Kamerstuk 33293-7

Amendement van het lid Recourt over het aanpassen van het nareisbeleid zodat het voortaan ook geldt indien de gezinsband is gevormd in een derde land.

Dossier: Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het herschikken van de gronden voor asielverlening

Gepubliceerd: 26 maart 2013
Indiener(s): Jeroen Recourt (PvdA)
Onderwerpen: immigratie migratie en integratie
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33293-7.html
ID: 33293-7

Nr. 7 AMENDEMENT VAN HET LID RECOURT

Ontvangen 26 maart 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel B, komt onderdeel 3 te luiden:

3. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 kan voorts worden verleend aan de hierna te noemen gezinsleden, indien deze op het tijdstip van binnenkomst van de in het eerste lid bedoelde vreemdeling behoorden tot diens gezin en gelijktijdig met die vreemdeling Nederland zijn ingereisd dan wel zijn nagereisd binnen drie maanden nadat aan die vreemdeling de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel 28, is verleend:

    • a. de echtgenoot of het minderjarige kind van de in het eerste lid bedoelde vreemdeling;

    • b. de vreemdeling die als partner of meerderjarig kind van de in het eerste lid bedoelde vreemdeling zodanig afhankelijk is van die vreemdeling, dat hij om die reden behoort tot diens gezin;

    • c. de ouders van de in het eerste lid bedoelde vreemdeling, indien die vreemdeling een alleenstaande minderjarige is in de zin van artikel 2, onder f, van Richtlijn 2003/86/EG van de Raad van 22 september 2003 inzake het recht op gezinshereniging (PbEU 2003, L 251).

Toelichting

Met dit amendement wordt het nareisbeleid aangepast, zodat het voortaan ook geldt indien de gezinsband is gevormd in een derde land, bijvoorbeeld in een vluchtelingenkamp. Hiertoe wordt artikel 29, tweede lid (nieuw), Vw2000 aangepast door toevoeging van het vereiste dat de gezinsband moet hebben bestaan vóór binnenkomst in Nederland. Daarmee wordt aangesloten bij de formulering van het toepassingsbereik voor de begunstigende regeling uit artikel 9, tweede lid, van de Gezinsherenigingsrichtlijn.

Teneinde alle relevante artikelen van de Gezinsherenigingsrichtlijn binnen het asielbeleid te implementeren, wordt tevens de nationaliteitseis die volgt uit het huidige artikel 29, eerste lid, onder e en f, Vw2000 geschrapt, waarmee de groep nareizigers met een andere nationaliteit dan de hoofdpersoon, wordt «overgeheveld» van het reguliere beleid naar het asielbeleid. Vanuit het oogpunt van de wetsystematiek is aan te bevelen alle artikelen van de Gezinsherenigingsrichtlijn die zien op gezinshereniging met een asielvergunninghouder in het nieuwe artikel 29, tweede lid, Vw2000 op te nemen.

Recourt