Gepubliceerd: 15 april 2011
Indiener(s): Ineke van Gent (GL)
Onderwerpen: ouderen sociale zekerheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32697-5.html
ID: 32697-5

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 15 april 2011

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

blz.

  

I ALGEMEEN

1

1. Inleiding

1

2. Doelstelling wetsvoorstel

2

3. Financiële gevolgen

2

4. Praktische uitwerking

3

I ALGEMEEN

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de wijziging van de wet houdende wijziging van de Algemene Ouderdomswet teneinde een korting te kunnen toepassen op de toeslag voor de echtgenoot die jonger is dan 65 jaar. De leden van de VVD-fractie hebben nog enkele vragen over het wetsvoorstel.

De leden van de PvdA-fractie hebben met treurnis kennisgenomen van het nu voorliggende wetsvoorstel. Zij zijn van mening dat tekorten op de begroting als gevolg van tekorten in de sectorfondsen afgewenteld worden op ouderen. De leden zijn voorstander van een alternatieve dekking, en vinden dat de pijn eerlijk verdeeld moet worden. De verhoging van de uitzonderingsgrens naar € 30 000,– huishoudinkomen is een verbetering van dit betreurenswaardige wetsvoorstel, maar deze aanpassing van het wetsvoorstel verandert niets aan het standpunt van de PvdA.

De leden van de PVV-fractie hebben kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel en hebben hierover nog een vraag.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavig gewijzigd wetsvoorstel. Zij merken op dat zij reeds hebben ingestemd met het oorspronkelijke wetsvoorstel. Dit neemt niet weg dat zij zich de bezwaren die in de Eerste Kamer leefden kunnen voorstellen. Zij kunnen dan ook instemmen met het voorstel om meer dan in het oorspronkelijke wetsvoorstel de sterkste schouders de zwaarste lasten te laten dragen, waardoor meer ouderen met een klein pensioentje worden ontzien.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden stellen vast dat de regering met het gewijzigde voorstel beter tegemoet komt aan de wens om ouderen met een laag inkomen te ontzien, maar hebben bij het huidige voorstel nog enkele vragen.

2. Doelstelling wetsvoorstel

De leden van de VVD-fractie vragen de regering aan te geven hoe groot de groep is die, door het gewijzigde voorstel, nu niet te maken krijgt met de korting.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen waarop de inkomensgrens van 162% van het bruto-minimumloon is gebaseerd. Ook willen zij weten waarom de regering een inkomensdaling die met het gewijzigde voorstel nu kan oplopen tot 2,25% voor inkomensgroepen boven de inkomensgrens proportioneel acht. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen wat het effect is voor deze inkomensgroepen op de koopkracht inclusief de koopkrachteffecten van andere maatregelen en beleidsvoorstellen.

3. Financiële gevolgen

De regering geeft aan dat door de grotere groep die onder de inkomensgrens valt de uitvoeringskosten zullen toenemen. De leden van de VVD-fractie willen graag weten waarom de toename van het bedrag van de uitvoeringskosten vanaf 2012 structureel verdubbelt ten opzichte van het eerdere wetsvoorstel. Kan de regering een nadere specificatie geven van de extra kosten?

De leden van de PVV-fractie hebben in verband met de onderhavige wetswijziging een vraag die betrekking heeft op de uitvoeringskosten. De SVB geeft in haar uitvoeringstoets aan dat vanwege het feit dat de groep die onder de nieuwe inkomensgrens valt groter wordt, de uitvoeringskosten in 2011 met 2 miljoen zullen toenemen en daarna jaarlijks met 1 miljoen. De leden van de PVV-fractie hadden verwacht dat het eerder andersom zou zijn, omdat de groep waarop de wetswijziging thans betrekking heeft kleiner is geworden. Kan de regering hiervoor een verklaring geven?

De leden van de CDA-fractie constateren dat het gewijzigde wetsvoorstel door de latere invoering een besparingsverlies van € 55 miljoen oplevert. Kan de regering aangeven hoe zij denkt dit besparingsverlies op te lossen?

De leden van de Christen-Unie fractie willen weten hoe de regering om gaat met de lagere besparing op de uitvoeringslasten en hoe de regering de hogere uitvoeringskosten gaat opvangen.

4. Praktische uitwerking

De leden van de VVD-fractie onderstrepen de urgentie van een snelle inwerkingtreding van de wet. In hoeverre is de beoogde datum van inwerkingtreding van 1 juli 2011 ook daadwerkelijk haalbaar? Is bijvoorbeeld de SVB in staat, ondanks de grotere doelgroep, om deze wijziging per 1 juli 2011 te realiseren?

De leden van de Christen-Unie fractie willen weten op welke wijze de burgers waarop de maatregel betrekking heeft geïnformeerd worden. Ook vragen zij hoe de regering problemen in de informatievoorziening en de uitvoering gaat voorkomen, gezien de korte termijn dat rest tot de voorgestelde inwerkingtreding van de maatregel per 1 juli 2011. Daarnaast vragen zij waarom de regering de tijd die mensen, en in het bijzonder de groep die net boven de gestelde inkomensgrens valt, hebben om zich voor te bereiden op het koopkrachtverlies voldoende acht.

De voorzitter van de commissie,

Van Gent

Adjunct-griffier van de commissie,

Dekker