Gepubliceerd: 30 november 2011
Indiener(s): Uri Rosenthal (minister buitenlandse zaken) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33090-V-2.html
ID: 33090-V-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2011 te wijzigen.

De in die begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

Door middel van het onderhavige wetsvoorstel wordt voorgesteld hoofdstuk V (Buitenlandse Zaken) van de begroting van uitgaven en ontvangsten van het Rijk voor het jaar 2011 respectievelijk met EUR 332,5 miljoen te verlagen en EUR 93,6 miljoen te verhogen. Deze mutaties betreffen wijzigingen die ook in de Najaarsnota zijn verwerkt.

In paragraaf 2.1 worden de belangrijkste mutaties gepresenteerd die zich voordoen op de beleidsartikelen. In paragraaf 2.2 worden de mutaties op de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) gepresenteerd en in paragraaf 2.3 is een overzicht opgenomen van mutaties die zich voordoen op de afzonderlijke beleidsartikelen en van de nieuwe standen alsmede een toelichting daarop. Hierbij zijn alleen uitgavenmutaties toegelicht met een verschil ten opzichte van de vorige stand van meer dan 10%. Voor de sub-artikelen Nederlandse afdrachten aan de EU (3.1), Reproductieve gezondheid (2.5), Duurzaam waterbeheer (6.2) en Consulaire dienstverlening (7.1) is hiervan afgeweken door wel een toelichting op te nemen. Voor vestigingsklimaat internationale organisaties (8.4) is gezien de geringe mutatie geen toelichting opgenomen.

2. Het beleid

2.1 Belangrijkste mutaties

Hieronder volgen de majeure wijzigingen ten opzichte van de stand van de begroting 2011 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken na de eerste suppletoire wetswijziging, gevolgd door een toelichting per mutatie. Alleen de beleidsrelevante mutaties zijn toegelicht.

Overzicht belangrijkste mutaties (x EUR 1,0 miljoen)

Artikel

 

Mutatie

2

2.5 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing

40

3

3.1 Nederlandse afdrachten aan de EU

– 308

3

3.3 Europees ontwikkelingsfonds

– 25

4

4.2 Armoedebestrijding

71

4

4.3 Verhoogde economische groei en verminderde armoede

– 49

Artikel 2.5: Regionale stabiliteit en crisisbeheersing (EUR 40 miljoen)

De verhoging wordt verklaard doordat de bijdrage aan de VN-contributies voor crisisbeheersingsoperaties en VN vredesmissies is gestegen. Daarnaast zijn de uitgaven voor de geïntegreerde politietrainingsmissie in Kunduz opgenomen. Er is ook meer uitgegeven op de landenprogramma’s voor vredesopbouw, specifiek in Ethiopië (African Union) en Colombia (Macarena).

Artikel 3.1: Nederlandse afdracht aan de EU (– EUR 307,8 miljoen)

De Nederlandse afdrachten aan de EU zijn ten opzichte van de 1ste suppletoire begroting 2011 met EUR 308 miljoen euro afgenomen. Deze mutaties houden verband met een meevaller van ca. 351 miljoen euro wegens onderuitputting van de EU-begroting 2010 (zoals gemeld bij Miljoenennota 2012) en anderzijds met een tegenvaller als gevolg van nieuwe BNI- en BTW groeicijfers, evenals hogere nieuwe ramingen voor invoerrechten zoals vastgesteld door het Adviescomité voor Eigen Middelen van de EU.

Artikel 3.3 Europees ontwikkelingsfonds (– EUR 25,4 miljoen)

De uitgaven aan het Europees Ontwikkelingsfonds worden verlaagd met ruim EUR 25 miljoen. De financieringsbehoefte van de Commissie is voor 2011 lager dan verwacht en daarmee de bijdrage van Nederland. Deze lagere uitputting is het gevolg van vertragingen in regionale programma’s, vertragingen bij de invoering van het MDG-Initiatief en uitkeringen die om uiteenlopende redenen niet zijn doorgegaan.

Artikel 4.2: Armoedebestrijding (70,6 miljoen)

De stijging wordt veroorzaakt door betalingen aan het African Development Fund voor het Multilateral Debt Relief Initiative en compensatie van het Heavily Indebted Poor Countries Initiative alsmede door de overheveling van budgetten onder het Bank Netherlands Partnership Programma bij de Wereldbank naar het artikel Milieu en Water (6.01). Verder spelen wisselkoersverschillen een rol, ontstaan door EUR-USD koersschommelingen. Ten slotte worden mutaties verklaard door het gebruikelijke parkeerkarakter van dit artikel. BNP aanpassingen en aanpassing in de asieltoerekening worden hierop verwerkt.

Artikel 4.3: Verhoogde economische groei en verminderde armoede als gevolg van gezonde private sector ontwikkeling in ontwikkelingslanden (– EUR 49,5 miljoen)

De daling is het gevolg van een lagere liquiditeitsbehoefte op de thema’s Kennis en economische structuur en Marktontwikkeling dan voorzien, met name als gevolg van vertragingen in lopende programma’s. Ten behoeve van het fonds Minst Ontwikkelde Landen bij het FMO is minder budget.

2.2 De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS)

Voor 2011 is de omvang van de HGIS, die is gedefinieerd als het saldo van HGIS-uitgaven en HGIS-ontvangsten, sinds de Voorjaarsnota 2011 afgenomen met EUR 333,2 miljoen. In de hierna volgende tabellen zijn de wijzigingen in uitgaven en ontvangsten uitgesplitst in de tijd.

Wijzigingen in HGIS-uitgaven en -ontvangsten vanaf Voorjaarsnota 2011 (bedragen x € 1 mln)
 

Totaal

W.v. ODA

Uitgaven VJN 2011

6 467,2

4 736,3

Mutatie MJN 2012 (vermoedelijke uitkomsten 2011)

– 122,7

– 116,8

Mutatie NJN 2011

– 150,3

42,5

Totaal mutaties

– 273,0

– 74,3

Uitgaven NJN 2011

6 194,2

4 662,0

 

Totaal

Ontvangsten VJN 2011

156,3

Mutatie MJN 2012 (vermoedelijke uitkomsten 2011)

0,0

Mutatie NJN 2011

60,2

Totaal mutaties

60,2

Ontvangsten NJN 2011

216,5

De wijzigingen in de omvang van de HGIS als geheel en voor ODA in het bijzonder zijn in het volgende overzicht gespecificeerd naar oorzaak.

Oorzaken afname HGIS en ODA-daling vanaf Voorjaarsnota 2011 (bedragen x € 1 mln)
 

Totaal

Wv. ODA

Bijstellingen BNP (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA)

– 63,7

– 56,8

Overboekingen van/naar HGIS

– 106,2

 

Ontvangsten ODA

 

42,5

Intertemporele kasschuif

– 60,0

– 60

Verwachte onderuitputting

– 103,3

 

TOTAAL

– 333,2

– 74,3

De omvang van de HGIS neemt af door wijzigingen in de ramingen voor het BNP en de prijscomponent van het BBP, door overboekingen vanuit de HGIS, door een kasschuif van 2011 naar 2012 en door een verwachte onderuitputting op de HGIS.

Het beschikbare budget neemt af met 63,7 miljoen waarvan 56,8 miljoen ODA als gevolg van wijzigingen in de ramingen voor het BNP. De resterende 6,9 miljoen betreft een verlaging voor het non-ODA-deel van de uitgaven aan buitenlands beleid door een negatieve bijstelling van de raming voor de prijscomponent van het BBP. Overboekingen van en naar de HGIS bedragen per saldo -106,2 miljoen. Het gaat hier met name om een onderuitputting van 107,2 miljoen op het HGIS-artikel voor crisisbeheersingsoperaties op de defensiebegroting die wordt overgeboekt naar de reguliere defensiebegroting om te worden ingezet voor een schadeloosstelling voor «oude» veteranen. Het ODA-budget wordt gecompenseerd voor hogere ontvangsten als gevolg van koersmeevallers. Met een kasschuif is 60,0 miljoen aan ODA-budget van 2011 naar 2012 gebracht.

Er wordt thans binnen de HGIS/non-ODA een onderuitputting van 103,3 miljoen verwacht. Deze onderuitputting wordt voor 30 miljoen verklaard door een kasvertraging bij onder meer de Geïntegreerde Politie Missie in Kunduz en bij de redeployment van ISAF/Uruzgan op de post crisisbeheersingsoperaties (defensiebegroting). Daarnaast is er bij Buitenlandse Zaken sprake van vertraging bij ver- en nieuwbouwprojecten en minder uitgaven voor personeel door een lagere bezetting. Verder vallen er middelen vrij op de post HGIS-indexering (voorziening loon/prijsbijstelling en onvoorzien). Voor een toelichting op de diverse mutaties wordt verwezen naar de desbetreffende begrotingsartikelen.

2.3 De beleidsartikelen

Beleidsartikel 1

Beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging mensenrechten

Bedragen in EUR 1 000

Stand begroting t/m ISB

Stand 1e suppletore begroting 2011

Mutaties 2e supletore begroting 2011

Stand 2e suppletore begroting 2011

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

95 996

92 788

18 086

110 874

           

Uitgaven:

       
           

Programma-uitgaven totaal

118 269

124 762

6 028

130 790

           

1.1

Internationale rechtsorde

47 330

53 551

– 403

53 148

           

1.2

Mensenrechten

49 539

49 611

9 581

59 192

           

1.3

Internationale juridische instellingen

21 400

21 600

– 3 150

18 450

Verplichtingen

De stijging van het verplichtingenbudget met EUR 18 miljoen wordt veroorzaakt doordat er voor het Mensenrechtenfonds een aanvullende tender is uitgeschreven voor het lopende programma en één voor het nieuwe programma voor de komende vier jaren. Daarnaast is met de International Labour Organisation (ILO) overeengekomen een deel van de verdragscontributie 2012 eind 2011 te betalen.

Uitgaven

Artikel 1.2

Het budget voor mensenrechten wordt verhoogd met EUR 9,6 miljoen. Deze stijging is het gevolg van een extra bijdrage aan het Office of the High Commissioner of Human Rights (OHCHR) specifiek voor Tunesië en Egypte. Daarnaast wordt een deel van de verdragscontributie 2012 voor de International Labour Organisation in 2011 betaald.

Artikel 1.3

Het budget voor Internationale juridische instellingen wordt verlaagd met EUR 3,2 miljoen. Het betreft hier een lagere bijdrage aan de bouw voor het Internationaal Strafhof in Den Haag. De sloopkosten van de oude gebouwen op de nieuwbouwlocatie vallen lager uit.

Beleidsartikel 2

Beleidsartikel 2 Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur

Bedragen in EUR 1 000

Stand begroting t/m ISB

Stand 1e suppletore begroting 2011

Mutaties 2e suppletore begroting 2011

Stand 2e suppletore begroting 2011

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

662 025

669 059

64 357

733 416

           

Uitgaven:

       
           

Programma-uitgaven totaal

764 166

767 948

55 892

823 840

           

2.1

Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid

17 543

17 543

– 3 036

14 507

           

2.2

Bestrijding internationaal terrorisme

500

500

 

500

           

2.3

Non-proliferatie en ontwapening

9 553

10 764

0

10 764

           

2.4

Conventionele wapenbeheersing

 

 

 

0

           

2.5

Regionale stabiliteit en crisisbeheersing

350 668

343 368

40 042

383 410

           

2.6

Humanitaire hulpverlening

252 267

250 517

17 000

267 517

           

