Kamerstuk 33000-VIII-183

Brief van de Onderwijsraad t.g.v. het rapport "Artikel 23 Grondwet in maatschappelijk perspectief". Deze adviesaanvraag is op verrzoek van de Kamer verricht door de Onderwijsraad (zie Kamerstuk 32 500 VIII, nr. 145)

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2012

Gepubliceerd: 5 april 2012
Indiener(s): Indiener/ondertekenaar n.v.t.
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33000-VIII-183.html
ID: 33000-VIII-183

Nr. 183 BRIEF VAN DE ONDERWIJSRAAD

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 april 2012

In uw brief van 16 maart 2011 (Kamerstuk 32 500 VIII, nr. 145) verzocht u de Onderwijsraad om een gezaghebbende interpretatie van artikel 23 van de Grondwet. Sinds Vaste grond onder de voeten, de verkenning van de raad uit 2002, hebben zich verschillende ontwikkelingen voorgedaan, die geleid hebben tot actuele vragen over de vrijheid van onderwijs. In het advies dat wij u hierbij aanbieden, gaat de raad na welke interpretatie mogelijk en wenselijk is.

De raad beschouwt artikel 23 van de Grondwet als een groot goed. Het duale bestel biedt ouders de mogelijkheid om onderwijs te kiezen dat dicht bij hun eigen levensvisie ligt en dat ze in staat stelt om vanuit hun eigen identiteit een brug te slaan naar anderen. De raad vindt het wel nodig om het grondwetsartikel ruimer te interpreteren. Stichting van bijzondere scholen moet naar zijn oordeel ook mogelijk zijn op basis van pedagogische visies en relatief nieuwe levensbeschouwelijke overtuigingen.

De raad stelt zijn interpretatie van artikel 23 nadrukkelijk in het licht van de kwaliteit van het onderwijs De vrijheid van onderwijs moet tegemoetkomen aan het recht van individuen op goed onderwijs.

Bij de totstandkoming van het advies heeft de raad op verschillende momenten gesproken met ouders, leerkrachten en schoolbestuurders. Hun betrokkenheid is groot. In Vrijheid maakt het verschil, het jaarboekje 2011 dat de raad tegelijk met dit advies uitgeeft1, vertellen ze welke waarde de vrijheid van onderwijs voor hen heeft.

De raad beoogt met een ruimere interpretatie van artikel 23 dat het grondwetsartikel in de tijd blijft passen en zo zijn kracht behoudt.

Met beleefde groet,

Prof. Dr. G. T. M. ten Dam, Voorzitter

Drs. A. van der Rest, Secretaris