Gepubliceerd: 2 maart 2012
Indiener(s): Willibrord van Beek (VVD), Janneke Snijder-Hazelhoff (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33000-XII-114.html
ID: 33000-XII-114

Nr. 114 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 2 maart 2012

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu1 en de vaste commissie voor Defensie2 hebben op 9 februari 2012 vervolgoverleg gevoerd met minister Hillen van Defensie en staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu over:

  • de brief van de minister van Defensie en de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu d.d. 9 november 2011 inzake de voortgangsrapportage over de AWACS en de NAVO-vliegbasis Geilenkirchen (33 000 XII, nr. 6);

  • de brief van de minister van Defensie en de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu d.d. 2 februari 2012 inzake informatie over de toezeggingen uit het AO van 22 december 2011 (2012Z01916);

  • de brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu d.d. 7 februari 2012 inzake geluidsmetingen Geluidsnet bij de NAVO-vliegbasis Geilenkirchen (2012Z02219).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, Snijder-Hazelhoff

De voorzitter van de vaste commissie voor Defensie, Van Beek

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, Sneep

Voorzitter: Snijder-Hazelhoff

Griffier: Van der Sommen

Aanwezig zijn negen leden der Kamer, te weten: Hachchi, Holtackers, Paulus Jansen, Leegte, De Mos, Ouwehand, Samsom, Snijder-Hazelhoff, Van Tongeren,

en minister Hillen van Defensie en staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu, die vergezeld zijn van enkele ambtenaren van hun ministeries.

De voorzitter: Ik heropen dit algemeen overleg van de vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Milieu over de AWACS. Ik heet de minister en de staatssecretaris, de mensen op de publieke tribune en de Kamerleden, breed vertegenwoordigd, welkom. De spreektijden zijn vastgesteld op drie minuten, zonder interrupties onderling.

De heer De Mos (PVV): Voorzitter. Het komt niet vaak voor maar ik weet het niet meer. Het leek in mijn brievenbus wel een vervroegde Valentijnsdag. De ene na de andere brief met bijbehorende meting lag pardoes op de deurmat. Eerst bleek metingen in 2010 en 2011 niet te kloppen, vervolgens bleken metingen in 2008 en 2009 niet te kloppen. Door al dat «niet kloppen» vertrouw je niemand meer. Dan blijf je, alle Valentijnsbrieven ten spijt, liever vrijgezel.

Bij mij komen twee vragen naar voren. Kloppen die metingen nu wel of niet? Wordt de al zo lang beloofde 35% geluidsreductie in 2012 gehaald? Ik vind dat de inwoners van Limburg keihard recht hebben op die 35% geluidsreductie. De Kamer controleert, zeggen wij wel eens, maar het probleem bij dit dossier is dat wij als politici simpelweg niet kunnen controleren. We kunnen, mochten we de gegevens al begrijpen, bijvoorbeeld niet in de totale meetdata van Geluidsnet snuffelen. We kunnen niet iedere dag bij het vliegveld gaan staan om het aantal bewegingen te tellen. We kunnen niet de vervanging van de motoren controleren. Het is simpelweg erg ondoorzichtig. Is de minister bereid, onderzoek te doen naar de organisatie, de apparatuur en de dataverwerking van Geluidsnet in relatie tot de geschiktheid van de gevraagde geluidsmetingen? Wil hij daarnaast een onafhankelijke partij opdracht geven tot het doen van een onderzoek naar de daadwerkelijk gedane metingen? Kloppen deze? Zo alleen kan duidelijk worden of de 35% geluidsreductie überhaupt gehaald is en in de toekomst gehaald wordt.

De PVV is altijd klip-en-klaar geweest in dit dossier: als die 35% niet gehaald wordt, moet het luchtruim dicht. Ik hoop dat de minister bereid is tot een onafhankelijk onderzoek naar de gedane metingen, zodat eindelijk eens duidelijk wordt of die 35% gehaald wordt. Dan is wat dat betreft voor de PVV de kous af. Wordt die 35% niet gehaald, dan gaat het luchtruim dicht.

De heer Holtackers (CDA): Voorzitter. Ik heb de brief van de minister met belangstelling gelezen. De maatregelen die hij aankondigde in de eerste brief zijn nu ook onderbouwd met een rekenmodel van het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR). Met minder tankvliegtuigen en transportvliegtuigen, meer gebruik van een simulator, minder vluchten, andere vliegroutes en met vliegen op grotere hoogte wordt een geluidsreductie van afgerond 35% geboekt. Die andere routes zijn op zichzelf niet geluidsverlagend, maar die verdelen de last wat meer over een groter grondgebied, zodat het per gevel minder wordt.

Mijn tweede punt betreft de aanplant. Het nakomen van toezeggingen over de aanplant van bos is voor onze fractie heel belangrijk. Ik heb daar de vorige keer een suggestie voor gedaan die door het gemeentebestuur van Onderbanken niet is overgenomen. Gelukkig heeft men de intentie opgepakt dat het een goed bedoelde suggestie was. Maar toch, bemoeienis van de minister wordt meer gezien als een rechtstreeks gebaar van vertrouwen en van genoegdoening. Ik denk dat de totale overdracht van het budget voor het lokale bestuur nog meer een uiting is van de bereidheid van de minister om het op te lossen, maar aan de andere kant kan het natuurlijk ook op de voorgestelde manier. Wel wil ik vooropstellen dat die aanplant heel erg belangrijk is. Op welke termijn denkt de minister dit te realiseren? Kan de minister op dit punt een toezegging doen? Wat mij betreft komt die beplanting in Onderbanken. Daarover is de toezegging ook gedaan. Mocht het om wat voor reden dan ook niet kunnen, dan kan de minister daar toch niet aan ontsnappen. Ik citeer om dit te illustreren uit de brief die wij hebben ontvangen van de regio: dan moet om bevolking en regio genoeg te doen die aanplant in een ruimere cirkel rondom de basis gevonden worden en uiteraard wel op Nederlands grondgebied.

De heer Samsom (PvdA): Voorzitter. Chapeau voor de minister! Hij moet hebben gedacht: wat die Samsom kan, dat kan ik beter. Dus ik begin ook met zo'n rijtje. Ik begin bovenaan met 3600 vliegbewegingen en ik reken net zo lang door tot ik op 2340 vliegbewegingen ben uitgekomen, zijnde 35% minder. Halverwege de rit stokte het echter een beetje. Toen moest er balletje-balletje met geluid gedaan worden. Het verbaast mij niet dat dit zo gegaan is, maar ik baal er wel ongelofelijk van. Wat heeft de minister gedaan? Hij definieert de geluidsreductie met 35% als het terugbrengen van de oppervlakte van de 35 Ke-contour met 35%. Of, zo men wil, 35% minder woningen in de 35 Ke-contour. Ik redeneer anders. De mensen die middenin die 35 Ke-contour wonen, krijgen een stuk hoger aantal Ke's voor hun kiezen dan mensen die daar niet wonen. Voor die mensen wilde deze Kamer, inclusief mijn fractie, 35% minder overlast, minder geluid. Dat gebeurt niet op deze manier. Althans, ik kan het niet controleren. Dat is overigens wel mogelijk en Schiphol heeft wat dat betreft een lange geschiedenis waar wij lessen uit kunnen trekken. Er bestaat namelijk ook nog zoiets als een totaal volume geluid, dat te berekenen is door het NLR. Als dat 35% minder wordt, weet ik al iets meer. Als de piekbelastingen – ook te berekenen door het NLR – nu eens 35% minder worden, weet ik nog iets meer. Eigenlijk zouden we gewoon moeten doen wat we behoren te doen en dat is niet kiezen voor een 35 Ke-contour maar voor een 20 Ke-contour. Vanaf 20 Ke begint de overlast. Als de minister daarvoor gekozen had, zou ik nog iets meer hebben geweten en nu weet ik het niet. Of eigenlijk: ik weet het wel. Op deze manier lukt het niet om tot een vermindering van de geluidsoverlast met 35% te komen. Dat wisten we ook wel uit de oude NLR-onderzoeken. We wisten dat het veranderen van vliegroutes mooi geprobeerd is, maar dat het helaas weinig soelaas biedt. Dus moeten we ons nu richten op minder vliegbewegingen. Wat dat betreft heeft de minister flink wat winst geboekt. Dat is mooi, maar het is niet genoeg. Wat ons betreft geldt na zo veel jaren discussie niet meer een inspanningsverplichting maar een resultaatsverplichting. Het moet 35% minder zijn, anders kunnen we op basis van de binnenvliegregeling 35% minder vluchten afdwingen. Dat kan namelijk gewoon.

In tegenstelling tot de PVV is mijn fractie er wel een beetje klaar mee. De deadline van 1 januari is al gepasseerd. Ik wil niet wachten op een onderzoek. Ik wil ofwel een toezegging van de minister in dit debat dat die 35% wordt gehaald op een manier die mijn fractie en de mensen in Onderbanken en omgeving enig vertrouwen inboezemt, ofwel we bellen de NAVO met de mededeling: sorry, het wordt de binnenvliegregeling; u moet 35% minder vliegen boven ons grondgebied.

De heer Paulus Jansen (SP): Voorzitter. Ik begrijp dat de minister twee weken extra nodig heeft gehad voor die rekensommen, want daar is heel wat creatief rekenwerk aan te pas gekomen. Het doet me enorm denken aan het boek «Gebakken lucht, tien jaar luchtkwaliteitsbeleid in Nederland» dat afgelopen zaterdag ten doop werd gehouden door Kees van Oosten, een Utrechtenaar die strijdt voor schone lucht. Hij heeft haarfijn aangetoond hoe overheden – vooral lagere overheden – met creatief rekenen proberen om smerige lucht schoon te rekenen. En het lukt ze nog ook; althans, voor de rechter. Dat moet je als overheid niet willen. Wij moeten staan voor kwaliteit van de leefomgeving. Natuurlijk is Defensie ook belangrijk, maar er geldt een bottomline en die is: fatsoenlijk en integer opereren van het openbaar bestuur.

Met dit creatieve rekenen kunnen we onszelf voor de gek houden maar dat is natuurlijk echt een voorbeeld van gebakken lucht. Om dit nader te verklaren, zal ik de redenering van mijn collega Samsom verder uitwerken. Wij hadden gezegd dat 35% minder vluchten van de 3600 uitkomt op 2340 vliegbewegingen van AWACS-vliegtuigen. In de creatieve rekensom van de minister is ruimte voor 2340 vliegbewegingen van AWACS-vliegtuigen plus 543 vliegbewegingen van andere vliegtuigen. In zijn berekening is dit nog steeds volgens de norm van 35%. Dat kan dus niet. Die 543 vliegbewegingen zijn niet in een zwart gat verdwenen of zo. Die zijn er echt wel. Die maken minder herrie maar nog steeds een heleboel herrie.

De SP-fractie heeft het volgende voorstel. In Zuid-Limburg is een geluidsnet gemaakt. De regio heeft verzocht om verbetering van dat geluidsnet. Kan de staatssecretaris daarbij helpen? Daar zijn wij ook voor. Uit de nulmeting is gebleken dat in 2008 het geluidsniveau hoger was dan aanvankelijk werd gedacht. Dat is gecorrigeerd door de minister. Dank daarvoor. Dat is het nulniveau. Dat betekent dat we nu gaan meten en dat er twee weken voordat het niveau voor het jaar is volgevlogen, er een brief uitgaat aan de NAVO met de mededeling: over twee weken gaat de binnenvliegregeling in, want jullie zijn gewoon door jullie contingent heen. Zo simpel is dat. Waar moet je dat meten? Wat de SP-fractie betreft op het dichtstbijzijnde meetpunt bij de startbaan. Gewoon in Schinveld op de plek waar zowat je haren van je hoofd afvliegen. Dat is het beste punt om vast te stellen of de reductie van 35% is gehaald. Ik overweeg een motie in te dienen als de minister dit niet toezegt.

Het zou een mooie start zijn als we de reductie van 35% halen, maar niet meer dan een start. Dan zit je nog steeds met een hele hoop herrie. Daar moet ieder jaar meer van af. De SP-fractie wil vandaag of zo snel mogelijk afspreken dat we dat plafond jaarlijks met 5% extra verlagen, tot er sprake is van een leefbare situatie waarbij iedereen elkaar recht in de ogen kan kijken.

Ten slotte vind ik dat we niet extra moeten kappen daar in de buurt. Er moet met spoed aangeplant worden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):Voorzitter. Al 33 jaar heeft de bevolking van Onderbanken en Brunssum non-stop te maken met ernstige overlast van de overvliegende AWACS-vliegtuigen. Die herrie is zo erg, dat als je dat wil laten horen op een willekeurig plein in Den Haag voor een willekeurig ministerie, de verantwoordelijke voor de openbare orde zegt: ja, maar dat gaan we niet doen, daar zullen mensen van schrikken; weet je wel hoeveel herrie dat is? Dan krijg je er geen vergunning voor. Zo hard is dat.

Andere woordvoerders hebben al over het creatieve rekenen van de minister gesproken. De Partij voor de Dieren ziet op geen enkele manier de beloofde 35% geluidsreductie terug. Er staat «naar verwachting» en «beoogd» en we zien uitgebreide rekensommen waarbij wij vraagtekens plaatsen. Als de minister in dit debat niet met een overtuigend antwoord komt – maar als ik eerlijk ben, verwacht ik dat niet – dan moet de binnenvliegregeling er komen. Gelukkig zijn er meer collega's die dat willen. De Partij voor de Dieren gelooft niet in Rutte-garanties voor Kunduz, niet in Verhagen-garanties voor veilige kernenergie en ook niet in Hillen-garanties voor Onderbanken.

Dan ga ik gauw over naar het kostbare groen dat wij hiervoor hebben opgeofferd. Ook wat dat betreft moeten wij concluderen dat de beloftes niet worden nagekomen. De 6 ha bos die in 2006 al zou worden aangelegd, is vandaag de dag nog steeds niet gerealiseerd. Het beloofde herstel laat op zich wachten. De minister schrijft wel doodleuk dat hij voornemens is, een vergunningaanvraag bij de gemeente in te dienen voor beheer en onderhoud van 20 ha bos. Dat bos redt zich wel, dat hoeft niet beheerd en onderhouden te worden. De minister bedoelt hier natuurlijk dat er gewoon wordt gekapt. Het lijken de trucjes van Bleker wel: een koe in de wei is ook natuur. Een gekapte boom ziet er ook nog best aardig uit, lijkt de minister te willen zeggen. Daar gaan wij onze kostbare centen niet aan besteden. Dat bos blijft gewoon staan als het aan de Partij voor de Dieren ligt. Als de minister dat niet kan toezeggen, zullen wij daarover een motie indienen.

Helemaal boos werd ik toen ik las dat het al toegezegde herstel binnen de ecologische hoofdstructuur zou komen. Ik dacht het niet! Compenseren doe je door natuur die je illegaal hebt vernietigd, opnieuw aan te leggen en niet op een plekje waar al natuur is. Nieuwe natuur moet erbij komen. In die trucjes gaan we niet mee. Dat illustreert maar weer dat het vernietigen van natuur op het lijstje staat waar gemakkelijk overheen gelopen wordt door de minister van Defensie. Hij wordt ook nog gesteund door de staatssecretaris die verantwoordelijk is voor natuur. Bosonderhoud is een eufemisme als het op de vliegroute ligt. We weten allemaal dat het gaat over het kappen. We willen geen nieuwe kap, we willen spoedig herstel, en niet in de ecologische hoofdstructuur. Als de minister dat niet kan toezeggen, zullen wij daar moties over indienen.

Mevrouw Hachchi (D66): Voorzitter. Dank aan de bewindspersonen voor de brief. De maatregelen in de brief bieden geen zekerheid dat de norm van 35% gehaald zal worden. Er staat in de brief dat het kabinet verwacht dat de norm gehaald wordt en dat achteraf wordt getoetst. Het gaat erom of de minister de Kamer ervan kan overtuigen dat dit meer is dan een belofte met een voorbehoud. Dat is de kern.

Ik mis overigens twee maatregelen in de brief, die ook bij kunnen dragen aan een geluidsreductie. Graag krijg ik hierop een reactie van de minister. Allereerst vraag ik of een nieuwe radar voor AWACS-toestellen geen oplossing is. Ik heb begrepen dat de AWACS-vliegtuigen met een grote radar op het dak vliegen maar dat de eigen radar voor de vliegtuigen sterk verouderd is. Als er harde wind staat, vliegen die toestellen buiten de bandbreedte en dat veroorzaakt veel geluidsoverlast. De tweede maatregel die niet in de brief staat is de baanverlenging. Ik heb begrepen dat de Duitsers hebben aangegeven dat daar geen mogelijkheden voor zijn. Ik vraag deze minister of het een idee is om hierover een second opinion te vragen in Nederland.

Tot slot kom ik bij de gezondheid van de mensen in de gemeenten Onderbanken, Brunssum en Schinnen. Ik heb het antwoord van de staatssecretaris gelezen. Kort samengevat bekruipt mij het gevoel van op de lange baan schuiven. De staatssecretaris zegt dat het rapport achttien maanden na het onderzoek verschijnt. Dan is de logische vraag: wanneer kunnen we dat onderzoek verwachten? Er staat zelfs in dat het vier tot zes jaar kan duren in dit geval. Graag hierover duidelijkheid van de staatssecretaris. Ook hiervoor geldt dat de staatssecretaris veel beter naar voren mag brengen dat hij serieus wil kijken naar de gezondheid van deze mensen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Voorzitter. Uit dit hele dossier van 33 jaar stijgt toch de geur van «wij van Defensie zijn niet zo van het milieu; wij zijn niet zo van de bomen en de natuur en wij zijn niet zo van de rust; we proberen het «gezeur» van de bewoners gewoon opzij te schuiven en wij redden ons er met wat creatief rekenen maar weer uit». In aanvulling op de heren Samsom en Jansen heb ik vragen aan de minister over de berekeningsmethode.

