Gepubliceerd: 5 april 2011
Indiener(s): Bas Jan van Bochove (CDA)
Onderwerpen: economie overige economische sectoren
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32641-5.html
ID: 32641-5

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 5 april 2011

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

Inhoudsopgave

I

ALGEMEEN

1

   

1.

Inleiding

1

2

Algemeen

2

3.

Werknemers- en auteurskorting

3

4.

Geen vaste prijs meer voor geïmporteerde muziekuitgaven

3

5.

Buitenlandse boekverkopers

4

6.

Aanpassingen van technische aard

5

7.

Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

5

   

II

ARTIKELSGEWIJS

5

1.

Artikel I, Onderdeel A

5

2.

Artikel I, Onderdeel C

5

3.

Artikel I, Onderdeel D

5

I ALGEMEEN

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben, met in herinnering de wetsbehandeling in 20042, kennisgenomen van het wetsvoorstel. De leden van deze fractie zien aanleiding een aantal opmerkingen te maken en vragen te stellen.

De leden van de PvdA-fractie hebben kennis genomen van de wijziging van de Wet op de vaste boekenprijs in verband met de evaluatie van die wet.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel tot wijziging op de Wet op de vaste boekenprijs naar aanleiding van de evaluatie van die wet (hierna: de wet). Op een aantal punten verzoeken de leden de regering tot een toelichting.

De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel.

2. Algemeen

De leden van de VVD-fractie achten de uitgangspunten van de toenmalige initiatiefnemers3 van het voorstel voor een Wet op de vaste boekenprijs duidelijk, namelijk «het waarborgen van een breed en divers aanbod van boeken in het Nederlands en het Fries» via een «geografisch ruim gespreid net van boekhandels met een groot en gevarieerd assortiment.»4 De boekenmarkt is onderdeel van de Nederlandse cultuur en daar dient zorgvuldig mee omgegaan te worden. De leden zijn van mening dat de Nederlandse literatuur een wezenlijk onderdeel van de Nederlandse maatschappij is. Deze wet is echter gevoed door de angst de status quo van de boekenmarkt en de uitgeverijen te veranderen. Al in 2004 pleitten de leden van deze fractie tegen een vaste boekenprijs, die verticale prijsbindingen heeft verankerd in de Nederlandse wet, omdat zij van mening zijn dat betrokken partijen in grote meerderheid gebaat zijn bij de effecten van marktwerking in tegenstelling tot het kunstmatig fixeren van boekenprijzen. Desalniettemin bestaat de Wet op de vaste boekenprijs nu zes jaar en heeft een evaluatie plaatsgevonden.

De mening van deze leden is ongewijzigd gebleven, ook na het bestuderen van de evaluatie.5 Niet alleen in 20046, maar ook nu wordt een valse waarde gehecht aan de vaste boekenprijs. De conclusies die getrokken zijn op basis van de evaluatie, worden volgens de leden ten onrechte toegeschreven aan de vaste boekenprijs. De mening van de toenmalige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de heer Plasterk, dat «de wet goed functioneert en de vaste prijs bijdraagt aan de brede beschikbaarheid van het boek» wekt bevreemding bij deze leden, omdat de beschikbaarheid «stabiel» is gebleven en onderzoek zelfs wijst op «afname».7 De Raad van State onderschrijft deze tegenstelling: «de stellige bewering dat dit een gevolg van de wet is, wordt in het kwantitatieve deel van het onderzoek echter niet of nauwelijks cijfermatig onderbouwd omdat cijfermateriaal niet of nauwelijks (compleet) voorhanden is».8

De leden blijven mede op basis van de evaluatie bij hun standpunt dat de Wet op de vaste boekenprijs een overbodig instrument is. De boekenprijs kan worden losgelaten omdat deze sector in vergelijking met andere economische sectoren geen bijzondere positie heeft die een dergelijk overheidsingrijpen op prijsvorming rechtvaardigt. Wat is de reactie van regering op dit oordeel, zo vragen de leden.

Deze leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat de voorgestelde wijzigingen een goede aanvulling zijn op de huidige wet. De leden constateren dat het goed is dat de Wet op de vaste boekenprijs iedere vijf jaar wordt getoetst op doeltreffendheid en de effecten van de wet in de praktijk. De evaluatie bewijst zijn dienst. Deze leden zijn verheugd over de constatering dat op grond van de onderzoeksresultaten in de evaluatie blijkt dat de wet goed functioneert. Het is een goede zaak dat naar aanleiding van deze evaluatie deze wijzigingen worden voorgesteld die de wet verder zullen verbeteren.

De leden van de CDA-fractie stellen het op prijs dat de regering de in 2005 ingevoerde wet uitvoerig heeft laten evalueren en de meeste van de aanbevelingen tot wetswijziging daadwerkelijk overneemt.

De leden van deze fractie vragen, of de vaste boekenprijs in een globaliserende wereld, waarin boeken en muziek op steeds grotere schaal digitaal beschikbaar komen, de vaste boekenprijs oneindig houdbaar is. Graag vernemen de leden hoe de regering hier tegenaan kijkt en op welke termijn de regering voornemens is opnieuw een evaluatie uit te voeren.

De leden van de SP-fractie constateren dat de vaste boekenprijs een pluriforme markt veiligstelt, waardoor de consument toegang houdt tot een breed en uiteenlopend assortiment. Ook wordt op deze wijze het voortbestaan van kleine zelfstandige ondernemingen niet in gevaar gebracht, die anders niet meer kunnen concurreren met grote ketens. Deze leden vragen wel welke gevolgen dit systeem heeft voor de prijs van boeken.

3. Werknemers- en auteurskorting

De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat uit het oogpunt van deregulering de kortingsregeling in de oorspronkelijke wet voor werknemers beperkt is. Nu wordt deze korting uitgebreid, omdat dit in andere branches ook gebruikelijk is en de vakkennis van werknemers vergroot. Kan de regering toelichten waarom het oogpunt van deregulering minder belangrijk is geworden in de afgelopen vijf jaar, zo vragen de leden.

De leden van de CDA-fractie steunen de doorvoering van een korting voor werknemers. In de memorie van toelichting is te lezen dat de Koninklijke Vereniging van het Boekenvak9 heeft voorgesteld om te komen tot een wettelijke regeling van zowel de werknemers- als de auteurskorting. De regering merkt op dat de mogelijkheid voor een werknemerskorting in de wet wordt opgenomen, omdat deze aansluit bij de doelstellingen van de wet. Voorts meent de regering dat er voor een wettelijke regeling van de auteurskorting onvoldoende argumenten bestaan. Deze wordt dan ook niet in het wetsvoorstel opgenomen. De leden missen een onderbouwing ten aanzien van het niet overnemen van het voorstel tot wettelijke regeling van de auteurskorting. De leden staan in principe sympathiek tegenover de aanbeveling van het boekenvak in deze.

De leden van de voorgenoemde fractie achten het billijk dat een auteur het door hem geschreven boek via zijn uitgever met een korting kan aanschaffen. Het uitgegeven boek is voor de auteur een middel om zichzelf onder de aandacht te brengen en daarmee zijn kansen op inkomen te vergroten. Zij vragen de regering om een nadere onderbouwing van het besluit om geen wettelijke regeling van de auteurskorting op te nemen, zij zullen naar aanleiding daarvan hun standpunt bepalen.

4. Geen vaste prijs meer voor geïmporteerde muziekuitgaven

De leden van de VVD-fractie steunen het voorstel over het afschaffen van de vaste prijs voor geïmporteerde muziekuitgaven van harte. Zij stellen voor de wijzigingen verder door te trekken tot alle uitgaven en boeken die onder de vaste boekenprijs vallen op grond van het gehanteerde argument dat «dit de commerciële belangen schaadt».

De leden van de CDA-fractie vinden het begrijpelijk dat de vaste prijs voor geïmporteerde muziekuitgaven wordt losgelaten. Dat, als gevolg van dit laatste, ook de administratieve lasten in het boekenvak afnemen, achten zij een gunstig neveneffect.

De leden van de SP-fractie stellen vast dat de afschaffing van de vaste prijs voor uit het buitenland geïmporteerde uitgaven van bladmuziek gehoor geeft aan de oproep van het Commissariaat en de Vereniging van Muziekhandelaren. Hier worden vooral organisatorische redenen voor aangevoerd. Commerciële belangen worden geschaad omdat invoering van een vaste prijs in de praktijk door allerlei obstakels wordt gehinderd.

De leden vragen of de argumenten van de invoering van een vaste prijs niet ook gelden voor deze uitgaven van bladmuziek. Richten prijsverschillen die nu mogelijk worden niet ook schade aan, zoals versmalling van het assortiment of de bedreiging van kleine zelfstandigen?

5. Buitenlandse boekverkopers

De leden van de VVD-fractie hebben een vraag naar aanleiding van de zorgen over in het buitenland gevestigde boekverkopers die boeken of muziekuitgaven uit Nederland importeren en ze vervolgens rechtstreeks aan eindafnemers in Nederland verkopen. Zij vragen of de regering kan aangeven of dit met regelmaat gebeurt sinds de inwerkingtreding van de wet en of hij dit kan onderbouwen met cijfers.

In het wetsvoorstel wordt omzeiling van de wet door buitenlandse boekverkopers tegengegaan. De voorgestelde wijziging is verenigbaar met het Europese recht. In de landen om ons heen kunnen we vergelijkingsmateriaal vinden. De kritiek in Frankrijk en Duitsland op de vaste boekenprijs richt zich op de «inflatie van het boek», omdat er zoveel boeken verschijnen. Er wordt ook wel gezegd dat de markt overvoerd is, zo stellen de leden. In Engeland is om onder andere die reden de vaste boekenprijs afgeschaft. Kan de regering de leden inzicht geven in de effecten van de afschaffing in Engeland? Zijn de prijzen gedaald sindsdien? Is er sprake van een toe- of afname in de hoeveelheid titels, zo vragen de leden. Is het aantal verkopende locaties toe- of afgenomen? En hoeveel uitgevers zijn er sinds de afschaffing in Engeland bijgekomen of weggevallen, zo vragen deze leden.

De leden van deze fractie vragen hoe de regering België in dit verband ziet, waar veel Nederlandstalige literatuur vandaan komt.

De voorgestelde wet geldt alleen voor verkopers in de Europese Unie of Europese Economische Ruimte, de leden vragen hoe de regering buitenlandse boekverkopers buiten de Europese grenzen denkt te weren van de Nederlandse boekenmarkt.

Tot slot wordt het gebruik van internet genoemd. De leden zijn van mening dat het internet zwaar onderschat is door de initiatiefnemers van de wet3 in 2004 en dat dit zich nog steeds wreekt anno 2011. In de toekomst, als dat niet het geval is, zullen niet alleen online boekhandels groeien, maar tevens het openbaar stellen van boeken op het internet. De wereld van de wetgeving loopt achter de innovatieve technologische ontwikkelingen aan, zo geeft ook de uitspraak het lid Azough aan die in 2004 zei: «Ik heb nog niemand ontmoet die via internet een boek heeft gelezen.»11 De leden wijzen op deze zinsnede van ongeveer zes jaar geleden en de verandering van de leeswereld nu. Wat is de reactie van de regering op de ontwikkelingen en de voorspellende gaven van de initiatiefnemers? De leden voorzien een beperking van de digitale kansen voor de boekenmarkt en de wijzigingsvoorstellen bestendigen deze beperking. Graag vernemen de leden hoe de regering dit ziet. Zij vragen bovendien of het vereiste van «hoofdzakelijk verkoopactiviteiten in Nederland plaatsvinden» niet juist internetverkopers verjaagt uit Nederland, omdat het gunstiger is te opereren vanuit het buitenland?

De leden van de CDA-fractie waarderen het dat de vaste prijs nu ook gehanteerd moet worden door boekverkopers in het buitenland, die Nederlands- en Friestalige boeken kopen in Nederland, en deze, voornamelijk via nieuwe media, weer in Nederland op de markt brengen. Deze constructie werkt concurrentievervalsend en het is goed dat de wet dat onmogelijk maakt.

De leden van de SP-fractie beschouwen het als een goede zaak dat ook in het buitenland gevestigde verkopers van Nederlandstalige uitgaven inmiddels onder deze wet vallen. Zo blijft ontduiking en een oneerlijke concurrentiepositie zoveel mogelijk beperkt. De toevoeging dat re-importeren ook onder de wet gaat vallen kunnen wij dan ook ondersteunen.

6. Aanpassingen van technische aard

De leden van de CDA-fractie lezen dat onder paragraaf 2.4. van de memorie van toelichting wordt aangegeven dat de definitie van het begrip «boek» nader wordt aangescherpt. In de toelichting missen deze leden echter een verwijzing naar het «E-book». Bij inwerkingtreding van de wet in 2005 bestonden nog geen digitale boeken, maar inmiddels wel. De leden vragen waarom bij de aanpassing van de definitie van het begrip «boek» niet ook de digitale versie is besproken. Valt het E-book buiten de reikwijdte van de wet? Zo ja, is er andere wetgeving waarin de prijzen van digitale boeken zijn geregeld, zo vragen de leden.

7. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

De leden van de CDA-fractie lezen dat in de memorie van toelichting positief wordt geoordeeld over de handhaafbaarheid van de wet. Deze leden kijken hier kritisch tegenaan. Het handhaven van vaste boekenprijzen achten de leden moeilijk in het geval van een opheffingsuitverkoop12 en via websites, opererend vanuit zowel binnen- als buiten Nederland. Kan de regering de zorgen van deze leden wegnemen?

II ARTIKELSGEWIJS

1. Artikel I, Onderdeel A

De leden van de VVD-fractie zien in de definitie van het begrip «boek» een mogelijkheid de werking van de vaste boekenprijs aan te passen. Schoolboeken vallen niet onder de werking van de wet, maar de leden van deze fractie zien ook graag dat wetenschappelijke boeken niet langer onder de vaste boekenprijs vallen. Volgens professor Barbara Baarsma13 is dit onderscheid een onduidelijk en onbegrijpelijk deel van de wet. De leden van deze fractie vragen de reactie van de regering op het schrappen van dit onderscheid.

2. Artikel I, Onderdeel C

De leden van de CDA-fractie stellen dat in de wet voorwaarden worden opgenomen voor het niet toepassen van de vaste prijs bij opheffingsuitverkoop. Er wordt een termijn van drie maanden gesteld aan de duur van de uitverkoop en de uitzondering geldt alleen voor boeken die al in voorraad waren vóór de aanvang van de uitverkoop. De leden kunnen dit billijken, maar zij vragen of deze voorwaarden te handhaven zijn. Hoe stelt de regering voor hier controle op uit te oefenen, zo vragen de leden.

3. Artikel I, Onderdeel D

De leden van de VVD-fractie lezen in de memorie van toelichting bij artikel 13 dat «levering» wordt vervangen door «verkoop». Dit is slechts terminologisch van aard. Kan de regering toelichten hoe de (nieuwe) terminologie in de wet zich verhoudt tot de terminologie in het burgerlijk wetboek ten aanzien van levering, verkoop en koopovereenkomst? De leden krijgen graag van de regering de bevestiging dat dit geen uitbreiding van de reikwijdte van de vaste boekenprijs inhoudt.

Voorzitter van de commissie,

Van Bochove

Adjunct-griffier van de commissie,

Janssen