Kamerstuk 32317-440

Verslag van een algemeen overleg

JBZ-Raad

Gepubliceerd: 14 september 2016
Indiener(s): Loes Ypma (PvdA), Malik Azmani (VVD)
Onderwerpen: europese zaken internationaal
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32317-440.html
ID: 32317-440

Nr. 440 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 14 september 2016

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie en de vaste commissie voor Europese Zaken hebben op 6 juli 2016 overleg gevoerd met de heer Dijkhoff, Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, over:

  • de brief van de Minister van Veiligheid en Justitie d.d. 29 juni 2016 inzake geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 7 en 8 juli 2016 (Kamerstuk 32 317, nr. 427);

  • de brief van de Minister van Veiligheid en Justitie d.d. 27 juni 2016 inzake verslag van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, gehouden in Luxemburg op 9 en 10 juni 2016 (Kamerstuk 32 317, nr. 424);

  • de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 10 juni 2016 inzake fiche: Wijziging verordening afschaffing visumplicht Kosovo (Kamerstuk 22 112, nr. 2152);

  • het voorstel van de Europese Commissie d.d. 22 juni 2016 inzake EU-voorstel: Richtlijn toegangs- en verblijfsvoorwaarden voor hooggekwalificeerde arbeidskrachten van buiten de EU (blauwe kaartregeling) COM (2016) 378 (Engelstalige versie);

  • het voorstel van de Europese Commissie d.d. 22 juni 2016 inzake EU-voorstel: Mededeling over een nieuw partnerschapskader met derde landen (Migratiecompact) COM (2016) 385;

  • de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 24 juni 2016 inzake fiche: Richtlijn Europese Blue Card (Kamerstuk 22 112, nr. 2155).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, Ypma

De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Azmani

De griffier van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, Nava

Voorzitter: Ypma

Griffier: Hessing-Puts

Aanwezig zijn negen leden der Kamer, te weten: Azmani, Fritsma, Gesthuizen, Keijzer, Recourt, Sjoerdsma, Voordewind, Voortman en Ypma,

en de heer Dijkhoff, Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.

Aanvang 12.03 uur.

De voorzitter:

Ik heet de Staatssecretaris, alle ondersteuning, mijn collega's en de belangstellenden hartelijk welkom. We hebben een spreektijd afgesproken van drie minuten.

De heer Recourt (PvdA):

Voorzitter. Ik begin met Griekenland. De Europese Commissie stelt dat het streven is voor het einde van het jaar de Dublinoverdrachten naar Griekenland te kunnen hervatten. De Commissie wil een stappenplan invoeren om de tekortkomingen, zoals beschikbaarheid van open opvangcentra, toegang tot de asielprocedure en de omgang met minderjarige asielzoekers, bloot te leggen en te bestrijden. Eventuele hervatting van Dublintransfers is wel onderhevig aan rechterlijke controle, aldus de Europese Commissie. Kan de Staatssecretaris vertellen hoe deze controle eruitziet? Vindt deze controle plaats door Griekenland of door Europa?

Het lijkt ons vooralsnog geen goed idee om die Dublintransfers naar Griekenland op korte termijn te hervatten, omdat er nog een groot aantal mensen in Griekenland vastzit, omdat het aantal herverdelingen teleurstellend laag is en omdat de Grieken nog altijd moeite hebben om opvang en procedures te organiseren. We kunnen er niet van uitgaan dat vluchtelingen daar voldoende bescherming krijgen. Op welke momenten wordt de Kamer geïnformeerd over de volgende stappen in dit proces?

Uit het tweede voortgangsverslag van het EU-Turkije-akkoord blijkt dat de uitvoering vordert, maar dat de resultaten nog steeds achterblijven. Er zou worden gestreefd naar het opheffen van de visumplicht, maar nog steeds zijn niet alle benchmarks gehaald. Is er op dit terrein voortgang geboekt, de afgelopen maand? Hoe verhoudt dit zich tot mogelijke aanscherpingen van het terrorismebeleid van de Turkse regering, na de aanslag op het Atatürkvliegveld?

De fractie van de Partij van de Arbeid vindt het teleurstellend dat er nog helemaal niets is gebeurd op het gebied van herhuisvesting. Door een gebrek aan politieke wil komt dit er niet van, terwijl het een belangrijk onderdeel is van het akkoord dat gesloten is. Deze belofte moet alsnog worden waargemaakt om te laten zien dat er een alternatief is voor mensensmokkel, om Turkije te ontlasten en om vluchtelingen de bescherming te bieden waar zij recht op hebben. Het is belangrijk voor de Partij van de Arbeid dat deze deal meer is dan het tegenhouden van vluchtelingen aan onze buitengrenzen. Mijn fractie vraagt daarom opnieuw wat de voornemens zijn van de Staatssecretaris om dit verder te stimuleren.

Naast het EU-Turkije-akkoord liggen er ook nog afspraken over hervestiging en herverdeling. Sinds vorig jaar september zijn er 2.280 mensen herplaatst, terwijl de EU-lidstaten 106.000 herplaatsingen hadden toegezegd. Op welke maatregelen wordt in de conclusies van de Europese Raad gedoeld om de uitvoering van bestaande herplaatsings- en herverdelingsregelingen te versnellen?

Tot slot het EU-voorstel met de mededeling over een nieuw partnerschapskader met derde landen, het Migratiepact. De Europese Commissie heeft begin juni een niet-wetgevend nieuw partnerschapskader gepresenteerd, het Migratiepact. Op de agenda staat Migratiecompact, maar volgens mij moet dat Migratiepact zijn. Hierin wordt voorgesteld om een combinatie van positieve en negatieve prikkels te integreren in het ontwikkelings- en handelsbeleid van de EU. De PvdA-fractie waardeert de inspanningen voor een betere samenwerking tussen lidstaten bij het migratiebeleid, maar vraagt zich wel af wat de juridische status is van die pacten, wat de rol is van het Europees Parlement en hoe deze pacten worden vastgesteld. Het lijkt ons niet mogelijk en niet wenselijk om een Turkijedeal toe te passen op Libië. Voorwaarde is immers dat het een veilig derde land is en Libië is dat niet.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik heb een vraag over hervestiging. De heer Recourt zegt terecht dat dit enorm achterblijft. We zitten pas op 2.200, terwijl het streefgetal 106.000 was. Vindt de fractie van de Partij van de Arbeid ook dat het tijd is dat Nederland zich wat proactiever opstelt? Ik denk dat je daarmee ook zou kunnen regelen dat er meer mensen hervestigd worden.

De heer Recourt (PvdA):

Daar ben ik het helemaal mee eens. Ik vraag de Staatssecretaris om actie op dit punt. Hij gaat naar Bratislava. Daar gaat hij met zijn collega's overleggen. Dit blijft ongelofelijk achter. Dat heeft mijn collega al keer op keer op keer op keer op keer aan de orde gesteld. Die teleurstelling deel ik met GroenLinks.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik zie de Staatssecretaris lachen. Hij weet natuurlijk dat hij naar Bratislava gaat. Vraagt de Partij van de Arbeid nu om in Bratislava aan te geven dat Nederland in elk geval een bepaald aantal mensen zal opnemen?

De heer Recourt (PvdA):

Nederland moet doen wat Nederland moet doen. Dat betreft het Nederlandse deel, maar wat mij betreft gaat het nog verder. Ik roep de Staatssecretaris ook op om zijn collega's op te porren, zodat zij doen wat zij moeten doen. Als dat het geval is, zal er niet meer zo'n beschamende achterstand zijn. Ik zeg eigenlijk dat wij wat verder moeten gaan. Niet alleen moet Nederland doen wat het zelf moet doen, maar het moet ook de andere lidstaten er stevig op aanspreken.

Dan ga ik snel verder, want ik ben bijna aan het eind van mijn bijdrage. Libië is dus geen veilig derde land. Wat zijn de ambities van Nederland op deze informele JBZ-Raad? We moeten foute regeringen niet belonen voor het tegenhouden van vluchtelingen, die mogelijk voor datzelfde regime op de vlucht zijn. Een EU-Turkije-akkoord kan dus niet zonder meer van toepassing zijn op Libië.

De heer Azmani (VVD):

Voorzitter. Ik wil beginnen met complimenten aan de Staatssecretaris, maar vooral aan alle ambtenaren die het afgelopen halfjaar ontzettend druk bezig zijn geweest met het voorzitterschap en wat we daarbij hebben kunnen realiseren. Ik dank de Staatssecretaris dat hij al zo snel een terugblik aan de Kamer heeft gezonden. Het belangrijkste punt bij het asiel- en migratiedossier is de Europese grens- en kustwacht. Dat proces is heel snel doorlopen. Daarvoor complimenteer ik de ambtenaren. Het andere punt betreft de afspraken met Turkije, die een fundamentele hervorming zijn van het migratiebeleid. Daar is de eerste aanzet toe gegeven.

In het verslag lezen we dat er zorgen zijn over de snelheid en de voortvarendheid van wat er in Griekenland plaatsvindt. Het gaat dan om de besliscapaciteit en het succesvol kunnen terugplaatsen van mensen naar Turkije. Dan is er mogelijk ook wat meer animo voor hervestiging. Er zijn al 2.280 mensen herplaatst vanuit Turkije en maar 650 teruggekeerd, zoals in het verslag te lezen is. Dan vind ik het niet zo vreemd dat er niet meer pledges zijn van de lidstaten.

Het is een bekende vraag aan de Staatssecretaris, want die wordt elke keer in dit algemeen overleg gesteld: wat is de stand van zaken? Wordt de besliscapaciteit daadwerkelijk enorm opgeschroefd, met medewerking van andere lidstaten? Het is van belang om dit voortvarend op te pakken, gezien de humanitaire situatie in Griekenland. In die zin ben ik wel teleurgesteld over wat er is gebeurd.

Dan de centrale Middellandse Zee. Er zijn berichten over mensen die worden gered, maar er zijn ook bijna wekelijks berichten over mensen die het niet hebben gered. Ik vind dat een groot drama, dat weet men ook van mij. Daarom is mijn vraag wat de stand van zaken is bij de afspraken met landen in Afrika. Dan heb ik het niet alleen over het Migratiecompact, dat ik zie als een belangrijke eerste stap. Zijn er ook andere ontwikkelingen, bijvoorbeeld met landen als Egypte en Tunesië? Wat vindt er plaats in Italië, vraag ik mij af. Is er sprake van doorverwijzen naar andere landen of houdt Italië zich aan de afspraken en worden mensen die in Italië komen, geregistreerd en doorlopen zij de procedure? We hebben er toch mee te maken dat er een grotere groep economische migranten tussen zit.

Er staat ook een fiche op de agenda over visumliberalisatie met betrekking tot Kosovo. Ik begrijp dat dit niet wordt besproken tijdens de informele raad. Er lopen ook trajecten voor visumliberalisatie inzake Georgië, Oekraïne en Turkije. Mag ik ervan uitgaan dat dit proces niet eerder dan dit najaar zal plaatsvinden?

Dan kom ik op de herziening van de richtlijn met betrekking tot de blue card. Om eerlijk te zijn, ik zie weinig ambitie. Het is meer van hetzelfde, alleen het toepassingsbereik wordt wat vergroot. Ik heb twee zorgen. De eerste betreft de vervanging van de nationale regeling. Er is door de Staatssecretaris wat over opgenomen bij het fiche. Ik vind dat deze niet teniet moet worden gedaan. Je moet ook baas zijn in eigen huis, dus je moet zelf arbeidsmarktpolitiek kunnen en durven bedrijven. Ik maak mij zorgen over de ontwikkelingen om de mobiliteit binnen de EU verder te stimuleren, zodat mensen via andere EU-lidstaten de arbeidsmarkt op komen. Ik zou zeggen dat de ambitie groter mag zijn bij het toepassingsbereik. Ik denk dan aan een hybride migratiemodel, waarbij een vergelijking kan worden gemaakt met Australië.

De voorzitter:

U bent ruim een minuut over uw tijd.

De heer Azmani (VVD):

Dan moet ik helaas eindigen. Ik hoor graag van de Staatssecretaris of hij die twee zorgen die ik heb geuit, deelt en of hij die zo dadelijk ook gaat ventileren.

De heer Fritsma (PVV):

De heer Azmani had het over een tijdpad voor visumliberalisatie voor Kosovaren. Waarom accordeert de VVD eigenlijk die visumliberalisatie voor Kosovaren?

De heer Azmani (VVD):

Volgens mij accordeert de VVD-fractie die visumliberalisatie voor Kosovaren niet, omdat we kunnen vaststellen dat aan twee voorwaarden van de roadmap niet wordt voldaan.

De heer Fritsma (PVV):

Dat is natuurlijk technisch. Iedereen weet dat, als wel aan die voorwaarden wordt voldaan, de VVD-fractie dat toch weer gaat accepteren en de grenzen wijder openzet, in dit geval voor Kosovaren. We weten waar visumvrij reizen toe leidt. Het leidt bijvoorbeeld tot een toename van illegaliteit. Nogmaals de vraag: waarom accordeert de VVD-fractie die visumliberalisatie voor Kosovaren, als aan die voorwaarden wordt voldaan?

De heer Azmani (VVD):

De heer Fritsma weet net zo goed als ik dat er in het verleden met heel veel landen trajecten voor visumliberalisatie zijn afgesproken. Een deel daarvan is al geïmplementeerd. Het gaat dan ook om landen waarvan ik mij afvraag of daar sprake moet zijn van visumliberalisatie, zoals landen in het Midden-Oosten. Dit zijn afspraken die in het verleden zijn gemaakt. Afspraak is afspraak, volgens mij. Er zijn voorwaarden vastgesteld. Ik moet vaststellen dat Kosovo op dit moment niet voldoet aan twee van die voorwaarden, dus er is op dit moment geen sprake van visumliberalisatie voor Kosovo.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik dank de Staatssecretaris voor het verslag dat hij heeft gestuurd aan de Kamer, met daarin de stand van zaken. Daarin kunnen we lezen dat er weliswaar minder mensen op de Middellandse Zee zijn omgekomen, maar dat er nog steeds een grote humanitaire ramp gaande is, als het gaat om de vluchtelingen die op het land zijn gearriveerd. Dat geldt voor de hotspots in Griekenland, voor het vasteland en voor de situatie van de vluchtelingen in Turkije. Ik zal daar zelf komend weekend poolshoogte gaan nemen hoe het met de vluchtelingen staat.

Daarover zijn nog veel vragen te stellen, bijvoorbeeld wat nu precies de status is van de niet-Syrische vluchtelingen in Turkije. Zijn er voor hen al werkvergunningen afgegeven? Denk aan Iraakse vluchtelingen die moesten vluchten wegens de dreiging van ISIS. Eerder hebben we gehoord dat er 1.000 werkvergunningen waren afgegeven voor de Syrische vluchtelingen. Is dat aantal inmiddels verhoogd? We spreken over 2,7 of 2,8 miljoen vluchtelingen die in Turkije vastzitten sinds de Turkijedeal.

We hebben eerder gesproken over de schietincidenten aan de Turks-Syrische grens. UNHCR zou onderzoek doen. Is er al meer bekend over dat onderzoek van UNHCR? Dat is waarschijnlijk niet openbaar, maar ik neem toch aan dat er contacten zijn met UNHCR over dit soort grove schendingen van de rechten van vluchtelingen, op het moment dat zij moeten vluchten.

Er zijn berichten over hogeropgeleiden die worden vastgehouden in Turkije, terwijl lageropgeleiden worden doorgestuurd naar Europa of wel mogen vertrekken voor hervestiging in Europa. Die zinsnede begreep ik niet helemaal: dat over en weer benadrukt wordt dat de EU en Turkije niet mogen selecteren op basis van opleidingsniveau. Dat is een waarschuwing waaruit blijkt dat het wel gebeurt. Ik hoor graag van de Staatssecretaris wat er nu gebeurt als het gaat om dat opleidingsniveau. Dat is toch helemaal geen criterium bij het opvangen van vluchtelingen?

Dan kom ik op de migratieakkoorden. We hebben er al eerder de vinger op gelegd dat de Europese Unie honderden miljoenen besteedt aan regimes in Eritrea en Sudan waar wij het liefst geen zaken mee zouden doen. Afgelopen week is er een motie aangenomen om het geld dat voor Eritrea en Sudan beschikbaar zou moeten komen, via de ngo's te laten lopen in plaats van deals te sluiten met mensen die hier voor het hekje in Den Haag horen te staan. Hoe gaat de Staatssecretaris daarop aandringen binnen Europa?

Een ander onderwerp is Griekenland. Er zitten 8.000 migranten vast op de Griekse eilanden en 50.000 op het vasteland. Klopt het dat er maar weinig vooruitgang is geboekt bij de asielprocedure voor deze mensen? Is er nu een flinke toename van de capaciteit om dat wel te gaan doen? Ik sluit mij aan bij de vraag van collega Recourt over hoe het zit met Dublinclaimanten, als het gaat om het terugsturen naar Griekenland. Daar mag toch geen sprake van zijn, gezien het humanitaire drama dat daar aan de gang is?

Tot slot de situatie op de Middellandse Zee. We begrijpen dat er ook mensen vanuit Egypte de oversteek maken. In hoeverre strekt het mandaat van Frontex ook tot de kust van Egypte? Er is nu een deal gesloten met de kustwacht van Libië, maar het verschuift nu weer naar Egypte. Zijn er contacten met Egypte, om te zien of daar gepatrouilleerd zou kunnen worden namens Frontex?

Er zou sprake van zijn dat de publicatie van een rapport van het European Asylum Support Office (EASO) over de vraag of Turkije een veilig derde land is, achtergehouden zou worden. Kent de Staatssecretaris dat rapport? Is hij bereid om dat naar de Kamer te sturen?

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Bij deze overleggen bespreken we altijd de kabinetsinzet bij EU-aangelegenheden. Terwijl overal in Europa, ook in Nederland, de weerzin tegen die ondemocratische EU toeneemt, heeft het kabinet daar helaas totaal geen boodschap aan. Het kabinet blijft inzetten op steeds meer EU. Het kabinet wil dat we nog veel meer bevoegdheden inleveren. Denk ook aan de Europese grens- en kustwacht, waarmee de soevereiniteit van alle lidstaten ernstig geweld wordt aangedaan. Dat staat symbool voor een heel verkeerde koers. De PVV blijft het kabinet oproepen om die koers te wijzigen en te kiezen voor de eigen nationale grenzen, eigen grensbewaking en eigen toelatingsbeleid. Het kabinet kan daarbij een voorbeeld nemen aan Hongarije. Dat land laat zich niet zomaar asielzoekers opdringen door Brussel en schrijft daar zelfs een referendum over uit. Gezonde daadkracht die bij dit kabinet helaas ver te zoeken is.

De wereldvreemde Brusselse maatregelen, die we kunnen missen als kiespijn, zijn echt te veel om op te noemen, maar ik pak er toch een paar uit. In sneltreinvaart worden inwoners van verschillende landen vrijgesteld van de visumplicht; ik had het er net al over met collega Azmani. Waarom moeten we goedvinden dat bijvoorbeeld Kosovaren hier straks zonder visum en zonder alle bijbehorende controles naartoe kunnen reizen? Wat schiet de Nederlandse burger daar precies mee op? Ik weet dat nog niet aan alle voorwaarden is voldaan, maar iedereen weet ook dat dit gebeurt, als de Europese Commissie straks besluit dat wel aan alle voorwaarden is voldaan. Het moet een principieel punt zijn om daar juist niet in mee te gaan. Graag een reactie.

We lezen dat de EU met nog meer derde landen immigratiepartnerschappen of -pacten wil aangaan. Dat betekent in concreto, als je de achterliggende stukken goed leest, dat er veel meer geld gaat naar al die landen. Dan moeten alle alarmbellen gaan rinkelen, want uit een rapport van de Europese Rekenkamer bleek al dat dit weggegooid geld is. Beschreven is dat de doeltreffendheid van zulke uitgaven niet aan te tonen is en dat de resultaten, bijvoorbeeld op het gebied van terugkeer, heel beperkt zijn. Dat rapport was vernietigend. Waarom gaat het kabinet mee in deze lijn?

Die immigratiepacten brengen ook met zich mee dat de legale migratie vanuit die derde landen moet worden gestimuleerd. Dat staat er letterlijk. Kan de Staatssecretaris specificeren om wat voor legale migratie het gaat? Nog belangrijker is het om daar een stokje voor te steken.

Het stimuleren van legale migratie komt ook steeds terug als het gaat om arbeidskrachten. We kennen al de bizarre EU-richtlijn over seizoenarbeid. In het kader van blue cards wil de EU zich ook richten op het binnenhalen van hogeropgeleiden. Nu hebben we in Nederland 120.000 werkloze hogeropgeleiden. Daar moet het kabinet natuurlijk eerst oog voor hebben. Dat ontbreekt ook in onze eigen kennismigratieregeling. Deze heeft niet eens een schaarstecriterium, om maar wat te noemen, maar alleen een salariscriterium.

Tot slot heb ik nog een vraag over de Turkijedeal. De Staatssecretaris heeft recentelijk aangegeven dat ook Syriërs die in Griekenland asiel hebben aangevraagd, na een korte procedure moeten terugkeren naar Turkije. In hoeveel gevallen is dit tot nu toe gelukt?

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. De naderende JBZ-Raad is de eerste onder het EU-voorzitterschap van Slowakije. Ik weet nog niet of dat een feest gaat worden. Hoe kan een premier die stelt dat de islam geen plek heeft in Slowakije, de vluchtelingenproblematiek in goede banen leiden? Hij is bovendien een man die elk progressief plan over migratie zal torpederen. Het is alom bekend dat Slowakije het Europees migratiebeleid tegenwerkt. Er heeft nog geen enkele hervestiging plaatsgevonden van een vluchteling uit Italië of Griekenland naar Slowakije. Ook vecht Slowakije het EU-besluit over vluchtelingenquota aan bij het Europees Hof. Mijn fractie heeft dan ook grote zorgen over de focus van het Slowaaks voorzitterschap. Deze focus lijkt beperkt te zijn tot grensbeheer, waardoor herplaatsing en hervestiging van vluchtelingen geen prioriteit meer lijken te hebben. Deelt de Staatssecretaris die inschatting?

Ik vraag dat ook, omdat er nog duizenden vluchtelingen vastzitten in Griekenland en Italië. Het voortgangsrapport van juni laat zien dat er de afgelopen maand slechts 780 mensen zijn herplaatst; veel minder dan de geplande 6.000. Hoe kan een EU-voorzitter als Slowakije ervoor zorgen dat dit aantal omhoog gaat, terwijl het zelf nog geen enkele vluchteling overgenomen heeft? Ik sluit mij aan bij de scherpe vragen van de heer Recourt over de Nederlandse inzet op het gebied van herplaatsingen.

Dan de EU-Turkijedeal. Omdat er zo weinig vluchtelingen herplaatst zijn, verblijven er nog vele duizenden vluchtelingen in Griekenland, onder slechte omstandigheden. Desondanks is nu het plan om Dublintransfers van asielzoekers terug naar Griekenland eind dit jaar te hervatten. Is de Staatssecretaris het met mijn fractie eens dat dit een belachelijk idee is? Hoe denkt hij dat Griekenland nog meer vluchtelingen aankan? Het herplaatsingsbeleid was toch juist opgezet om de druk op Griekenland te verminderen? Hoe is dat met elkaar te rijmen? Het is overduidelijk dat het tijd wordt voor een volwaardig Europees asiel- en migratiebeleid, met een eerlijke verdeelsleutel, in plaats van telkens terug te vallen in die oude Dublinreflex.

In de gisteren toegezonden terugblik op het Nederlands voorzitterschap wordt ook jubelend over de EU-Turkijedeal gesproken. De enige kritische noot is dat er wordt gesproken over «terugkerende uitdagingen», ik citeer. Worden hiermee ook de Griekse beroepscommissies bedoeld, die keer op keer oordelen dat Turkije geen veilig derde land is? Ik vraag dat ook omdat kranten berichten dat deze commissies vanaf maandag in hun geheel vervangen worden, in de hoop dat zij nu wel oordelen dat Turkije een veilig derde land is. Is de Staatssecretaris het met mijn fractie eens dat een rechterlijk stelsel herzien, enkel en alleen omdat deze beroepscommissies niet de gewenste uitspraak deden, behoorlijk ver gaat? Of ziet hij deze commissies als een kink in de kabel, zoals de premier het zelf zei?

Dan de migratiecompacts. Ongeveer een maand geleden heeft de Commissie voorgesteld om verschillende compacts te sluiten met Afrikaanse herkomst- en transitlanden van migranten. Mijn fractie is zeer kritisch over dit voorstel, net als de Rekenkamer, maar wel met een andere invalshoek dan de voorgaande spreker. Financiële steun in ruil voor het terugnemen van migranten gaat illegale migratie niet stoppen, zoveel is duidelijk. Geld voor ontwikkelingssamenwerking moet worden gebruikt voor ontwikkelingssamenwerking en niet om onze eigen verantwoordelijkheid af te kopen. Ondemocratische autoriteiten staan vooruitgang in de weg. Europa moet juist samenwerken met ngo's en de lokale bevolking. Wij moeten via handel en de versterking van mensenrechten investeren in democratisering. Kan de Staatssecretaris garanderen dat ontwikkelingshulp niet afhankelijk zal zijn van prestaties op migratiegebied? Het is bewezen dat het niet werkt. Kan de Staatssecretaris ook garanderen dat landen als Eritrea en Sudan niet gaan profiteren van deze rare compacts?

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. GroenLinks maakt zich grote zorgen over de plannen van de Europese Commissie. De Commissie wil afspraken maken met allerlei ondemocratische landen om de hoeveelheid vluchtelingen die naar Europa komt, te beperken. In ruil daarvoor krijgen deze landen financiële steun van de Europese Unie, in een op maat gesneden deal. Net als bij de Turkijedeal lijkt het belang van de vluchteling onderaan de lijst van prioriteiten te bungelen bij deze nieuwe deals. GroenLinks is een voorstander van financiële steun voor opvang in de regio en van ontwikkelingssamenwerking om de oorzaken van migratie aan te pakken, maar het gaat ons te ver om er de verplichting aan te verbinden voor arme of instabiele landen om migratie te beperken. Geld voor ontwikkelingssamenwerking is niet bedoeld om onze verantwoordelijkheid in de wereld af te kopen.

Vorige week nog spraken wij in de plenaire zaal over het verschrikkelijke regime in Eritrea. Eritrea dreigt 200 miljoen aan hulp te krijgen van de Europese Unie in ruil voor migratiebeperking, terwijl dat land al een «shoot to kill»-beleid heeft voor mensen die het land proberen te ontvluchten. In de Commissiemededeling vinden we plannen om een deal te sluiten met Ethiopië, een land waarover vorige maand een rapport verscheen van Human Rights Watch, waaruit bleek dat de overheid excessief en dodelijk geweld heeft gebruikt tegen demonstranten. In Turkije houden de berichten aan dat de Turkse grenswacht op vluchtelingen uit Syrië schiet. Vindt het kabinet het acceptabel als wij via deze deals zulk optreden medefinancieren? Vindt het kabinet het correct dat geld voor ontwikkelingssamenwerking zo mogelijk aan grensbewaking wordt uitgegeven? Of deelt het kabinet de mening van GroenLinks dat daar nooit sprake van mag zijn?

Ik wil graag horen van de Staatssecretaris hoe de besluitvorming over deze Commissiemededeling zal plaatsvinden. Wordt het Europees Parlement erbij betrokken? Krijgt de Tweede Kamer er nog iets over te zeggen? Of komt het, net als bij de Turkijedeal, opnieuw neer op een schimmige deal, waarvan de juridische status onduidelijk is? Ik hoor graag een toezegging dat het kabinet de Kamer direct zal informeren, telkens als er een deal wordt gesloten tussen de Europese Unie en een derde land.

Inmiddels heeft er nog steeds geen onafhankelijk onderzoek plaatsgevonden naar de toedracht van de beschietingen van vluchtelingen door de Turkse grenswacht. Onlangs zegde Minister Ploumen in het vragenuur op mijn vragen toe contact op te nemen met de Turkse regering. Kan de Staatssecretaris namens het kabinet toelichten op welke toonhoogte de Turkse regering de misstanden ditmaal heeft ontkend? Dan kunnen we alsnog concluderen dat we daar niets aan hebben en hopelijk alsnog overgaan tot een onafhankelijk onderzoek. Ik hoor hierop graag een reactie.

Ik vind het zorgwekkend om in het verslag van de vorige JBZ-Raad te lezen dat de aanwezige bewindspersonen hun zorgen hebben geuit over het lage aantal uitzetting vanuit Griekenland naar Turkije. Is dat nu het toppunt van prioriteit? Blijkbaar is men ontevreden dat het recht zijn beloop krijgt en dat vluchtelingen die niet teruggestuurd mogen worden, ook daadwerkelijk niet worden uitgezet. Is de Staatssecretaris bereid in de JBZ-Raad afstand te nemen van de druk die op Griekenland wordt gelegd om afbreuk te doen aan de wettelijke bescherming en de beroepsmogelijkheden voor asielzoekers daar? Het beleid moet gericht zijn op opvang en humane behandeling van vluchtelingen en niet op het buiten de deur houden van mensen die vluchten voor oorlog en geweld.

De heer Azmani (VVD):

Ik zit mevrouw Voortman aan te horen, maar ik vind het standpunt van GroenLinks onbegrijpelijk over datgene wat er nu gebeurt in de Middellandse Zee, met vreselijke menselijke drama's. Het antwoord is dan dat we deze mensen allemaal maar moeten gaan opvangen, terwijl we met z'n allen donders goed weten – ook mevrouw Voortman – dat er voor een belangrijk deel economische migratie uit Afrika onder zit en dat er veel minderjarige vreemdelingen die kant op komen.

De voorzitter:

En wat is uw vraag?

De heer Azmani (VVD):

Ik vind het onbegrijpelijk dat terwijl er nu een oplossing wordt gezocht om afspraken te maken met landen om die migratie in goede banen te leiden, ik geen ander voorstel heb gehoord van GroenLinks om dan om het te laten voortduren dat al die migranten maar richting Europa komen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik ben blij dat de heer Azmani mij nog wat extra spreektijd gunt, want dan kan ik nogmaals de oplossingen die GroenLinks al eerder heeft aangedragen, aan de orde stellen. Wij willen legale routes. Wij willen dat de inzet is om ervoor te zorgen dat mensen op een andere manier dan via een gammel bootje hiernaartoe kunnen komen. Wij willen ook dat er geïnvesteerd wordt in het opvangen van vluchtelingen. Wij willen niet dat er geld wordt gegeven aan dubieuze regimes, om vluchtelingen daar te houden. Ik dacht dat de heer Azmani en ik het daar vorige week bij het debat over Eritrea over eens waren. Dat is nu juist het probleem. Op het moment dat je geld aan dubieuze regimes geeft, gaan zij dat doen op hun manier, bijvoorbeeld met het shoot to kill-beleid, dat wij vorige week gezamenlijk bekritiseerden. Dat is niet waar ontwikkelingsgeld voor bedoeld is.

De heer Azmani (VVD):

Dan moet mevrouw Voortman ook inzien wat het betekent als je grote groepen migranten toelaat in de Nederlandse samenleving en wat voor effect dat heeft op deze groepen, namelijk dat zij niet meedoen in de samenleving, met alle effecten van dien. Ik hoor mevrouw Voortman namens GroenLinks geen voorstellen doen om die migratie te reguleren. Zij heeft het wel over legale migratie, maar zij is niet bereid om de irreguliere of illegale migratie stop te zetten. Je moet daarin toch een keuze maken. Je kunt niet zeggen: en-en, want dat betekent dat iedereen deze kant op komt, met alle effecten van dien.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

In reactie op het plan van de heer Azmani, vorig jaar, om de grenzen van Europa te sluiten heb ik een aantal voorstellen gedaan, namelijk investeren in ontwikkelingssamenwerking, gericht op het opbouwen van samenlevingen, investeren in opvang in de regio en investeren in legale routes. GroenLinks vindt al een hele tijd dat we juist moeten investeren in de integratie van vluchtelingen. De VVD wil dat niet. Die wil dat mensen vooral zo veel mogelijk apart gezet worden. Dan creëer je inderdaad weer nieuwe bijstandsgerechtigden. Dat kan niet de oplossing zijn.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik heb goed geluisterd naar wat mevrouw Voortman zegt, maar dat is in tegenspraak met wat zij eerder zei. Zij zei dat zij het niet eens is met het beleid van de Europese Unie, namelijk ontwikkelingssamenwerking om te voorkomen dat mensen naar Europa gaan. In antwoord op de heer Azmani verwees zij naar haar reactie op eerdere plannen, waarin zij juist heeft gepleit voor investeren in de landen waar die mensen vandaan komen. Wat is het nou? Ik hoop dat laatste, want ik zou het heel naïef vinden als je denkt dat je alles hier kunt opvangen. Dat gaat gewoon niet.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Mevrouw Keijzer kwam wat later binnen, dus wellicht heeft zij mijn bijdrage niet helemaal meegekregen.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter, dit is een persoonlijk feit. Ik zat hier, dus ik heb haar volledig gehoord.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Oké, dan wil ik nog wel een keer herhalen wat ik heb gezegd. Het gaat om de voorwaarden bij het verstrekken van geld voor ontwikkelingssamenwerking. Ik vind niet dat je dat geld moet verstrekken om de grenzen te bewaken. Geld voor ontwikkelingssamenwerking is om een samenleving op te bouwen. Wat hier nu gebeurt, is dat in sommige gevallen geld wordt toegezegd of wordt verstrekt op basis van het beperken van migratie. Ik vind dat geld voor ontwikkelingssamenwerking is bedoeld om de oorzaken aan te pakken. Dat is precies het verschil.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ja, met als gevolg dat vluchtelingen niet deze kant op komen. Dat ziet de fractie van GroenLinks toch ook?