Welke invoergegevens zijn er gebruikt bij de geluidsberekeningen? Waar baseert de minister de mening op dat het verplaatsen van routes ook maar iets zal uitmaken voor de inwoners van Schinveld en Brunssum? Kan de minister kwantificeren hoeveel effect het misschien ooit vervangen van de TCA-vliegtuigen heeft? De minister zegt te hopen dat de landingsbaan gerenoveerd zal worden, wat misschien tot minder herrie leidt. Gebeurt dat überhaupt wel? Welke garanties heeft de minister daarvoor? Wordt er dan echt minder gevlogen? Volgens de GroenLinks-fractie ligt dat niet voor de hand. Wat is de waarde van de kwalificaties als «stapsgewijs», «zo veel mogelijk» en «naar verwachting»? Ligt nu het midden van een kavel binnen de geluidscontour of is het de hele kavel? De mensen die daar wonen, worden al jaren en jaren voor het lapje gehouden. Zij willen gewoon minder herrie. Zij willen normaal kunnen leven. Wanneer gaat deze minister dat realiseren? Wij constateren dat de minister er niet in geslaagd is, het door de Kamer gevraagde overzicht te geven, waarin hij per maatregel keihard voorrekent hoe hij aan de gewenste 2340 vluchten komt. Daarmee blijft voor de GroenLinks-fractie de motie over de binnenvliegregeling onverminderd van kracht.

Voor de boomaanplant geldt precies hetzelfde: wij van Defensie zijn niet zo van het groen; onderhoud is verdere kap of aftopping. Een andere poging is om het hele probleem gewoon maar naar de gemeente Onderbanken door te schuiven, misschien met een klein beetje geld erbij. Dat is niet acceptabel.

Dan de gezondheidssituatie. Onderzoek heeft gevoeglijk aangetoond – er is een bibliotheek vol met onderzoeken die dit laten zien – wat de ernstige gevolgen voor de gezondheid zijn van geluidsoverlast. Ook bij mensen die zelf zeggen er geen last van te hebben, is aangetoond dat het bloeddrukverhogend en stressverhogend werkt, dat het aantal hartaanvallen is toegenomen, dat het concentratieproblemen en slaapproblemen geeft en dat het ook leidt tot leerachterstanden bij leerlingen. Dat haal je niet weg met nog een onderzoek. Bewoners willen geen onderzoek; ze willen rust.

De heer Leegte (VVD): Voorzitter. Wij spraken elkaar 22 december vorig jaar. Toen kwamen we tot de conclusie dat de kern van de discussie draait om de geloofwaardigheid van het antwoord van de minister. Is er een structurele geluidsreductie van 35% in 2012? Dat geluidsprobleem moeten we niet onderschatten. Wie in Onderbanken is geweest, heeft de herrie gehoord en die weet welke impact dat heeft op het leven van mensen. Niet voor niets is een demonstratie op het Plein niet toegestaan vanwege die geluidsoverlast. Het is dan ook niet voor niets dat de Kamer altijd in gemeenschappelijkheid heeft opgetrokken om te zorgen voor een structurele verbetering van die situatie. In zijn brief komt de minister met een lijstje dat optelt tot een krappe 35% reductie van het geluid. Deze reductie is volgens de minister structureel. Daarbij is opgemerkt dat er ook incidenteel sprake is van geluidsreducties als gevolg van de onrust in de wereld. Dus het is eigenlijk iets meer dan die 35%. De gemeente Onderbanken laat weten blij te zijn met die reductie maar stelt tegelijkertijd vast dat het zogenoemde noordelijk vliegen leidt tot een verschuiving van het probleem. Het wordt niet gezien als een oplossing. Graag hoor ik de visie van de minister op die stelling van de gemeente Onderbanken.

Als wij de minister moeten geloven, zouden met ingang van 1 januari 2012 maatregelen genomen worden, zoals wij met elkaar hadden afgesproken. Bovendien moet die reductie structureel zijn. Hoe gaat de minister monitoren dat die maatregelen structureel van aard zijn? Hoe wil hij de Kamer informeren op zodanige wijze dat zij de mogelijkheid heeft om bij te sturen? Kan de minister inzicht geven in de mogelijkheden om de bandbreedte van de maatregelen die hij nog achter de hand heeft aan te passen om te komen tot een grote reductie van het geluid? Ik overweeg op dit punt een motie in te dienen, omdat ik de mensen in Onderbanken de zekerheid wil geven dat het echt menens is met die structurele reductie.

Daarnaast gaat het ook om de natuurcompensatie. Wie zich verdiept in dit deel van de discussie kan niet anders dan tot de conclusie komen dat er sprake is van een patstelling. De optelsom van de goede wil van de minister, de gemeente en de provincie leidt niet tot resultaat. Ik begrijp dat de minister de gemeente heeft aangeboden, het budget voor herplant aan haar over te maken, zodat daarmee sneller een mogelijkheid gecreëerd zou kunnen worden voor het realiseren van de aanplant, maar dat de gemeente heeft gezegd dat zij deze aap niet op haar schouder wil. Daardoor blijft het een patstelling. Vindt de minister het een optie om het budget nog een jaar te reserveren en, mocht er dan geen oplossing gevonden zijn en er dus ook geen ruimte meer is voor speculanten, het geld over te maken aan de provincie Limburg, zodat zij in vrijheid het geld kan uitgeven aan natuur in die mooie regio? Speculeren heeft dan geen zin meer. Het legt de druk op het snel vinden van een lokale oplossing, maar als die er niet is en niet gevonden kan worden – want waarom zou nu ineens wel lukken wat al jaren niet lukt – moeten we daar niet op blijven inzetten. We moeten dan gewoon zoeken naar een andere oplossing. Dan kan de provincie dat geld besteden aan natuur. Graag een reactie van de minister hierop.

De voorzitter:

De bewindslieden kunnen direct antwoorden.

Minister Hillen: Voorzitter. Ik ga een vergeefse poging doen om de Kamer te overtuigen. De stellingen zijn dermate geharnast dat zelfs de meest moderne schutter er waarschijnlijk niet doorheen komt. Maar ik ga het toch proberen.

In de eerste plaats merk ik op dat de minister van Defensie niets kan doen aan de problemen met Geluidsnet en de afwijkingen in de getallen. Dat zijn niet mijn berekeningen; dat zijn de berekeningen die op verzoek van de Kamer zijn gemaakt en die via Verkeer en Waterstaat zijn uitbesteed. Daar heb ik dus niets mee te maken. Het spijt me reuze dat het zo loopt, maar ik heb mij gebaseerd op de metingen van het NLR. Daar houd ik nog steeds aan vast. In het vorige overleg heb ik voorgesteld om met een nadere onderbouwing te komen, omdat ik toen wel onder de indruk was van de redeneringen van de Kamerleden, waardoor ik begon te twijfelen aan mijn eigen inzet. Daarom vond ik dat ik nog eens moest nagaan of wat ik zei voldoende fundament had. Ik heb het risico genomen om terug te gaan naar het ministerie om dit intern na te laten gaan en dit ook bij de NAVO te laten nagaan. Ik vind ook dat de wissel die op Onderbanken wordt getrokken stevig is. Ik heb de vorige keer de vergelijking gemaakt met het wonen in de buurt van asfaltwegen met files of wat dan ook. Ons land is vol. We doen elkaar allerlei dingen aan. Inderdaad, het is vervelend als je zo'n vliegveld in de buurt hebt met die overlast. Daarom vind ik ook dat van de zijde van Defensie aan de ene kant recht moet worden gedaan aan de veiligheidsbehoefte die we hebben, waarover we afspraken met elkaar maken, maar dat Defensie er aan de andere kant voor moet zorgen dat het niet met een te grote overlast gepaard gaat voor kleine sectoren. Dat is een kwestie van met elkaar het evenwicht zoeken.

Er wordt al lang gespard tussen de Kamer en de regering over waar we op uit willen komen en met welke maximale inspanning. Zoals ik al zei ben ik teruggegaan naar het ministerie en naar de NAVO om exact na te laten gaan wat er kan, wat er niet kan, wat op korte termijn verantwoord is en wat niet verantwoord is. In mijn brief ben ik met een aantal voorstellen gekomen die aantonen dat de goede wil er is. Daarbij heb ik geprobeerd de richting in te gaan die uiteindelijk tot nog veel satisfactie zal leiden.

De redenering die ik de vorige keer volgde – en die redenering staat voor mij nog steeds overeind – leidt tot een reductie van 34,5%. Ik heb aan SACEUR, de opperbevelhebber van de NAVO, gevraagd om de oudere toezegging dat de geluidsreductie nog verder terug kan, hard te maken. Hij heeft de harde toezegging gedaan dat wordt teruggegaan naar 2600 vliegbewegingen. Als ik die 2600 vliegbewegingen met verschillende varianten bereken, kan ik op een afname van het geluid komen die nog veel verder gaat dan 35%. Ik heb de mazzel – soms heb je een beetje geluk – dat mij wat tijd wordt gegund. Dat komt doordat er dit jaar een aantal AWACS-toestellen in Afghanistan zijn en in het jaar daarna begonnen wordt met groot onderhoud aan de baan. Dat groot onderhoud komt erop neer dat in het eerste jaar de voorkant en de achterkant van de landingsbaan onder handen worden genomen, wat tot een beperkte uitval van vluchten leidt, en het jaar daarna het middenstuk, wat tot gehele uitval van vluchten leidt. Dat betekent dat in de komende drie jaar het aantal vluchten veel verder zal zijn gereduceerd dan met 35%, enorm veel verder. We gaan dan toch meten, want we gaan nog steeds kijken of wat wij meten klopt met onze berekeningen. Dat betekent echter wel dat er enig soelaas is dat alle dingen die in het werk zijn gezet ook werkelijkheid kunnen worden. Ik noem de tweede simulator die er in april komt. We zullen kijken wat dat oplevert. De nieuwe radar in de cockpit van de AWACS-vliegtuigen, waar mevrouw Hachchi over sprak, wordt ingebouwd. We hebben nog wat ruimte om met de vliegbewegingen te experimenteren, waarbij ik opmerk dat vliegbewegingen om de noord het voordeel hebben dat deze over een minder bevolkt gebied gaan dan bij de andere route. Bij de andere route zou je wat hoger vliegen dan bij de noordelijke route. Bij de noordelijke route zijn de vliegtuigen korter in het Nederlandse luchtruim. Dus het is een kwestie van het een tegen het ander afwegen.

SACEUR heeft toegezegd dat hij samen met Nederland geluidmetingen wil doen om tot de beloofde reducties te komen. Dus ook op dat punt committeert de NAVO zich aan de uitkomst. Zoals bekend: meten is weten. We gaan nu uit van aannames op basis van berekeningen. Die berekeningen zijn overigens niet door ons verzonnen, maar zijn gebaseerd op geluidsmetingen van luchthavens voor vliegverkeer. We hebben dus de objectieve normen toegepast. Pas als het jaar voorbij is en wanneer is vastgesteld wat er gebeurd is, heb je zekerheid. Dat zal nu sowieso meevallen omdat het aantal vluchten minder zal zijn en in het jaar daarna ook. We hebben onszelf drie jaar de ruimte gegeven om structureel te halen wat nu al is toegezegd en wat in de loop van dit jaar al in opbouw kan worden verwezenlijkt. Dus ik vind de brief die ik aan de Kamer heb geschreven een goednieuwsbrief. De reactie van de Kamerleden verbaast mij, omdat de voortgang die gemaakt is en die in het belang is van de gemeente Onderbanken niet wordt gesignaleerd en dus ook niet wordt becommentarieerd. Men gaat nog steeds uit van de oude aannames.

Ik heb met het gemeentebestuur van Onderbanken een onderhoud gehad om te bekijken op welke manier we tot een zekere mate van samenwerking kunnen komen wat de bosaanplant betreft. Van de zijde van de Kamer is de vorige keer gesuggereerd dat Onderbanken dat zelf gaat doen, omdat wij natuurlijk een buitenstaander zijn. Op het moment dat Defensie binnen komt vliegen, zullen mensen die de grond willen verkopen dollartekens in de ogen krijgen. De gemeente Onderbanken heeft dat voorstel afgewezen. De heer Leegte vindt dat de provincie het geld dat daarvoor is gereserveerd ook moet krijgen als het binnen een jaar niet lukt. Wat mij betreft is dat uitstekend. De heer Holtackers vindt dat de bosaanplant ook in de regio, in ieder geval in Nederland moet kunnen als het niet in Onderbanken kan. Ja, Bonaire is ook Nederland tegenwoordig, maar dat is misschien een beetje ver. In de regio mag dat wat mij betreft ook. Defensie is er niet om te difficulteren; Defensie wil een oplossing. Defensie had die bosaanplant allang willen hebben en heeft die uit eigen vrije wil al van 3 ha verdubbeld naar 6 ha.

De heer Paulus Jansen (SP): De minister is teleurgesteld in de Kamer, maar dan wil ik hem toch confronteren met de werkelijkheid. In 2011 was het aantal vluchten heel laag, namelijk 2100. Dus dat jaar streep ik weg, maar in de vijf jaar daarvoor werden er gemiddeld 2800 vluchten per jaar gemaakt. De reductie van 35% is feitelijk maar een reductie van 16% ten opzichte van de realiteit. Het is 35% ten opzichte van de theorie, maar het is 16% echte reductie. In zijn creatieve rekensom komt de minister uit op een niveau van 2 880 vluchten per jaar all-in. Dat zijn 80 vluchten extra ten opzichte van de realiteit. Minister, dat kunnen wij toch niet geloven?

Minister Hillen: Met alle respect, u schrijft met een vork. In de afspraken tussen regering en Kamer is de hele tijd uitgegaan van het meetpunt van 2600 vluchten. Dat was het nulpunt. Op basis van die berekening is geconcludeerd dat er een reductie met 35% moet komen. Inmiddels heeft Onderbanken het geluk gehad dat het aantal vluchten al een aantal jaren beneden dat niveau zit. Uit de stukken blijkt dat sindsdien het aantal klachten behoorlijk gedaald is. Ik heb in het vorige overleg uitdrukkelijk gezegd dat ik die meevallers niet tot mij reken, dat ik die ook buiten beschouwing wil laten. Meevallers zijn incidenteel. Ook de meevallers in de komende jaren reken ik niet mee als succes van beleid. Ik zeg alleen dat het mij speelruimte geeft om wat ik beleidsmatig heb beloofd waar te maken. Volgens onze berekeningen zitten wij nu op die reductie van 35%. Met een verdere reductie van de vluchten naar 2600 all-in kom je nog lager uit en kun je een resultaat halen dat op 10% of hoger ligt. Dus ik vind de richting waarin wij werken positief en ik vind het geen creatief rekenwerk.

De heer Paulus Jansen (SP): Ik denk dat voor ieder normaal mens lastig te volgen is dat er volgens de realiteit 80 vluchten extra zijn om vervolgens te zeggen dat het geluid met 35% wordt gereduceerd. Daar kan ik niet bij en ik heb er toch echt een beetje voor doorgeleerd, minister. Mijn andere rekensom ging over de 35% ten opzichte van de 3600 vluchten. Dat kwam neer op 2340 AWACS-vluchten per jaar. Nu zegt het NLR dat er per jaar 2340 AWACS-vliegtuigen kunnen vliegen en ook nog eens 543 andere vliegtuigen, terwijl er 35% minder herrie is. Ook dat gaat er bij mij niet in. Dat kan niet.

Minister Hillen: Dan gaan we de discussie van de vorige keer overdoen. Toen hebben we met elkaar gesproken over de oorspronkelijke aannames. Ik heb toen uitgelegd dat het juist vanwege de stillere motoren van de tankvliegtuigen en de transportvliegtuigen wel kan. Die waren vroeger veel zwaarder. Vervolgens kreeg ik een verschil van mening met de Kamer en men vond dat ik het waar moest maken. Toen heb ik gezegd: oké, ik ga het nog eens proberen te onderbouwen. Dat heb ik gedaan en ik zeg niet dat de hemel op aarde al bereikt is, maar wat ik de Kamer nu voorleg is een substantieel beter bod dan de vorige keer.

Ik vervolg mijn betoog met het bosonderhoud. Dat zal toch moeten plaatsvinden omdat dat in het belang is van de veiligheid. Ik heb daarover met de gemeente gesproken. Ik heb de gemeente gevraagd om met het ministerie zitting te nemen in een werkgroep om te onderzoeken hoe dat het beste vormgegeven kan worden. Dat heeft de gemeente afgewezen. De gemeente heeft liever dat het Rijk die verantwoordelijkheid heeft. Er kan wel een aanvraag ingediend worden bij de gemeente, die de gemeente in behandeling neemt waarna er een uitkomst volgt. Dat is de positie waarin wij nu verkeren. Wij zullen een aanvraag doen. Vervolgens zal die getoetst worden volgens de regels die daarvoor gelden. Dan zien we wat we kunnen doen.

Voorzitter. Dit was mijn inbreng in tweede termijn.

De voorzitter: Ik zie dat een aantal leden nog een vraag aan de minister wil stellen.

De heer Leegte (VVD): Hebben we nog een tweede termijn?

De voorzitter: Dat is afhankelijk van de klok. Daarom laveer ik nu ook een beetje scherp. Is het niet beter om eerst het antwoord van de staatssecretaris af te wachten?

Mevrouw Hachchi (D66): Voorzitter. Ik heb nog een vraag gesteld aan minister Hillen. Hij heeft gereageerd op mijn vraag over de nieuwe radar. Ik begrijp dat dat één van de maatregelen is die er ook tussen hoort. Ik heb echter ook voorgesteld om een second opinion te vragen over de effecten van een baanverlenging. Dat moet dan een Nederlandse beoordeling zijn. De Duitsers zeggen dat er geen mogelijkheden zijn. Wellicht komen we zelf ook tot die conclusie. Het lijkt me echter wel verstandig om zelf ook nog te kijken.

Minister Hillen: Er is al een second opinion gevraagd en de resultaten daarvan zijn ook al aan de Kamer gestuurd. Dat is al veel eerder gebeurd. Dan zou er op dat punt dus om een third opinion moeten worden gevraagd. Het baanonderhoud waarmee nu gestart wordt, is gebaseerd op datgene wat er nu aan stukken ligt.

Mevrouw Hachchi (D66): Ligt er al een second opinion over de effecten van een baanverlenging?

Minister Hillen: Ik zal tijdens de beantwoording van de staatssecretaris nog even nagaan wanneer die precies naar de Kamer is gestuurd, maar die second opinion moet de Kamer bereikt hebben.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): De minister heeft het heel vriendelijk over bosonderhoud, alsof het bos daar verbeterd gaat worden. Welke vergunningen heeft hij precies nodig voor het onderhoud dat hij daar gaat plegen?

Minister Hillen: Dat heb ik al gezegd. Ik zal de gemeente Onderbanken om een vergunning vragen om dat te doen. De gemeente zal toetsen wat daarvoor nodig is en mij dat antwoord geven.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Kan de minister niet gewoon zeggen dat het gaat om het aftoppen of het kappen van bomen? We moeten even helder hebben waar we over spreken in plaats van eufemistisch over onderhoud spreken alsof we het bos daar gaan verbeteren. Daar lijkt geen sprake van te zijn.

Minister Hillen: Dat heb ik altijd al gezegd. Ik doe daar helemaal niet moeilijk over. Het is het aftoppen of het bijsnoeien van bomen. In dit geval gaat het om een bos dat de vorige keer is afgetopt en dat inmiddels weer voor een stuk is aangegroeid. Dat moet hier en daar wat bijgesnoeid worden. Het gaat om een paar bomen die te hoog zijn en gevaar opleveren voor de binnenkomende vliegtuigen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Ik heb een vraag gesteld over het gezondheidsonderzoek. Ik neem aan dat de staatssecretaris daarop zal reageren.

Ik wil van de minister weten wanneer de bewoners hun bos terug hebben. Ik wil gewoon een harde datum horen. Ik ben niet zo geïnteresseerd in smoesjes als «de kat ging in de gordijnen», «de overweg was dicht» en het lukte allemaal niet. Wanneer is dat bos terug? Dat is toegezegd, dat moet gewoon terug!

Minister Hillen: Dat bos komt niet terug. We hebben beloofd dat we 3 ha bos zouden planten. We hebben dat vervolgens verdubbeld tot 6 ha. Toen wij gingen praten met de eigenaar van een stuk grond, heeft die eigenaar vervolgens de prijs verhoogd en de eis gesteld dat we zijn hele grondgebied zouden aankopen. Vervolgens hebben de gemeente en de provincie bemiddeld om te kijken of we eruit konden komen. Binnen de gemeente Onderbanken is in die periode geen ander perceel grond beschikbaar geweest. Het is, wat ons betreft, dus overmacht. Ik heb daarop tegen de gemeente gezegd: hier hebt u het geld; u kunt wellicht zelf het best een geschikt stuk grond vinden. Dat wilde de gemeente niet. Wij doen dus van onze kant ons best. Ik kan geen datum geven. Er zijn nu twee voorstellen, één van de VVD en één van het CDA. De VVD stelt voor om, als het niet lukt, het geld aan het eind van het jaar alsnog aan de gemeente te geven, mits de gemeente dat wil. Het CDA zegt: ga in een iets groter gebied kijken; dan vind je misschien gemakkelijker een geschikt stuk grond. Dat helpt mij ook. Dan kan ik misschien nog naar een ander toestappen als een grondbezitter zijn prijs opdrijft. Ik ben immers een vragende partij in een beperkt gebied. Dat maakt je positie er economisch gezien niet aantrekkelijker op. Wij zijn er echter op uit om dat te doen.

Ik wil bovendien ook nog een keer het volgende gezegd hebben. Er wordt over Defensie gepraat als een antigroene organisatie. Defensie is één van de grootste grondbezitters van Nederland. Al het grondgebied dat Defensie teruggeeft, is ongerepte natuur. Als we Defensie niet hadden gehad, waren dergelijke gebieden allang bebouwd of bewoond geweest. Defensie is een heel goede natuurbewaarder.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Dan wil ik nog een suggestie doen voor de herplant: terugplanten op de plek waar de bomen illegaal gekapt zijn. Dan heeft de minister drie suggesties.

Minister Hillen: Er zijn geen bomen illegaal gekapt. Er is vorige keer wel een lange strijd geweest. Er zijn bijzonder merkwaardige vruchten in de bomen aangetroffen, die luisterden naar de naam Samsom en dergelijke. Maar uiteindelijk is door de Raad van State vergunning verleend. De Raad van State heeft toestemming gegeven om dat snoeiwerk te verrichten. Dat is dus niet wederrechtelijk gebeurd. Dat is niet illegaal gebeurd.

De voorzitter: Ik geef het woord aan de staatssecretaris. Hij zal ook de vraag die mevrouw Van Tongeren zojuist in haar interruptie stelde, beantwoorden.

Staatssecretaris Atsma: Voorzitter. Er is slechts een beperkt aantal vragen in mijn richting gesteld. De heer De Mos heeft gesproken over de perikelen rond Geluidsnet. Ik vind het ook buitengewoon jammer dat de Kamer gefragmenteerd brieven heeft gekregen waarin verschillende verklaringen zijn gegeven voor dingen die anders hadden gemoeten. De laatste brief is van eind vorige week. Daarin heeft Geluidsnet bekendgemaakt dat de meetwaarden vanaf 14 december 2009 correct zijn geweest, maar dat de meetwaarden voor 2008 en 2009 te laag waren. Geluidsnet is nu bezig om deze te lage waarden te corrigeren. De heer De Mos heeft gevraagd of hij ervan kan uitgaan dat de waarden nu goed zijn. Ik ga daar wel van uit. We gaan daar allemaal van uit. Het is bekend hoe Geluidsnet zijn positie bij Onderbanken heeft gekregen. Ik heb inmiddels al in de richting van de Kamer aangegeven dat het ministerie er alles aan gelegen is om ook volstrekte zekerheid te hebben over de waarden die nu worden gemeld. Daarom zullen we ook met een contra-expertise komen. Deze contra-expertise zal voor de zomer gereed zijn. Die zal dan naar de Kamer worden gezonden.

Ik wil nog benadrukken dat ik het buitengewoon jammer vind dat de informatie zo gefragmenteerd naar de Kamer is gegaan. Ik heb daarom ook per ommegaande de brief die wij van Geluidsnet hebben gekregen, naar de Kamer gestuurd.

Ik wijs erop dat Geluidsnet op tien verschillende locaties bij particulieren het geluid met een microfoon meet. De heer De Mos heeft gevraagd of die meetresultaten openbaar zijn en of de Kamer daar kennis van kan nemen. De uitkomsten van de metingen worden voor iedereen toegankelijk op het internet geplaatst. Die kan de heer De Mos daar dus vinden. Er is dus geen sprake van stiekem gedoe of iets dergelijks. Het is allemaal transparant. Wij vinden dat dit ook zo hoort te zijn.

Mevrouw Hachchi en mevrouw Van Tongeren hebben vragen gesteld over het gezondheidsonderzoek. Mede naar aanleiding van de eerste termijn van dit algemeen overleg op 22 december 2011 hebben wij een- en andermaal gekeken hoe het onderzoek zou moeten worden opgezet. Ik ben daar uitgebreid op ingegaan in de brief van 2 februari jongstleden. Het gezondheidsonderzoek komt er. Het is in samenwerking met het RIVM ontwikkeld. Het RIVM zal ook de leiding hebben over de uitvoering van het onderzoek. Er is inmiddels ambtelijke overeenstemming bereikt met alle betrokkenen in de regio. Het moet alleen nog bestuurlijk worden afgetikt. Ik had graag gewild dat het geven van die klap op het onderzoek inmiddels zou hebben plaatsgevonden, zodat het ook direct van start zou kunnen gaan, maar het overleg van de Commissie AWACS is pas voorzien voor begin april 2012. Wat mij betreft, had dat eerder gekund, maar wij zijn afhankelijk van elkaar. Wij zijn het er op ambtelijk niveau echter over eens.

Mevrouw Hachchi heeft gezegd dat het allemaal veel te lang gaat duren. De eerste fase van het onderzoek kan in achttien maanden zijn afgerond. Ik denk niet dat dat buitensporig lang is voor een onderzoek dat op zichzelf diepgravend moet zijn. Dat heeft de Kamer immers in onze richting laten weten. De kern van deze eerste fase is dat het RIVM in samenwerking met de GGD in Zuid-Limburg de effecten van blootstelling aan piekbelasting onderzoekt. Dat gebeurt met de reeks verzamelde gegevens waar de Kamer al eerder op gewezen heeft. We hebben ook aangegeven dat mede naar aanleiding van datgene wat in de Kamer is gewisseld, ook ervaringen in het buitenland met vergelijkbare situaties moeten worden meegenomen. Er zijn meerdere onderzoeken op dat vlak voorhanden. Het is afhankelijk van de eerste fase van het onderzoek of er na die anderhalf jaar een vervolgonderzoek komt. Het lijkt mij verstandig om zo’n knip te maken.

Nogmaals, alles staat in de startblokken. Iedereen is er klaar voor. Het wachten is nu nog op de bestuurlijke punt die moet worden gezet. Dat kan dus begin april plaatsvinden. Dan kunnen we ook beginnen. Ik hoop echt op een volledig commitment van de regio. Het is natuurlijk het allerbelangrijkst dat je dit samen oppakt.

De voorzitter: De Kamerleden krijgen de gelegenheid om in derde termijn nog een minuut te spreken.

De heer De Mos (PVV): Voorzitter. De metingen zijn volgens de staatssecretaris transparant en te vinden op internet. Dat is natuurlijk heel prachtig, maar waarom worden er dan zo veel brieven gestuurd? Wij willen gewoon de keiharde toezegging horen dat er een onafhankelijk onderzoek wordt gedaan naar de metingen van Geluidsnet en de berekeningen van het NLR. Als dat er niet komt, wordt wat ons betreft de motie van kracht waarin wordt gesteld dat het luchtruim dicht moet voor de AWACS.

De heer Holtackers (CDA): Voorzitter. Ik heb geen aanvullende vragen in derde termijn.

De heer Samsom (PvdA): Voorzitter. De minister is niet ingegaan op het belangrijkste punt van mijn kritiek. Dat is dat de berekening van de geluidsoverlast door stiller vliegen puur wordt opgehangen aan de oppervlakte van een bepaalde zone met een bepaalde definitie, namelijk 35 Kosteneenheden. Dat is niet hetzelfde als 35% minder geluidsoverlast. Toevallig wordt in beide gevallen het getal 35 gebruikt. Dat maakt het allemaal nog verwarrender. Daar kan de minister echter niets aan doen. Het is gewoon niet hetzelfde. Dat hebben we al eens eerder laten berekenen, namelijk in die eerste berekeningen rondom de motie-Neppérus/Samsom. Toen kwamen we ook tot de conclusie dat we het niet zouden redden. En dan nu opeens wel? Daar zit onze grootste pijn.

Als de minister nu zo zeker weet dat het wel gaat lukken in 2012, want dat was het jaar van de afrekening, waarom zeggen we dan niet gewoon tegen elkaar: oké, de binnenvliegregeling roepen we in, er moet 35% minder geluidsoverlast zijn; als iedereen het haalt, mag er het hele jaar gevlogen worden? Maar als dat niet zo is, dan gaat het luchtruim gewoon een keer dicht. Ik stel dus voor om gewoon gelijk over te steken. De Kamer – en vooral de bevolking – krijgt de zekerheid dat er 35% minder geluidsoverlast is. De minister krijgt de zekerheid dat hij met de NAVO geen ruzie hoeft te maken, want het gaat immers gewoon lukken in zijn werkelijkheid.

De heer Paulus Jansen (SP): Dat was precies de eerste motie die ik had aangekondigd.

Daar heeft de minister echter nog niet op gereageerd. Misschien zou hij dat nu wel kunnen doen? Ik heb daarbij ook nog gezegd: laten we dan twee weken van tevoren, dus twee weken voordat de maximale geluidsbelasting is verbruikt, netjes waarschuwen. Dan heeft de NAVO een beeld van wat haar te wachten staat.

De tweede motie die ik overweeg, gaat over de ambitie na dit jaar. Wat mij betreft, moet er ieder jaar wat van af, want we zitten gewoon ver boven de pijngrens.

Ik denk dat mijn collega Samsom goed heeft aangevoeld waar creatief is gerekend. Maar ook met gezond verstand kom je tot de conclusie dat dit niet mogelijk kan zijn. Ik heb twee rekensommen gemaakt die volgens mij wel te volgen zijn. Als de minister er zo zeker van is, dan moet hij de motie zonder problemen kunnen omarmen en overnemen.

Ik sluit af met het innemen van de volgende stelling over de bomen. Die bomen moeten terug worden geplant in de gemeente Onderbanken. Daar zijn ze gekapt. Dat moet niet 50 km verderop gebeuren. Dat zou onacceptabel zijn. De bomen moeten terugkomen in de gemeente.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Als het aanleggen van nieuw bosgebied nog langer op zich laat wachten, kan ik me kan voorstellen dat de minister zegt: Ik vind dit zo vervelend en Defensie heeft zo’n groot hart voor groen, dat we er nog wat extra bos bij doen. En als het in Onderbanken geregeld is, mag er, wat de Partij voor de Dieren betreft, 50 km verderop wel een extra compensatiebos komen. Dan kan de minister laten zien dat hij het meent dat Defensie zo’n hart voor natuur heeft.

Ik zie de binnenvliegregeling eraan komen. Laat ik er maar eerlijk over zijn! De minister kan nog één keer antwoorden, maar ik denk dat de Kamer met een motie zal komen. Als de minister zeker is van zijn zaak, hoeft hij nergens bang voor te zijn. Daar lijkt het op dit moment echter niet op.

De voorzitter: Voordat ik mevrouw Hachchi het woord geef, meld ik dat er inderdaad bij de brief van november een onderzoeksrapport over de baanverlenging was gevoegd. Als het goed is, beschikt zij daarover.

Mevrouw Hachchi (D66): Voorzitter. Ik wil de minister en de staatssecretaris bedanken voor de antwoorden. Ik had inderdaad begrepen dat er een Duits rapport lag over de effecten van een baanverlenging, maar dat er geen second opinion van bijvoorbeeld de NLR was. Die second opinion is er dus wel. Bij dezen is die vraag dus ook beantwoord.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Voorzitter. Er is een groep burgers die hun vertrouwen in de overheid voorgoed kwijt zijn. Dat is een verantwoordelijkheid die deze minister en dit kabinet zich moeten aantrekken. Als het al niet mogelijk is om een goed geïnformeerde groep parlementariërs, die zich er echt in verdiept hebben, ook maar enigszins te overtuigen, hoe denkt de minister dat dan te doen met de bewoners?

Ik sluit me graag aan bij de collega’s Jansen en Samsom die zeggen: zelfs al zou het 35% zijn, waar is dan de ambitie om de geluidsoverlast stapsgewijs te verminderen? Ik ben er ook voor om te zeggen: oké, we beginnen en we tellen tot we aan de 2340 vluchten zitten. Vervolgens gaat het luchtruim gewoon dicht. Als de minister denkt dat die reductie gemakkelijk te halen is, dan hoeft dat voor hem geen enkel risico in te houden.

Ik wil ook nog iets zeggen over het gezondheidsonderzoek. Wat je eerst zou moeten doen, is uitgaan van het voorzorgsprincipe. Uit allerlei buitenlandse onderzoeken is gebleken dat dit veel te veel herrie oplevert voor een normale gezondheid. Onderzoek het vooral, maar de bewoners moeten in de tussentijd gewoon gezond kunnen leven. Het kan niet andersom zijn. Het kan niet zo zijn dat we vier tot zes jaar onderzoeken en dan constateren – net zoals in het buitenland – dat dit niet gezond is.

Ten slotte moeten de bomen terugkomen in Onderbanken.

De heer Leegte (VVD): Voorzitter. Volgens mij blijven we allemaal erg in onze politieke loopgraven zitten. Het zou mooi zijn als we over onze eigen schaduw heen zouden kunnen springen.

De minister komt met een lijstje met maatregelen en wij weten pas aan het eind van het jaar of het gelukt is om tot 35% geluidsreductie te komen. Maar zelfs Samsom en Jansen zeggen dat we dat moeten geloven en daarom ook een binnenvliegregeling kunnen instellen. Mijn stelling is: we gaan in dit dit huis uit van vertrouwen. Als de minister zegt dat het lukt, dan is dat zo. Dan plannen we nu een algemeen overleg op 1 januari 2013 om te zien of het gelukt is. De woordvoerder van de SP wijkt ook van de eigen motie af. Eerst gaat het over vliegbewegingen, nu gaat het over meetconstructies. Daarmee wordt het spel verlegd, volgens mij niet anders dan met de conclusie dat zij niet bereid zijn om te luisteren naar wat de minister ons te zeggen heeft. Niemand heeft een vraag gesteld over Meetnet. In ieder ander debat in dit huis zouden dat soort afwijkingen het hoofdpunt van debat zijn geweest. Niet hier! Is dat een indicatie dat we gewoon niet willen luisteren en vast blijven zitten in onze eigen stellingen? Ik maak me daar zorgen over. Wat we in dit huis doen, is de onrust voeden en slecht luisteren. Dat zouden we juist niet moeten doen. We zouden juist moeten kijken naar de geloofwaardigheid van een en ander en naar de mogelijke oplossingen, zodat de onrust in Onderbanken wordt weggenomen. Daar gaat het om. Daar worden de mensen ziek van.

De heer Paulus Jansen (SP): Ik vind het een beetje flauw om zo in onze richting te reageren. Wij hebben echt naar eer en geweten geprobeerd om op basis van de feiten vast te stellen of de verwachtingen van de minister aannemelijk zijn. Wij zeggen dat dit niet het geval is. Mijn retourvraag in de richting van de VVD-fractie is de volgende. Als de heer Leegte er, net zoals de minister, heilig van overtuigd is dat die 35% een eitje is, dan kan hij met een gerust gemoed instemmen met het vaststellen van de binnenvliegregeling. Dan komt die cap van 35% erop te zitten. Als men onder het niveau blijft, is er niets aan de hand. Maar als de ruimte in oktober verbruikt is, dan houdt het op. Dan gaat de stekker eruit.

De heer Leegte (VVD): Het punt van die vraag is dat er wordt uitgegaan van wantrouwen. Ik vind juist dat we daar overheen moeten stappen.

De heer Paulus Jansen (SP): Mag het na 33 jaar!

De heer Leegte (VVD): We moeten juist toe naar vertrouwen. Uiteindelijk is de kern dat wij er niet over gaan. Het zijn niet onze vliegtuigen. De minister van Defensie heeft toezeggingen gedaan die ik in het verleden onverstandig vond, omdat ik dacht dat hij die niet zou kunnen waarmaken. Hij heeft nu gezorgd voor een geloofwaardige lijst van maatregelen die tot die 35% reductie zullen leiden. Dan moeten we ook met elkaar bereid zijn om te zeggen: minister, u doet goed uw best. Laten we kijken of het klopt en een afspraak maken voor 1 januari 2013. Als het dan niet klopt, hebben we een groot probleem. Ik ga uit van vertrouwen. Daarom ben ik de politiek in gegaan.

Ik bedank de minister overigens voor zijn toezegging om over een jaar het geld over te maken aan de provincie, zodat de provincie ergens een plek kan vinden voor de natuurcompensatie. Ook dat is iets waar de minister niet over gaat. Hij komt met een zak geld. Mensen krijgen dollar- of eurotekens in hun ogen, wat niet leidt tot een oplossing. Daar moeten we wel naartoe. Dit is een manier om die oplossing te bereiken. De provincie kan het dan zelf inpassen. Daarmee is de aap ook weg en kunnen we nadenken over echte oplossingen.

De heer Samsom (PvdA): De heer Leegte is de politiek ingegaan om vertrouwen terug te winnen. Zouden we dat vertrouwen niet beter terugwinnen op het moment dat we hier met elkaar afspreken dat de belofte voor 2012 gewoon niet gebroken kan worden? Die afspraak komt dan in de plaats van de formule van de heer Leegte, waarbij wordt gezegd: het is mogelijk dat die belofte gebroken wordt, maar dan heeft deze minister een heel groot probleem. Het gaat niet om deze minister, mijnheer Leegte, het gaat om de mensen in Onderbanken. Zij hebben namelijk ook een groot probleem als de belofte wordt gebroken. En dat wordt niet meer goedgemaakt op 1 januari 2013. Zouden we er gezamenlijk voor kunnen kiezen om het vertrouwen inderdaad te herstellen door gewoon een grens te stellen, die ook vastligt, in plaats van dat we het politieke spelletje van verantwoording achteraf gaan spelen, waar de mensen in Onderbanken dus niets aan hebben?

De heer Leegte (VVD): Volgens mij is dat precies mijn suggestie. Daar gaat het om. Wij moeten die grens hier met elkaar vaststellen. En dan moeten we niet nog andere dingen daaraan vastkoppelen, maar dan moeten we zeggen: we plannen de afspraak op 1 januari 2013 om te kijken of het gelukt is. Wij moeten ervoor zorgen dat de onrust in Onderbanken wordt weggenomen. Daar ligt de pijn. Dat lukt alleen als de Kamer en de minister gezamenlijk zeggen dat het lijstje vertrouwenwekkend is en dat zij geloven dat het mogelijk is. En als het niet kan, dan voeren wij over een jaar een heel ander debat. Dat wil ik dan wel aangaan.

De heer Samsom (PvdA): Wat hebben de mensen in Onderbanken eraan dat u in 2013 deze minister wegstuurt? Hoeveel minder geluid hebben we dan in Onderbanken?

De heer Leegte (VVD): Ik wijs erop dat het zeer onwaarschijnlijk is dat er nu in Onderbanken iets gebeurt. Naast de structurele maatregelen waar het mij om gaat, is er zoveel incidentele ellende in de wereld dat de geluidsreductie op de sloffen wordt gehaald. De geluidsoverlast in Onderbanken zit nu onder de norm. Kijk naar het lijstje met klachten! Hoe vervelend die vliegtuigen ook zijn, de geluidsoverlast ervan zal volgend jaar onder de norm blijven. Maar het moet structureel zijn. Dat weten we pas aan het eind van het jaar. Ik maak me in die zin geen zorgen over het halen van de norm in 2012, ondanks alle overlast en ellende die mensen ondervinden van ieder vliegtuig dat overkomt. Kijk naar het journaal en men ziet hoe juist mijn stelling is. Daarom kunnen we deze afspraak ook zo goed maken. We weten op 1 januari 2013 of de structurele lijn waar het ons om gaat, ook gehaald is.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Ik wil graag nog even doorgaan over hetzelfde thema. Als het dit jaar zo gemakkelijk gehaald kan worden, waarom zou de VVD-fractie dan niet mee kunnen gaan en zeggen: oké, dan stellen we het op 35%; als die reductie niet gehaald wordt en de maximale geluidsbelasting is bereikt, gaat het luchtruim dicht? Waarom zou de VVD-fractie dat niet aandurven? Als de heer Leegte erop vertrouwt dat het goedkomt en dat de toezegging van de minister klopt, dan zou hij toch kunnen zeggen: oké, dan maken we als volwassen mensen een volwassen afspraak met elkaar. Het moet 35% minder zijn. Als de maximale geluidsbelasting is bereikt, gaat het luchtruim dicht. Dan maak je misschien een héél klein begin met het herstellen van het vertrouwen van de burgers aldaar in deze overheid.

De heer Leegte (VVD): Ik ben niet van het wantrouwen van GroenLinks. Een chantage gebruiken als onderhandelingstechniek is niet de wijze waarop ik mijn kinderen opvoed. Dat moeten we hier niet doen. We maken een afspraak met z’n allen. Het lijstje is geloofwaardig. Er zitten incidentele meevallers in die we nu al kunnen zien. In het komende jaar zijn er minder geluidsproblemen voor de mensen in Onderbanken. Zo werkt het. We gaan elkaar hier toch niet zitten chanteren! Nee, het is op basis van vertrouwen. Zo zitten we hier. En als dat niet zo is, als dat niet kan, dan snap ik waarom wij allebei bij een andere partij zitten.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Er werd net gezegd dat ik bezig ben met chanteren. Volgens mij is het gewoon een afspraak die toegezegd is. Ik zou dan wel willen weten op welk punt ik dan persoonlijk zou chanteren. Afspraak is afspraak. Is dat chantage?

De heer Leegte (VVD): Als je op tijd thuiskomt, dan krijg je een koekje. Zo chanteer je kinderen bij het nakomen van afspraken. Dit is op een andere manier precies hetzelfde. Als we de afspraak nakomen, gaan we de binnenvliegregeling niet uitvoeren. Nee, als ik met mijn kinderen bezig ben, dan zeg ik hoe laat ze thuis moeten zijn. En dan zijn ze ook op dat tijdstip thuis. En niet omdat ze dan een cadeautje krijgen of omdat ze anders straf krijgen, nee omdat we een afspraak maken. Zo werkt het ook in de politiek. Dan moet je niet zeggen: als je dat niet doet, dan krijg je dit of dat. Nee, wat een onzin! De minister en de staatssecretaris zijn volwassen mensen. We kunnen gewoon afspraken met elkaar maken. Daar heb ik helemaal geen zak met snoepjes of een stok voor nodig. Dat is het verschil tussen GroenLinks en de VVD.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik ben nu wel geïntrigeerd. Ik weet niet hoe oud de kinderen van de heer Leegte zijn, maar wat gebeurt er als hij tegen zijn dochter zegt dat ze om vier uur thuis moet zijn, en zij daarop antwoordt: nou pap, je ziet over een jaar wel of ik die afspraak nakom? Hoe gaat hij daarmee om?

De heer Leegte (VVD): Ik begrijp de semantiek, maar als wij zouden afspreken dat zij over een jaar om vier thuis moet zijn, dan zien we dat over een jaar wel. En als ik zeg dat ze vanmiddag om vier uur thuis moet zijn, dan zie ik dat vanmiddag. Dan hebben we een afspraak.

Voorzitter, ik ga nu niet door over mijn kinderen

De voorzitter: Het lijkt me de hoogste tijd om de microfoon aan de minister te geven.

Minister Hillen: Voorzitter. Ik dank de leden voor hun bijdrage in derde termijn.

Ik heb goed naar de inbreng van de heer De Mos geluisterd. Hij heeft eigenlijk alleen maar gereageerd op de geluidsmetingen die achteraf onjuist bleken te zijn. Daar kan het ministerie van Defensie niets aan doen. Ik heb aangegeven dat de geluidsbelasting in Onderbanken de komende drie jaar door allerlei externe omstandigheden sowieso ver beneden het niveau zal zitten dat zou worden bereikt zonder die externe omstandigheden. Wat dat betreft, zit men drie jaar op een behoorlijk laag niveau. We gaan intussen al meten en kunnen dus constateren of de metingen in de richting gaan die we beloofd hebben. Ik heb vervolgens gezegd dat het aantal vluchten niet zal uitkomen op 2340 vliegbewegingen plus 600, maar dat het aantal vliegbewegingen teruggaat naar 2600 all-in. Met andere woorden: ik heb een bod daar nog bovenop gedaan. Ik heb gezegd dat ik daarover met de NAVO heb onderhandeld en dat de NAVO zich daar ook garant voor heeft gesteld. De NAVO heeft ook gezegd dat we samen die geluidsmetingen zullen gaan doen. Met andere woorden: de NAVO heeft zich daarmee ook gecommitteerd aan de uitkomsten daarvan. Dat vind ik een behoorlijke beweging. Ik heb daar van de Kamer eigenlijk geen reactie op gehoord.

De heer Samsom heeft terecht opgemerkt dat ik niet op al die Ke’s ben ingegaan. Ik weet ook niet of de discussie daar duidelijker van zou zijn geworden. Het komt erop neer dat als wij van 20 Ke zouden zijn uitgegaan, wij juist veel meer door bewoond gebied heen gekomen zouden zijn dan bij 35 Ke. Los daarvan, ik heb die discussie achterwege gelaten omdat ik door de ruimte in de discussie de indruk had dat we via de metingen toch wel kunnen vaststellen of we er komen of niet.

