de wens daartoe weloverwogen, en daarmee ook van een ter zake wilsbekwame persoon afkomstig is, en op een duurzame overtuiging berust. Tijdseisen worden als zodanig niet gesteld, maar dit betekent niet dat de omstandigheid dat een persoon reeds geruime tijd in de andere gender heeft geleefd voor het deskundigenoordeel geen relevant aspect zou kunnen zijn. Het doorlopen hebben van de zogenoemde «real life experience» is anderzijds geen voorwaarde voor het afgeven van het oordeel.

De deskundige bepaalt niet iemands genderidentiteit, dat weet alleen de betrokken persoon zelf; de deskundige bevestigt dat de overtuiging tot het andere geslacht te behoren bij de betrokken persoon bestaat. Dat de deskundige het bestaan van die overtuiging bij een ter zake wilsbekwaam persoon heeft vastgesteld, betekent ook dat een psychiatrische stoornis of een andere niet te honoreren beweegreden voor wijziging van de vermelding van het geslacht in de akte van geboorte uitgesloten kan worden geacht. Het blijkt bij voorbeeld te gaan om een persoon met waandenkbeelden, of er zijn aanwijzingen dat het nieuwe geslacht zal worden ingezet als dekmantel voor doeleinden die met een echte overtuiging niet van doen hebben, zoals identiteitsfraude of het verkrijgen van voordelen die geslachtsgebonden zijn.

Duidelijkheidshalve is wel bepaald dat, indien de deskundige op grond van wat hij van de betrokken persoon verneemt of anderszins ervaart tot de conclusie komt dat gegronde twijfel mogelijk is omtrent de gegrondheid en de echtheid van de overtuiging tot het andere geslacht te behoren, hij de verklaring niet mag afgeven. Een juiste invulling van zijn professionele verantwoordelijkheid zou tot geen andere opstelling kunnen en mogen leiden.

In een aantal gevallen zal de deskundige meer dan één gesprek nodig hebben. Niet uit te sluiten is ook dat in andere situaties één sessie reeds voldoende is om tot een afgewogen oordeel te kunnen komen. Vele transgenders zullen immers al geruime tijd vanwege hun wens tot het andere geslacht te behoren bekend zijn, en dit niet zelden aan de aangezochte deskundige.

onder C

Artikel 28c, derde lid, leidt ertoe dat de persoon uit wie het kind wordt geboren, juridisch moeder is van het kind, ook indien de vermelding van het geslacht van deze persoon voor de geboorte van het kind is gewijzigd in «man». In alle andere gevallen, zoals voor de partner van de moeder, geldt dat aangesloten wordt bij het nieuwe geslacht van de transgender. Zie ook de nota naar aanleiding van het verslag, met name onder «Artikelsgewijs», bij artikel 28c.

De nieuwe tweede volzin van het derde lid van artikel 28c heeft betrekking op de adoptie van een kind op verzoek van degene die dit na de wijziging van de vermelding van het geslacht heeft verwekt of heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind met eigen zaad tot gevolg heeft gehad. Indien het kind is of wordt geboren binnen de relatie van de adoptant en de ouder ligt voor de hand dat niet de toetsingsgrond van het derde lid van artikel 227, maar die van het vierde lid wordt aangelegd. De adoptie kan dus plaatsvinden met toepassing van de regels die gelden voor de adoptie van een kind dat wordt geboren binnen de relatie van de moeder met een partner van gelijk geslacht. Zodra wetsvoorstel 33 032, A (lesbisch ouderschap) in werking zal zijn getreden kan in de hier bedoelde situatie in plaats van adoptie de weg van erkenning worden gevolgd.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven