Gepubliceerd: 2 juni 2009
Indiener(s): André Rouvoet (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CU)
Onderwerpen: gezin en kinderen sociale zekerheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31966-2.html
ID: 31966-2

31 966
Regeling voor niet-indexering van kinderbijslagbedragen per 1 juli 2009

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in verband met de beheersing van de uitgaven aan kinderbijslag de indexering van de bedragen voor de kinderbijslag per 1 juli 2009 achterwege te laten;

Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

1. Voor de herziening van de bedragen, bedoeld in artikel 12 van de Algemene Kinderbijslagwet, en de rangordebedragen, bedoeld in artikel IV van de Wet van 22 december 1994 tot nadere wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet, de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Stb. 957), met ingang van 1 juli 2009 wordt artikel 13, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet niet toegepast.

2. Voor de herziening van de bedragen, bedoeld in het eerste lid, met ingang van 1 januari 2010 wordt voor de toepassing van artikel 13, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet onder «de consumentenprijsindex, waarop de laatste herziening is gebaseerd» verstaan: de consumentenprijsindex over de maand april 2009.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 juli 2009. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2009, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 juli 2009.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Jeugd en Gezin,