Er is gesproken over de binnenvliegregeling. Met alle respect, dit is niet een geïsoleerd debat over een geïsoleerd probleem in een geïsoleerd landje waar we voor de rest met niets te maken hebben. De NAVO is een complexe organisatie en Nederland is een complexe leefgemeenschap, waarbij tal van dingen in elkaar grijpen. Ik heb de vorige keer gesproken over Brunssum dat een paar km verderop ligt. Ik heb ervoor gezorgd dat die werkgelegenheid daar behouden blijft. Hoe kan ik nu met droge ogen bij zo’n organisatie komen en zeggen dat we meteen gaan dreigen als we even onze zin niet krijgen? Op dat punt is het een kwestie van do ut des. Wij geven, zij geven en wij proberen er op een vriendschappelijke en vertrouwenwekkende manier samen uit te komen en samen voorwaarts te gaan. Omdat de relatie tussen Nederland en de NAVO goed is, kan ik ook op korte termijn een verdergaande teruggang aanbieden en kan ik ook het commitment van de NAVO op de geluidscontouren geven. Met andere woorden: daardoor is er een uitzicht dat we, ook als er dadelijk nieuwe motoren of wat dan ook gekocht kunnen worden, in gesprek met elkaar eruit komen. Als ik alleen maar dreigementen in huis heb, kunnen we het schudden.

De heer Paulus Jansen (SP): De minister zegt dat de NAVO heel erg zal schrikken als hij met die binnenvliegregeling komt. De NAVO moet daar evenmin van schrikken als de minister. De NAVO weet toch zeker dat ze haar belofte nakomt? Dat is toch een ontzettend betrouwbare partner! Kom op! De minister heeft op 22 december tot negentien keer toe verklaard dat die 35% geluidsreductie zal worden gehaald. Ik heb het geturfd. De staatssecretaris heeft het ook nog één keer gezegd, die had er iets minder fiducie in. Waarom kan de minister dan in zo’n situatie niet zeggen: oké, we gaan een slot op de deur zetten; we weten zeker dat we het halen, maar op het moment dat het onverhoopt niet gehaald mocht worden, bijvoorbeeld op 15 oktober of op 2 november, hebben mensen de zekerheid dat we gewoon even een maandje stoppen?

Minister Hillen: Ik vind het sowieso moeilijk om daarover met de heer Jansen zaken te doen. Hij is inmiddels alweer verder en wil de volgende 5% en de volgende 5% en de volgende 5% binnenhalen. Dat heet in de literatuur rupsje-nooit-genoeg. De afspraken die ik op het ogenblik binnen de NAVO maak, zijn redelijk. Daar hoef ik geen dreigementen voor te gebruiken. Zo is de onderlinge verhouding niet. Ik heb er inderdaad alle vertrouwen in dat de NAVO van haar kant zal leveren. Ik zal er van mijn kant op aandringen en zal laten merken dat het van onze kant ook zeer serieus is. Dan denk ik dat we als volwaardige, internationale partner met vele andere belangen, op een heel verstandige manier voortgang kunnen boeken op een heel moeilijk dossier.

Staatssecretaris Atsma: De heer De Mos heeft nog een vraag gesteld over Geluidsnet. Hij vroeg eigenlijk: hoe kan het nu dat er zo veel brieven zijn geschreven en kunnen we er nog wel vertrouwen in hebben? Ik denk dat het Geluidsnet zelf ook een doorn in het oog is dat er verkeerde berekeningen zijn uitgevoerd. Vandaar ook dat er twee keer een brief is gestuurd. Die heb ik per ommegaande naar de Kamer gestuurd. Men weet hoe de systematiek in elkaar zit en welke betrokkenheid het ministerie heeft bij de financiering van de jaarlijkse metingen. Men weet ook welke betrokkenheid de provincie en de gemeente hebben. Ik kan niet anders dan herhalen wat ik heb gezegd. Wij komen zelf met een contra-expertise. Wij gaan ervan uit dat het straks wel klopt, maar we willen dat zekerheidshalve nog een keer vaststellen. We zouden vanwege dit toch ogenschijnlijke geklungel – zo mag je het ongeveer wel benoemen – kunnen zeggen: dan kiezen we een ander. Maar als we met een ander in zee zouden gaan, dan heeft dat grote consequenties. Dan moet je een totaal nieuw referentiekader opbouwen. Dat lijkt me onverstandig. Datgene wat nu als foutief is aangemerkt, moet in elk geval worden gecorrigeerd. We willen de juiste gegevens hebben. Wij willen ons daarop baseren. Om 100% zekerheid te hebben, komen we nog met een eigen contra-expertise. De Kamer krijgt de resultaten daarvan voor de zomer.

De voorzitter: Er is nog een vraag van mevrouw Van Tongeren over de gezondheidseffecten blijven liggen.

Staatssecretaris Atsma: Zoals ik ook al in eerste termijn heb aangegeven, zal de rapportage binnen anderhalf jaar beschikbaar zijn. Die komt natuurlijk ook onmiddellijk in de richting van de Kamer. Er komt dan nog een vervolgonderzoek als daar aanleiding toe is. De Kamer heeft in eerste termijn aangegeven wat in dat onderzoek zou moeten worden meegenomen. Dat wordt nu ook meegenomen in het onderzoek dat wordt verricht op basis van de onderzoeksopdracht die samen met het RIVM en de betrokkenen is geformuleerd. Kortom, ik kan er niet veel meer van maken. We zullen ook de input van de GGD Limburg en oude informatie op basis van de vroegere monitoring in de regio meenemen. En we pakken nog eens een keer de internationale ervaringen mee. Veel meer kunnen we ook niet doen. Binnen anderhalf jaar ligt het resultaat er. Als er een aanleiding is, gaan we absoluut nog een stap verder. Maar als er geen aanleiding is voor vervolgonderzoek, hoef je dat ook niet te doen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Dit is wel een antwoord, maar het is geen antwoord op de vraag die ik stelde. Ik heb gevraagd of bij een gezondheidsonderzoek niet moet worden uitgegaan van een voorzorgsprincipe. Wij weten uit buitenlands onderzoek allang dat langdurige blootstelling aan dit soort lawaai slecht is voor de volksgezondheid. Volgens mij moeten we niet nog eens anderhalf jaar of zelfs vier tot zes jaar wachten en dan ontdekken – surprise, surprise – dat het in Nederland ook slecht is voor de volksgezondheid. Ik heb geen bezwaar tegen dat onderzoek, maar we moeten de gezondheid van deze bewoners veiligstellen. In de Grondwet staat dat de regering moet zorgen voor de burgers. In alle mensenrechtenverklaringen staat dat dit belangrijk is. Ik geloof onmiddellijk dat het onderzoek zorgvuldig zal plaatsvinden, maar moet je niet aan de hand van de nu beschikbare informatie zeggen dat deze mensen aan ongezond veel lawaai worden blootgesteld en moet je daar niet iets aan doen?

Staatssecretaris Atsma: Ik heb aangegeven dat het onderzoek zich met name ook richt op de piekbelasting. Volgens mij maakt mevrouw Van Tongeren zich daar het meest zorgen over. Wij spreken niet van een chronische blootstelling aan de overlast. Dat is overigens wel bijna altijd het uitgangspunt van de Wereldgezondheidsraad. We kijken hier echter specifiek naar de piekbelasting, juist om een antwoord te krijgen op de vraag die mevrouw Van Tongeren heeft gesteld. Als er aanleiding is om op basis van deze eerste fase vervolgonderzoek te doen, dan zullen we dat zeker doen. Het voorzorgsprincipe geldt uiteraard altijd, zeker als het gaat om de gezondheid van mensen. Ik kan er niet veel anders van maken dat juist daarom de piekbelasting expliciet wordt meegenomen in dit onderzoek. Dat is volgens mij ook precies wat de Kamer een- en andermaal heeft gevraagd. Ik hoop dat de regio zich daar ook aan zal committeren, want dat betekent ook dat we snel aan de slag kunnen. Hoe meer we nu gaan vertragen, hoe langer het zal duren. Anderhalf jaar is inderdaad lang genoeg.

De voorzitter: Er is slechts één toezegging gedaan.

– De staatssecretaris heeft toegezegd dat hij voor de zomer de contra-expertise aan de Kamer stuurt.

De heer Leegte (VVD): Volgens mij heeft de minister ook een toezegging gedaan. Hij heeft toegezegd om het budget voor de natuurcompensatie een jaar te alloceren en vervolgens aan de provincie te geven.

De voorzitter: Er worden alleen maar toezeggingen vermeld die betrekking hebben op een brief of iets anders wat naar de Kamer komt. De minister kan dat wel toegezegd hebben, maar die toezegging hoeft niet formeel vermeld te worden. Er komt immers geen brief naar de Kamer. Dan had u expliciet moeten vragen om een brief daarover.

De heer Jansen heeft tijdens het algemeen overleg op 22 december als eerste aangekondigd dat hij een VAO wenste. Wij zullen dat VAO aanvragen.

Ik dank beide bewindslieden voor hun beantwoording en sluit dit algemeen overleg.