Kamerstuk 32317-400

Verslag van een algemeen overleg

JBZ-Raad

Gepubliceerd: 10 maart 2016
Indiener(s): Loes Ypma (PvdA), Malik Azmani (VVD)
Onderwerpen: europese zaken internationaal
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32317-400.html
ID: 32317-400

Nr. 400 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 10 maart 2016

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie en de vaste commissie voor Europese Zaken hebben op 21 januari 2016 overleg gevoerd met Staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie over:

  • de brief van de Minister van Veiligheid en Justitie d.d. 14 januari 2016 over de geannoteerde agenda informele JBZ-Raad 25 en 26 januari 2016 in Amsterdam (Kamerstuk 32 317, nr. 380);

  • de brief van de Minister van Veiligheid en Justitie d.d. 16 december 2015 houdende het verslag van de extra Raad Justitie en Binnenlandse Zaken te Brussel op 3 en 4 december 2015 (Kamerstuk 32 317, nr. 377);

  • de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie d.d. 7 december 2015 met de reactie op verzoek van het lid Gesthuizen, gedaan tijdens de regeling van werkzaamheden van 3 december 2015, over de toepassing van Schengen naar aanleiding van bericht «Leaked document reveals EU plans to suspend Schengen for two years» (Kamerstuk 32 317, nr. 372);

  • de brief van de Minister van Veiligheid en Justitie d.d. 17 december 2015 over de stand van zaken JBZ-dossiers Nederlands voorzitterschap (32 317, nr. 378);

  • het EU-voorstel d.d. 18 december over aanbeveling vrijwillige regeling met Turkije inzake toelating vluchtelingen op humanitaire gronden C (2015) 9490 (Engelstalige versie);

  • het EU-voorstel d.d. 18 december 2015 over Raadsbesluit tijdelijk uitstel verplichtingen Zweden inzake relocatie COM (2015) 677 (Engelstalige versie);

  • het EU-voorstel d.d. 18 december 2015 over de Verordening Europese grens- en kustwacht COM (2015) 671 (Engelstalige versie);

  • de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie d.d. 8 januari 2016 over de kabinetsappreciatie van de voorstellen van de Europese Commissie van 15 december 2015 (Kamerstuk 34 370, nr. 2);

  • de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie d.d. 12 januari 2016 over de Nederlandse inzet in Frontex-operaties in 2016 (Kamerstuk 32 317, nr. 379);

  • de brief van de Minister van Veiligheid en Justitie d.d. 20 januari 2016 met een aanvulling op de geannoteerde agenda voor de informele JBZ-Raad op 25 en 26 januari 2016 (Kamerstuk 32 317, nr. 383).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, Ypma

De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Azmani

De griffier van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, Nava

Voorzitter: Elias

Griffier: Loeffen

Aanwezig zijn acht leden der Kamer, te weten: Azmani, Elias, Fritsma, Gesthuizen, Keijzer, Recourt, Sjoerdsma en Voordewind,

en Staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie.

Aanvang 15.04 uur.

De voorzitter: Welkom bij dit algemeen overleg. Ik heet de Staatssecretaris van harte welkom en ik verzoek hem de volgende keer op tijd te zijn. Ik heet ook degenen die ons vanaf de publieke tribune of anderszins volgen, van harte welkom. We hebben afgesproken om tot uiterlijk 17.00 uur door te gaan, maar dat hoeft natuurlijk niet. Spreektijden zijn vier minuten per fractie. Ik zal daar niet al te scherp op letten als de Kamerleden in hun interrupties wat scherper en korter zouden kunnen zijn.

Ik geef het woord aan de heer Recourt, die mij heeft gevraagd om na zijn bijdrage te mogen vertrekken voor intern overleg. Zijn medewerkers zullen de rest van het debat wel volgen.

De heer Recourt (PvdA): Voorzitter. De PvdA maakt zich grote zorgen over recente ontwikkelingen in Europa rond vluchtelingen. De verwachte en gehoopte winteronderbreking, waarin normaal minder mensen de gevaarlijke oversteek wagen, lijkt er bijna niet te zijn. Er blijven dagelijks nieuwe vluchtelingen bij komen. De situatie in Syrië lijkt absoluut niet te verbeteren en lidstaten om ons heen sluiten hun grenzen. De grenzen van de Europese solidariteit lijken daarmee in zicht te komen, iets waar de PvdA-fractie voor blijft waken. Het is een zorgelijke tijd.

Ik kom nu op de individuele onderwerpen, te beginnen bij de Europese grensbewaking. Europese grensbewaking is alleen mogelijk als zij gepaard gaat met goed functionerende opvang en registratie van vluchtelingen, hotspots en een functionerend gezamenlijk asiel- en migratiebeleid. De PvdA hoort graag van de Staatssecretaris of hij de mening deelt dat de totstandkoming van een Europese grens- en kustwacht alleen wenselijk en effectief is als de hotspots werken. Is de Staatssecretaris van mening dat de uiteindelijke zeggenschap over controle aan de grenzen van een lidstaat bij de Europese Commissie ligt? Of ligt die bij een lidstaat?

EU-president Tusk waarschuwde afgelopen week dat indien een Europees beleid om de vluchtelingencrisis te bestrijden niet binnen twee maanden vruchten afwerpt, het einde van het paspoortvrij reizen in de Schengenzone in zicht komt. Hij zei zich aan te sluiten bij de premier, die dit eerder benoemde. Kan de Staatssecretaris vertellen hoe serieus het voornemen van onze premier is om een einde te maken aan paspoortvrij reizen?

Ik kom bij het EU/Turkijeplan. De Partij van de Arbeid zou meer transparantie willen over de uitvoering van het plan door Turkije. Zij hoort graag of de Staatssecretaris hiervoor aandacht wil vragen bij zijn Europese collega's. Hoe kijkt hij verder aan tegen het idee van onafhankelijke monitoring op de gevolgen van EU-steun voor de positie van vluchtelingen? Naar aanleiding van verontrustende berichten over het terugsturen van Syrische vluchtelingen naar Syrië heeft onze fractie schriftelijke vragen ingediend. Zo vroegen wij ons af hoe deze berichten zich verhouden tot het EU/Turkije-actieplan van de Europese Commissie, op wat voor manier de Europese Commissie de detentiecentra controleert en welk mandaat zij heeft om in te grijpen. De Staatssecretaris schreef hierop dat de EU-delegatie in Ankara in nauw contact staat met de Turkse autoriteiten en Amnesty International om opheldering te krijgen over de misstanden. Ook heeft zij de Turkse autoriteiten verzocht om een onderzoek in te stellen. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe het staat met het onderzoek en hoe de Turkse autoriteiten hebben gereageerd op deze berichten? En indien de berichten kloppen, wat gaat er dan gebeuren om dit in de toekomst te voorkomen?

De PvdA verwelkomt het bericht dat Turkije werkvergunningen gaat verlenen aan Syrische vluchtelingen. Kan de Staatssecretaris toelichten of Turkije al daadwerkelijk is begonnen met het verstrekken van die vergunningen en hoe de Europese Commissie over deze ontwikkeling wordt ingelicht?

Mijn volgende punt is herverdeling en hervestiging in Europa. Net als in het vorige algemeen overleg vraagt de PvdA nu aandacht voor de stagnering van hervestiging en herplaatsing binnen de Europese Commissie. Er zijn tot op heden slechts 272 vluchtelingen herplaatst. Op welke manier wordt er druk uitgeoefend om deze cijfers op te voeren? Er zijn inmiddels twee hotspots in Italië en een in Griekenland actief. Welke berichten krijgt de Staatssecretaris over de functionaliteit en de effectiviteit van deze reeds werkende hotspots? En wanneer verwacht hij dat de nieuwe EU-voorstellen over de herziening van de Dublinrichtlijn gepubliceerd zullen worden?

Tot slot kom ik op de urgente situatie in de Griekse grensplaats Idomeni. Wij vragen aandacht voor de penibele situatie van gestrande migranten aldaar. Er zouden daar duizenden migranten op doorreis worden vastgehouden, terwijl ze geen toegang hebben tot basisvoorzieningen en onderdak. Hoe gaat de Staatssecretaris dit zo snel mogelijk uitzoeken? Gaat hij bilateraal in EU-verband contact zoeken met de Griekse collega's, om aan te dringen op humanitaire hulp voor deze migranten, waaronder het ter beschikking stellen van een opvangkamp, eventueel met Europese praktische hulp? Dit is een van de zaken waarover de PvdA-fractie graag opheldering krijgt. Wij hebben hierover ook schriftelijke vragen gesteld. Is het, gezien de urgentie van de zaak, mogelijk om hierop zo snel mogelijk actie te ondernemen?

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Het is goed dat we dit overleg hebben met de Staatssecretaris. Dat gebeurt nu bijna dagelijks; eergisteren was het laatste overleg. Er is ook alle aanleiding om over Europa te spreken. Oostenrijk wil een quotum gaan instellen. België gaat een dagelijks quotum instellen. Verschillende deelstaten gaan geld innemen van vluchtelingen die binnenkomen. Kortom: er liggen veel vragen rond verschillende lidstaten. Wat gaan ze doen? Daarover moet Rutte de regie gaan nemen. Dat wil hij ook. Hij heeft gezegd dat er binnen zes tot acht weken resultaat moet komen. Welke stappen wil de Staatssecretaris zetten om de deadline daadwerkelijk te gaan halen? Ik neem aan dat de Minister-President het daarbij heeft over de bestaande afspraken, ofwel de herverdeling. Als die deadline van zes tot acht weken niet wordt gehaald, moet er een plan B in werking worden gesteld. Dat heb ik begrepen uit de speech van de Minister-President van gisteren voor het Europees Parlement. Ik vind het netjes dat hij dat plan B nog niet heeft uitgelegd, want dan kan de Staatssecretaris dat vandaag eerst aan het parlement uitleggen. Dat is ook een mooie gang van zaken. Ik ben dus erg benieuwd naar de details van het plan B. Er ligt een voorstel om tot een agentschap grenscontrole te komen, maar eerder is ook gespeculeerd over een mini-Schengen. Als Griekenland en Italië hun zaken niet op orde hebben, zou de grens maar moeten opschuiven.

Ik ga eerst in op de bestaande afspraken, het grenzenpakket. We hebben een motie-Voordewind/Van 't Wout/Gesthuizen aangenomen gekregen om geen onomkeerbare stappen te nemen in de overdracht van bevoegdheden. Nu is het voorstel toch om de directeur van het agentschap grenscontrole alle bevoegdheden te geven. Dat baart ons grote zorgen. Ik vind het dan ook verstandig dat het kabinet heeft gezegd: laat dat niet alleen aan die directeur, maar zorg ervoor dat het in ieder geval nog langs de Raad gaat, om uiteindelijk tot een gekwalificeerde meerderheid te komen voor het verplicht instellen van grenscontroles in landen die niet willen meewerken. Begrijp ik het plan nu goed? Moet het eerst via de Raad? Dat zou al een goede stap zijn, beter dan het agentschap volledig de ruimte te geven. Maar wij zijn alsnog beducht voor dit soort bevoegdhedenoverdracht. Onze voorkeur gaat uit naar de gedachte van een mini-Schengen. Ik hoor graag van de Staatssecretaris wat precies het plan B is, zodat we daarop kunnen reageren.

Er zijn nu drie hotspots. Nederland helpt mee aan een daarvan, op het Griekse eiland, maar de ambitie was om er in ieder geval vijf heel snel voor elkaar te krijgen. Waar zit het hem nou in? Wil Griekenland of Italië niet meewerken met het van de grond krijgen van de hotspots? De ambitie was in eerste instantie vijf, maar ik neem aan dat die ambitie veel groter is. Wil je echt tot grenscontroles overgaan, dan zul je veel grotere opvangkampen moeten organiseren. Die zul je zelfs gesloten moeten maken als je wilt voorkomen dat mensen alsnog doorreizen naar Europa. Anders heeft het helemaal geen zin. Wat zijn dus de plannen voorbij de eerste drie hotspots? Komt er inderdaad een plan om tot grotere opvangcentra te komen? Zullen daar de eerste screenings plaatsvinden van de mensen die in ieder geval in aanmerking komen? Ik denk even aan de Eritreeërs en de Syriërs, die nu al voorrang krijgen. Of vindt daar dan de totale screening plaats, waarna de verdeling naar de landen kan plaatsvinden? Ik krijg dus graag duidelijkheid over dat plan.

Ten slotte, want ik zie dat ik nog een kleine minuut heb, ...

De voorzitter: Nee, u bent door uw tijd heen.

De heer Voordewind (ChristenUnie): O, het is vier minuten! Sorry. U hebt helemaal gelijk. We hadden gisteren en eergisteren vijf minuten.

Ik heb nog één vraag over de zelfverbranding in Zaandam. We moeten het niet over individuen hebben, maar de vraag is wel: wat zou Nederland kunnen doen om mensen terug te geleiden als er echt een humanitaire crisis is met betrekking tot een gezin? Ik hoorde eergisteren van iemand wiens zoontje op zijn hoofd was gevallen en zwaar gewond was geraakt. Als iemand echt terug wil naar Turkije, wat kan Nederland dan doen via de Turkse ambassade om iemand terug te laten gaan en te herenigen met zijn gezin aldaar?

De heer Sjoerdsma (D66): Voorzitter. Ik begin met het herhalen van het verzoek dat gisteren bij de regeling van werkzaamheden is gedaan. Ik vraag het kabinet om stante pede de asielramingen die zijn toegelicht in Nieuwsuur, aan de Kamer te doen toekomen. Ook vraag ik de Staatssecretaris waarom niet is voldaan aan het verzoek om die voor 12.00 uur vandaag aan de Kamer te sturen.

Ik ga verder met de agenda. Allereerst wens ik de Staatssecretaris veel sterkte en succes bij het voorzitterschap. Ik zeg dat ook omdat het vijf voor twaalf is wat betreft de vluchtelingencrisis in de Europese Unie. Er moeten nu acties worden ondernomen. De Minister-President heeft dat treffend gezegd. De kloof tussen wat op papier is afgesproken en wat er daadwerkelijk in de praktijk gebeurt, is veel en veel te groot. Op welke manier wil het kabinet deze patstelling lostrekken? Aan de ene kant staat namelijk Griekenland, dat natuurlijk niet wil registreren voordat Europa asielzoekers gaat herplaatsen, en aan de andere kant staan wij. Ik citeer de Staatssecretaris losjes: wij gaan natuurlijk geen mensen herplaatsen zolang Griekenland niet registreert. Dat is een patstelling, die doorbroken moet worden. Hoe gaat Nederland dat doen? En is het inderdaad mogelijk om nog meer quick wins bij de registratie te realiseren? Ik las bijvoorbeeld dat er pas recentelijk vingerafdrukapparatuur naar Griekenland is gestuurd, waarmee de eerste relocaties succesvol konden worden uitgevoerd. Kunnen er nog meer van dit soort kortetermijnmaatregelen worden genomen om de relocatie sneller te laten plaatsvinden?

Collega Voordewind had het al over het plan B van de premier. Kan de Staatssecretaris uitleggen wat dat plan B is? Is dat het mini-Schengen of wordt er ook nagedacht over mogelijkheden als het uitbreiden van tijdelijke grenscontroles onder Schengen? Dat zou voor mijn fractie veel aantrekkelijker zijn, maar dan wel op basis van duidelijke voorwaarden en ook handhaafbaar door de Europese Commissie, om te voorkomen dat, zoals nu, ieder land voor zich bepaalt wat het aan de grens gaat doen.

Ik krijg ook graag een reactie van de Staatssecretaris op de nieuwe Deense wetgeving, die vooral gemaakt lijkt te zijn om vluchtelingen af te schrikken. Volgens deze wetgeving kunnen sieraden en persoonlijke bezittingen van vluchtelingen worden afgepakt. Krijgt de Staatssecretaris hiervan ook een vieze smaak in de mond?

Cruciaal in dezen is een betere controle aan onze buitengrenzen. Ik ben een beetje de tel kwijt hoe vaak mijn fractie inmiddels een motie heeft ingediend die oproept tot een betere Europese grens- en kustwacht. Telkens werden die moties weggestemd of ontraden, maar ik ben blij dat het kabinet hier toch positief tegenover staat nu er een Commissievoorstel is gekomen. De geannoteerde agenda meldt het streven dat er tijdens het voorzitterschap een Raadsstandpunt komt. Van welke lidstaten verwacht de Staatssecretaris steun en van welke verwacht hij tegenstand in dezen? Ik verwacht ook iets meer uitleg over de eigen kabinetsappreciatie. Want hoe kan het kabinet tegelijkertijd positief oordelen over de subsidiariteit van het huidige voorstel, en ook het uitgangspunt blijven hanteren dat elke lidstaat eerstverantwoordelijk blijft? Dat lijkt mij toch niet helemaal met elkaar te rijmen. Dus wat is het nu? Is de directeur eindverantwoordelijk of niet?

Helemaal tot slot, want ik zie dat ik bijna door mijn tijd heen ben, kom ik op de afspraak met Turkije. Amnesty International meldt dat er sinds de deal tussen de Europese Unie en Turkije zeer repressief wordt opgetreden tegen vluchtelingen die ervan worden verdacht de oversteek te gaan maken. Zij worden zelfs teruggestuurd naar Syrië. Kan de Staatssecretaris deze berichten bevestigen? Is hij bereid om in te zetten op een stevige mensenrechtendialoog, zeker over de verhalen dat er in Turkije fabrieken zouden zijn waar nepzwemvesten worden geproduceerd waarmee vluchtelingen de zee over worden gestuurd?

Mevrouw Keijzer (CDA): Voorzitter. Net als mijn collega Sjoerdsma vraag ik de Staatssecretaris om ons zo snel mogelijk – eigenlijk per ommegaande, want we hadden ze om 12.00 uur al willen hebben – de stukken te sturen op basis waarvan de regering ervoor gekozen heeft om niet uit te gaan van 90.000, maar van 58.000 vluchtelingen dit jaar. Ik vraag dat temeer omdat ik hiervoor al bij de begrotingsbehandeling gewaarschuwd heb. Ik mag hopen dat het ministerie nu geleerd heeft van de kwesties waar wij de afgelopen tijd over gesproken hebben. Het is hoog tijd dat informatie die bij de Kamer hoort, daar ook op ordentelijke wijze komt.

De heer Azmani (VVD): Laat duidelijk zijn dat wij ook willen dat de informatie zo snel mogelijk naar de Kamer komt. Ik heb echter een ordepunt. Volgens mij loopt er een e-mailprocedure tot 17.00 uur, waarin door de partijen kan worden aangegeven of er steun is voor het verzoek om die informatie zo snel mogelijk in de Kamer te krijgen.

De voorzitter: Waarvan akte.

Mevrouw Keijzer (CDA): Nou ja, waarvan akte ... Deze interruptie wekt wel de verwachting dat de VVD daar dan mee gaat instemmen, en dan is het geregeld. Dat doet mij veel deugd.

Aanstaande maandag en dinsdag spreekt de Staatssecretaris zijn Europese collega's weer. Vanuit het Nederlands voorzitterschap liggen daar dit jaar kansen om te zorgen voor de broodnodige regie vanuit Europa. Daar ligt absoluut een sleutel in de huidige migratiecrisis. Afgelopen dinsdag sprak Tusk dreigende woorden. Ik heb gisteren de speech gezien van onze premier, die zei dat er in zes tot acht weken een stevige daling moet zijn van de hoeveelheid vluchtelingen die Europa bereikt. Ik heb de datum in mijn agenda gezet, omdat ik het van belang vind om, als dit soort uitspraken in een crisis worden gedaan, te kunnen controleren wat er is gebeurd. In dit licht is dan ook van belang wat het plan B is. We moeten kunnen vaststellen wat de regering gaat doen als dit niet lukt. Valt Schengen uit elkaar? Komt er een mini-Schengen? Dat soort vragen zullen dan wel moeten worden beantwoord, want «over zes tot acht weken» betekent politiek gezien: morgen. Je zult dus nu eigenlijk al afgerond moeten hebben wat je gaat doen als het niet het geval is. En ik maak me er zorgen over dat het niet het geval zal blijken.

In de brief van 16 december geeft de Staatssecretaris aan dat een billijke verdeling van asielzoekers noodzakelijk is. Het is geen wondermiddel, zei hij, en dat delen wij. Tegelijkertijd kan momenteel het effect van herverdeling op de hoeveelheid verwachte asielaanvragen niet worden getoetst. Hoe staat het daar dus mee? Want als de herverdeling helemaal niet van de grond komt, weten we ook niet wat het eventuele dempende effect ervan is. Van de 160.000 asielzoekers zijn er nu zo'n 300 daadwerkelijk herverdeeld. Deelt de Staatssecretaris de mening dat deze herverdeling juridisch verplicht moet worden gesteld en niet vrijwillig moet zijn? En als hij dat vindt, hoe zal dat dan bereikt worden? Komt dit aanstaande maandag of dinsdag ook aan de orde?

Over de lijst met veilige landen is eergisteren al gesproken. We spreken elkaar veel, bijna meer dan de commissie VWS.

De voorzitter: En dat wil toch wat zeggen ...

Mevrouw Keijzer (CDA): Ja, dat wil toch wat zeggen. Kun je nagaan.

Ik heb de Staatssecretaris gevraagd om hier vaart mee te maken. De CDA-fractie vindt dat nodig, want kansloze asielverzoeken moeten de procedures in Nederland en in Europa niet lamleggen. Neem bijvoorbeeld Marokko, Tunesië, Algerije en diverse Balkanlanden. Als al duidelijk is dat iemand uit zo'n land komt, moet hij gewoon snel terug. De CDA-fractie kijkt dan ook uit naar de reactie van de Staatssecretaris. Hoe kan in Nederland geleerd worden van het Duitse model van speciale opvang- en uitzetcentra voor deze mensen?

De vraag die dinsdag niet op tafel is gelegd, is: wat is de prijs die betaald moet gaan worden om deze landen daadwerkelijk als veilig aan te merken? Zal daarover onderhandeld worden? We denken daarbij aan de deal met Turkije, die wat ons betreft schimmig en misschien zelfs dubieus is vormgegeven. We horen graag van de Staatssecretaris of we iets soortgelijks kunnen verwachten met de andere landen. Is de Staatssecretaris ook bereid om tijdens deze JBZ-Raad de terugkeer van uitgewezen asielzoekers via veilige landen op tafel te leggen? Duitsland is effectief geweest met het uitzetten van Balkanvluchtelingen via Oostenrijk. Kunnen wij dat ook verwachten?

Tot slot kom ik op Turkije. Collega Pieter Omtzigt, u allen welbekend, was dinsdag de enige woordvoerder van de Kamer die het, namens de CDA-fractie, de moeite waard vond om aanwezig te zijn bij een VSO Algemene Zaken. Hij heeft daarin een motie ingediend over het belang van openbaarmaking van de brief van Commissievoorzitter Juncker over de gemaakte afspraken met Turkije inzake het aanpakken van de migratiecrisis. De CDA-fractie wil weten wat de details zijn van deze deal van 3 miljard. Minister Ploumen deed de verheugende mededeling dat zij er namens de regering bij de Europese Commissie op zou aandringen om de vragen van de CDA-fractie zo spoedig mogelijk te beantwoorden. Deelt de Staatssecretaris dat? Krijgen wij die brief dus ook per kerende post?

De heer Fritsma (PVV): Voorzitter. Dit soort overleggen over de asielproblematiek in relatie tot de EU laat steeds weer het enorme falen van die EU zien. De EU krijgt niets voor elkaar om de huidige asielramp op te lossen, blinkt uit in machteloosheid en laat de zaak gruwelijk uit de hand lopen. Nu is zelfs het punt bereikt dat degenen die, in tegenstelling tot mijn fractie, wel altijd geloofden in een oplossing in EU-verband, van een heel koude kermis thuiskomen. Zie bijvoorbeeld de hopeloos mislukte plannen voor het instellen van hotspots. De EU komt duidelijk niet verder dan aanmodderen en wordt in haar disfunctioneren helaas nog steeds gesteund door dit kabinet. Dat is onbegrijpelijk. Iedereen ziet nu dat het de hoogste tijd is om het heft in eigen hand te nemen. De PVV blijft het kabinet natuurlijk daartoe oproepen. Kies voor de Nederlandse burger en voor de Nederlandse grenzen en laat geen asielzoeker meer toe. Daarbij merk ik op dat van alle Europese landen de Nederlandse regering het allerslechtst opkomt voor de eigen bevolking. Oost-Europese landen doen dat veel beter. Denemarken doet dat veel beter. En nu komt ook Oostenrijk met heel heldere taal: het moet afgelopen zijn met de asielinstroom. Ook daar gaan de grenzen dicht voor asielzoekers. Daar heeft men de moed om paal en perk te stellen aan problemen. Toon die moed ook, is mijn eenvoudige oproep aan de Staatssecretaris.

Tot nu toe blijven moed en daadkracht helaas uit en maakt de Staatssecretaris zich liever afhankelijk van Turkije en van een tiran als Erdogan. Hoe gaat het eigenlijk met die deal met Turkije? Dat wil ik dan toch wel weten. Hoeveel mensen konden vóór die deal met Turkije naar de EU reizen en hoeveel migranten konden dat na de deal? Wat is precies het doel? Met welk percentage moeten die grensbewegingen afnemen? Waar kan Turkije op worden afgerekend in ruil voor belachelijke cadeaus als geld, visumliberalisatie en hernieuwde gesprekken over EU-toetreding? Ik vraag dit niet zomaar. De premier riep tijdens het debat van 15 december vorig jaar namelijk dat de stroom vluchtelingen naar de EU vanuit Turkije – ik citeer – binnen enkele weken moet stoppen. Ik heb de Handelingen meegenomen, want ik hoor over verschillende deadlines die gesteld zouden zijn, maar deze deadline is heel duidelijk gesteld door de heer Rutte. Mevrouw Keijzer heeft gelijk: als hij met dat soort uitspraken komt, moeten die natuurlijk wel gecontroleerd worden. Ik ben dus zeer benieuwd wat het resultaat is, want die «enkele weken» waar Rutte het in december over had, zijn nu dus voorbij. Het resultaat zou bepalend zijn voor het kabinetsbeleid en voor het wel of niet meegaan met EU-plannen.

Ik kom op een ander heikel punt, te weten de herverdeling van vluchtelingen vanuit Italië en Griekenland. De PVV vindt het natuurlijk belachelijk dat het kabinet naast de asielzoekers die hier al uit zichzelf naartoe komen, ook nog asielzoekers uit andere landen haalt. Daarbij is echter beloofd dat dit pas zou gebeuren als de registratie van asielzoekers op orde was. Dat is herhaaldelijk gezegd, niet alleen door de Staatssecretaris maar ook door de premier: eerst moet de registratie op orde zijn; dan gaan we mee in herverdeling. Maar wat gebeurt er nu? Het punt van de registratie is allesbehalve op orde. Sterker nog: het is één grote bende. Gebleken is dat asielzoekers vaak ook helemaal niet aan die registratie meewerken. Journalisten beschrijven wat er gebeurt. De migranten kunnen kennelijk niet worden gedwongen om zich te laten registreren. Ze willen dat niet en weigeren, en lopen de hotspots gewoon voorbij richting Duitsland en Nederland. Dat is de praktijk. Nogmaals: dan moet het kabinet zijn belofte nakomen om niet aan herverdeling mee te doen zolang de registratie niet op orde is. Waarom wordt ook die belofte gebroken? De Staatssecretaris heeft nu immers de eerste 50 migranten uit Eritrea al overgenomen. Dat is toch vreemd? Kan hij daarmee ophouden, gelet op het gebrek aan registratie?

Ten slotte. Ik weet niet hoeveel tijd ik nog heb ...

De voorzitter: U bent net als alle anderen ruim over uw tijd heen, maar rondt u af.

De heer Fritsma (PVV): Oké, ik rond snel af. Ik heb nog twee korte punten.

Ik begin met het laten leveren van een bijdrage door asielzoekers aan hun opvang. Dat gebeurt in Duitsland en in Denemarken en het kan hier ook. De grens ligt weliswaar bij de vermogensgrens ingevolge de Participatiewet, maar vanaf dat niveau kun je al vermogen afnemen van asielzoekers. Ik wil graag weten hoe vaak dat gebeurt en hoeveel geld hiermee wordt opgehaald. Dat is een belangrijk punt.

Mijn allerlaatste punt is het overdragen van bevoegdheden rond grensbewaking en grensbeheer. Dat is een zwaar punt. Mijn fractie neemt dat ook zwaar op. Die bevoegdheden mogen niet worden overgedragen. Grensbewaking moet in eigen hand worden gehouden. Ik vraag de Staatssecretaris om daarvoor te zorgen.

Mevrouw Keijzer (CDA): Een van de redenen waarom we zo ontzettend veel vluchtelingen hebben, is dat er geen grensbewaking is. De PVV wil naar nul vluchtelingen. Dan ben je volgens mij gebaat bij goede grensbewaking. Wat is dan de reden waarom de PVV die toch niet wil? En wat is het alternatief?

De heer Fritsma (PVV): Het is heel simpel: de PVV wil niet inzetten op bewaking van de buitengrenzen van de EU, want dat is een chaos, een gatenkaas. Sterker nog: aan de buitengrenzen van de EU is er tot nu toe nog niet één asielzoeker tegengehouden. Dus wat moet je dan doen? Dan moet je de eigen Nederlandse grenzen bewaken. Dat roept de PVV al jaren en dat blijft zij ook consistent doen. De EU maakt er een zootje van. Wij moeten onze eigen Nederlandse grenzen bewaken. En dan is het laatste wat je moet doen, de bevoegdheden daartoe uit handen geven. Dat is een vrij heldere lijn, lijkt me.

Mevrouw Keijzer (CDA): Ik lees het zo dat we niet de bevoegdheid in het algemeen uit handen geven. Ik wil trouwens nog wel van de Staatssecretaris horen hoe ik dit moet wegen. Het gaat echter om de situatie waarin de grens niet bewaakt wordt. Dán moet je kunnen ingrijpen. En politiek is ook de kunst van het haalbare, is mij weleens uitgelegd. Zo lang we dus in die Schengensituatie zitten, is de kiezer van de PVV toch gebaat bij bewaking van de buitengrenzen?

De heer Fritsma (PVV): Daar zijn we niet bij gebaat. Je hoeft alleen maar naar de actualiteit te kijken om te zien hoe slecht de EU juist dat punt uitvoert. Nogmaals: er is niet eens grensbewaking aanwezig. Er worden pendeldiensten opgezet waarmee migranten actief van zee naar Europese havens worden gebracht. De EU is juist bezig om de hele zaak in het honderd te laten lopen. Dan moet je ingrijpen en het heft in eigen hand nemen. Dan moet je zelf de zaak controleren, door je eigen grenzen te controleren. Dan kun je doen wat de EU nalaat.

De heer Sjoerdsma (D66): De PVV wil niet dat er vluchtelingen vanuit Turkije naar Europa komen, maar de PVV wil ook niet dat Europa de grenzen bewaakt. Hoe moeten we dat met elkaar rijmen?

De heer Fritsma (PVV): Grensbewaking is in de ogen van de PVV een zaak van lidstaten zelf. Nu de EU er zo'n chaos van maakt, is de noodzaak voor iedereen helder – ik denk bijna ook voor de D66-fractie – om ervoor te kiezen om de eigen grenzen te bewaken. We hebben grenzen en we hebben de mogelijkheid om die grenzen te bewaken. We hebben defensie en we hebben de marechaussee. De EU moet het niet doen; we moeten het zelf doen. Ik ben blij dat andere EU-lidstaten ook deze richting opgaan. Men heeft terecht geen vertrouwen meer in de EU-bureaucraten. Men kiest er gelukkig in toenemende mate voor om zelf orde op zaken te stellen en een einde te maken aan de huidige chaos.

De heer Sjoerdsma (D66): Dan kan ik niet anders dan constateren dat de fractievoorzitter van de PVV zijn kiezers een fata morgana voorspiegelt. Hij zegt namelijk dat hij naar nul wil, maar als het in de praktijk aankomt op maatregelen om daar iets aan te doen, met een verbeterde grensbewaking, dan zegt de heer Fritsma: dat moet iedere lidstaat zelf doen. Terwijl het evident is dat in ieder geval de Grieken het niet willen of niet kunnen. Ik kan dan ook echt niet anders dan constateren dat de heer Fritsma geen enkele oplossing heeft voor het probleem dat hij schetst, alleen ferme woorden.

De voorzitter: Voor constateringen hebben we de tweede termijn.

De heer Fritsma (PVV): Ik wil er best op reageren door te zeggen ...

De voorzitter: Maar heel kort graag.

De heer Fritsma (PVV): ... dat het een heel foute constatering is. Grensbewaking oké, maar D66 maakt de denkfout om die te laten organiseren door de EU. Dat leidt zichtbaar tot een asielramp. De PVV maakt de afweging om dat in eigen hand te nemen. Nogmaals: grensbewaking is goed, en de PVV wil die op nationaal niveau regelen en in eigen hand nemen. Dan kunnen we hier, aan de Nederlandse grenzen, asielzoekers tegenhouden.

De voorzitter: Ik heb de indruk dat u daar licht verschillend over denkt. Het woord is aan de heer Azmani.

De heer Azmani (VVD): Voorzitter. Afgelopen weekend was ik nogal kritisch over de Duitse Minister Schäuble en zijn oliedomme plannetje om de automobilist te laten betalen voor de Europese grensbewaking. Vandaag las ik echter in een nieuwsbericht dat Schäuble heeft gezegd: verzorg de vluchteling vooral dicht bij Syrië. Dat gaat over het investeren in veilige opvang van vluchtelingen in de regio, wat eigenlijk de enige manier is om tot effectieve indamming van de vluchtelingenstroom te komen. Ik zou zeggen: beter laat dan nooit. In elk geval doet deze uitspraak mij deugd.

Donald Tusk heeft aangegeven dat het de komende twee maanden erop of eronder is. We staan voor een heel groot vraagstuk in Europa, dat natuurlijk ook effect heeft op Nederland. In dat kader stel ik ook mijn vraag over de berichtgeving rond Turkije. Waarom werkt die deal nou niet? Turkije geeft eigenlijk aan dat Europa niet met geld over de brug komt, zoals beloofd, en doet een vingerwijzing naar Italië. Klopt het dat Italië niet bereid is om die kurk weer terug te krijgen op de fles? En is dat dan niet bijzonder, aangezien we dat land helpen door het realloceren van vluchtelingen? Als Italië niet wil meewerken aan het terugdringen van de aantallen asielzoekers, waarom zou je dan nog bereid moeten zijn om vluchtelingen uit Italië over te nemen? De tijd dringt. Het begint er steeds meer op te lijken dat lidstaten toch kiezen voor «ieder voor zich». Er zijn veel grenscontroles in de diverse lidstaten. Oostenrijk legt een quotum neer. Ik wil een algemene appreciatie daarvan van de Staatssecretaris. Hoe ziet hij dit?

Onder dit crisisgesternte van de EU begrijp ik de haast die de Europese Commissie heeft met haar voorstellen ten aanzien van het grenzenpakket en het migratiepakket, die voorliggen in dit algemeen overleg, en die aanstaande maandag en dinsdag niet besluitvormend maar wel informeel besproken zullen worden in de informele Raad. Eigenlijk hadden deze voorstellen natuurlijk veel eerder moeten komen. Ik vind echt dat we achter de feiten aanlopen, maar ik begrijp de urgentie die wordt gevoeld.

De heer Fritsma (PVV): De heer Azmani vraagt om een appreciatie van het Oostenrijkse plan om nog maximaal enkele tienduizenden asielzoekers op te nemen en er daarna mee op te houden. Wat is de appreciatie van de heer Azmani van dat voorstel? Wat vindt hij daarvan? Vindt hij ook dat er een grens moet worden getrokken bij een bepaald aantal asielzoekers? Geef daar eindelijk eens duidelijkheid over.

De heer Azmani (VVD): Ik vraag de Staatssecretaris om een algemene appreciatie van de ontwikkelingen van dit moment, ook in het kader van de voorbeelden van meer grenscontroles in de diverse lidstaten en van het voorbeeld van gisteren. Ik vraag dus om een appreciatie van het «ieder voor zich». Voor mij is het heel helder en duidelijk. Ik heb vorig jaar in maart al aangegeven in welke richting we moeten denken als we in oplossingen willen denken en de migratie willen controleren. Laat dat duidelijk zijn. Op dit moment liggen er afspraken met Turkije om daaraan uitvoering te gaan geven. Ik heb begrepen dat lidstaat Italië daarvoor kennelijk de financiering niet wil neerleggen. Ik ben daar heel kritisch over. Ik ben überhaupt heel kritisch, maar ik vraag mij af of Turkije het aangewezen land is om een deal mee te sluiten. Maar afgezien daarvan heb ik de hoop dat er de komende week een stop op komt, want dat is een van de mogelijkheden om ervoor te zorgen dat de instroom richting nul gaat. Ik ben benieuwd naar de voorstellen van de heer Fritsma op dat punt.

De heer Fritsma (PVV): Die voorstellen zijn duidelijk, maar ik krijg geen duidelijk antwoord van de heer Azmani. In woorden zegt de VVD-fractie steeds: de grens is bijna bereikt. Dat roept de VVD-fractie al jaren. Maar in daden is de VVD nog steeds bezig om van heel Nederland één groot asielzoekerscentrum te maken. Mijn vraag is heel helder: wanneer stopt dit? Waar ligt voor de VVD de grens? Dat er geen daadkracht wordt uitgestraald, is erg genoeg. Maar dat er totaal geen visie is, is nog erger. De PvdA-fractie ...

De voorzitter: Nu wordt het een heel betoog. U had een heldere vraag aan de heer Azmani.

De heer Fritsma (PVV): Ik wil het toch hiermee afronden ...

De voorzitter: Nee, ik geef de heer Azmani het woord om ...

De heer Fritsma (PVV): Nee, ik wil het toch hiermee afronden, voorzitter. Zelfs de PvdA zegt: 200.000. Maar de VVD ...

De voorzitter: U moet wel naar mij luisteren, mijnheer Fritsma! Ik leid hier de vergadering. De heer Azmani gaat antwoord geven op drie vragen die u achter elkaar in tweede instantie hebt gesteld.

De heer Fritsma (PVV): Ik hoop het, voorzitter.

De voorzitter: We gaan hier geen betogen houden.

De heer Azmani (VVD): Het is heel helder en duidelijk. We moeten richting nul. We willen stoppen met deze hele illegale toestroom. De VVD wordt hier verweten geen visie te hebben. Dat wordt een beetje ingevuld. Ik zou zeggen: maak dat de kat wijs. Kijk maar naar hoe nu geacteerd wordt richting Turkije. Ik hoef daar niet veel woorden aan te wijden. Kijk nog maar eens goed naar het plan van de VVD van maart vorig jaar. Daarin hebben wij hiervoor gewaarschuwd, terwijl iedereen dacht: het zal allemaal wel. Het zou niet zo snel gaan. Nou, binnen een paar maanden was het helder en duidelijk waar we staan. En dat is vreselijk. Dat betekent ook dat we oplossingen moeten bieden voor de problemen waarvoor we staan. Met alle respect voor de PVV: problemen signaleren kan zij, maar kom dan ook met oplossingen daarvoor.

De heer Sjoerdsma (D66): Ik hoorde de heer Azmani zeggen dat het voorstel voor een Europese grens- en kustwacht veel eerder had moeten komen. Waarom hebben hij en zijn fractie dan in de afgelopen maanden tot drie keer toe tegen een voorstel daartoe gestemd van mijn fractie, dat overigens werd gesteund door vrijwel de hele oppositie?

De heer Azmani (VVD): Er lag ook een motie-Ten Broeke/Servaes, waarin staat dat de Europese grenzen verder versterkt zouden moeten worden. Alleen verschillen wij in hoe wij dat voor ons zien. Vind je primair dat de lidstaten daarin een verantwoordelijkheid hebben of vind je dat een agentschap alle bevoegdheden zou moeten krijgen? Het zou mij niet verbazen als daar de grote verschillen zitten tussen D66 en de VVD. D66 ambieert de voorstellen van de Europese Commissie en de VVD denkt daar iets anders over.

De heer Sjoerdsma (D66): Misschien kan daarover dan duidelijkheid komen. Hoe denkt de VVD eigenlijk over de voorstellen van de Commissie? Want zonet zei de VVD: dat had veel eerder gemoeten. En nu denkt de VVD toch nét even heel anders over die voorstellen. Dus wat is het nu? Steunt de VVD die voorstellen of steunt zij ze niet?

De heer Azmani (VVD): Dat is een mooie brug om een stuk van mijn betoog dat ik had voorbereid, naar voren te brengen. Ik heb natuurlijk ook kritische vragen over het voorliggende voorstel.

De voorzitter: Daarmee is de interruptie van de heer Sjoerdsma beantwoord.

De heer Sjoerdsma (D66): Nou, ...

De voorzitter: Als de heer Azmani nu zijn betoog vervolgt, bekijk ik daarna of er nog meer interrupties zijn. Ik heb al een paar vingers gezien, maar de heer Azmani kan eerst dit punt afronden.

De heer Azmani (VVD): Ik kom op de verordening Europese grens- en kustwacht. De VVD is kritisch over het voorliggende voorstel. Er wordt een te grote bevoegdheid gegeven aan de directeur van het nieuwe agentschap. De VVD is natuurlijk voor het versterken van de buitengrenzen als onderdeel van een bredere oplossing van de migratieproblematiek, maar de verantwoordelijkheid voor die grensbewaking hoort bij de lidstaten zelf te liggen, zoals ik al eerder heb gezegd. De VVD vindt dan ook dat er een grotere rol voor de lidstaten – lees: de Raad – moet zijn om in te grijpen als het misgaat. Ik wil daarvan ook de appreciatie van de Staatssecretaris hebben. Daarnaast vindt de VVD ook de rol van nationale parlementen in dit proces een aandachtspunt. De VVD vindt dat het Nederlandse parlement altijd geïnformeerd zou moeten worden in concept wanneer de Europese Raad besluiten neemt. Als nationaal parlement moet je vooraf betrokken worden bij besluitvorming over een dergelijk concept. Daarnaast zit er in het voorstel geen sanctiemechanisme als lidstaten bijvoorbeeld weigerachtig zijn om aanbevelingen op te volgen. Hoe ziet de Staatssecretaris dat?

Mijn volgende punt is de kustbewaking.

De voorzitter: U gaat een nieuw punt aansnijden. Daar hebt u trouwens straks nog een halve minuut voor. Eerst is er een interruptie van mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik hoorde de heer Azmani zonet in reactie op de heer Fritsma even snel zeggen: we willen die instroom naar nul brengen en die illegale migratie stoppen. Begrijp ik goed dat de VVD op dit moment de stroom vluchtelingen die naar Europa komt, volstrekt kwalificeert als illegale migratie?

De heer Azmani (VVD): Ja, omdat wij een asielsysteem in de lucht houden waarin vreselijke menselijke drama's plaatsvinden op de Middellandse Zee, en we een businessmodel organiseren voor een grote, vieze mensensmokkelindustrie. Dat zou mevrouw Gesthuizen met mij eens moeten zijn. We dwingen mensen eigenlijk om illegaal naar Europa te gaan. Pas op het vasteland hebben zij de mogelijkheid om asiel aan te vragen. Ik ben dus voor het creëren van legale wegen om het proces te doorlopen en niet voor deze illegale weg, die zij helaas moeten volgen.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik heb tot op heden nog bijzonder weinig kennis mogen nemen van de legale wegen die door de VVD zouden worden gecreëerd, maar het gaat mij om het volgende. De heer Azmani is jurist. Hij zou heel goed moeten weten dat de term «illegale migratie» heel andere associaties oproept dan datgene waarop hij nu duidt. Realiseert de heer Azmani zich wel dat hij vluchtelingen criminaliseert als hij de term «illegale migratie» gebruikt voor vluchtelingen die voor asiel in Nederland aankloppen?

De heer Azmani (VVD): Dat doe ik niet. Ik criminaliseer geen vluchtelingen. Kennelijk vindt mevrouw Gesthuizen van wel als ik dit zeg. Ik heb moeite met het hele asiel- en migratiesysteem. Hoe vaak heb ik dat al niet in deze Kamer en daarbuiten geroepen? De manier waarop we nu wereldwijd omgaan met vluchtelingen vind ik fundamenteel onhoudbaar. Ik wil opvang in de regio. Desnoods zou je met resettlement vluchtelingen kunnen uitnodigen. Dan doe je het via de legale weg. Daarom voer ik continu dit pleidooi.

De voorzitter: Mevrouw Gesthuizen, mijn probleem is dat ik aan de ene kant ruimhartig wil zijn met interrupties, en aan de andere kant hier geen algemene discussie wil herhalen die u veel vaker voert. Dat geef ik u mee.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik ben al klaar.

De voorzitter: U bent al klaar. Dan is het woord aan de heer Voordewind. Mijn woorden zijn ook voor hem bedoeld.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik vind dit overigens een beetje een rare kwalificatie van een legitieme vraag.

De voorzitter: Zo is het zeker niet bedoeld.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Oké.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik heb nog een vraag aan de heer Azmani over het plan dat het kabinet heeft gepresenteerd op 8 januari in reactie op de voorstellen van de Commissie om tot het agentschap te komen. De heer Azmani kan zich niet vinden in de voorstellen van de Commissie maar wel in dat van het kabinet, maar hij vindt dat er wel een parlementaire behandeling moet plaatsvinden. De redcardprocedure moet wel gevolgd worden. Wat is de betrokkenheid van het nationale parlement als het gaat om het daadwerkelijk inzetten van grenscontrolestaf in zo'n agentschap? Betekent dit dat hij nog niet kan instemmen met de plannen die er nu liggen?

De heer Azmani (VVD): Nee, het voorstel dat er ligt over het agentschap en de directeur van het agentschap ...

De voorzitter: Het voorstel van de Commissie dus.

De heer Azmani (VVD): Ja. Zij krijgen de bevoegdheid om dingen te doen.

De voorzitter: Dat was namelijk niet de vraag van de heer Voordewind. Hij vroeg naar het plan van het kabinet.

De heer Azmani (VVD): Het plan van het kabinet is een appreciatie van het voorstel van de Europese Commissie.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Even ter verheldering. Ik heb het plan gelezen. Voor zover ik het begrepen heb, is dit een amendement op het voorstel van de Commissie, met als doel om niet alleen bevoegdheden te geven aan de directeur. Als er een besluit genomen wordt, moet dat gebeuren met een gekwalificeerde meerderheid in de Raad.

De heer Azmani (VVD): In het voorstel van de Europese Commissie ligt de bevoegdheid bij de directeur van het agentschap en heeft de Europese Commissie daar eventueel nog zeggenschap in. Nee, die bevoegdheid moet naar de Raad, zoals het kabinet ook vindt. Maar dat is geen amendement. Het is een onderhandeling, waarbij de inzet van de Nederlandse delegatie – dus niet die van Nederland als voorzitter – is om dat te wijzigen, zodat het primaat bij de lidstaten ligt en een verantwoordelijkheid bij de Raad. Ik gooi daar nog iets bovenop; in elk geval vraag ik de appreciatie van de Staatssecretaris daarvan. Op het moment dat een lidstaat weigerachtig is en aanbevelingen niet opvolgt, en het besluitvormingstraject zodanig wordt georganiseerd dat de Europese Raad iets gaat zeggen, zou ik het goed vinden als het Nederlandse parlement daarover vooraf wordt geïnformeerd. Dan kan het Nederlandse parlement daar ook nog wat van vinden.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik wil dat heel kort verder duiden. Vindt de heer Azmani dan dat lidstaten daarin ook een veto zouden moeten hebben? Stel dat het parlement zegt: wij zien deze inzet niet zitten. Moet een lidstaat dan een veto hebben in de Raad om uiteindelijk niet mee te gaan met zo'n besluit?

De heer Azmani (VVD): Ik zou dan wel willen weten wat de Nederlandse inzet is in die Raad en wat het standpunt van de Raad is. Dan vind ik dat wij er als Nederlands parlement wat van mogen vinden wat de bewindspersoon namens Nederland inzet. Ik zou dat dus heel prettig vinden.

De voorzitter: Dit opgehelderd hebbend, maakt de heer Azmani zijn laatste punt.

De heer Azmani (VVD): Dat is het EU-reisdocument. Gaat dat echt werken? Zullen landen van herkomst nu ineens zeggen: o, met een in de EU opgemaakt reisdocument laten we vluchtelingen wel toe? Ik vraag me af hoe het daarmee zit.

In het migratiepakket is het belangrijkst de aanbeveling voor vrijwillige humanitaire overname van vluchtelingen uit Turkije. Dat is alleen bespreekbaar op het moment dat we echt op nul zitten en we de illegale toestroom die dan nog plaatsvindt, daadwerkelijk terug kunnen sturen. Wij willen dus niet twee stromen tegelijkertijd. Dan wil de VVD de bereidheid tonen om een aantal mensen daarvan over te nemen. Dat heb ik ook aangegeven in het plan van maart vorig jaar. Ik vraag nog wel aan de Staatssecretaris of er in het vrijwillige plan ook gekeken wordt naar selectiecriteria. In dat kader is het voor de VVD van belang om ook te kijken naar de integratiekansen in een vrije westerse samenleving zoals de Nederlandse.

De voorzitter: Dank u wel. De heer Fritsma stelt nog één korte vraag.

De heer Fritsma (PVV): De VVD-fractie zegt nu voor het eerst dat zij vluchtelingen wil overnemen, niet alleen van Italië of Griekenland maar ook van Turkije. Het is de eerste keer dat ik dat hoor en ik schrik daar eerlijk gezegd een beetje van. Waarom moeten we naast al die asielzoekers die hier uit zichzelf komen en de asielzoekers die we uit Italië en Griekenland halen, ook nog vluchtelingen uit Turkije halen? En hoeveel moeten dat er zijn?

De heer Azmani (VVD): Dat is pas bij nul; dat zei ik toch? Ik ben daar heel helder en duidelijk in geweest. Het is pas bij nul. Ik weet niet of de heer Fritsma een hart heeft voor vluchtelingen, maar dan kun je besluiten om een bepaald maximumaantal vluchtelingen op te nemen in het kader van de humaniteit. Maar daarbij kijk je wat mij betreft ook naar integratiekansen. Je gaat zeker niet nu een afspraak maken met Turkije om mensen op te nemen, zolang de illegale toestroom doorgaat. Dan kies je ervoor om de illegale toestroom terug te plaatsen naar Turkije. En dan heb je weer die bootjes nodig waar de PVV nog niet zo lang geleden voor heeft gepleit. Dat is het Australische model: het terugduwen van de bootjes in de Middellandse Zee.

De heer Fritsma (PVV): Turkije is waarschijnlijk heel blij met de VVD-visie, want er worden cadeautjes gegeven. Met de Turkijedeal, die niet werkt, geeft de VVD wel van alles weg: 3 miljard, visumliberalisatie voor de Turken en hernieuwde toetredingsgesprekken voor Turkije. En als klap op de vuurpijl wil de VVD dus ook mensen uit Turkije overnemen. Hoeveel? Waar denkt de heer Azmani aan? Ik stel heel concrete vragen, maar de VVD-fractie heeft geen enkel idee hoe die te beantwoorden zijn. Dat is een beetje vervelend.

De heer Azmani (VVD): Dit heet in de politiek «framen». Volgens mij is het heel helder en duidelijk. Als de instroom nul is en er geen illegale migratie meer is in Nederland, zoals de heer Fritsma ook wil, dan kun je bekijken wat je kunt doen in het kader van resettlement. Dat doen we nu ook al. Ook onder Rutte I, met gedoogsteun van de PVV, haalden we 500 mensen per jaar deze kant op. Dus ik zou zeggen: mijnheer Fritsma, doe een pas op de plaats.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Voorzitter. Ik sluit me aan bij de vragen en de opmerkingen van de heer Sjoerdsma en mevrouw Keijzer over de asielramingen, die uiteraard naar de Kamer moeten worden gestuurd.

Ik begin met de kabinetsreactie op het verzoek om informatie naar aanleiding van het bericht «Leaked documents reveal EU plans to suspend Schengen for two years». Dit moet in het Engels, voorzitter, want ...

