Gepubliceerd: 16 september 2010
Indiener(s): Ineke van Gent (GL)
Onderwerpen: organisatie en beleid sociale zekerheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32421-5.html
ID: 32421-5

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld16 september 2010

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inhoud

blz.

   

1.

Inleiding

1

2.

Inhoud van het wetsvoorstel

2

2.1

Premieheffing

2

2.1.1

Herleidingsregels 260 dagen in plaats van 261 voor maximumpremie en franchise; harmonisatie met heffing van loonbelasting

2

2.1.2

SV-loontijdvak alleen indien SV-loon genoten, idem bij inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet

2

2.2

Arbeidsongeschiktheid

2

2.2.1

Arbeidsongeschiktheid bij aanvang verzekering

2

2.2.2

Geen wachtdagen ZW als werkgever die hanteert

3

2.2.3

Overlijdensuitkering

3

3.

Financiële gevolgen

3

4.

Commentaren en adviezen

3

Artikelsgewijs

4

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel Wet harmonisatie en vereenvoudiging socialezekerheidswetgeving. Er leven bij deze leden nog enkele vragen ten aanzien van dit wetsvoorstel, deze zijn in dit verslag weergegeven.

De leden van de PvdA-fractie hebben met interesse kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel, de vragen van deze leden zijn opgenomen in dit verslag.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van dit wetsvoorstel. Zij steunen van harte het streven van de regering om met deze wet de uitvoering door het UWV te vereenvoudigen, de uitkeringsvaststelling te versnellen en de inzichtelijkheid van het stelsel voor verzekerden te vergroten. De vragen over het wetsvoorstel zijn opgenomen in dit verslag.

2. Inhoud van het wetsvoorstel

De leden van de VVD-fractie vragen de regering nader in te gaan op de aanleiding voor dit wetsvoorstel. Zij vragen de regering daarbij de volgende vragen te beantwoorden. Hoe is deze selectie van voorstellen tot vereenvoudiging en harmonisering tot stand gekomen? Zijn er ook andere mogelijkheden tot vereenvoudiging en harmonisering onderzocht, en zo ja, waarom hebben deze mogelijkheden niet tot een voorstel tot wetswijziging geleid? Zijn er nog andere mogelijkheden tot vereenvoudiging en harmonisering die niet in het wetsvoorstel zijn opgenomen?

De leden van de PvdA-fractie vragen wat op dit moment het gevolg is voor de uitvoering van het voorliggende wetsvoorstel gegeven het feit dat het voorstel verwijst naar de Wet Uniformering Loonbegrip die, zoals vermeld in het nader rapport (Kamerstuk 32 421, nr. 4), controversieel is verklaard.

2.1 Premieheffing

2.1.1 Herleidingsregels 260 dagen in plaats van 261 voor maximumpremie en franchise; harmonisatie met heffing van loonbelasting

De leden van de VVD- en CDA-fractie vragen de regering nader in te gaan op de beslissing om het maximum dagloon voor de werknemersverzekeringen aan de uitkeringskant te handhaven op 261 dagen. Wat bedoelt de regering met het argument dat er geen dwingende reden is om ook voor de uitkeringen uit te gaan van maximaal 260 dagen? Op welke wijze weegt dit argument zwaarder dan het doel van het wetsvoorstel, namelijk harmonisering en vereenvoudiging? Zijn er ook nadelen verbonden aan handhaving op 261 dagen aan de uitkeringskant?

2.1.2 SV-loontijdvak alleen indien SV-loon genoten, idem bij inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet

De leden van de VVD- en CDA-fractie vragen naar de stand van zaken ten aanzien van de uitwerking van het Actal-standpunt betreffende de systematiek van het voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR-systematiek).Wat zijn de kosten van toepassen van deze systematiek en staan deze kosten in verhouding tot de opbrengsten als rekening wordt gehouden met een eventuele uitwerking van het standpunt van Actal binnen twee of drie jaar?

2.2. Arbeidsongeschiktheid

2.2.1 Arbeidsongeschiktheid bij aanvang verzekering

De leden van de VVD- en CDA-fractie vragen of voorafgaand aan deze voorgestelde regeling onderzoek is gedaan naar de wijze waarop UWV de methode waarmee de medische beoordeling wordt uitgevoerd, kan worden verbeterd. Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat zijn de uitkomsten van dit onderzoek en waarom is niet gekozen voor verbetering van de medische beoordeling? De leden van de VVD- en CDA-fractie vragen de regering waarop zij de verwachting baseert dat de uitkeringslasten met circa 0,2 miljoen Euro zullen toenemen, daar waar het gaat om het schrappen van de regeling om ziekengeld c.q. een arbeidsongeschiktheidsuitkering te weigeren indien de arbeidsongeschiktheid bestond op de dag dat de verzekering aanving of binnen een half jaar daarna intrad terwijl dit kon worden verwacht? Om hoeveel uitkeringen gaat het hierbij? Kan de regering met een berekening onderbouwen en inzichtelijk maken hoe de toename van de uitkeringslasten van 0,2 miljoen Euro tot stand komt? Hoe groot acht de regering de kans op een aanzuigende werking van een beroep op de Ziektewet (ZW) als gevolg van het schrappen van de uitsluitingsgronden? De leden van de VVD- en CDA-fractie vragen hierop een reactie van de regering.