2.7

Goed bestuur

133 635

145 256

1 886

147 142

           

2.8

Het bevorderen van energievoorzieningszekerheid

 

 

 

0

           

2.9

Grotere veiligheid door strijd tegen milieudegradatie

0

0

0

0

           

Ontvangsten

1 149

1 163

86

1 249

           

2.10

Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid

149

163

 

163

           

2.70

Humanitaire hulpverlening

1 000

1 000

86

1 086

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget met EUR 64 miljoen vloeit voort uit de hogere VN-contributies voor crisisbeheersingsoperaties, een nieuwe verplichting ten behoeve van de algemene vrijwillige bijdrage aan de UNWRA, publicatie van het subsidieplafond van het politieke partijenprogramma voor versterking van politieke partijen en bewegingen in ontwikkelingslanden en verplichtingen ten behoeve van de Kunduz trainingsmissie.

Uitgaven

Artikel 2.1

Het budget is verlaagd met EUR 3 miljoen omdat de kosten ten behoeve van de nieuwbouw van de NAVO lager zijn uitgevallen dan geraamd.

Artikel 2.5

De verhoging met EUR 40 miljoen wordt verklaard doordat de bijdrage aan de VN-contributies voor crisisbeheersingsoperaties en VN vredesmissies is gestegen. Daarnaast zijn de uitgaven ten behoeve van de geïntegreerde politietrainingsmissie in Kunduz opgenomen. Ten slotte zijn de uitgaven voor de landenprogramma’s voor vredesopbouw, specifiek in Ethiopië (African Union) en Colombia (Macarena), gestegen.

Ontvangsten

Geen mutaties.

Beleidsartikel 3

Beleidsartikel 3 Versterkte Europese samenwerking

Bedragen in EUR 1 000

Stand begroting t/m ISB

Stand 1e suppletore begroting 2011

Mutaties 2e suppletore begroting 2011

Stand 2e suppletore begroting 2011

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

6 852 756

6 846 256

– 307 801

6 538 455

           

Uitgaven:

       
           

Programma-uitgaven totaal

7 041 889

7 040 917

– 334 664

6 706 253

           

3.1

Nederlandse afdrachten aan de EU

6 830 880

6 830 880

– 307 801

6 523 079

           

3.2

Ondersteuning bij pre- en postaccessie

9 428

7 528

– 1 500

6 028

           

3.3

Europees ontwikkelingsfonds

189 133

189 133

– 25 363

163 770

           

3.4

Nederlandse positie in de EU

3 145

3 860

0

3 860

           

3.5

Raad van Europa

9 303

9 516

0

9 516

           

Ontvangsten

609 669

609 720

28 908

638 628

           

3.10

Perceptiekostenvergoedingen

609 669

609 669

28 864

638 533

           

3.40

Restitutie Raad van Europa

0

51

44

95

Verplichtingen

De daling van de verplichting met EUR 307,8 miljoen is het gevolg van lagere afdrachten aan de EU zoals beschreven onder de uitgaven in artikel 3.1.

Uitgaven

Artikel 3.1

De Nederlandse afdrachten aan de EU zijn ten opzichte van de 1ste suppletoire begroting 2011 met EUR 308 miljoen euro afgenomen. Deze mutaties houden verband met een meevaller van ca. 351 miljoen euro wegens onderuitputting van de EU-begroting 2010 (zoals gemeld bij Miljoenennota 2012) en anderzijds met een tegenvaller als gevolg van nieuwe BNI- en BTW groeicijfers, evenals nieuwe ramingen voor invoerrechten zoals vastgesteld door het Adviescomité voor Eigen Middelen van de EU. Deze tegenvallers tellen op tot 43 miljoen euro (zie onderstaande tabel).

2de suppletoire begroting 2011

2011

5.1 BNP-afdracht

– 41

Lager BNI aandeel (nieuwe ACOR cijfers + nieuwe BNI groeicijfers Cion fiche 1 + miscellaneous revenue)

– 41

5.2 BTW-afdracht

– 31

Lager BTW aandeel (nieuwe ACOR cijfers)

– 31

5.3 Landbouwheffingen

0

5.4 Invoerrechten

115

Hogere invoerrechten (nieuwe ACOR cijfers)

115

Totaal EU-afdrachten (bruto)

43

Artikel 3.2

De daling wordt veroorzaakt door lagere uitgaven dan voorzien van het Matra Europese Samenwerking (MES) programma.

Artikel 3.3

De uitgaven aan het Europees Ontwikkelingsfonds worden verlaagd met ruim EUR 25 miljoen. De financieringsbehoefte van de Commissie is voor 2011 lager dan verwacht en daarmee de bijdrage van Nederland. Deze lagere uitputting is het gevolg van vertragingen in regionale programma’s, vertragingen ten aanzien van implementatie van het MDG-Initiatief en uitkeringen die om uiteenlopende redenen niet zijn doorgegaan.

Ontvangsten

Aan de ontvangstenkant is een plus te zien van ca. 29 miljoen euro. Dit heeft te maken met de nieuwe ramingen voor invoerrechten, zoals hierboven gemeld bij de uitgavenmutaties. Nederland ontvangt immers 25% perceptiekostenvergoeding over iedere euro invoerrechten die zij afdraagt aan de EU.

2de suppletoire begroting 2011

2011

5.21 Perceptiekostenvergoeding voor inning landbouwheffingen

0

5.22 Perceptiekostenvergoeding voor inning invoerrechten

29

Hogere invoerrechten (nieuwe ACOR cijfers)

29

Totaal perceptiekostenvergoedingen

29

Beleidsartikel 4

Beleidsartikel 4 Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede

Bedragen in EUR 1 000

Standbegroting t/m ISB

Stand 1e suppletore begroting 2011

Mutaties 2e suppletore begroting 2011

Stand 2e suppletore begroting 2011

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

636 054

1 550 559

– 152 184

1 398 375

           

Uitgaven:

       
           

Programma-uitgaven totaal

834 612

694 972

17 585

712 557

           

4.1

Handels- en financieel systeem

18 951

19 498

– 219

19 279

           

4.2

Armoedebestrijding

297 090

156 200

70 597

226 797

           

4.3

Verhoogde economische groei en verminderde armoede als gevolg van gezonde private sector ontwikkeling in ontwikkelingslanden

487 096

488 789

– 49 467

439 322

           

4.4

Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelingssamenwerking

24 815

23 825

– 2 505

21 320

           

4.5

Nederlandse handels- en investeringsbevordering

6 660

6 660

– 821

5 839

           

Ontvangsten

20 483

20 483

14 606

35 089

           

4.10

Ontvangsten tijdelijke financiering NIO en restituties

20 483

20 483

14 606

35 089

Verplichtingen

De afname van de verplichting met EUR 152 miljoen hangt grotendeels samen met het niet deelnemen van Nederland aan de 9e kapitaalverhoging van de Inter-American Development Bank. Daarnaast worden mutaties verklaard door intensiveringen op het speerpunt voedselzekerheid, verlenging van de programma’s FOM-OS en 2g@ther, verschuiving van de verplichting in het kader van publiek-private samenwerking naar 2012 en het wegvallen van de verplichting voor het assistent-deskundigenprogramma welke in 2010 was aangegaan.

Uitgaven

Artikel 4.2

De stijging met EUR 70,6 miljoen wordt veroorzaakt door betalingen aan het African Development Fund voor het Multilateral Debt Relief Initiative en compensatie van het Heavily Indebted Poor Countries Initiative alsmede door de overheveling van budgetten onder het Bank Netherlands Partnership Programma (BNPP) bij de Wereldbank naar het artikel Milieu en Water (6.01). Verder spelen koersverschillen een rol, ontstaan door EUR-USD koersschommelingen. Ten slotte worden mutaties verklaard door het gebruikelijke parkeerkarakter van dit artikel. De BNP aanpassingen en aanpassing in de asieltoerekening worden hierop verwerkt.

Artikel 4.3

De daling met EUR 49,5 miljoen is het gevolg van een lagere liquiditeitsbehoefte op de thema’s Kennis en economische structuur en Marktontwikkeling dan voorzien, met name als gevolg van vertragingen in lopende programma’s. Ten behoeve van het fonds Minst Ontwikkelde Landen bij het FMO is minder budget nodig.

Artikel 4.4

De daling met EUR 2,5 miljoen wordt veroorzaakt doordat de programma’s voor algemene ODA activiteiten trager lopen dan verwacht. Het betreft hier vooral activiteiten welke uitgevoerd worden op posten en door diverse lokale omstandigheden vertraagd zijn.

Ontvangsten

Door de overdracht in najaar 2010 van FMO naar Atradius worden de ontvangsten met betrekking tot rente en aflossing op de begrotingslening van de NIO uit het boekjaar 2010, zoals opgenomen in het BZ-jaarverslag 2010, in dit jaar verwerkt. Daarnaast zijn de ontvangsten hoger door de ontvangen rente op de herfinancieringslening aan het NIO.

Beleidsartikel 5

Beleidsartikel 5 Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling

Bedragen in EUR 1 000

Stand begroting t/m ISB

Stand 1e suppletore begroting 2011

Mutaties 2e suppletore begroting 2011

Stand 2e suppletore begroting 2011

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

670 816

572 250

445 178

1 017 428

           

Uitgaven:

       
           

Programma-uitgaven totaal

1 278 642

1 344 276

13 700

1 357 976

           

5.1

Alle kinderen, jongeren en volwassenen hebben gelijke kansen om kwalitatief goed onderwijs te doorlopen, dat hen de benodigde vaardigheden en kennis biedt om op een volwaardige wijze deel te kunnen nemen aan de samenleving

258 567

250 112

– 18 715

231 397

           

5.2

Versterking van het gebruik van kennis en onderzoek in beleid en praktijk van ontwikkelingssamenwerking en versterking van post-secundair onderwijs- en onderzoekscapaciteit in partnerlanden. Vermindering van kwalitatieve en kwantitatieve tekorten aan geschoold middenkader.

134 757

133 407

0

133 407

           

5.3

Gender

42 201

39 322

– 574

38 748

           

5.4

HIV/Aids

246 604

237 097

21 783

258 880

           

5.5

Reproductieve gezondheid

162 886

133 343

11 258

144 601

           

5.6

Participatie civil society

433 627

550 995

– 52

550 943

Verplichtingen

De mutatie is het gevolg van een meerjarige bijdrage aan het Education for All/Fast Track Initiative, zoals vermeld in het algemeen overleg over de Focusbrief in juni 2011, een bijdrage aan het Global Fund to fight Aids, Tuberculosis and Malaria voor 2011–2013 en een extra investering in Global Alliance for Vaccines and Immunisations voor de periode 2011–2014 zoals gemeld in de antwoorden op vragen over de Focusbrief (Kamerstuk 32 605, nr. 4 d.d. 16 mei 2011). Hierdoor wordt aan het GAVI voor de periode 2011–2015 in totaal EUR 120 miljoen beschikbaar gesteld. Daarnaast is de mutatie het gevolg van een meerjarige bijdrage aan het Prins Claus Fonds en van een bezwaar dat toegekend is in het kader van MFS-II.

Uitgaven

Artikel 5.5

De mutatie is het gevolg van een verhoging van de bijdrage aan het Global Alliance for Vaccines and Immunisations en verhogingen op het landenprogramma Gezondheid, waaronder in Bangladesh en Tanzania.

Beleidsartikel 6

Beleidsartikel 6 Beter beschermd en verbeterd milieu

Bedragen in EUR 1 000

Stand begroting t/m ISB

Stand 1e suppletore begroting 2011

Mutaties 2e suppletore begroting 2011

Stand 2e suppletore begroting 2011

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

115 465

213 466

96 547

310 013

           

Uitgaven:

       
           

Programma-uitgaven totaal

471 742

441 390

– 20 081

421 309

           

6.1

Milieu en water

334 985

308 829

– 14 744

294 085

           

6.2

Duurzaam waterbeheer, een hoger percentage mensen dat duurzaam toegang heeft tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen

136 757

132 561

– 5 337

127 224

Verplichtingen

De verhoging van het budget met EUR 96,5 miljoen wordt veroorzaakt door het vastleggen van de verplichting voor het GEF (Global Environment Fund) en het starten van water- en sanitatie programma’s in Ethiopië en Bangladesh.

Uitgaven

Artikel 6.2

De verlaging is het gevolg van een vertraging op het centrale integraal waterbeheer programma. Daarnaast wordt, per saldo, minder uitgegeven op het bilaterale landenprogramma voor drinkwater en sanitatie.

Beleidsartikel 7

Beleidsartikel 7 Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van personenverkeer

Bedragen in EUR 1 000

Stand begroting t/m ISB

Stand 1e suppletore begroting 2011

Mutaties 2e suppletore begroting 2011

Stand 2e suppletore begroting 2011

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

26 939

27 653

– 2 810

24 843

           

Uitgaven:

       
           

Programma-uitgaven totaal

26 939

27 291

– 2 810

24 481

           

7.1

Consulaire dienstverlening

16 809

17 026

– 1 799

15 227

           

7.2

Vreemdelingenbeleid

10 130

10 265

– 1 011

9 254

           

Ontvangsten

38 450

39 450

0

39 450

           

7.10

Consulaire dienstverlening

38 450

39 450

0

39 450

Verplichtingen

De verlaging van het verplichtingenbudget hangt samen met de verlaging van de uitgaven zoals hieronder beschreven. Daarnaast wordt ook het verplichtingenbudget voor Migratie en Ontwikkeling met EUR 1 miljoen verlaagd doordat de een project binnen het Platform Duurzame terugkeer en de Pilot circulaire migratie vroegtijdig zijn gestopt. Deze twee projecten zijn als pilot opgestart in 2010. De resultaten van beide projecten blijken minder positief uit te vallen waardoor besloten is hiermee voorlopig te stoppen.

Uitgaven

Artikel 7.1

De uitgaven voor consulaire dienstverlening vallen EUR 1,8 miljoen lager uit dan was voorzien. Deze daling wordt enerzijds veroorzaakt doordat de kosten voor consulaire informatiesystemen lager zijn. De overgang van het beheer en ontwikkeling van het nieuwe visum informatie systeem naar een externe partij loopt trager dan was voorzien. Daarnaast zijn ook de kosten voor het cliëntvolgsysteem Kompas lager uitgevallen dan was geraamd. Dit wordt veroorzaakt doordat minder technische aanpassingen noodzakelijk zijn op uitbreidingen van het systeem. Hier staat tegenover dat de uitgaven voor consulaire dienstverlening gestegen zijn. De oorzaak hiervoor is de extra consulaire inzet in Noord-Afrika en het Midden Oosten. Specifiek zorgt de inzet en evacuatie van Nederlandse burgers in Libië voor de grootste stijging.

Ontvangsten

Geen toelichting

Beleidsartikel 8

Beleidsartikel 8 Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland

Bedragen in EUR 1 000

Stand begroting t/m ISB

Stand 1e suppletore begroting 2011

Mutaties 2e suppletore begroting 2011

Stand 2e suppletore begroting 2011

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

28 622

33 145

22 728

55 873

           

Uitgaven:

       
           

Programma-uitgaven totaal

63 367

67 552

– 109

67 443

           

8.1

Grotere buitenlandse bekendheid met de nederlandse cultuur en versterking van de culturele identiteit in ontwikkelingslanden.

8 118

7 860

– 85

7 775

           

8.2

Cultureel erfgoed

4 885

4 555

0

4 555

           

8.3

Draagvlak Nederlands buitenlands beleid

50 309

54 937

– 166

54 771

           

8.4

Vestigingsklimaat internationale

organisaties in Nederland

55

200

142

342

           

Ontvangsten

790

790

0

790

           

8.10

Doorberekening Defensie diversen

790

790

 

790

Verplichtingen

De mutatie betreft een meerjarige subsidieverplichting (2011–2015) in het kader van de Subsidiefaciliteit voor Burgerschap en Ontwikkelingssamenwerking (SBOS).

Uitgaven

Geen toelichting

Ontvangsten

Geen toelichting

Beleidsartikel 9

Artikel 9 Geheim

Bedragen in EUR 1 000

Stand begroting t/m ISB

Stand 1e suppletore begroting 2011

Mutaties 2e suppletore begroting 2011

Stand 2e suppletore begroting 2011

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

pm

pm

0

pm

         

Uitgaven

0

123

0

123

Verplichtingen

Geen toelichting

Uitgaven

Geen toelichting

Ontvangsten

Geen toelichting

Beleidsartikel 10

Artikel 10 Nominaal en onvoorzien

Bedragen in EUR 1 000

Stand begroting t/m ISB

Stand 1e suppletore begroting 2011

Mutaties 2e suppletore begroting 2011

Stand 2e suppletore begroting 2011

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

54 261

41 449

– 41 419

30

         

Uitgaven:

62 261

41 449

– 41 419

30

         

Nominaal en onvoorzien

62 261

41 449

– 41 419

30

Verplichtingen en Uitgaven

De verlaging op dit artikel betreft middelen die niet werden ingezet voor loon- en/of prijsbijstelling en onvoorzien.

Niet-Beleidsartikel 11

Artikel 11 Algemeen

Bedragen in EUR 1 000

Stand begroting t/m ISB

Stand 1e suppletore begroting 2011

Mutaties 2e suppletore begroting 2011

Stand 2e suppletore begroting 2011

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

775 626

746 892

– 39 930

706 962

         

Uitgaven:

780 427

768 885

– 26 679

742 206

         

Apparaatsuitgaven

780 427

768 885

– 26 679

742 206

         

Ontvangsten

57 326

65 626

50 000

115 626

         

Diverse ontvangsten

57 326

65 626

0

65 626

         

Koersverschillen

0

0

50 000

50 000

Verplichtingen

De verlaging van de verplichtingen hangt samen met de verlaging van de uitgaven zoals hieronder beschreven waarbij de verlaging van de uitgaven voor huisvesting in een aantal gevallen een meerjarige verplichting kennen. Hierdoor is de daling van het verplichtingenbudget groter dan de daling van de uitgaven.

Uitgaven

Het betreft hier een saldo van diverse mutaties. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen personeel en materieel. De personele uitgaven laten een daling zien van EUR 15 miljoen. Doordat het aantal medewerkers op het departement en op de posten afneemt, dalen hiermee de uitgaven aan loonkosten en vergoedingen. Hier staat tegenover dat de loonkosten voor lokaal personeel toe nemen als gevolg van de jaarlijkse loon- en prijsbijstelling. De uitgaven aan materieel laten per saldo een daling zien. De grootste neerwaartse mutatie wordt veroorzaakt door vertraging in de uitgaven aan ambassadegebouwen en residenties als gevolg van politieke ontwikkelingen in een aantal landen (specifiek in de Arabische regio) en andere factoren, zoals vertraging met vergunningen. Ook zullen de kosten voor de toekomstige huisvesting van het ministerie dit jaar lager uitvallen. Ten slotte is er sprake van voorspoedig verloop van investeringen in de infrastructuur voor informatie en communicatie.

Ontvangsten

Positief resultaat op transacties in buitenlandse valuta (met name USD transacties) voor BZ-uitgaven.