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ontwikkelingsgeld is bedoeld voor het opbouwen van een samenleving, om ervoor te zorgen dat mensen perspectief hebben, om te investeren in diplomatie en om het aantal conflicten te verminderen. Daar willen wij dat geld in steken, maar de Commissie stelt voor om afspraken te maken over financiële steun en om ontwikkelingsgeld in te zetten voor bijvoorbeeld grensbewaking. Ik kan mij niet voorstellen dat een partij die naastenliefde voorstaat, zoals het CDA, zoiets zou steunen. Ontwikkelingsgeld is bedoeld voor het opbouwen van een samenleving, om de oorzaken aan te pakken, en niet voor het bewaken van de grenzen. Dat is waar het om gaat.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Mijn excuses dat ik wat later binnenkwam. Ik heb veel vragen, dus ik zal meteen beginnen. De EUobserver berichtte dat het EASO opdracht zou hebben gekregen om een rapport onder de tafel te vegen. In dat rapport wordt geconcludeerd dat Turkije niet geschikt is voor vluchtelingen. Graag een reactie hierop. Vindt de regering Turkije een veilig derde land? Gaan wij mensen vanuit Nederland terugsturen naar Turkije?

Het streven is om 2.000 vluchtelingen per maand te hervestigen om het een-op-een-schema te handhaven. Dan zijn er meer pledges van lidstaten nodig. Gaat Nederland meer plaatsen beschikbaar stellen? Er is een akkoord over de Europese kust- en grenswacht. Klopt het dat er geen schepen territoriale wateren zullen gaan bewaken tegen de wil van de desbetreffende lidstaat, maar dat een ultimum remedium quarantaine is? Welke lidstaten hebben reeds capaciteit toegezegd en is de toegezegde capaciteit voldoende? Hoeveel heeft Nederland toegezegd?

Het actieplan integratie uit Brussel spreekt over integratiemaatregelen voor vertrek en aankomst. Betekent dit dat de integratie van mensen die naar Nederland komen al in Turkije moet beginnen? In hoeverre gaat het Nederlandse integratiebeleid als gevolg van dit integratieplan veranderen?

In de mededelingen over het partnerschap met derde landen in het kader van de Europese migratieagenda wordt gesproken over één platform voor de registratie van ontheemden. Kan de Staatssecretaris daarover uitweiden? Welke lidstaten hebben het toegezegde bedrag voor het Syrië-fonds nog niet betaald en hoe loopt het met de bijdragen voor de overige fondsen? Waarom maakt hervestiging geen deel uit van de pacten met Jordanië en Libanon?

Ik heb nog een vraag over Aline, Jessica en Owen, de Burundese moeder en haar twee kinderen die werden teruggestuurd één week voordat de Staatssecretaris een besluit- en vertrekmoratorium instelde. Ze leven nog en zijn weer gevlucht. Hoe gaat de Staatssecretaris deze groot fout herstellen?

Dan mijn overige vragen. Klopt het dat het COA in Amsterdam nog nauwelijks wil samenwerken met vrijwilligersorganisaties voor het organiseren van activiteiten in de noodopvang? Klopt het dat er niet meer actief wordt gekeken naar meisjesbesnijdenis bij vluchtelingenkinderen en, zo ja, waarom is dat zo? Hoe staat het met de wachttijden van de procedures? Wanneer kan iemand starten met zijn of haar procedure en wanneer kan hij of zij zich herenigen met het gezin? Heeft de aanvrager die ten tijde van zijn aanvraag minderjarig was, maar meerderjarig is als uitsluitsel wordt gegeven over zijn status nog wel recht op gezinshereniging met ouders en broers en zussen? Klopt het dat vluchtelingen eerst € 250 moeten betalen voor een aanvraag om een meerderjarige broer of zus over te laten komen in het kader van gezinshereniging, terwijl van meet af aan duidelijk zal zijn dat het verzoek niet succesvol zal zijn? Is het mogelijk om in de werkinstructies te laten opnemen dat de IND voorafgaand aan de betaling aan de vluchteling meldt dat meerderjarige broers en zussen in principe niet mogen overkomen?

Klopt het dat inmiddels bij de IND een werkvoorraad is opgebouwd aan Iraakse zaken en, zo ja, hoeveel dossiers bevat die? Worden verzoeken van Irakezen die nu binnenkomen eerst afgehandeld, waardoor zij sneller een vergunning hebben dan Irakezen die al geruime tijd hier zijn en een opvolgende aanvraag hebben gedaan?

Ik wil graag de laatste stand van zaken weten ten aanzien van de voortgang van huisvesting van vergunninghouders. Klopt het dat in sommige gevallen kinderen die in een azc zitten pas na de zomervakantie naar school kunnen en, zo ja, wat doen zij dan in de tussentijd? In antwoord op mijn schriftelijke vragen liet de Staatssecretaris weten dat amv'ers (alleenstaande minderjarige vreemdelingen) nadat zij 18 zijn geworden in de gemeente moeten worden gehuisvest. Wat gebeurt er met hen totdat zij een woning krijgen toegewezen? Kunnen zij dan in de opvang voor amv'ers blijven? Zijn er nog plannen om het detentiecentrum in Zeist te sluiten of zijn deze in het licht van de verdeelde 1,2 miljard van de baan?

De voorzitter:

Mevrouw Gesthuizen, mag ik u heel even een adempauze geven? Dan kan de heer Recourt interrumperen.

De heer Recourt (PvdA):

Ik zit toch met verbazing te luisteren. Dat is niet omdat ik het niet eens ben met de punten. Ik ben het met sommige wel eens en met sommige niet, maar daar gaat het niet om. Het lijkt echter wel een AO. Het punt is hier dat de Staatssecretaris naar Bratislava gaat om met zijn collega te spreken. De punten die mevrouw Gesthuizen inbrengt, gaan daar echter niet over. Mijn vraag is wat zij van de Staatssecretaris wil weten in het kader van de JBZ-Raad.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Als de heer Recourt aan het begin goed had geluisterd, had hij gehoord dat ik zeker ook vragen heb gesteld die de JBZ-Raad aangaan. Aangezien de coalitie heeft besloten om een algemeen overleg en ook andere debatten over asiel te blokkeren, vind ik dat het mijn plicht is om alle vragen die zeer urgent zijn, die gewoon gaan over mensen en over mensenlevens en die alles te maken hebben met het beleidsterrein van deze Staatssecretaris tijdens dit algemeen overleg te stellen.

De heer Recourt (PvdA):

Goed. De Staatssecretaris gaat over het antwoord, ik niet.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

En ik ga over mijn eigen inbreng.

De heer Recourt (PvdA):

Ik vroeg het me alleen af en constateer dat er zo ongeveer iedere week een debat is over asiel en migratie.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Nee, was het maar waar.

De voorzitter:

Lieve collega's, we gaan hier geen spelletjes spelen over een punt van orde. Iedereen gaat over zijn eigen inbreng.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter, ik heb wel een punt van orde. Het is in zekere zin een persoonlijk feit. U kunt zuchten voorzitter, maar we hebben een afspraak gemaakt aan het begin van het jaar om elke maand een asieloverleg te houden. Er wordt nu gesuggereerd dat we dat elke week hebben gehad. Die afspraak is lang niet elke maand doorgegaan. Het laatste AO is tegen de zin van een vrij groot aantal partijen afgezegd. Mevrouw Gesthuizen heeft dus volkomen terecht de punten ingebracht die zij wilde inbrengen op nationaal gebied, want zij heeft geen andere mogelijkheid gehad om dat te doen.

De voorzitter:

Hartelijk dank voor dit punt van orde. Mevrouw Gesthuizen vervolgt haar betoog.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik overweeg om dadelijk toch nog even snel een spoeddebat aan te vragen, dat we dan voor het begin van het reces kunnen houden als de Staatssecretaris niet in staat is om al deze belangrijke vragen te beantwoorden. De cynische opmerkingen die nu door de woordvoerder van de VVD buiten de microfoon worden gemaakt, laat ik voor wat ze waard zijn.

De heer Azmani (VVD):

Dat is een persoonlijk feit.

De voorzitter:

De heer Azmani, ga uw gang.

De heer Azmani (VVD):

Hier wordt een karikatuur neergezet door mevrouw Gesthuizen. Het is niet zo dat alleen de coalitiepartners het AO hebben tegengehouden. We hebben afgesproken dat we op 8 september, in de eerste week na het reces, een algemeen overleg hebben. Dat hadden we anders ook niet gehad. Ik vind het dus heel kinderachtig wat mevrouw Gesthuizen hier tentoonspreidt.

De voorzitter:

Ik geef de woordvoerders wat extra tijd, zoals ze zullen hebben gemerkt. Iedereen heeft ruim een minuut extra gekregen, zodat er wat extra ingebracht kan worden. Mevrouw Gesthuizen heeft nog een halve minuut om haar laatste punten te maken.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik ben natuurlijk te allen tijde bereid om alle vragen die niet beantwoord kunnen worden in een schriftelijke vorm te gieten, zodat de Staatssecretaris daar deze zomer met zijn ambtenaren aan kan werken.

Op de site van de rijksoverheid staat dat Somalië niet veilig is, maar vluchtelingen kunnen wel terug. Een jaar geleden stonden in het ambtsbericht nog de grote gevaren voor alleenstaande vrouwen opgesomd. Nu worden ze afhankelijk gemaakt van mannelijke familieleden en kunnen ze plots wel terug. Hoe kan dit nu zo plotseling veranderd zijn?

Hier kan ik het bij laten in eerste termijn.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Op de agenda staat de mededeling van de Europese Commissie aan het Europees Parlement over een nieuw partnerschapskader met derde landen in het kader van de Europese migratieagenda. Het is een ambitieus plan, waarbij impulsen moeten worden gegeven om grenzen te beschermen, vluchtelingen in hun eigen land te houden en op lange termijn de sociale ontwikkeling in die landen te financieren, met als bedoeling dat mensen perspectief hebben en niet vertrekken. Interessant. Wij hebben hier al eerder op aangedrongen, dus op zich zijn wij blij.

Toch vinden wij het ongelukkig dat in het document ook wordt verwezen naar de Turkijedeal, want in deze deal, die hetzelfde doel heeft, wordt een combinatie gemaakt met visumliberalisatie en gesprekken over het EU-lidmaatschap. Dat is zeer omstreden omdat het een land betreft waar mensenrechten en journalistieke vrijheid onder druk staan, om het zachtjes uit te drukken. Kunnen wij ervan uitgaan – ik hoor graag wat de Staatssecretaris daarover gaat inbrengen – dat de afspraken met derde landen niet ten koste zullen gaan van deze belangrijke uitgangspunten?

Een andere vraag is hoe dit betaald gaat worden. Het gaat bij elkaar om miljarden. Kan de Staatssecretaris vertellen wat dit Nederland gaat kosten tot 2020? Eerder is nagedacht over alternatieve wijzen van financiering, bijvoorbeeld niet-bestede subsidiestromen in Europese landen die terug moeten vloeien. Kunnen die gebruikt worden om dit te dekken?

Een ander punt is de Europese politie-enquête. De uitkomsten van die enquête, die is gehouden onder een flink aantal politieagenten uit verschillende Europese landen, zijn niet mild. Informatie-uitwisseling tussen landen is er nauwelijks, er is sprake van een slechte coördinatie, we weten niet wie we tegenover ons hebben, er zijn grote taalproblemen en er zijn weinig tolken. Er is geen Europees datasysteem waar informatie in staat. Er zijn veel klachten over respectloos gedrag van vluchtelingen. Er bevinden zich veel criminelen vanuit Marokko en Algerije onder hen. Politieagenten denken dat er veel IS-aanhangers meekomen uit Syrië. Agenten voelen zich door de politiek aan hun lot overgelaten en vinden dat die wegkijkt van de problemen.

Ik heb hier schriftelijke vragen over gesteld. Ik dank de Staatssecretaris voor de snelle beantwoording daarvan. Toch moet mij hierover het een en ander van het hart. In de brief schrijft de Staatssecretaris dat we dit natuurlijk alleen bekijken vanuit het Nederlandse perspectief. Dat is kortzichtig, als je je realiseert dat het juist gaat over Europese migratiestromen. Ik heb grote zorgen over de registratie en identificatie. Het voelt gewoon niet goed. In de brief en de antwoorden staat dat iedereen een startregistratie heeft gehad. Tegelijkertijd worden gegevensdragers niet uitgelezen. Inmiddels is, zo lees ik in de brief van medio mei, alle techniek op orde. Wordt die dan ook gebruikt? Hoe zit het inmiddels met het vertalen van veelal Arabische stukken? Er zijn heel veel mensen vertrokken. We hebben geen idee waar ze zijn, zo staat in de antwoorden op de schriftelijke vragen. Ik citeer wat in de brief staat over de constateringen van de inspectie: «met de huidige vormgeving van het proces het veredelen van aanwijzingen uit de ID-straten in de praktijk vooral zal afhangen van eventueel vervolgonderzoek buiten de ID-straat».

Ik heb vraag 5 gesteld en ik heb gevraagd om beantwoording per vraag. Vraag 5 gaat over het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende diensten. Ik heb er verschillende opgesomd: de Afdeling Vreemdelingen Identificatie, de Immigratie- Naturalisatiedienst, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel en inlichtingen- en veiligheidsdiensten. De Staatssecretaris beantwoordt juist die vraag niet. Hoe zit dit nu echt? Hoeven wij ons geen zorgen te maken, zoals ik lees in de brief en de antwoorden, of is het wat anders?

De voorzitter:

Ik schors de vergadering tot 13.00 uur, zodat we even rustig koffie kunnen drinken.

De vergadering wordt van 12.46 uur tot 13.00 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef graag het woord aan de Staatssecretaris voor zijn beantwoording in eerste termijn.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Voorzitter. Ik begin met de vraag van de heer Recourt over de hervestiging van Syrische vluchtelingen uit Turkije. Ook andere woordvoerders vroegen daar aandacht voor. Van Turkije naar Griekenland en dan via een omweg via Afrika weer dichterbij. De hervestiging van vluchtelingen uit Turkije is sinds april gaande. Er zijn nu zo'n 800 Syrische vluchtelingen uit Turkije hervestigd in de EU. We hadden eerst het idee dat we het een-op-een zouden doen. Dan zou het aantal veel lager zijn geweest. We hebben echter ook met Turkije afgesproken dat we als het zou lukken om een heel lage instroom te bereiken, een laag aantal mensen dat oversteekt – dat is sneller gelukt dan we hadden verwacht – zouden gaan werken aan hervestiging als burden sharing. De plannen daarvoor zullen onder het Slowaakse voorzitterschap moeten worden uitgewerkt.

We zien echter wel al dat steeds meer landen ermee beginnen en het doen. Zij beginnen te leveren voor de huidige aantallen die gepledged zijn voor hervestiging. Het proces versnelt ook. Als je het voor het eerst doet, moet je voor een deel weer aan elkaar wennen. Dat geldt ook voor de Turkse autoriteiten. Daar krijgen we steeds meer handigheid in. Ook de rol van de UNHCR wordt daar steeds steviger in. Dat vinden wij heel belangrijk. We krijgen ook meer kandidaten aangereikt. Nederland gaat het nu gewoon georganiseerd doen, maandelijks, om daar routine in te krijgen. Het is voor de UNHCR ook prettiger werken als zij weten wanneer welk land hoeveel mensen kan hervestigen. Daarmee wordt het gestroomlijnder en lukt het ook steeds beter om andere landen te laten aansluiten. We nemen in elk geval alibi's weg bij andere landen die oneigenlijke argumenten gebruiken over het proces van hervestiging, om er niet aan te hoeven meedoen. Ik heb natuurlijk het liefst dat ze gewoon allemaal doen wat we afgesproken hebben en meteen vragen wanneer ze kunnen beginnen. Op deze manier lukt het wel om meer landen te laten aansluiten.

Mevrouw Gesthuizen had een deel van haar vragen over hoogopgeleide en laagopgeleide vluchtelingen ook al schriftelijk gesteld. Daar komen nog uitgebreidere antwoorden op. De heer Voordewind vroeg of dat iets is wat we moeten remediëren. Nee, het is geen criterium. Uit de klassieke hervestiging op vrijwillige basis weet ik dat de landen waar de hervestigers naartoe gingen wel zo hun eigen voorkeuren hadden. We kennen grote landen die wel selecteerden op een hoge opleiding. Nederland selecteert van oudsher personen die minder geschikt zijn om in de omstandigheden in de regio opgevangen te worden. Nu de aantallen hervestigers uit Turkije zullen stijgen, is het gewoon een dwarsdoorsnede en is dat dus geen criterium dat wordt gesteld. Dat moet het ook niet zijn. Turkije bleek in een zeer beperkt aantal gevallen die link wel te hebben gelegd. Er zijn overigens ook mensen niet doorgegaan naar Duitsland die geen hoog opleidingsniveau hadden. Dat is wel iets wat we besproken hebben. Duitsland heeft dat ook gedaan in de relatie tot Turkije, want dat betrof het als eerste. Er is benadrukt dat dat geen selectiecriterium mag zijn voor hervestiging. Het onderstreept voor ons het belang om UNHCR daar een goede rol in te geven, omdat die ervaring heeft met hervestiging. Daarom willen we die daarbij betrekken.

Ik heb geen recentere cijfers over arbeidsvergunningen voor in Turkije opgevangen en verblijvende vluchtelingen, zo zeg ik in antwoord op een vraag van de heer Voordewind. We zien echter wel dat Turkije steeds stappen blijft zetten om de situatie van alle vluchtelingen te verbeteren. Ze hebben een actieplan gelanceerd om de asielprocedures te versnellen en achterstanden weg werken. Steeds meer vluchtelingenkinderen kunnen naar school. We hebben in het verleden al geconstateerd dat de arbeidsmarkttoegang wel op gang begint te komen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Afgelopen maandag hebben de Eerste en de Tweede Kamer gezamenlijk de president van Griekenland ontvangen. Er werd toen gezegd dat met name van de zijde van de UNHCR meer zou kunnen worden verwacht ten aanzien van hervestiging. Het was voor het eerst dat ik dat hoorde. Herkent de Staatssecretaris dat beeld? Is daarover gesproken door Nederland en Griekenland of door de EU-lidstaten in het algemeen? Wordt dat beeld herkend en, zo ja, wordt daar iets aan gedaan? Wordt dat bij de UNHCR onder de aandacht gebracht?

Staatssecretaris Dijkhoff:

Ik probeer het even te plaatsen. De Grieken hebben heel veel zorgen aan hun hoofd, maar ik heb in mijn contacten nog nooit gehoord over hervestiging vanuit Turkije. Ik weet wel dat in Griekenland zelf discussies zijn met de UNHCR over de afspraken over de terugplaatsing vanuit Griekenland naar Turkije. Wellicht dat daarop werd gedoeld. Er zijn wat spanningen en discussies geweest. Toen ik zelf voor de laatste keer in Athene was, heb ik nog een gesprek gehad met het hoofd van de UNHCR in Griekenland en mijn Griekse collega om wat plooien glad te strijken. Ik herken wel dat er soms spanning zit in de samenwerking in Griekenland, maar niet ten aanzien van de hervestiging vanuit Turkije.

De voorzitter:

Ik verzoek de woordvoerders om gezien de tijd of één interruptie in tweeën te doen of twee interrupties in één instantie. We kunnen namelijk niet uitlopen vanwege de plenaire agenda en er zijn hier acht woordvoerders. Ik geef de Staatssecretaris weer het woord.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Er werd ook gevraagd naar de invulling van de toezegging van Minister Ploumen over het aanspreken van Turkije over de berichten die we hebben over grensincidenten. Ik weet wel dat Minister Koenders dat op 30 juni heeft gedaan. Ik heb geen rapportage over de toonhoogtes daarvan. Het zijn echter zorgwekkende zaken. Turkije heeft ons verzekerd dat de berichten van ngo's ook bij hen scherp op het netvlies staan. Ik wil niet herhalen wat mevrouw Voortman zei, want daar zat een cynische toon in die ik niet zal hanteren. Turkije blijft benadrukken dat het geen enkele behoefte heeft om buiten de kaders van de Turkse wet te gaan opereren en een schrikregime te gaan voeren aan de grens, dat dat niet de instructie is en niet de bedoeling is. Turkije zegt er ook belang bij te hebben om op te helderen wat daar gebeurd is. Ik heb daar verder geen andere informatie over dan deze.

Er zijn vragen gesteld over het EASO-rapport over Turkije als veilig derde land en geruchten dat er iets niet in de haak was. EASO is gevraagd om een rapport te schrijven. Als dat af is, neem ik aan dat het onze kant op komt. Dan kunnen we het delen. Ik heb het nu niet. Ik heb geen rapport ontvangen van EASO. EASO gaat zelf over de timing van het naar buiten brengen daarvan.

Er zijn vragen gesteld over de visumliberalisatie voor Turkije, die niet per 1 juli is ingevoerd. Dat kunnen we allemaal constateren. De vraag was of daar dan een nieuw tijdpad aan zit. De inhoud is leidend. In het akkoord met Turkije staat dat als zij 1 juli zouden halen, wij dat zouden honoreren. Die datum is niet gehaald. We hebben niet buiten de regels om alsnog iets gedaan, nog los van het feit dat de Kamer dat, overigens terecht, niet had toegestaan. Nu is het wachten op de volgende Commissierapportage, waaruit zo kunnen blijken dat het wel voldoet aan de regels. Dat blijft work in progress, vooral aan Turkse kant natuurlijk. Turkije moet immers voldoen aan de benchmarks.

Dan het verhaal van Griekenland en de Commissiemededeling over het hervatten van de Dublinclaims. Laat ik vooropstellen dat het geen Dublinclaim meer kunnen doen op Griekenland niet is voortgekomen uit het feit dat men kampte met zo'n hoge instroom. Daar lag natuurlijk een niet zo goed feit aan ten grondslag, namelijk dat het Hof oordeelde dat geen Dublinclaims mochten worden gedaan omdat de situatie daar niet goed genoeg was. Griekenland voldeed als lidstaat van de Europese Unie niet aan zijn verplichtingen waar het gaat om de zorgvuldigheid van de procedures voor asielzoekers en het opvangniveau dat ze geacht zijn te bieden. Ik denk dat we tevreden kunnen zijn op het moment dat Griekenland zijn zaken zo op orde heeft dat het Hof niet meer zal oordelen dat de situatie te slecht is om te claimen.

Er is nog een andere vraag. Dat is een inmiddels gerezen bijeffect. Ik denk dat een paar jaar geleden iedereen blij zou zijn als de dag kwam dat Griekenland zijn zaken zo goed op orde zou hebben dat het Hof en alle rechters hier zouden zeggen dat we weer mochten Dublinclaimen op Griekenland. De vraag is hoe je daarmee omgaat en of daarmee problemen zijn opgelost. Zoals de heer Sjoerdsma al zei, is het kabinetsstandpunt niet dat het fijn zou zijn als iedereen weer terug kan naar Griekenland en Italië en dat eerlijk te noemen. Wij zijn voorstander van een betere verdeling en een betere verdeelsleutel. De oplossing daarvoor is niet dat het in Griekenland zo slecht blijft dat we niet kunnen Dublinclaimen.

De rare situatie kan dan ontstaan dat je en mensen uit Griekenland gaat halen vanwege relocatie en tegelijkertijd Dublinclaims doet. Ik denk dat die twee bij elkaar horen. Het relocatiesysteem zal beter werken en mensen zullen beter in het systeem te brengen zijn als er geen alternatief is buiten het systeem om. Als wij als Europa vinden dat mensen die hier aankomen recht hebben op een asielbehandeling en voor een deel om hier opgevangen te worden, hoort daar ook bij dat wij als lidstaten bepalen in welke lidstaat die opvang plaatsvindt. Hopelijk leidt de Dublinclaim ertoe dat mensen zich vanaf het begin af aan melden bij het relocatieloket en we het op die geordende manier kunnen vormgeven.

Er is ook gevraagd naar de Griekse bezwaarcommissie. De heer Sjoerdsma zei het heel scherp. Hij zei dat hij niet aanneemt dat wij omdat een uitslag ons niet bevalt een land onder druk zetten om het rechterlijke systeem aan te passen. Dat doen we zeker niet. Het probleem is hier dat wij een rechterlijk systeem wilden dat er niet was. Dat hebben de Grieken nu opgezet. De bezwaarcommissies zoals die er waren, waren geen vast onderdeel van het Griekse systeem en daar zaten ook geen rechters in. Dat is ooit ad hoc door de Grieken bedacht om een achterstand weg te werken in gewone asielvragen, met een soort sporenbeleid zoals wij dat kennen. Het was geen systeem dat aan de rechterlijke eisen voldoet. De Grieken hebben gezegd dat zij dat willen veranderen. Wij hebben toen gezegd dat we niet konden wachten tot het daar klaar mee was. Toen hebben ze gezegd dat ze die tijdelijke commissies even hiervoor zouden gebruiken, terwijl ze ondertussen met het parlement zouden gaan werken aan een permanente oplossing. Die hebben ze nu gevonden. Dat is de achtergrond van de wijziging. Of dat gevolgen heeft voor het type uitspraken weet ik niet. De bezwaarcommissies hebben tot nu toe geen eenduidige uitspraken gedaan. Er zijn zaken gehonoreerd, ook van Syrische asielzoekers, waarbij werd gezegd dat ze wel terug konden naar Turkije. Het was geen beeld zoals wij dat gewend zijn van een rechterlijke instantie met jurisprudentie en eenduidigheid. Ik hoop dat dat nu wel ontstaat, omdat dat de rechtszekerheid aan alle kanten ten goede komt.

De heer Azmani vroeg of Italië nu registreert. Het is misschien nog niet helemaal geruststellend, maar de wijze waarop mijn Italiaanse collega erover spreekt geeft geen aanleiding om ongerust te worden. Vervolgens moeten we natuurlijk kijken wat er gebeurt. Italië heeft in het verleden echter ook wel gezegd: we laten iedereen door, want we kunnen het niet meer houden. Ze zeggen nu heel duidelijk dat ze iedereen willen registreren en dat ze steun willen van de andere lidstaten om de terugkeer effectiever te realiseren. Dat vind ik een positief punt. Niet alleen wij, maar ook Frankrijk en met name Oostenrijk zijn heel alert op signalen over doorwuifpraktijken. Er wordt ook meteen opgeschaald als die signalen er zijn. Een tijdje geleden was daar even sprake van. Toen heeft Italië gereageerd door mensen weer van de noordgrens naar de faciliteiten verder zuidwaarts te brengen. Ik heb op dit moment geen signalen dat er echt doorwuif plaatsvindt, ook niet als we naar onze weekinstroom kijken. We blijven daar echter wel alert op. We leveren ook ondersteuning. Ook de Commissie heeft daar natuurlijk een rol in. Het ligt dus niet aan het feit dat Italië niet genoeg steun heeft. Daarom zou je Italië terecht kunnen aanspreken op het moment dat er onverhoopt gaten in de registratie zouden vallen.

Er zijn vragen over de compacts en of daar nieuwe ontwikkelingen in zijn. Er is nu een soort model gepresenteerd, wat naar ik meen een behoorlijke omslag is in de manier waarop de Europese lidstaten aankijken tegen de relatie met derde landen. Immigratie moet daarin niet meer een soort los dingetje zijn, maar een integraal aspect van de benadering van en de relaties tussen de EU en derde landen. Het moet niet zo zijn dat Buitenlandse Zaken eerst al het andere doet, waarna je als Binnenlandse Zaken of V en J nog naar een land kunt om te zeggen: u hebt net een hele set afspraken gemaakt, maar ik heb ook nog een dingetje over terugkeer. Dat moet echt integraler gebeuren. Er liggen nu nog geen concrete resultaten of conceptafspraken voor. Ook niet ten aanzien van bijvoorbeeld Egypte, dat al bijna opleverklaar is.

Er is gevraagd naar de relatie met Ontwikkelingssamenwerking. Het is natuurlijk al een plicht van landen om die mensen terug te nemen. We gaan dus niet tegen een land zeggen: u kreeg altijd ontwikkelingshulp, maar daar willen we nu iets voor terug. Dat moest men namelijk al doen. Ik vind dat het wel op tafel hoort als je alles bespreekt. Ook OS is dus een onderdeel van de relatie tussen de EU en derde landen, net als economische aspecten als handel en het terugnemen van mensen een constructief onderdeel vormen van migratiepolitiek. Ik denk dat je daarbij vooral moet kijken naar de effectiviteit van het hele pakket en het niet moet zien als een strafexpeditie.

De heer Fritsma (PVV):

Ik haak even in op dat laatste punt. De terugkeer stagneert enorm. Het sanctioneren van landen die niet meewerken aan de terugkeer van eigen onderdanen, is zelfs in het regeerakkoord beschreven. Dit is dus niet alleen iets in EU-verband. Ook in het regeerakkoord dat er sancties komen als landen niet meewerken, bijvoorbeeld op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Nu de kabinetsperiode bijna ten einde is gekomen, is de vraag wat daarvan terecht is gekomen wel relevant. Hoeveel landen zijn daadwerkelijk gesanctioneerd sinds het verschijnen van het regeerakkoord, waar dat in stond?

Staatssecretaris Dijkhoff:

Die benadering gaat uit van een kortzichtige strafexpeditie waarbij je jezelf in de voet schiet. Je kunt het succes niet afmeten aan het aantal keren dat dit gebeurd is. Het doel van het op tafel leggen van al die aspecten moet er uiteindelijk niet toe leiden dat je een straf moet uitdelen, maar dat landen beter meewerken. Ik vind het enorme winst dat Nederland, dat besloten had om de vuist die wij hebben ook te willen gebruiken, dit heeft kunnen vertalen in een Europese benadering waarbij wij de gezamenlijke vuist van alle lidstaten op tafel kunnen leggen en daarmee kunnen slaan als dat nodig is. Als je die relatie legt, moet je naar de effectiviteit kijken. Bijvoorbeeld op het terrein van visumverlening voor een bepaald Afrikaans land kun je straks heel gerichte maatregelen overwegen die wel de beslissers en hun omgeving, maar niet de bevolking raken. Het is niet handig om een maatregel te nemen die de beslissers die terugkeer frustreren, niet raakt, maar wel de bevolking, waardoor er nog meer behoefte komt om te vluchten. Je moet het dus op een effectieve manier doen. Daarbij is geen link uitgesloten. Het kan echt voorkomen dat je als Europese Unie straks gezamenlijk besluit om een maatregel tegen een bepaald land te treffen. Zo'n maatregel kan ook in de OS-sfeer liggen. Ik kan dat niet uitsluiten. Je moet daarvoor naar de effectiviteit kijken. Als je het gezamenlijk doet, zal het een stuk effectiever zijn dan wanneer Nederland besluit om 10 miljoen te korten maar de Europese reactie vervolgens is dat het gat wordt opgevuld met ander geld. Dan heeft je maatregel namelijk totaal geen effect gehad.

De heer Fritsma (PVV):

De conclusie is dus dat dit een dode letter is in het regeerakkoord. In het regeerakkoord stond dat landen worden gesanctioneerd als zij niet meewerken aan het terugnemen van vreemdelingen, bijvoorbeeld op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. De Staatssecretaris heeft een heel lang antwoord gegeven, maar de conclusie is dat het niet één keer is gebeurd.

Staatssecretaris Dijkhoff:

De conclusie is dat het kabinet beleid wil voeren dat effectief is en positieve resultaten voor Nederland oplevert, en geen rancunepolitiek. Soms kost het tijd om andere landen aan boord te krijgen om hierin gezamenlijk op te trekken en zo effectiviteit mogelijk te maken.

De heer Sjoerdsma (D66):

De Staatssecretaris zegt dat ook ontwikkelingssamenwerking, handel en andere zaken moeten worden meegenomen in deze migratiepolitiek. Hoe reflecteert hij dan op bijvoorbeeld het vernietigende commentaar van de Europese Rekenkamer? Die zegt over de externe dimensie op het gebied van migratie: het is vaak onmogelijk om met EU-uitgaven behaalde resultaten te meten. De bijdrage van migratie aan ontwikkeling was moeilijk te beoordelen. Complexe bestuursstructuren, ontoereikende coördinatie, ontbreken van een financieringsoverzicht, geen duidelijke strategie. Dat is even een bloemlezing uit dit rapport. Wat maakt dat de Staatssecretaris hier toch mee door wil gaan?

Staatssecretaris Dijkhoff:

Ik heb niet de indruk dat we ergens mee doorgaan. Ik heb juist het idee dat we eindelijk eens een bocht nemen en niet meer al die dingen los doen. Dat is namelijk wat ik eerder beschreef: er werd aan ontwikkelingssamenwerking gedaan en daarnaast kwam er iemand praten over migratie, maar er was geen integrale benadering. Er vond niet één gesprek plaats. Het waren allemaal losse gesprekjes. Daarmee maakte je het een derde land wel heel makkelijk om te kiezen wat wel en niet beviel. Ik heb juist het idee dat wij dat nu veranderen.

De heer Sjoerdsma (D66):

Is het een idee of is het ook echt zo? Gaat het ook echt veranderen? Ik vraag dat ook omdat de Nederlandse Rekenkamer heeft gesteld dat de koppeling van OS aan andere beleidsdoeleinden, waaronder migratie, geen zin heeft. Ik ben even kwijt of ook de ACVZ of een ander adviesorgaan zich hierover heeft uitgesproken. De Staatssecretaris kan wel zeggen dat wij Europees een bocht nemen, maar zelfs als je die neemt, gaat het niet werken, zeggen Nederlandse instanties. Waarom wordt OS hier met de haren bij gesleept om iets te doen waarvoor OS niet bedoeld is?

Staatssecretaris Dijkhoff:

In het ACVZ-rapport stond volgens mij juist dat wat wij bij V en J aan terugkeer proberen te doen ... Laat ik het zo zeggen: ze waren daar best lief over. Ze vonden dat we hier hard aan werken en dat het soms ook resultaten oplevert, maar de crux was dat je heel erg je best kunt doen, maar toch een beetje in de marge werkt zolang het terugkeerbeleid niet breed gekoppeld is aan het bredere beleid, ook van BZ en OS, terwijl het in de kern van de afspraken hoort te zitten. Je hebt de Europese Unie en derde landen. Je moet alles op tafel leggen wat te bespreken valt en niet alleen maar losse onderwerpen. Dan schiet de terugkeer er vaak bij in. Dan kun je alleen maar vragen om terugkeer: wilt u zich alstublieft aan uw internationale juridische verplichting houden? De ACVZ heeft juist benadrukt dat er in die integraliteit nog winst te behalen is.

Er is ook een vraag gesteld over de juridische status van dergelijke compacts, waar nu aan gewerkt wordt, en de rol van het Europees Parlement. Een compact is een raamwerk van politieke afspraken waarbinnen samenwerking met derde landen zal plaatsvinden. Op onderdelen daarvan kan het goed zijn dat er ook institutionele betrokkenheid van het EP is, bijvoorbeeld als het gaat om de gevolgen voor de Europese begroting.

Mevrouw Keijzer vroeg wat de afspraken Nederland gaan kosten. Daarover kan ik nu geen voorspellingen doen omdat er nog geen afspraken gemaakt zijn. Het is dus nog niet te zien. Daarna moet je natuurlijk eerst bekijken in hoeverre het kan door bestaande financiële middelen uit de Europese begroting aan te wenden. Daarna komt pas de vraag aan bod of hiervoor ook een bijdrage per lidstaat nodig is en of het voor ons verstandig is om dat te doen.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Op zo'n manier gaat de Staatssecretaris toch niet de JBZ-Raad in? Ik mag er toch wel van uitgaan dat hij in beeld heeft wat het beslag hiervan is, waaruit het gedekt is en wat het Nederland gaat kosten?

Staatssecretaris Dijkhoff:

In de JBZ-Raad bespreken we het idee. Ik denk dat de individuele compacts eerder in de RBZ (Raad Buitenlandse Zaken) of zelfs op Europese toppen aan de orde zullen komen, zoals dat ook ging bij de afspraken tussen de EU en Turkije. Vervolgens kun je per afspraak zien wat de consequenties zijn. Het lijkt me ook niet handig om van tevoren een budget aan te geven. Het onderhandelt niet echt handig als andere landen al weten wat er te verdelen valt. Wij schrijven geen blanco cheques uit. Dit zijn processen die nog moeten beginnen. Die vormen onderhandelingsmateriaal in het gesprek met derde landen. Daarbij kijken wij niet alleen naar nieuwe dingen, maar ook naar dingen die nu al gebeuren tussen de EU, de lidstaten en het land waarmee wij om tafel zitten. Hoe maak je daar goede afspraken over? De Kamer kan erop rekenen dat wij een naderend compact met allerlei aspecten, waaronder financiële, op tijd kunnen bespreken voor de JBZ-Raad, de RBZ of de Europese top waar het aan bod komt.

De heer Azmani vroeg naar het blue-cardplan. Ik deel zijn zorgen. Ik ben ook kritisch over het voorstel om nationale regelingen af te schaffen. Je zou de mogelijkheid moeten hebben om daarin een ruimer beleid te voeren. Dat zal ook onze inzet zijn tijdens de onderhandelingen. Ons oordeel was nu deels positief omdat er nog wel enige ruimte bestaat op het gebied van de aantallen, maar wij vinden dat het breder moet en willen een hoger ambitieniveau. Wij jagen aan dat dit gebeurt. Wij zouden het goed vinden als het Nederlandse systeem breder werd getrokken en als de EU als economisch blok meer duidelijkheid zou bieden hoe het zit, maar wij willen niet inleveren op de inhoud om een gezamenlijke blue card te krijgen.

De heer Azmani (VVD):

Voor alle duidelijkheid, het zou lidstaten voorbehouden moeten zijn om zelf aan de knoppen te kunnen draaien ten aanzien van economische migratie en arbeidsmarktpolitiek. Ook al implementeer je misschien eenzelfde systeem in de verschillende Europese lidstaten, wij zijn nog altijd baas in eigen huis en bepalen dus zelf naar welke tekortsectoren wij tijdelijk migranten toe willen leiden?

De voorzitter:

Voordat de Staatssecretaris antwoord geeft: een aantal collega's moet even naar de plenaire zaal voor de regeling. Zij zijn zo weer terug.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Ik ben het met de heer Azmani eens dat het voorstel daar nu wel in voorziet. Die ruimte moet er dus niet uit.

Mevrouw Gesthuizen heeft een vraag gesteld over de Nederlandse bijdrage aan de Europese grens- en kustwacht. Wij staan voor 50 man in de tabel. Die mensen zullen wij ook zeker leveren. Overigens heeft het Europees Parlement zojuist met een overweldigende meerderheid ingestemd met het voorstel voor een Europese grens- en kustwacht. We kunnen dit dus afronden.

Mevrouw Gesthuizen en de heer Fritsma hebben gevraagd of een lidstaat altijd toestemming moet geven voordat de Europese kustwacht een operatie op zijn grondgebied gaat uitvoeren. Dat is het geval. De Raad kan natuurlijk besluiten dat een lidstaat maatregelen moet nemen en kan nogal dwingend hulp aanbieden. Als een lidstaat die operationele inzet weigert, wordt het voor al die andere lidstaten een stuk logischer om eigen maatregelen te nemen en eigen grensbewaking in te stellen. Daar heeft zo'n land last van, want dan komt er een ring omheen te liggen omdat het verzaakt om de Europese buitengrenzen te bewaken.

De heer Sjoerdsma vroeg om een reflectie op het Slowaaks voorzitterschap. Ik snap zijn zorgen wel – ik probeer enigszins diplomatiek te zijn – maar denk dat het helpt als wij, als voormalig voorzitter en onderdeel van het triovoorzitterschap, herinneren aan alle onderdelen van de Europese asielaanpak. Verder zullen wij Slowakije aanmoedigen om de eerste hervestigingspledge van 100 personen waar te maken. Daarmee kan het land een goed voorbeeld geven, dat ter inspiratie kan dienen voor gelijkgezinde landen die enigszins aarzelend zijn in het nakomen van bepaalde onderdelen van de afspraken. De keerzijde is wel dat alle landen er zo naar kijken. Als je zo duidelijk stelling neemt, weten de andere landen ook waar ze op moeten letten. Terwijl landen er onder ons voorzitterschap nog blind van uit konden gaan dat bepaalde elementen aan bod zouden komen, zal er bij Slowakije wat meer opgelet worden. Dat zal ook een prikkel geven om zich een goede voorzitter te tonen en extra te laten zien dat het onderwerp niet genegeerd wordt.

Mevrouw Keijzer had vragen over de identificatie en registratie. Haar hoofdvraag is eigenlijk of de Kamer gerustgesteld kan zijn. Ik raad mevrouw Keijzer aan om mij en de Minister kritisch te blijven volgen. Ons is er ook veel aan gelegen om een nieuw, onafhankelijk inspectierapport te krijgen. Wij hebben er belang bij dat het vanaf nu op orde blijft. Wij nemen ook geen genoegen met het feit dat de inspectie gezegd heeft dat het de laatste keer wel op orde was. Wij willen nog meer dingen beter voor elkaar krijgen. Wij zullen de Kamer informeren als het volgende rapport eraan komt.

De heer Voordewind vroeg naar de controles van Frontex in territoriale wateren. Op dit moment worden ze niet in de territoriale wateren van Libië en Egypte uitgevoerd. De nieuwe verordening maakt dat wel mogelijk als daar afspraken over zijn, maar dat betekent niet dat dit nu meteen gelukt is, tenzij het gaat om een acute reddingsoperatie op grond van internationale regelgeving. Dan kan het wel, maar dat betekent niet dat het standaard tot je werkgebied behoort.

De voorzitter:

Hartelijk dank. Wij gaan door met de tweede termijn.

De heer Recourt (PvdA):

Voorzitter. Ik dank de Staatssecretaris voor zijn gedegen antwoorden over de gedegen manier waarop hij zaken aanpakt. Ik vind het altijd moeilijk om daarop te reageren, want wat mij betreft mag een aantal zaken wel wat steviger en harder. Dan twijfel ik of ik daarop zal interrumperen, maar het is ook een herhaling van zetten. Ik volsta dus door te verwijzen naar mijn bijdrage in eerste termijn. Op het gebied van hervestiging is bijvoorbeeld een bepaalde ambitie uitgesproken. Maak die waar, zou ik zeggen.

De heer Azmani (VVD):

Voorzitter. Ik kan mij iets voorstellen bij het ongeduld van mijn collega Recourt. Misschien zijn wij niet ongeduldig over dezelfde onderdelen, maar mij bekruipt ook wat ongeduld. In ieder geval dank ik de Staatssecretaris voor zijn antwoorden. Ik heb nog één vraag, over het migratiecompact en derde landen. De Staatssecretaris zei daar al iets over. Wie heeft de regie op dat terrein? Wordt de Europese Commissie hierin leidend of ligt er ook een rol voor de Raad en dus voor de lidstaten?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Misschien heb ik het gemist, maar ik heb ook gevraagd hoe het staat met de vluchtelingen in Griekenland. De procedure verloopt traag. Nederland heeft ook mensen die kant op gestuurd. Komt er nu een versnelling voor die 50.000 migranten die in procedure zitten?

Ik heb ook een vraag gesteld over het UNHCR-rapport en de onderzoeken naar de schietincidenten. Ik begrijp dat niet alles in een publiek rapport komt, maar ik neem aan dat de Staatssecretaris wel af en toe een update van de UNHCR krijgt waarin beschreven wordt wat er precies aan de hand is met de behandeling van Syrische vluchtelingen die daar de grens over komen.

Er zijn allerlei geluiden dat het EASO-rapport over Turkije er is. De Staatssecretaris zegt dat hij het niet kent, maar kan hij via zijn kanalen bij EASO navragen of dat rapport er daadwerkelijk is? Als het achter de hand werd gehouden omdat de publicatie politiek niet handig is, zou dat heel vreemd zijn. Ik ben dus erg benieuwd of dat rapport er nu ligt. Ik dacht dat de Staatssecretaris eerder al zei dat EASO hier onderzoek naar deed en ben dus wel benieuwd naar de uitkomsten van dat rapport.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Ik herhaal dat de PVV-fractie het jammer vindt dat het kabinet inzet op meer EU en nog meer verlies van eigen bevoegdheden. Het is de verkeerde koers. Verder heb ik nog twee openstaande vragen. Ik heb ten eerste gevraagd naar de visumplicht voor Kosovaren, die wordt afgeschaft als Kosovo straks aan de laatste voorwaarden voldoet. Wat schiet de Nederlandse bevolking daarmee op? Een andere vraag heeft verband met de partnerschappen die met derde landen worden gesloten. Er staat letterlijk dat er meer legale migratie moet komen. Wat moeten wij daaronder verstaan? Kan het kabinet daar geen stokje voor steken?

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Ik dank de Staatssecretaris voor zijn antwoorden. Ik heb nog twee punten. Het eerste gaat over de schietincidenten aan de Turks-Syrische grens. Het lijkt mij goed om een verslag te krijgen van de zaken die Minister Koenders met zijn Turkse collega heeft besproken, mede omdat een groot deel van de Kamer heeft aangedrongen op een onafhankelijk onderzoek, niet één keer, maar keer op keer. Dat komt er niet en wordt niet toegezegd. Als daar geen meerderheid voor is, is dat helaas zo, maar dan wil ik wel graag duidelijkheid over wat de Turken hebben gezegd op basis van alles wat er is gebeurd.

Daarnaast heb ik een vraag over iets wat op dit moment bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens speelt. Asieladvocaten hebben daar verzocht om in één casus een voorlopige maatregel te treffen, zodat Griekenland een Syrische vluchteling niet kan deporteren en het Europees Hof zich hierover kan buigen. Wat gebeurt er als het Europees Hof oordeelt dat Turkije geen veilig derde land is voor asielzoekers? Wat betekent dat Europees gezien?

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Ik moet straks stevig in de pen klimmen om nog heel wat schriftelijke vragen te stellen, maar dat is niet erg. Dat doe ik met alle soorten van genoegen.

Ik heb de Staatssecretaris duidelijk horen zeggen dat de Europese grens- en kustwacht niet tegen de zin van een land in territoriale wateren gaat varen. Ik was erg bevreesd dat daarmee allerlei ongemakkelijke situaties veroorzaakt zouden worden. Ik ben hier dus erg blij mee. De SP zal er scherp op toezien dat dit in de toekomst niet langzaam gaat opschuiven, waardoor wij een Europese grens- en kustwacht zouden krijgen die wel de baas wordt over onze buitengrenzen. Vooralsnog ben ik gelukkig dat dit niet het geval is. Daarom kan mijn fractie ook wel gelukkig zijn met een meer gezamenlijke aanpak van de bewaking van de buitengrenzen waar dat nodig is, want wij hebben de afgelopen jaren vaak genoeg gezien dat het nodig was.

Ik heb in eerste termijn nog weinig van de Staatssecretaris gehoord over de integratiemaatregelen voor vertrek en voor aankomst. Kan hij daar nog iets meer over zeggen? In hoeverre gaat het Nederlandse integratiebeleid veranderen als gevolg van dit integratieplan?

Ik heb ook nog niets gehoord over de hervestiging en de pacten met Jordanië en Libanon. Ook daarover hoor ik graag meer.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Voorzitter. De heer Azmani vroeg naar de regie over de compacts. De Europese Commissie heeft de lead, maar de lidstaten jagen het wel aan. Wij zullen ook zeker de voortgang bewaken. In concrete gevallen, zoals wij met Turkije ook zagen, kan het helpen als lidstaten die bijvoorbeeld goede banden met zo'n land hebben, samen met de Commissie optrekken. We hoeven daar wat mij betreft niet al te institutioneel over te denken; dan horen we wel van andere instituties hoe zij hierover denken.

De heer Voordewind had het over een versnelling van de procedures in Griekenland. De Europese Commissie heeft in het kader van het hervatten van eventuele Dublinclaims geconstateerd dat Griekenland wel werkt aan de oprichting van regionale asielkantoren en de werving van extra personeel voor de asieldienst om de verwerkingscapaciteit te vergroten, aangezien de snelheid omhoog moet. Ze hebben nu twee keer zoveel personeel als in 2015. De Commissie constateert aanzienlijke vooruitgang, ook in het inlopen van de al lang bestaande achterstand, maar we zijn er nog niet. Deels daardoor is de conclusie dat je nu nog geen Dublinclaims kunt doen met de verwachting dat ze juridisch standhouden. Het helpt natuurlijk ook als het ons blijft lukken om de toestroom naar Griekenland laag te houden. Dan wordt de achterstand makkelijker ingelopen dan bij een grote instroom.

De heer Voordewind vroeg ook om een update van de UNHCR. Die vraag valt een beetje samen met de vraag van de heer Sjoerdsma, die een verslag van de gesprekken wil. Ik zal deze vragen doorgeleiden naar mijn collega van Buitenlandse Zaken, want die beschikt over dat soort updates en heeft de contacten. Het feit dat dit ook met migratie te maken heeft, betekent niet dat ik dit terrein opeens helemaal naar mij toe heb getrokken. Ik zal de Minister van Buitenlandse Zaken vragen in hoeverre hij mogelijkheden ziet om de Kamer hierover te informeren. Ik kan namens hem geen toezegging doen.

De heer Fritsma vroeg wat we eraan hebben als de visumplicht voor Kosovaren wordt afgeschaft. Dit is onderdeel van een brede aanpak die ook voor Nederland vruchten afwerpt. Wij willen landen die van oudsher niet altijd even stabiel zijn, hervormen. Wij willen van die gebieden in onze achtertuin landen maken waar je van op aan kunt, waar de boel vooruitgaat en waar stabiliteit is. Als die landen zelf verbeteren, zijn er ook minder prikkels om naar Nederland te komen. Het moeten ook veilige landen blijven, zodat je mensen die hier toch asiel aanvragen, in een snelle procedure kunt uitwijzen omdat hun eigen land veilig genoeg is. Als die landen instabiel worden, zijn wij verder van huis. Onderdeel van die hele methode om zo'n land ook in ons eigen voordeel verder vooruit te helpen en erbij te betrekken, ook economisch, is op een gegeven moment visumliberalisatie. Wij hebben dus wel degelijk wat aan dat brede pakket. Omgekeerd zouden de nadelen weleens groter kunnen zijn als wij geen goede contacten met zo'n land onderhouden en als wij het niet vooruithelpen. Wij hebben in het verleden ook kunnen zien dat Nederland een grote stroom vluchtelingen kan verwachten als de vlam in die regio echt in de pan slaat. Toen moesten ze vanwege de oorlog huis en haard verlaten. Ik denk dus dat Nederlanders er zeer veel belang bij hebben om dit door te zetten.

De heer Fritsma (PVV):

De Staatssecretaris heeft het over een prikkel om naar Nederland te komen, maar die wordt natuurlijk versterkt als je de visumplicht en alle controles laat vervallen. Dat zijn heel gebruikelijke controles die echt niet tot oorlog leiden of iets dergelijks. Iemand moet slechts aan kunnen tonen dat hij weer teruggaat. Hij moet aannemelijk maken dat zijn verblijf kort is, dat hij een ziektekostenverzekering heeft en dat hij geld heeft voor zijn verblijf. Dat zijn heel normale controles die nu in één keer vervallen. Dat is schadelijk. Dat blijkt ook uit het antwoord van de Staatssecretaris op eerder vragen, want Frontex ...

De voorzitter:

Wilt u tot een vraag komen, mijnheer Fritsma?

De heer Fritsma (PVV):

Ja, nu komt de vraag. Frontex heeft aangetoond dat visumvrij reizen leidt tot meer illegaal verblijf. Dat is toch niet wenselijk?

Staatssecretaris Dijkhoff:

Nee, maar daarom hebben we tijdens ons voorzitterschap ook in heel snel tempo een versterkte noodremprocedure aangekondigd voor het geval dat je onwenselijke ontwikkelingen ziet in een land waarmee je visumvrijheid overeen bent gekomen. Dat geldt niet alleen voor Kosovo, maar in de breedte. Bovendien hebben wij het strengste veiligelandenbeleid van alle lidstaten, want iemand die visumvrij kan reizen, uit een veilig land komt en misbruik maakt van de asielprocedure, krijgt een inreisverbod van twee jaar voor de hele zone. Daardoor zien wij het aantal aanvragen afnemen. Je kunt heel goed gerichte maatregelen nemen om de nadelen in te perken zonder dat je de mogelijke voordelen teniet hoeft te doen.

De heer Sjoerdsma vroeg wat een uitspraak van het Europees Hof zou betekenen. Als er in zo'n zaak wordt uitgesproken dat iets niet mag, zal het Europees Hof deze individuele zaak terugverwijzen naar de Griekse rechtsmacht. Die moet dan een nieuw oordeel vellen. Zo zou het in eerste instantie gaan, maar dan zijn we een paar als-danvragen verder dan nu. Ik hoor niet meteen allerlei alarmbellen rinkelen. Wat men doet ligt sterk aan het type uitspraak. Wij zullen moeten bezien welke consequenties die heeft als de uitspraak er is.

De heer Fritsma heeft gevraagd naar legale migratie. Dat kan van alles zijn. Het kan om studie of onderzoekers gaan, maar ook om hervestiging. Als een land veel vluchtelingen opneemt, kunnen de Europese landen op eigen voorwaarden een aantal vluchtelingen overnemen. Ook in het plan waar de heer Fritsma naar verwijst, blijft staan dat lidstaten zelf bevoegd blijven om vast te stellen of en, zo ja, hoeveel mensen toegang krijgen tot de arbeidsmarkt, als dat een onderdeel van de afspraken zou zijn. Iedereen wordt hier niet meteen toe verplicht. Spanje heeft hierin een andere houding dan Nederland. Spanje heeft veel seizoenarbeiders van buiten de Europese Unie. Dat is geografisch gezien ook heel logisch. Spanje heeft een methode gevonden waardoor mensen er wel komen werken, maar daarna weer teruggaan naar Afrika. Dat Spanje er behoefte aan heeft, betekent niet dat wij het ook moeten doen. Dat zal ook niet de consequentie van zo'n compact zijn.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik heb de Staatssecretaris gevraagd om na te gaan hoe het staat met het EASO-rapport over Turkije.

Staatssecretaris Dijkhoff:

Ik weet dat men aan een rapport werkt. Wij vragen weleens waar het blijft, want wij zijn ook nieuwsgierig. Het is ook niet zo dat mijn collega's mij vragen of ik het al gelezen heb en dat ik me vervolgens afvraag waarom ik het nog niet heb. Ik kan mij voorstellen dat het niet heel makkelijk is om zo'n gedegen rapport op te stellen en een goed oordeel te vellen, maar wat ons betreft moeten ze er gewoon mee komen als het af is.

De voorzitter:

Hiermee zijn we aan het einde gekomen van dit algemeen overleg. Mevrouw Voortman, die er nu niet is, heeft een vooraankondiging van een VAO gedaan.

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik heb begrepen dat zij die aanvraag wil handhaven.

De voorzitter:

Dan zal hierop een VAO volgen met als eerste spreker mevrouw Voortman. Hartelijk dank voor jullie inbreng, antwoorden, ondersteuning en belangstelling!

Sluiting 13.47 uur.