De voorzitter: Het is een citaat.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Het is een citaat, inderdaad, maar ik weet dat u er scherp op bent. Het bericht had te maken met gelekte documenten over plannen om Schengen op te schorten voor een periode van mogelijk twee jaar. De Staatssecretaris ontkent dat er dergelijke plannen zijn gemaakt, maar door de uitspraken van de premier van afgelopen week gaat iedereen toch denken: maar wat wordt er dán bedoeld met dat plan B? Ik vermoed dat ik het antwoord niet ga krijgen, maar ik zou dat wel graag krijgen. Heeft het iets te maken met het mogelijk opschorten van Schengen? Of gaan we bezig met een mini-Schengen?

Over de aanbeveling vrijwillige regeling met Turkije was er zonet even een flinke ruzie op rechts. Er ligt een aanbeveling voor een regeling waarbij EU-lidstaten vrijwillig onder bepaalde voorwaarden vluchtelingen kunnen overnemen uit Turkije. Daarmee is op zich niet zo veel mis, maar ik maak me ernstige zorgen over de instroom, die tot nul beperkt zou moeten worden. Ik mis ook voorwaarden in enige vorm waaraan Turkije zich in de tussentijd zou moeten houden. Hoe gaan we om met mensenrechtenschendingen? Kloppen de berichten van Amnesty International dat Turkije nu met harde hand en zonder veel respect voor mensenrechten optreedt om vluchtelingen tegen te houden? Als dat het geval is, kunnen wij toch niet zeggen: bravo, Turkije, je doet het fantastisch en nu willen we wel een paar vluchtelingen van je overnemen? Daar kan Nederland toch niet voor staan?

Ik zal de rest van mijn spreektijd wijden aan de verordening Europese grens- en kustwacht. Er ligt een zeer vergaand voorstel. Er is sprake van verdere uitkleding van de autonomie van lidstaten, waarvoor als rechtvaardiging wordt gegeven dat het de afzonderlijke lidstaten tot nu toe niet is gelukt om zodanig effectief samen te werken dat de buitengrenzen adequaat beschermd worden. Het komt er gewoon op neer dat een land als Nederland, maar waarschijnlijk eerder andere landen die op dit moment hun eigen grensbewaking niet goed op orde hebben, zonder dat het daar zelf nog iets over te zeggen heeft, te maken krijgt met militairen die de boel gaan handhaven op zijn grondgebied of in zijn territoriale wateren. Nu heeft het kabinet gezegd, wat ik op zich een positieve connotatie vind, dat het het zelf ook te gortig zou vinden als alleen maar de nieuwe directeur van het op te richten agentschap daarover kan beslissen en dat de lidstaten in ieder geval via de Raad er nog wel democratische controle op moeten kunnen uitoefenen. Ik begrijp dat we onder grote druk staan, maar dit is een enorme overdracht van bevoegdheden. Dit gaat mijn partij echt veel en veel te ver. Naast de kritische noot die het kabinet dan wel heeft gekraakt als het gaat om het amenderen van het voorstel om te zorgen dat de Raad er nog iets over te zeggen heeft, zou ik toch graag willen dat de Staatssecretaris nog eens heel goed kijkt naar de subsidiariteit en de proportionaliteit van dit voorstel. Als we dit namelijk uit handen gaan geven, weten we niet meer waar het verhaal gaat eindigen. Nogmaals, dit gaat voor de SP-fractie veel te ver. Ik hoop dan ook dat we er vandaag, dan wel op een later moment, op een goede manier met elkaar uit zullen komen.

De voorzitter: Hiermee zijn we gekomen aan het eind van de eerste termijn. Ik schors de vergadering voor tien minuten minus vijf minuten «te laat», dus tot vijf over vier.

De vergadering wordt van 16.00 uur tot 16.05 uur geschorst.

De voorzitter: Ik heropen de vergadering en geef graag de staatsecretaris het woord.

Staatssecretaris Dijkhoff: Voorzitter. Ik begin graag met het punt dat ook op de informele Raad het meest concreet geagendeerd is, namelijk de Europese grens- en kustwacht. De algemene appreciatie is dat we het voorstel verwelkomen. Net zoals de leden van de Kamer zien we echter nog wel wat punten die wat verduidelijking behoeven, om het nog maar zacht te uitdrukken. Daarnaast dient een aantal waarborgen voor de betrokken lidstaten beter uitgewerkt te worden en in ieder geval meer opgehelderd. Ik denk in dit verband met name aan de omschrijving dat de directeur in urgente situaties kan beslissen. Dat laatste zou deze dan wel moeten doen op basis van een uitvoeringshandeling van de Commissie. Dat is natuurlijk wel een aparte vorm. Dan heb je, net zoals wij, al snel de neiging om de Raad er een rol in te geven. De Europese onderhandelingen een beetje inschattend, betekent het waarschijnlijk dat het Europees Parlement er ook een rol in wil hebben. Zo gaan die dingen vaak. Dat zal in de onderhandelingen dus wel een plek krijgen. Dus Nederland vindt dat de Raad hierin een actieve rol moet hebben. Daarmee zouden dan ook de nationale parlementen er een actieve rol in hebben, want voor elke Raad informeren we het parlement over wat daar geagendeerd wordt. Het moet ook echt gaan om een situatie van aantoonbare onwil en tekortschieten. In het kader van Schengen hebben we te maken met gezamenlijke buitengrenzen. Dan is een Schengen-buitengrens in een ander land dus ook een beetje onze grens. Het is natuurlijk de plicht van dat land om die grens te controleren maar het is vervolgens ook ons probleem als het dat niet doet. Op dit moment is er een beperkte mogelijkheid om er iets aan te doen. Je kunt vooral netjes vragen en vervolgens nog indringender vragen aan zo'n land of het zijn werk alsjeblieft wil doen, je kunt hulp aanbieden en Frontex-middelen beschikbaar stellen en je kunt middels een evaluatierapport kenbaar maken dat het land niet genoeg doet, maar dat alles duurt heel erg lang. En dan is er een hele tijd niets en vervolgens is er meteen artikel 26 dat neerkomt op: dan word je geschorst of dan ga je er maar uit. Wij zien dit vooral als een mogelijkheid om ertussenin nog opties te bieden en maatregelen te hebben om de druk op te voeren. Dit zal zeker nog onderhandelingen vereisen. Ik kan ook geen overzicht geven om welke landen het specifiek gaat, want dat zullen we op de informele Raad te horen moeten krijgen. Er zijn wel wat landen die wat schoten voor de boeg hebben gelost, maar de echte standpunten van de landen zullen we de komende week horen. We verwachten wel dat de behoefte aan meer duidelijkheid over wie nu welke bevoegdheid heeft, breed gedragen zal worden. We hebben wel enige opheldering gekregen als het gaat om een aantal juridische aspecten. Je zult ter plekke namelijk altijd enige vorm van instemming van de lidstaat nodig hebben. Anders ga je eerst de kustwacht sturen die dan ruzie moet gaan maken met het desbetreffende land en dat gaat natuurlijk nooit werken.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik verkeer toch wel heel erg in dubio of dit de goede aanpak is. Ik begrijp de problematiek en ik waardeer het overigens zeer dat er wordt gezocht naar oplossingen. Nu zegt de Staatssecretaris zelf dat je anders discussie krijgt met de kustwacht. Echter, als dergelijke landen die hulp zouden accepteren, is er toch überhaupt geen probleem? Dit gaat toch gewoon over het dwingen van landen om in hun eigen wateren of op hun eigen grondgebied vreemde troepen toe te laten? Is dit niet gewoon het verder opblazen van de Europese Unie? Neem je hiermee niet een enorm risico van ruzies tussen Europese lidstaten?

Staatssecretaris Dijkhoff: Je kunt niet ontkennen dat dit moet voorzien in een situatie waarin de sfeer al niet heel vriendelijk meer is. Als iedere lidstaat zich keurig aan zijn verplichtingen had gehouden, was het probleem in eerste instantie al niet ontstaan. Juridisch-technisch is het overigens geen oprekking omdat het verdrag die mogelijkheid al biedt. Dat is ook het juridisch-technische antwoord dat van de Commissie komt. Het is, denk ik, een middel om de druk verder op te voeren. Het is ook kwestie van het paraat hebben van de middelen. Je kunt wel tegen een land zeggen dat het eigenlijk hulp zou moeten ontvangen, maar als er dan verder niets gebeurt, er geen plan wordt gemaakt en er geen capaciteit wordt opgeschaald, dus als het land aangeeft de hulp echt niet te accepteren, dan heb je wel meer recht van spreken om het te hebben over artikel 21 ofwel schorsing en eventueel verwijdering uit de Schengen-zone. Dat is natuurlijk een maatregel die je kunt nemen. Een land kan blijven zeggen dat het het niet gaat doen, maar dan zal er wel geschorst worden en is vervolgens de grens van dat land niet meer de Schengen-buitengrens.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Maar ...

De voorzitter: Ik zit in dubio. De Staatssecretaris heeft nog nauwelijks de algemene lijn in zijn betoog neer kunnen zetten. Tegelijkertijd ben ik van mening dat als het korte, verduidelijkende vragen zijn, dat alleen maar prima is. Laten we het houden op het laatste, maar ik grijp in als het dat niet is.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Absoluut. Begrijp ik het goed – ik zie nu wat licht aan het eind van de tunnel – dat de Staatssecretaris zegt dat er in een dergelijke situatie eerder gekozen zal worden voor schorsing in plaats van dat ervoor wordt gekozen om tegen de zin van een land in, er troepen naartoe te sturen?

Staatssecretaris Dijkhoff: Ik kan nu niet voorspellen hoe de keuze dan uitvalt maar ik kan mij heel moeilijk voorstellen dat als een land zegt «als je hier aankomt, heb ik mijn mensen wel klaarstaan» dat je dat dan toch doet. Er is wel een heel groot gat tussen het verzoek aan een land om hulp te accepteren en een schorsing. Ook de parate capaciteit is er dan niet. Het is dus tweeledig. Aan de ene kant geef ik nu alvast een nadere duiding die wij ook hebben verkregen van de juridische dienst van de Commissie. Aan de andere kant is er het politieke onderhandelingsproces ten aanzien van de vraag of we als landen wel of niet integraal zo'n voorstel zouden moeten accepteren. In ons voorzitterschap gaan we in de Raad met de lidstaten een positie formuleren en die zal dan vervolgens naast die van de Commissie en het parlement worden gelegd om tot een voorstel te komen. Dus we zijn er nog niet. De eerste uitleg van de juridische dienst van de Commissie biedt wel een beter perspectief. Bovendien zullen lidstaten die dezelfde zorgen hebben, ons helpen om het de goede kant op te krijgen.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Als ik het dus goed begrijp, gaat het kabinet tegen de plannen stemmen die er nu liggen. Het heeft daarbij aangegeven dat de route van de Raad erbij moet worden ingepast. Je kunt echter twee routes kiezen: of je volgt de route van de Raad of je volgt de route van het gefaseerd dreigen met het uit Schengen zetten, zoals bij Griekenland is gebeurd. Dat heeft ten aanzien van Griekenland wel geholpen, in de zin dat het toch is gaan meewerken. Dus waarom op twee paarden wedden?

Staatssecretaris Dijkhoff: Ik volg dit niet helemaal. Binnen de escalatieladder voorziet dit mijns inziens in een pressie- en effectueringsmiddel. Je maakt een operationeel plan. Als een lidstaat dat vervolgens niet accepteert, kun je er niet naartoe varen om de boel over te nemen. Dan moet je zo'n lidstaat gewoon schorsen en uit Schengen zetten. Even voor de beeldvorming: er zal niet gestemd worden over iets. Zo snel gaat dat niet. Dus er is nog tijd om de posities helder te krijgen en om vervolgens tot een Raadsstandpunt te komen en om met de Commissie in discussie te gaan over wat er nog aangepast moet worden aan haar voorstel. Ik heb dan ook niet het idee dat we daarmee op twee paarden wedden. De oorspronkelijke afspraak was om elkaar er vooral niet nadrukkelijk op aan te spreken, waarbij in theorie schorsing aan de orde was. Daar moet nu een veel vloeiender lijn in gaan komen, in de zin dat wanneer men zich er niet aan houdt, er een dringend aanbod volgt en dat, wanneer dat niet wordt geaccepteerd, men te maken krijgt met schorsing en men niet meer bij de club hoort, omdat men zich niet aan de regels houdt.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik probeer het echt helder te krijgen want het is voor mijn fractie belangrijk om in te kunnen stemmen met het voorstel van het kabinet. Gaat het kabinet nou de route op van uiteindelijk een gekwalificeerde meerderheid in de Raad en het dus afdwingen van een kustwacht en het sturen van troepen? Of zegt het kabinet: zo ver willen we het niet laten komen, want dan komen we in oorlog met Griekenland en dat willen we niet, dus we zullen er alles aan doen, waaronder het eventueel dreigen met schorsing, zodat men toch meewerkt? Dat zijn toch twee verschillende routes die ik zie.

Staatssecretaris Dijkhoff: In dit voorstel creëer je een mogelijkheid. Daarna komt de vraag hoe je die gaat aanwenden. Wend je die vooral aan als pressiemiddel of ga je die ook echt doorvoeren? Je moet dat per keer bekijken. Je kunt tegen een land bijvoorbeeld zeggen: dit is echt je laatste kans, we hebben de bereidheid getoond om het van je over te nemen. Als dat land dan zegt «ik snap niet wat je me wilt vertellen» kun je overgaan tot schorsing. Het feit dat die mogelijkheid bestaat is op zichzelf al een drukmiddel in gesprekken. De afgelopen weken, maanden hebben we al gezien dat puur het feit dat we eraan werken, al leidt tot bereidheid om mee te werken en dat toen die optie er nog niet was, er meer problemen waren op dat punt.

Wat mij betreft ben ik nu aan het eind gekomen van het blokje Europese kust- en grenswacht. Ik meen dat er ook nog een VSO is aangevraagd waarin de wat meer technische vragen aan de orde komen. Dinsdag zal een standpuntbepaling plaatsvinden. We halen nu bij de landen op wat men ervan vindt; we hebben daar al een beetje een beeld van. Daarna gaan we als voorzitter een voorstel formuleren om er met de Commissie over in gesprek te gaan. Dus dit is niet in één keer klaar, zoals overigens meestal in Europa het geval is.

Vervolgens kom ik te spreken over Turkije. De heer Sjoerdsma heeft gevraagd naar de stand van zaken rond de financiering. In de Raad naderen de lidstaten inmiddels een akkoord. Laat duidelijk zijn dat er niet een afspraak ligt in de zin van: we halen 3 miljard op, dat boeken wij over naar Turkije en dan hopen we dat het iets gaat doen. Dit gaat stapsgewijs en op projectbasis. We geven niet zomaar geld. Er moet een project liggen waarvan wij kunnen zien dat het tot verbetering van de omstandigheden leidt. Zolang er geen voorstellen zijn, kun je die ook niet honoreren. Dus blijft het ook een wat academische discussie of we al op die 3 miljard zitten. Als er een goed plan ligt, is er ruimte om dat te financieren en om Turkije ook te laten zien dat wij de afspraken nakomen. Tot op heden hebben we echter nog niet een voorstel van Turkse zijde gezien waarvan we kunnen zeggen dat het er in past, en overigens ook nog niet een dat er niet in past. Het moet dus eerst op gang komen. Ondertussen zijn er op dagelijkse basis contacten tussen ons voorzitterschap, de Europese Commissie en Turkije om te zorgen dat het gaat lopen. Er zijn wat stappen gezet in Turkije. Het visumvrij reizen is ingeperkt. Ten aanzien van de werkvergunningen is er sprake van een openstelling. Turkije heeft gezegd dat er gaandeweg meer gaat gebeuren, maar het is niet zo dat we nu al kunnen constateren dat het effect optreedt waarvan we gehoopt hadden dat het zou optreden. Het kabinet is er wel heel duidelijk over dat het tot nu toe niet onze verwachtingen overtreft en dat het nog steeds tegenvalt. De instroom is weliswaar significant lager dan andere weken van het jaar maar dat ligt vooral aan de weersinvloeden. Als straks het weer verbetert op de route, zal dus echt moeten blijken of er een daadwerkelijke daling waarneembaar is.

De heer Fritsma (PVV): De Staatssecretaris zegt dat het resultaat tegenvalt.

De voorzitter: Nee, hij heeft gezegd: het overtreft niet onze verwachtingen.

De heer Fritsma (PVV): Het overtreft niet onze verwachtingen; nou, dan weet de gemiddelde toehoorder genoeg. De premier heeft op 15 december vorig jaar letterlijk gezegd: «Voor de komende weken is de vraag essentieel of de afspraken die wij met Turkije hebben gemaakt houdbaar zijn en of die ertoe leiden dat de toestroom stopt van vluchtelingen uit Syrië en andere landen naar Europa. Tegen die achtergrond zal het kabinet kijken naar de voorstellen van de Commissie». Dus dat betekent: werkt het niet in december, dan gaan we ingrijpen. Belofte maakt schuld. De Staatssecretaris zegt: het overtreft niet onze verwachtingen. Dat betekent dat het resultaat dus niet is geboekt. En dus moeten we gaan ingrijpen. Belofte maakt schuld. Graag een reactie.

Staatssecretaris Dijkhoff: Zo snel geven we niet op, maar ik denk dat deze vraag van de heer Fritsma wel aangeeft dat het nu ook belangrijk is dat we niet meer spreken – dat is ook een kwestie van diplomatieke druk opbouwen – van een zekere periode, van enkele weken of de komende weken. Er is nu een duidelijker aantal aan gehangen, ook om de druk verder op te bouwen, omdat anders iedereen zelf kan kiezen wanneer hij of zij vindt dat die enkele weken voorbij zijn. De premier heeft gisteren ook duidelijk op het Europees toneel aangegeven dat na zes tot acht weken, met name als het weer aantrekt, het bijltje valt – ik weet even zo snel geen smakelijker metafoor – en je dan de balans op moet gaan maken. Je kunt dan niet doorgaan met verbeteringen. Dan moet je ook resultaten zien. We zien ook dat er niet niets gebeurt in Turkije. Als er sprake was geweest van een frustratieblokkade en van uitspraken als «we gaan het toch niet doen», dan had je inderdaad kunnen constateren dat het geen zin zou hebben. Het kan dus nog werken, maar er zit wel een klemmende tijdsdruk op, die ook helder is benoemd. Vervolgens zul je de balans op moeten maken.

De heer Fritsma (PVV): Als je beloftes niet na wilt komen, doe ze dan ook niet. Ik heb net de premier geciteerd en dat citaat laat niets aan duidelijkheid te wensen over. Op 15 december is gezegd: binnen de komende weken moet de toestroom stoppen. Welnu, die toestroom is niet gestopt en dus wordt de belofte niet ingelost. Er gebeurt helemaal niets. Het lijkt, met alle respect, een beetje op het bedonderen van de burger. Ik vraag het kabinet om daarmee op te houden.

Staatssecretaris Dijkhoff: Dat is het nadeel van woorden die een zekere tijdsindicatie in zich hebben maar niet specifiek zijn, waardoor de heer Fritsma zelf kan aangeven dat hij vindt dat die «komende weken» voorbij zijn. We hebben het gezegd zoals we het hebben gezegd. Er is nu ook een duidelijker tijdsindicatie aan gekoppeld. Als het voorjaar komt en er niets is gebeurd en de instroom weer de hoge aantallen aanneemt zoals in het afgelopen voorjaar, dan zullen er andere maatregelen nodig zijn. Dan kun je niet alleen maar blijven werken aan een traject om met Turkije te zorgen dat de instroom naar Europa daalt. Dat blijft overeind en ondertussen gebeurt er zeker niet niks, want dan had ik dat wel gemerkt.

De Turkse autoriteiten geven zelf aan dat er intussen – dat is over een langere periode teruggerekend – 150.000 migranten van zee gered zijn of aan land teruggebracht zijn door de Turkse kustwacht en dat er smokkelaars gearresteerd worden. Verder is de visumplicht heringevoerd voor Syrische vluchtelingen die vanuit andere landen dan Syrië naar Turkije reizen; ook uit onze informatie blijkt dat er op dat punt nu minder bewegingen zijn. De Turken hebben tevens duidelijk gemaakt dat ze nog steeds werken aan de verdere maatregelen van het actieplan inzake de werkvergunningen en dat ze gebruikmaken van bestaande re-admissieovereenkomsten met Griekenland en Bulgarije om irreguliere migranten terug te kunnen sturen. Daar zit volgens ons nog wel ruimte voor verbetering. Er is nog even tijd maar niet veel meer. Een significante verifieerbare en duurzame daling van de instroom is nodig om te kunnen zeggen dat het een succes is en dat de instroom weer op een niveau is dat de Europese landen het kunnen verhapstukken en onderling kunnen werken aan betere afspraken.

De heer Recourt heeft gevraagd of de vergunningen ook daadwerkelijk worden afgegeven door Turkije. Het gaat over Syriërs die minimaal zes maanden in het bezit zijn van een vergunning en een Turks ID-bewijs. Aangezien pas sinds een paar dagen sprake is van openstelling, kan ik nog niet aangeven hoeveel vergunningen er al afgegeven zijn en of het überhaupt gebeurt. Het is in ieder geval een goede stap die past binnen de lijn van de afspraken. Het is dan ook zaak dat het in de praktijk niet weer stuit op juridische onmogelijkheden of bureaucratische problemen. We zullen dat dus ook blijven bekijken.

Dan kom ik op de vragen over het rapport van Amnesty International over de behandeling van Syrische vluchtelingen in Turkije. We hebben een en ander nagevraagd bij de EU-delegatie die daar aanwezig is en die geeft aan dat haar geen gevallen bekend zijn van deportatie. Ten aanzien van de individuele cases die genoemd worden in het rapport, heeft de EU-delegatie aan de Turkse autoriteiten en Amnesty International gevraagd om meer informatie en opheldering. Tevens heeft zij de Turkse autoriteiten verzocht om een onderzoek in te stellen.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Dit punt baart mij echt zorgen. Is het niet een idee dat Nederland zelf gaat proberen om meer informatie te krijgen en er zelf een onderzoek naar instelt via de eigen ambassade?

Staatssecretaris Dijkhoff: Dat zou ik verstandig vinden als we het idee zouden hebben dat die EU-mensen daar niets zitten te doen. Ik denk niet dat het helpt als we hun werk daar over gaan doen. Er is door de EU-delegatie ook contact gezocht met Amnesty international om meer opheldering te krijgen en ook de UNHCR is benaderd. Ik lees in de rapportage over incidenten in detentiecentra maar niet over structurele misstanden. Ik denk dat het gewicht van de Europese Unie in Turkije toch groter is dan dat van ons en dat dit dan ook de geëigende weg is om opheldering te krijgen.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik kan mij heel goed voorstellen dat we aan Amnesty International, UNHCR et cetera extra informatie vragen, maar als de EU-delegatie aan de Turkse autoriteiten heeft gevraagd om een onderzoek in te stellen dan wordt het toch wel een beetje de slager die zijn eigen vlees keurt.

Staatssecretaris Dijkhoff: Oké, maar het lijkt mij ook een beetje raar om te vragen aan een overheid om niet te onderzoeken wat er in haar eigen land gebeurt. Ik zou dat elkaar dus niet laten uitsluiten.

Mevrouw Keijzer heeft met betrekking tot de lijst van veilige landen van herkomst gevraagd of er onderhandeld moet worden met landen. Om een land op die lijst te plaatsen hoeft dat niet. Wij kunnen zelf onderbouwd bepalen of wij vinden dat een land een veilig land van herkomst is. Binnenkort zal ik de Kamer over de nog te bespreken landen informeren. Iets anders is of zo'n land bereid is om de eigen onderdanen terug te nemen. Daarover zullen nog wel de nodige gesprekken plaatsvinden. Ikzelf heb tegen de Europees Commissaris die zich hiermee bezighoudt gezegd dat ik het prima vind om aan «more for more»-benaderingen te doen maar dat het op een gegeven moment ook tijd is om met de vuist op tafel te slaan opdat men de eigen onderdanen terugneemt.

De heer Azmani heeft gevraagd of Nederland van plan is deel te nemen aan het vrijwillige humanitaire toelatingsprogramma voor Turkije. Dat zien wij echt in het licht van het communicerende vat waar het gaat om de natuurlijke, spontane instroom. Die instroom moet uiteindelijk meer dalen dan je hervestigt. Het is in die zin dus niet een-op-een, maar je hebt wel een significante beperking nodig voordat je aan dat traject gaat werken. Zo je dat opstart, zul je sowieso een soort veiligheidsklep moeten inbouwen, in de zin dat wanneer de inspanningen van Turkije minder resultaten opleveren, je dat ook meteen kunt laten merken in je afspraken. Uiteindelijk moet het netto leiden tot een lagere instroom naar Europa.

De heer Voordewind heeft gevraagd naar de hotspots. Belangrijk is het er eerst voor te zorgen dat de registratie goed verloopt. De heer Sjoerdsma had het in dit verband over de apparatuur. Ik heb die zelf ook in december kunnen zien. Er staan computers maar die hebben een bepaalde capaciteit per dag terwijl er meer mensen per dag langskomen dan de capaciteit van die computers aankan. Ook wij hebben er alle belang bij, evenals de Europese Unie, dat er meer computers komen in plaats van op filmpapier afgenomen vingerafdrukken. Er is nu niet in voorzien dat het beoordelen van het asielverzoek daar plaatsvindt. De landen waar de hotspots zijn, hebben er belang bij dat relocatie alleen maar geldt voor doelgroepen die 75% of meer kans hebben op inwilliging. Dat veronderstelt dan wel een selectie aldaar. De landen zelf hebben er ook alle belang bij om de mensen die niet in die categorie vallen, snel uitgezet te krijgen, omdat ze niet in aanmerking komen voor relocatie. De afspraak is ook dat ze dan niet meer door kunnen reizen. Nederland staat er open voor om het uit te breiden. Het punt is echter dat die landen nog niet zo ver zijn als we hadden gehoopt. Daarom is het niet iets wat heel relevant is om er nu heel hard op te «drukken».

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik heb aan de grens gestaan in Macedonië. Ik zag de mensen daar allemaal voorbijkomen en er vond een screening plaats, in de zin dat mensen gevraagd werd naar hun naam en hun land van herkomst. Welnu, men heette Mohammed en men kwam uit Syrië. Nu is de screening iets beter omdat er ook vingerafdrukken worden afgenomen. Echter, als mensen niet tot de Eritreeërs en Syriërs behoren, wat dan? Het is geen gesloten gebeuren. Dus ze kunnen alsnog doorlopen naar Europa. Wat is nu de toegevoegde waarde van het afnemen van een vingerafdruk als iedereen vrolijk verder kan lopen?

Staatssecretaris Dijkhoff: Laat ik vooropstellen, dat dit niet betekent dat ik vind dat dit genoeg is. De meerwaarde is nu wel dat je weet wie er binnen is en dat de gegevens in het Eurodac-systeem zitten. Daardoor kun je later ook zien hoe iemands route is geweest en welke informatie die heeft opgegeven. Dat heeft ook voordelen wat betreft de veiligheid. Overigens, als de hotspots echt zouden werken, zou je al in Griekenland een goede registratie hebben. Het verbetert wel, maar hoe je dat nu beoordeelt is een beetje een kwestie van of het glas driekwart leeg of een kwart vol is. Als er nou heel veel onwil was in Griekenland, kon je nog met de vuist op tafel slaan en zeggen «ga eens harder werken», maar dat is het niet. Wat betreft het beeld dat je als Nederlander hebt als je iets van nul op moet bouwen, moet ik constateren dat onze nul toch iets hoger is dan wanneer je eenmaal komt op zo'n eiland en je ziet dat die nul daar ook echt nul is. Bovendien komen er op zo'n eiland dagelijks heel veel mensen aan; je kunt het dus niet eerst rustig opbouwen en vervolgens zeggen: komt u nu maar. Er gebeurt dus heel veel tegelijk op zo'n eiland. Het is al een eerste positieve stap dat het kunnen boeken van een ticket voor de ferry naar het Griekse vasteland gekoppeld is aan registratie in zo'n centrum. Dat is echter nog niet op alle eilanden zo, dus dat moet nog verder verbeterd worden. Iemand kan wel zeggen dat die uit Syrië komt, maar je moet het ook kunnen checken. Er wordt dan gezegd: de documenten die wij hier in Nederland gebruiken om checkvragen te stellen, moeten we dan ook maar brengen naar Griekenland. Welnu, dan ligt daar zo'n mooie binder in een centrum, ik zou eerder zeggen een stal, waar een paar klaptafeltjes staan. Gaandeweg wordt het dan opgebouwd. Als het niet zo'n serieus probleem zou zijn, zou het nog charmant genoemd kunnen worden ook.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik heb ook Lampedusa bezocht. Daar wordt ook de eerste screening gedaan. Als er twijfel is over een asielaanvraag of als mensen niet rechtstreeks uit Syrië of Eritrea komen, krijgen ze toch een ticket voor de ferry en gaan ze alsnog naar het vasteland van Italië of Griekenland om vervolgens door te reizen. Nu begrijp ik wel dat er een verschil is tussen wat je wilt en wat er kan, maar er moet toch over worden doorgedacht wat te doen wanneer mensen afkomstig zijn van landen die niet op de prioriteitenlijst staan en mogelijk zelfs afkomstig zijn van veilige landen. Dan moeten ze toch ergens in een gesloten setting kunnen worden opgevangen, want anders lopen ze alsnog heel Europa door?

Staatssecretaris Dijkhoff: Ten aanzien van Italië kun je nog zeggen dat registratie in elk geval tot een Dublinclaim leidt als men toch doorloopt. Ten aanzien van Griekenland is dat helaas niet mogelijk. Ik ben het met de heer Voordewind eens dat je uiteindelijk ontvangstcentra zou moeten hebben om te voorkomen dat deze mensen doorlopen. Dat zijn allemaal dingen die in opbouw zijn. Dan zegt Griekenland natuurlijk ook terecht dat het zeker wil weten dat er ook aan relocatie wordt gedaan. Je kunt dan natuurlijk heel lang de kip-eidiscussie gaan voeren. Je kunt zeggen: ik wil eerst dat alles perfect geregistreerd wordt voordat ik het ga doen. Nederland heeft daarin een pragmatischer houding gekozen. Wij zijn het aantal van 272 nu aan het optrekken tot 372. Dan nemen we er al een flink aandeel in en tevens zien we dan ook wat er in het proces nog beter moet. Inderdaad, we zijn nog niet waar we wilden zijn, laat staan dat we door kunnen gaan naar een fase zoals de heer Voordewind die ook voor zich ziet, waarin je een en ander nog veel beter regelt. Ondertussen blijven de aantallen hoog. Helaas kunnen we niet zeggen: wacht u alstublieft even totdat wij onze zaken hebben ingericht. Eind februari wordt de oplevering verwacht van de volgende twee Griekse hotspots. Officieel is het de eerste week van februari, maar daar maak ik zelf eind februari van op grond van onze eigen ervaringen. Het is overigens niet dé oplossing, maar het kan wel een deel van de oplossing zijn. De vertraging heeft uiteraard ook niet bijgedragen aan een betere registratie en een gecontroleerder verloop van de stromen.

Mevrouw Keijzer heeft gevraagd naar de ervaringen in Duitsland met de aparte centra voor veilige landen. In Duitsland behelst het nog een voorstel dat nu in de coalitie besproken wordt.

De heer Fritsma (PVV): Ik heb nog een vraag aan de Staatssecretaris over het vorige punt. Hij erkent gelukkig dat de registratie niet goed verloopt en een groot probleem is. In het verlengde daarvan neem ik aan dat conform de eerdere toezegging, er niet meegedaan wordt aan de herverdeling van vluchtelingen. Het kabinet heeft steeds gezegd: zolang de registratie niet op orde is, doen we dat niet. In dat licht is mijn vraag waarom er dan toch 50 mensen zijn ingevlogen vanuit Italië. Als je zegt dat de registratie eerst op orde moet zijn, had je dat dus niet moeten doen.

Staatssecretaris Dijkhoff: De herplaatste mensen zijn geregistreerd. Die zijn door de hotspot gekomen. Dat is iets anders dan dat de registratie van iedereen die via Griekenland of Italië binnenkomt 100% op orde is. Daarbij hanteren we het principe dat je iedere keer een been bij moet trekken. Daarom doen we het mondjesmaat, in kleine aantallen. Door dat been bij te trekken, toon je ook dat de vorderingen die geboekt worden, leiden tot relocatie.

De heer Fritsma (PVV): Dus dat is het criterium? Omdat die 50 mensen zijn geregistreerd, doen we het wel? Moeten we met terugwerkende kracht zo de uitspraak van de Staatssecretaris lezen dat eerst de registratie op orde moet zijn en dat we dan pas mee gaan doen aan die herverdeling?

Staatssecretaris Dijkhoff: Dat hoeft de heer Fritsma niet zo te lezen. Ik geef gewoon aan hoe het nu loopt. Het is natuurlijk niet zo dat alleen maar die mensen geregistreerd zijn. Je gaat erheen en laat je informeren. Daar zijn hotspots open die boven een bepaald minimumniveau uitkomen en waar duizenden per dag worden geregistreerd. Dan komt het punt dat je gaat kijken of je mondjesmaat iets kunt doen aan relocatie, waarbij je ook kijkt of de registratie deugdelijk is. Anders kun je ook niet een keer beslissen of de registratie materieel, inhoudelijk in orde is. Zoals ik al zei, is het een kwestie van het bijtrekken van een been als de anderen stappen hebben gezet. Anders wordt het fysiek ook een beetje lastig en kom je in een spagaat. Het is dus niet zo van: o, ze hebben er 50 geregistreerd, die halen we even op. Het was Zweden die dat zo gedaan heeft. Wij vereisen een significante basis. Op grond van deze eerste relocatieactie zullen we zelf beoordelen hoe ver men is en wanneer het logisch is om een volgende stap te zetten.

De heer Fritsma (PVV): Dan ga ik ervan uit dat het kabinet nu stopt met het overnemen van te herplaatsen asielzoekers, omdat de Staatssecretaris zelf toegeeft dat de registratie zeer problematisch is en nog lang niet op orde is.

Staatssecretaris Dijkhoff: Zo heb ik het niet gezegd. De registratie wordt dan weer zo'n term. De registratie van heel veel mensen is op orde, maar nog niet die van iedereen. Niet elke hotspot is al open en operationeel. Dit is geen binair proces in de zin van: nu werkt het wel en nu werkt het niet. Het is een organisch proces en we zullen gelijk oplopend daarmee aan onze plicht voldoen. Mevrouw Keijzer heeft in dit verband gevraagd naar de mogelijkheid om het juridisch verplichtend te maken voor de landen die niet meewerken. Welnu, het is een bindend besluit dat de Raad genomen heeft. Dus het is voor deze landen ook verplicht. Ik kan het dus niet nog verplichtender maken. Een aantal landen is naar de rechter gestapt. Mijn volste verwachting is dat we daarvan te horen zullen krijgen dat het inderdaad verplicht is en dat de regels van de club gevolgd moeten worden. Je kunt als land dus niet zeggen: het besluit is weliswaar correct genomen maar ik heb er geen zin en ik doe nu even niet mee. Dat is niet een onderdeel van het lidmaatschap.

De heer Sjoerdsma (D66): De Staatssecretaris schetst een aantal kleine maatregelen die we allemaal goed begrijpen maar tegelijkertijd zou ik willen wijzen op de patstelling waarbij Griekenland niet registreert zolang er niet wordt herplaatst en andere landen, waaronder Nederland, liever geen vluchtelingen opnemen zolang de registratie niet op orde is. Denkt de Staatssecretaris nu dat hij met deze kleine stapjes die patstelling gaat doorbreken of heeft hij nog iets anders achter de hand?

Staatssecretaris Dijkhoff: Dit is de Nederlandse aanpak om die patstelling in ieder geval niet als Nederland te hebben, maar dat wil niet zeggen dat die aanpak door alle 28 lidstaten in daden is omarmd. Als we 100 mensen overnemen en we daarmee het aantal van 272 naar 372 brengen, dan kan ik wel heel stoer vertellen dat wij een grote bijdrage leveren, maar het duidt dan vooral op het achterblijven van andere landen. De landen waarvan het eigenlijk het meest logisch is dat ze meewerken aan relocatie, namelijk de landen die het niet zo heel erg druk hebben met het regelen van opvang van mensen die spontaan instromen, zijn nu ook niet te bewegen om aan relocatie te doen. Bij hen ligt het bezwaar overigens wel wat fundamenteler dan alleen het uitgangspunt: we vinden dat de Grieken en de Italianen nog niet ver genoeg zijn. Dus die patstelling ga ik niet voor hen doorbreken met onze aanpak. Als voorzitter hebben we een voorbeeld gegeven van hoe we vinden dat we die patstelling moeten doorbreken. Dat leidt echter niet automatisch tot navolging.

De heer Sjoerdsma (D66): Maar dan hoor ik eigenlijk geen enkele strategie die leidt tot het doorbreken van die patstelling en kan ik niet anders dan concluderen dat we automatisch afstevenen op dat plan B van de premier. Dat maakt het des te belangrijker dat wij als Kamer weten wat dat plan B precies inhoudt.

Staatssecretaris Dijkhoff: Ik snap het bruggetje om bij dat punt te komen, maar dan niet inhoudelijk. Als die hotspots perfect zouden werken, zou dat er nog niet toe leiden dat daarmee een plan B, C of D vermeden is. De hotspots doen namelijk niets aan instroombeperking. Die beperking heeft betrekking op de afspraken met Turkije die nog niet zijn uitgevoerd zoals het zou moeten, maar wat nog wel zou kunnen gebeuren. Vooropgesteld dat iedereen zich aan de bindende afspraken over relocatie moet houden, vind ik wel dat wanneer ik alleen maar aandacht blijf vragen voor relocatie waarbij ik de lidstaten moreel de maat neem, we niet verder komen. Eensgezindheid en een breder plan van de Europese landen zijn wel degelijk ook van belang. De afspraken met Turkije zijn daar een eerste stap in. Het is ook niet zo dat we van landen vragen om in een soort openeinderelocatie te stappen. Waar je afspreekt om de last netjes te verdelen in het kader van solidariteit, kan het niet zo zijn dat vervolgens een paar landen gaan bepalen hoe groot die last wordt. Als je alleen maar zo de discussie voert – zo leek die vorig jaar toch wel vaak te verlopen – snap ik wel dat dan landen gaan zeggen: ik vind het best om te praten over een verdeling, maar dan moeten we ook kunnen praten over wat er te verdelen is in plaats van dat een aantal landen het bepaalt en de rest eraan moet deelnemen.

Verder is gevraagd welke stappen er worden gezet om de Dublinafspraken te herzien. Dat brengt mij ook meteen op de uitspraak over de zes tot acht weken. Sommigen hebben dat betiteld als een dreigement. Zo zie ik het niet, want het is eigenlijk gewoon een analyse. Ik zou dan ook niet willen spreken van een concreet plan B dat er zou liggen; het zou dan veeleer gaan om D, E en F, want A is Turkije, B is Turkije en C is Turkije. Vorig jaar rond de zomer riepen we ook al dat als er geen Europese oplossing zou komen, Schengen onder druk zou komen te staan. Dat is geen dreigement maar ik zie gewoon niet hoe je zonder Europese oplossing Schengen integraal overeind houdt. Schengen komt overigens niet onder druk te staan maar staat al onder druk. Je kunt niet alleen maar grenscontroles doen voor migranten want die gelden dan voor iedereen en alles. Het staat dus al onder druk en die druk wordt niet kleiner als het niet lukt om de instroom naar Europa te doen afnemen. Er is nog geen «fijn» plan. Je ziet het ook aan Oostenrijk dat met iets komt, evenals Zweden. Mijn appreciatie is dat deze landen dit soort voorstellen niet doen omdat ze nu eindelijk de kans krijgen te doen wat ze stiekem al heel lang wilden, maar omdat ze gewoon niet anders kunnen. Ten aanzien van Oostenrijk kun je je dan meteen afvragen hoe men dat juridisch wil gaan doen, maar er zit ook een element in – dat snapte ik dan ook wel weer van mijn collega in een gesprek dat ik met hem had – waarbij gezegd wordt: die vragen zijn terecht maar ergens kom je op een breekpunt qua instroom, want als ik mij netjes en letterlijk houd aan de juridische teksten, valt het hier om, wat mij ook niet echt een verantwoorde manier van besturen lijkt. In die zin kies ik er niet voor om iedere keer ten aanzien van een bepaald element van zo'n maatregel te zeggen wat er niet goed aan is, maar zie ik het veeleer als een aansporing om de afspraken met Turkije wel te laten werken en om te voorkomen dat je in dat soort territorium terechtkomt. Er zijn ook geen keurige modellen voor. Dat zien we nu ook al aan hoe het van dag tot dag loopt. Er is al eens gesproken over een mini-Schengen. Dat is ook niet ideaal en dat kunnen we als Nederland niet afdwingen of kiezen. Je kunt alleen maar andere landen polsen over fallbackopties. Je ziet ook dat de meeste landen aangeven dat zolang er een kans is om de afspraken te laten werken, die ook gegrepen moet worden omdat alle andere maatregelen nooit wenselijk maar hooguit noodgedwongen zijn.

Verder is gevraagd naar mijn appreciatie van de maatregelen die worden genomen als het gaat om het vragen van een eigen bijdrage en het afnemen van vermogen. De heer Sjoerdsma voegde er de vraag aan toe of ik geen nare smaak in mijn mond kreeg van die maatregelen. Ik had er eerst ook nare associaties bij maar vervolgens realiseerde ik mij dat we in Nederland aan mensen die aanspraak willen maken op bepaalde overheidsvoorzieningen, vragen om wanneer ze eigen vermogen hebben, dat eerst aan te wenden. Dus het principe van het aanspreken van het eigen vermogen is niet zonder precedent, maar het is overigens niet iets waarvan ik zeg dat we het in dit geval zullen moeten gaan toepassen. Wij hebben andere manieren om fatsoenlijke maar sobere opvang te realiseren. Zo laten we mensen meewerken aan hun eigen opvang, bijvoorbeeld door de locatie schoon te houden. Wij nemen wel geld in als er vermoedens zijn van crimineel vermogen, dus vermogen dat op criminele wijze verkregen is. De IND heeft overigens laten weten dat het zelden voorkomt dat dit aangetroffen wordt. Bovendien, als ik de opbrengsten in andere landen zie, moet ik constateren dat die materieel en financieel zeer beperkt zijn. Tevens betreft dat dan net de landen waar je niet echt een effect ziet op de beperking van de instroom. In Nederland hebben we het in ieder geval op andere manieren vormgegeven. Ieder land moet zelf kiezen hoe het dit doet. Duitsland bijvoorbeeld neemt eerst af maar geeft daarna weer meer. Wij geven wat minder aan iedereen. Het is dus maar net hoe je het vormgeeft.

De heer Fritsma (PVV): Ik heb het even opgezocht; vanaf een vermogen van € 5.895 kun je vermogen afnemen van asielzoekers die zich hier melden. Mijn vraag is simpel: hoe vaak gebeurt dat? Welk bedrag is er bijvoorbeeld het afgelopen jaar opgehaald?

Staatssecretaris Dijkhoff: Zoals ik aangaf, komt het zelden voor dat dat vermogen wordt aangetroffen. Het Nederlandse beleid is dan om het alleen af te nemen als we een indicatie hebben dat het op criminele gronden is verkregen. Anders gebeurt het dus niet. Over het bedrag dat op criminele gronden is verkregen, heb ik nu geen cijfer paraat. Wij hanteren in ieder geval niet de methode à la Duitsland en Denemarken.

De heer Fritsma (PVV): Die mogelijkheid om het wel te doen, staat gewoon in de huidige regelgeving. Dus waarom doet de Staatssecretaris het niet? De grens ligt bij € 5.895. Veel asielzoekers komen binnen met de nieuwste smartphones en kunnen wel duizenden euro's aan mensensmokkelaars betalen. Dus kijk daar gewoon eens goed naar.

Staatssecretaris Dijkhoff: Nu weet ik dat we hier allemaal onze telefoons niet zelf kopen, maar die zijn in ieder geval wel wat goedkoper dan het bedrag dat u noemt. Na het betalen van de smokkelaars is de kans overigens nog kleiner dat mensen dat vermogen bij zich hebben. Waarom we het niet doen, is omdat we andere middelen hebben gekozen. We bieden sobere en fatsoenlijke opvang. We geven op een andere manier die soberheid vorm. Ook spreken we de mensen aan op hun eigen verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld door ze mee te laten werken in de opvang. We hebben er niet voor gekozen om vermogen af te nemen.

Mevrouw Keijzer (CDA): Ik zou het toch fijn vinden als we in deze discussie het rechtvaardige midden weten te vinden. Het is waar dat het volgens de regelgeving al kan en het is ook waar dat we voor allerlei andere voorzieningen, zoals langdurige zorg, ook eigen bijdragen aan mensen vragen. Zeker gezien het draagvlak voor het vluchtelingenbeleid lijkt het mij juist van belang dat de Staatssecretaris ons hierover nader informeert. Hoe wordt gekeken naar wat het vermogen is van iemand die zich meldt en die geregistreerd wordt en hoe en in welke mate worden er vervolgens eigen bijdragen gevraagd? Wil de Staatssecretaris ons een brief hierover toezeggen?

Staatssecretaris Dijkhoff: Ja, ik zeg u een brief toe om u daarover goed te informeren.

De voorzitter: Per wanneer mag de Kamer die ontvangen?

Staatssecretaris Dijkhoff: Zo snel mogelijk. Waar denkt u dan aan wanneer ik zeg «zo snel mogelijk», voorzitter? Of gaat u mij dan straffen met ...

De voorzitter: Nee, ik straf u niet. Ik straf u alleen als u eerst met de pers praat en dan pas met de Kamer.

Staatssecretaris Dijkhoff: Ja, oké. Ik moet eerst nog een andere brief, die ligt te wachten ...

De voorzitter: Het is mijn gewoonte om als er iets wordt toegezegd hier, te vragen naar een datum. Dat is mij tot nu toe goed bevallen.

Staatssecretaris Dijkhoff: Drie weken.

De voorzitter: Drie weken na nu.

Mevrouw Gesthuizen (SP): Ik heb hier zelf ook een aantal vragen over gekregen. Als mensen eenmaal door de asielprocedure heen zijn en bijvoorbeeld gebruik moeten maken van de bijstand, vind ik het volkomen logisch dat er een vermogenstoets plaatsvindt et cetera. Je kunt het dan natuurlijk ook beter onderzoeken. Maar hoe zit het nu precies met een bijdrage in de kosten voor opvang?

Staatssecretaris Dijkhoff: Die heffen wij nu niet. We kijken of er sprake is van veel vermogen en of dat op criminele gronden is verkregen.

De voorzitter: Ik zie steeds weer vingers, maar ik kijk ook naar de klok. We gaan er met z'n allen op deze manier voor zorgen dat er geen tijd meer is voor een tweede termijn.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Geen tweede termijn wat mij betreft.

De voorzitter: Geen tweede termijn. Heel goed.

De heer Voordewind (ChristenUnie): De Staatssecretaris ging zo-even snel voorbij aan dat plan B. De Minister-President heeft dat plan echter zelf aangekondigd. Ik neem aan dat er ideeën over zijn, dat het in de ministerraad is geweest en dat de Staatssecretaris erover meedenkt. Is het plan B nu een mini-Schengen of heeft het betrekking op verplichte grenscontroles en grenswachten? Wat is nu dat plan B?

Staatssecretaris Dijkhoff: Dat ligt niet zo op de plank. Het gaat in dit geval meer om het spreekwoordelijke gebruik van de term plan B. Er wordt natuurlijk op allerlei fronten over gedacht en gesproken en er wordt ook met andere collega's over van gedachten gewisseld. Een voorbeeld daarvan hebben we al gehoord. Het is echter niet zo dat er nu een concreet plan ligt waarvan we zeggen: dat moet het worden. Je ziet tevens dat er ondertussen allerlei dingen al gebeuren en mensen besluiten nemen. Het is dus ook zaak om nauwgezet te blijven communiceren met de ons omringende landen.

Mevrouw Keijzer (CDA): Mijn vraag van zo-even ziet niet alleen op vanuit criminaliteit verkregen vermogen. Dit even voor de helderheid.

Staatssecretaris Dijkhoff: Zeker. Ook de vraag over de verschillende fases bij de asielaanvraag en de statusverlening zullen we in die brief betrekken.

De heer Azmani vroeg of een EU-reisdocument kan bijdragen aan een effectievere terugkeer. Het zal niet meteen alles oplossen maar het brengt ons wel in een sterkere positie bij het verkrijgen van laissez passers. Als het een goed gedocumenteerd EU-document is, werkt dat in onze ogen positief om medewerking van een derde land te verkrijgen bij terugkeer. Het probleem zal er niet meteen door oplost worden maar het helpt er wel bij en het geeft meer waarborg. Het wordt dan namelijk moeilijker voor zo'n land om te zeggen: volgens ons is die niet van ons.

Voorzitter. Hiermee ben ik gekomen aan het eind van mijn beantwoording.

De voorzitter: Ik kijk even rond om na te gaan of de commissie dat met u eens is.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik heb nog een vraag naar aanleiding van Zaandam en dan niet zozeer over het individuele geval als zodanig. Ik heb al een paar keer gehoord van gevallen waarbij mensen terug wilden naar hun vrouw en kinderen in Turkije maar niet terug mochten omdat ze Turkije eenmaal waren uitgegaan. Ik heb de IOM er ook al over gebeld. Kan de Staatssecretaris deze gang van zaken bevestigen en is er creatief denken mogelijk bij humanitaire noodgevallen?

De voorzitter: IOM staat voor Internationale Organisatie voor Migratie. We zouden proberen hier niet in afkortingen te spreken.

Staatssecretaris Dijkhoff: Ik kan de heer Voordewind antwoorden dat we hier wel aan meewerken. Echter, de creativiteit van ons is niet de beperkende factor. Turkije moet dan een niet-ingezetene accepteren die al eerder het land vrijwillig verlaten heeft. Daar hebben wij als Nederland geen standaardovereenkomst voor. Wij kunnen het niet afdwingen bij Turkije. Wij kunnen er wel aan meewerken, maar wij kunnen het niet forceren. Dat neemt niet weg dat ik evenals de heer Voordewind graag zou zien dat het werkt en dat het lukt dat mensen terug kunnen.

De heer Sjoerdsma (D66): In mijn eerste termijn heb ik aan de Staatssecretaris het verzoek gedaan, dat werd gesteund door mevrouw Keijzer en mevrouw Gesthuizen, om de asielramingen naar de Kamer te sturen. Hij had het zo-even tussen neus en lippen door over het alleen nog zetten van een handtekening. Betekent dit dat die brief er nu snel komt? Kunnen we die bij wijze van spreken vandaag verwachten?

Staatssecretaris Dijkhoff: Ja, en ook de bijlagen. Ik heb uw vraag zo begrepen dat u breed geïnformeerd wilt worden. Alle zaken die we er ooit bij hebben betrokken, moeten we eerst nog even goed terugzoeken. Als er openbare bronnen zijn, proberen we zo veel mogelijk de linkjes te geven, zodat u meteen door kunt naar de achterliggende stukken. Daar wordt aan gewerkt. Het is dus verder geen probleem, maar we kunnen maar een ding tegelijk. Los van de e-mailprocedure, komt die brief er zo snel mogelijk aan.

De voorzitter: Zonder zwarte strepen en zo.

Staatssecretaris Dijkhoff: Namen van al dan niet Nederlandse ambtenaren zijn niet zichtbaar.

De voorzitter: Ik neem aan dat de Kamer dat laatste ook accepteert.

Mevrouw Keijzer (CDA): Geldt dat ook voor de brief van Commissievoorzitter Juncker over de gemaakte afspraken met Turkije? Dat scheelt weer een stemming over de motie die is ingediend door Pieter Omtzigt.

Staatssecretaris Dijkhoff: Ik heb begrepen dat mijn collega Ploumen toegezegd heeft om hierover contact op te nemen met de Commissie. Ik heb nog geen update van wat dat heeft opgeleverd. Ik wil dat nu niet doorkruisen want ik zit niet in dat traject.

De voorzitter: Maar hebt u er wel een positieve grondhouding bij?

Staatssecretaris Dijkhoff: Bij toezeggingen van mijn collega Ploumen doorgaans wel.

Mevrouw Keijzer (CDA): Nou, we gaan het meemaken.

De voorzitter: Ik dank de Staatssecretaris voor de gegeven antwoorden.

Ik meld de commissie verder dat ik als ondervoorzitter met weemoed afscheid moet nemen van deze commissie in verband met andere werkzaamheden. Het was mij een waar genoegen om u af en toe terzijde te mogen staan.

Sluiting 16.00 uur.