De leden van de VVD-fractie vragen waarom niet is gekozen voor verbetering van de medische beoordeling in plaats van het schrappen van de uitsluitingsgronden. De leden van de VVD-fractie vragen wat de gevolgen zijn van voorliggende wijziging voor werkgevers met betrekking tot de Sectorfondspremie en eventueel Werkhervattingskas-premie. Worden werkgevers gecompenseerd voor een toename van de lasten? Hoe groot is de verschuiving van arbeidsongeschiktheidslasten (uit de algemene middelen of het Arbeidsongeschiktheidsfonds) naar de Sectorfondsen?

2.2.2 Geen wachtdagen ZW als werkgever die hanteert

Is het waar dat, in dit voorstel, ziekengeld als gevolg van een no riskpolis, over de eerste twee wachtdagen uit de Sectorfondsen wordt gefinancierd? Zo ja, kan de regering met een berekening onderbouwen en inzichtelijk maken welke gevolgen deze wijziging heeft voor de lasten van de Sectorfondsen? De leden van de VVD- en CDA-fractie vragen de regering hierop een reactie.

2.2.3 Overlijdensuitkering

Welke stijging van het aantal overlijdensuitkeringen verwacht de regering, vragen de leden van de VVD-fractie.

3. Financiële gevolgen

De leden van de VVD- en CDA-fractie vragen de regering met een berekening inzichtelijk maken welke gevolgen dit wetsvoorstel heeft in termen van de totale lastenstijging voor werkgevers (in de Sectorfondsen, Arbeidsongeschiktheidsfonds, etc.)?

Wat zijn de koopkrachteffecten voor uitkeringsgerechtigden van de verschillende voorstellen die in deze wet worden gedaan? De leden van de PvdA-fractie vragen hierop een reactie van de regering.

4. Commentaren en adviezen

Onder 4.1 van de Memorie van Toelichting op dit wetsvoorstel wordt opgemerkt dat overleg met het UWV heeft plaatsgevonden over de juridische vertaling van het voorstel 2.1.5. ten aanzien van de werkgeversbetalingen. De leden van de VVD-fractie vragen de regering hier nader op in te gaan? Wat is er uit dit overleg gekomen?

De leden van de VVD- en CDA-fractie constateren dat in de Memorie van Toelichting onder 4.1. wordt opgemerkt dat de opmerkingen van het UWV (over de vaststelling en herleiding naar een dagbedrag van de inkomsten uit arbeid tijdens het ontvangen van ziekengeld) en de SVB (over het voornemen om de delegatiegrondslag voor de inkomensbesluiten te harmoniseren), bij de totstandkoming van het algemene inkomensbesluit zal worden betrokken. Kan de regering nader ingaan op de opmerkingen van het UWV en SVB? Kan de regering tevens ingaan op de opmerking van de SVB dat als bepaalde inkomensbestanddelen straks wel als inkomen worden aangemerkt, dit wijzigingen in de hoogte van de uitkering met zich mee zal brengen? Hoe verhoudt dit zich tot de opmerking in de Memorie van Toelichting onder 2.2.9 dat het voorstel als zodanig geen gevolgen heeft voor het recht op, de hoogte en de duur van de uitkeringen? De leden van de VVD- en CDA-fractie vragen hierop een toelichting.

De leden van de VVD-fractie vragen of de regering het mogelijk acht dat het tot stand te komen algemene inkomensbesluit wel wijzigingen in het recht op, de hoogte of de duur van de uitkeringen zal brengen.

Artikelsgewijs

De leden van de VVD- en CDA-fractie vragen de regering te expliciteren wat de streefdatum voor inwerkingtreding voor de verschillende onderdelen van dit wetsvoorstel is.

De leden van de VVD-fractie vragen of de regering voornemens is de werking van deze wet te zijner tijd te evalueren, en zo ja, binnen welk tijdsbestek.

De fungerend voorzitter van de commissie,

Van Gent

Adjunct-griffier van de commissie,

Santucci