Kamerstuk 32891-26

Reactie op verzoek van het lid Van Toorenburg, gedaan tijdens de regeling van werkzaamheden d.d. 12 maart 2015, over het bericht dat het Gerechtshof in Leeuwarden banen gaat verliezen

Dossier: Wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en diverse andere wetten in verband met de vermindering van het aantal arrondissementen en ressorten (Wet herziening gerechtelijke kaart)

Gepubliceerd: 31 maart 2015
Indiener(s): Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen: recht rechtspraak
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32891-26.html
ID: 32891-26

Nr. 26 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 maart 2015

Door middel van deze brief doe ik u, mede namens de Minister voor Wonen en Rijksdienst, een reactie toekomen op het verzoek van het lid Van Toorenburg (CDA) om te reageren op berichten uit de media dat «het gerechtshof in Leeuwarden toch banen gaat verliezen» (Handelingen II 2014/15, nr. 63, item 6). Hieronder geef ik u de reactie.

Verkenningen gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Het bestuur van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voert op dit moment verkenningen uit naar de toekomstige huisvestingsbehoefte van de organisatieonderdelen van het gerechtshof. Het is evident dat dergelijke verkenningen zorgvuldig ter hand dienen te worden genomen. Mogelijke wijzigingen in de huisvesting van het hof kunnen in de eerste plaats – soms ingrijpende – gevolgen hebben voor zijn medewerkers. Daarnaast kunnen er gevolgen zijn voor de regionale werkgelegenheid. Het gerechtsbestuur heeft nog geen besluit genomen en bespreekt eerst vier mogelijke scenario’s met omgevingspartners en met het eigen personeel. De scenario’s variëren van geen verandering ten opzichte van de huidige situatie tot het concentreren van de kantoorfunctie van het gerechtshof op één locatie. In drie van de vier scenario’s is er sprake van verplaatsing van arbeidsplaatsen binnen het werkgebied van het hof; er zullen dus geen arbeidsplaatsen bij het gerechtshof verloren gaan. De Raad voor de rechtspraak (hierna: Raad) heeft mij laten weten dat twee scenario’s uitgaan van een verplaatsing van 54 arbeidsplaatsen uit de zittingsplaats Leeuwarden. Een ander scenario gaat uit van verplaatsing van alle arbeidsplaatsen uit de zittingsplaats Leeuwarden naar de zittingsplaats Zwolle. Eén scenario brengt geen wijziging in het aantal arbeidsplaatsen in Leeuwarden.

Mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer in de beantwoording van schriftelijke vragen over een inmiddels ingetrokken voornemen van het gerechtsbestuur van de rechtbank Noord-Nederland om de kantoorfunctie van die rechtbank op termijn in Groningen te concentreren1, medegedeeld dat de Raad op dit moment in gesprek is met gerechtsbesturen over de wijze waarop de kwaliteit van rechtspraak verder kan worden bevorderd en hoe de kantoorfunctie van gerechten daar in past. De verkenningen van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden passen in dit kader. De Raad informeert mij binnenkort over zijn bevindingen naar aanleiding van het overleg met gerechtsbesturen en eigen onderzoek.

Afstemming mogelijke werkgelegenheidseffecten

De rechterlijke organisatie past zich voortdurend aan de behoeften van de samenleving aan. De huisvestingsbehoefte verandert met de organisatieontwikkelingen mee en is per definitie geen statisch gegeven. Ik ben mij ervan bewust dat organisatieveranderingen van Rijksdiensten, en ook van de Rechtspraak, gevolgen kunnen hebben voor de regionale werkgelegenheid.

Uw Kamer heeft de regering gevraagd om bij de komende afslanking vanaf 2016 de coördinatie al op voorhand op zich te nemen en aan de betreffende Rijksdiensten een inspanningsverplichting mee te geven dat de provincies Friesland, Drenthe, Limburg en Zeeland bij deze nieuwe operatie per saldo niet meer dan gemiddeld werkgelegenheid mogen verliezen (motie-De Vries).2 De Minister voor Wonen en Rijksdienst geeft uitvoering aan deze coördinerende taak. Indien er op enig moment sprake zou zijn van een verandering in de huisvestingsbehoefte van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, die raakt aan de strekking van de motie-De Vries, dan zal ik de Minister voor Wonen en Rijksdienst hierover informeren. In onderling overleg kan worden bezien of negatieve effecten op de werkgelegenheid in Friesland op alternatieve wijze kunnen worden gecompenseerd. Bij de oplossingsrichting kan de Minister voor Wonen en Rijksdienst andere Rijksdiensten betrekken.

Tot slot verwijs ik u nog naar de beantwoording van de schriftelijke vragen van het lid Segers (ChristenUnie) over het bericht dat justitiebanen wegvloeien uit Leeuwarden (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 1803), de schriftelijke vragen van de leden Recourt en Jacobi (beiden PvdA), mede aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst, over het verlies van banen bij het gerechtshof in Leeuwarden (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 1804), de schriftelijk vragen van de leden Van Oosten en Aukje de Vries (beiden VVD) over het bericht dat justitiebanen verdwijnen in Leeuwarden en dat uitholling dreigt voor het Leeuwarder Gerechtshof (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 1801) en de schriftelijke vragen van de leden Recourt, Albert de Vries en Çegerek (allen PvdA), mede aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst, over het verlies van banen bij het gerechtshof in Arnhem (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 1802), die ik gelijktijdig met deze brief aan uw Kamer verzend.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur