Kamerstuk 31965-XVIII-3

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden 1e suppletoire WWI 2009

Dossier: Wijziging van de begrotingsstaten van de begroting Wonen, Wijken en Integratie (XVIII) voor het jaar 2009 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Gepubliceerd: 25 juni 2009
Indiener(s): Ineke van Gent (GL)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31965-XVIII-3.html
ID: 31965-XVIII-3

31 965 XVIII
Wijziging van de begrotingsstaten van de begroting Wonen, Wijken en Integratie (XVIII) voor het jaar 2009 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 25 juni 2009

De commissie voor Wonen, Wijken en Integratie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden. Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Van Gent

De griffier van de commissie,

Van der Leeden

1

Kunt u uiteenzetten op welke wijze en op welke termijn u uitvoering geeft aan het amendement Omtzigt c.s. inzake subsidie voor dubbelglas, te bekostigen uit de Energie-investeringsaftrek (EIA) (31 301, nr. 36)? Kan de Kamer op korte termijn een nota van wijziging op de suppletore begroting 2009 tegemoet zien die deze verschuiving regelt?

Het amendement van het lid Omtzigt t.b.v. de stimuleringssubsidie voor isolatieglas wordt uitgevoerd. De beoogde inwerkingstredingsdatum van de regeling is 1 oktober 2009, de regeling stopt per eind 2010. Zoals in het amendement aangegeven wordt er € 30 miljoen voor deze regeling beschikbaar gemaakt. Dat wordt gedekt door het budget uit de EIA-impuls van het stimuleringspakket te verlagen met dit bedrag. Gezien de korte termijn waarbij dit budget ingezet kan worden, wordt voor de laatste maanden van 2009 € 10 miljoen beschikbaar gesteld. Dit wordt zichtbaar op de WWI begroting artikel 2 «Stimuleren van een duurzame kwaliteit van woningen, gebouwen en bouwwerken». Mocht het budget voor 2009 uitgeput dreigen te raken, dan kan bij NJN besloten worden het subsidieplafond voor 2009 te verhogen. Het deel van de € 30 miljoen dat niet wordt ingezet in 2009 zal beschikbaar worden gesteld in 2010. Gezien de datum van openstelling is de NJN 2009 het aangewezen moment om budgettaire gevolgen voor 2009 aan de Tweede Kamer te melden. Er wordt zodoende geen nota van wijziging op de eerste suppletore begroting 2009 verstuurd.

2

Hoeveel inburgeringstrajecten verwacht u dat er in 2009 worden gestart? Wat is uw doel?

Het is mijn ambitie dat er in 2009 circa 50 000 inburgeringstrajecten worden gestart. Ik heb de Kamer geïnformeerd over mijn ambities ten aanzien van de inburgering in de brief van 30 januari 2009 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 31 143, nr. 38).

3

Hoeveel inburgeraars zullen dit jaar het examen afleggen en wat is het verwachte slagingspercentage?

De Kamer zal in de ontwerpbegroting 2010 worden geïnformeerd over het aantal inburgeraars dat naar verwachting dit jaar examen zal doen. Het gaat om personen die in 2007, 2008 en 2009 zijn gestart met het inburgeringstraject. Het verwachte slagingspercentage is 55%.

4

Verwacht u gevolgen te moeten verbinden aan het onderzoek naar de kosten van inburgeringstrajecten in Amsterdam?

Aangezien ik de eindrapportage over het onderzoek door de gemeente Amsterdam nog niet ken, kan ik op deze vraag nog geen antwoord geven.

5

In hoeverre worden de gelden voor de bevordering van de leefbaarheid in de wijken en ter versterking van de sociale samenhang (bewonersbudgetten) bij de overheveling naar het Gemeentefonds geoormerkt voor deze doelen? In hoeverre worden de budgetten die expliciet aan de bewoners in de wijken zijn toegezegd en nu via het Gemeentefonds worden uitgekeerd, geoormerkt voor de bewoners? En hoe wordt zeker gesteld dat de bewoners ook daadwerkelijk zelf kunnen beschikken over de besteding van deze middelen in plaats van de gemeenten?

De via het Gemeentefonds verstrekte middelen voor de Wijkenaanpak zijn formeel niet geoormerkt voor deze doelen. Gemeenten hebben bestedingsvrijheid. Wel heb ik bij de toewijzing van de middelen aan gemeenten aangegeven dat ik ervan uitga dat de middelen conform de toewijzing in de betrokken wijken ingezet zullen worden t.b.v. de uitvoering van de wijkactieplannen en ten behoeve van de bewonersbudgetten. Verantwoording vindt primair op het gemeentelijk niveau plaats via rapportages aan de gemeenteraad. Dit om administratieve lasten te beperken. Uiteraard houd ik zelf wel een vinger aan de pols via de rapportages en verantwoordingen van gemeenten aan de gemeenteraad over de uitvoering van de wijkaanpak, het Bestuurlijk Overleg tussen gemeenten en mijzelf, via de kenniskring van het experiment Bewonersparticipatie en via de WWI-accountmanagers. Over de besteding van de middelen in de gemeenten zal ik u in mijn Voortgangsrapportage 2009 nader informeren.

6

In hoeverre worden de gereserveerde budgetten (€ 58,5 miljoen per jaar) voor het Actieplan Krachtwijken bij de overheveling naar het Gemeentefonds voor dit doel geoormerkt?

De middelen zijn via een decentralisatie-uitkering in het gemeentefonds gestort. In de brief aan uw Kamer van 30 mei 2008 (30 995, nr. 47) bent u erover geïnformeerd dat geen nadere voorwaarden worden gesteld aan de beschikbaarstelling van deze middelen, anders dan dat zij moeten worden ingezet ten behoeve van medefinanciering van de wijkactieplannen. Het Kabinet en de gemeenten hebben gezamenlijk ambities afgesproken op basis van deze zogenaamde wap’s. Daar wordt op gestuurd. Verantwoording vindt primair op het gemeentelijk niveau plaats via rapportages aan de gemeenteraad. Uiteraard houd ik zelf wel een vinger aan de pols via de jaarlijkse Bestuurlijk Overleggen met de 18 gemeenten en de rapportages en verantwoordingen van de gemeente aan de gemeenteraad over de wijkenaanpak. Over de besteding van de middelen in de gemeenten zal ik u in mijn Voortgangsrapportage 2009 nader informeren.

7

In hoeverre worden de verhogingen van de uitgaven voor de huurtoeslag voor 2009 en latere jaren binnen de begroting van WWI opgelost?

De verhoging van de uitgaven huurtoeslag en de financieel-economische situatie in het algemeen dwingen het kabinet tot nadere maatregelen. Ook de begroting van WWI zal hier een bijdrage aan moeten leveren. Ik heb de maatregelen ten aanzien van de huurtoeslag kunnen beperken. Het daartoe strekkende Normhuurbesluit wordt binnenkort aan uw Kamer voorgelegd. Over het totale pakket aan maatregelen wordt u via de Begroting 2010 geïnformeerd.

8

Welke lessen worden er getrokken uit het feit dat het vaak zeer moeilijk is om de teruggevorderde huursubsidies te incasseren?

De terugvorderingsproblematiek bij de huursubsidie hangt samen met de afbouw van een regeling, waarbij de lastigste gevallen tot het laatst overblijven.

De terugvorderingen huursubsidie zijn ontstaan onder het regime van de Huursubsidiewet. De terugvorderingen huursubsidie zijn ingesteld door het ministerie van VROM. De invordering van het verschuldigde bedrag is overgedragen aan de ontvanger van de rijksbelastingen/belastingdeurwaarder van de rijksbelastingen, indien huurders na een aanmaning in gebreke bleven bij de betaling van het bedrag. Omdat het in veel gevallen om oude terugvorderingen gaat, waarbij in het verleden al sprake was van onwillige debiteuren en waarbij sprake is van overdracht van vorderingen tussen ministeries, is het invorderingsproces moeilijk gebleken.

In het IBO Vereenvoudiging Toeslagen wordt aandacht besteed aan de terugvorderingenproblematiek en het voorkomen daarvan.

9

Waarop baseert u dat er bij de huurtoeslag sprake zal zijn van een hoger aantal terugvorderingen, te meer daar is gebleken dat het vaak zeer moeilijk is om de teruggevorderde huurtoeslagen te incasseren?

Uit de analyse van de overschrijding in het jaar 2006, waarover ik u in mijn brief van 16 april 2009 heb geïnformeerd, blijkt dat een (groot) deel van de in eerdere jaren opgetreden tegenvallers in de uitgaven te maken hebben met voorschotten die achteraf te hoog blijken te zijn. Dat betekent dat bij definitief toekennen meer terugvorderingen zullen ontstaan dan waar bij eerdere ramingen mee is gerekend. Met het feit dat een deel van de terugvorderingen moeilijk te realiseren zal zijn is in de actuele raming rekening gehouden.

10

Waar blijft u precies verantwoordelijk voor m.b.t. de bewonersinitiatieven en de wijkenaanpak, nu € 82,8 miljoen van de programmabegroting van WWI is overgeheveld naar het Gemeentefonds?

Genoemde middelen zijn via een decentralisatie-uitkering in het gemeentefonds gestort. Ik stuur op de doelstellingen zoals opgenomen in de charters. Ik ben ervoor verantwoordelijk dat in de periode 2009–2017 de 40 aandachtswijken hun achterstanden ten opzichte van het stedelijk gemiddelde inlopen en dat de bewonersbetrokkenheid wordt versterkt. Tijdens de Bestuurlijke Overleggen met gemeenten bespreek ik de voortgang. Landelijk wordt de voortgang gevolgd via de outcomemonitor. De nulmeting die hiervoor nodig is (peildatum 1 januari 2007) is gepubliceerd in juni 2008. Over de besteding van de middelen en de evaluatie van de bewonersbudgetten (inclusief vouchersysteem) zal ik u in mijn Voortgangsrapportage 2009 nader informeren.

11

Hoe wilt u uw verantwoordelijkheid m.b.t. de bewonersinitiatieven en de wijkaanpak de komende jaren waarmaken?

Ik ben ervoor verantwoordelijk dat de betrokkenheid van bewoners bij de wijkenaanpak wordt versterkt en dat in de periode 2009–2017 de 40 aandachtswijken hun achterstanden ten opzichte van het stedelijk gemiddelde inlopen. Tijdens de Bestuurlijke Overleggen met gemeenten bespreek ik de voortgang van de uitvoering en de besteding van de bewonersbudgetten. De voortgang wordt landelijke in beeld gebracht via de outcomemonitor. Over de besteding van de middelen en de evaluatie van de bewonersbudgetten (inclusief vouchersysteem) zal ik u in mijn Voortgangsrapportage 2009 nader informeren.

12

Hoe verklaart u dat de mutaties m.b.t. de uitgaven aan huurtoeslag elk jaar verder toenemen?

In voorgaande jaren heb ik u geïnformeerd over stijgende uitgaven in de huurtoeslag waarvoor (gedeeltelijk) nog geen verklaring was te geven. In mijn brief van 16 april 2009 ben ik ingegaan op de achterliggende verklaring van de overschrijding 2006. De definitieve verklaring van de overschrijdingen 2007 en 2008 kan worden gegeven na afronding van het proces van definitief toekennen over die jaren.

De in de eerste suppletore begroting 2009 opgenomen overschrijding betreft deels het vooralsnog structureel doortrekken van de in de slotwet 2008 opgenomen overschrijding en deels het additionele effect van de gevolgen van de economische crisis. Een toename van het aantal uitkeringsgerechtigden veroorzaakt een oplopende overschrijding van het budget huurtoeslag.

13

Hoe verhouden de mutaties m.b.t. de uitgaven aan de huurtoeslag zich tot het slechte functioneren van de Belastingdienst?

Zoals uit het antwoord op vraag 12 blijkt ligt de oorzaak van de overschrijding 2009 niet in de uitvoering door de Belastingdienst, maar is deze het gevolg van de gewijzigde economische omstandigheden.

14

Op welke wijze bent u betrokken bij de problemen van de Belastingdienst en op welke termijn worden er verbeteringen verwacht op het gebied van de huurtoeslag?

Er is regulier overleg tussen WWI en de Belastingdienst over de uitvoering van de huurtoeslag. De Belastingdienst heeft zoals gemeld aan uw Kamer verbeteracties in gang gezet waarmee de uitvoeringsproblemen die met name in 2006 en 2007 speelden in hoge mate zijn verminderd, maar niet volledig opgelost.

Zo lang de uitvoering van toeslagen wordt ondersteund door de huidige automatisering wordt regelmatig geëvalueerd hoe dergelijke processen beter kunnen worden uitgevoerd, maar de mogelijkheden zijn inmiddels – gezien de beperkingen van het systeem – gering. Substantiële verbetering valt te verwachten met de invoering van het nieuwe systeem voor toeslagen (naar verwachting per berekeningsjaar 2010).

Daarnaast wordt gekeken hoe vereenvoudiging van regelgeving en uitvoering de problemen kunnen beperken. In het kader van het IBO Vereenvoudiging Toeslagen wordt een rapport opgesteld waarin een aantal voorstellen zal worden gedaan voor vereenvoudiging van de huurtoeslag. Zowel WWI als de Belastingdienst maken deel uit van de werkgroep die het onderzoek uitvoert. De voorgestelde vereenvoudigingen moeten er voor zorgen dat de Belastingdienst de huurtoeslag in de toekomst bijna probleemloos moet kunnen uitvoeren.

Wat betreft concrete beleidsvarianten wordt opgemerkt dat de Belastingdienst 1 jaar nodig heeft voor de verwerking van een systeemwijziging in het toeslagensysteem. De invoeringsdatum van dergelijke voorstellen is in principe 1 jaar nadat de parlementaire besluitvorming over desbetreffende wetsvoorstellen is afgerond. Wanneer voor een voorstel geen wetswijziging nodig is,kan het in principe worden ingevoerd 1 jaar nadat het expliciete besluit is genomen om het voorstel te gaan uitvoeren. De datum van invoering van een wijziging is altijd 1 januari, de start van een nieuw berekeningsjaar.

15

Zijn de mutaties op artikel 4 «facilitering inburgering» ad 1 volledig te wijten aan de lager uitgevallen realisatie van het aantal aangevangen inburgeringstrajecten? Zo nee, welke andere redenen zijn er voor deze mutaties?

Deze mutatie hangt samen met de invoering van de Wet participatiebudget. Het participatiebudget is alleen bestemd voor de kosten van participatievoorzieningen (waaronder inburgeringsvoorzieningen). De uitvoeringskosten voor gemeenten maken hier geen deel van uit. Aangezien deze wel waren opgenomen in de bedragen die gemeenten ontvingen onder het bekostigingsregime van de wet inburgering, moest een deel van het budget, bestemd voor de uitvoeringskosten, worden overgeheveld naar het Gemeentefonds.

16

Kunt u toelichten op welke wijze u invulling gaat geven aan het verlagen van het budget voor inburgering met € 3 miljoen in 2009 en 2010? Aan welke maatregelen denkt u? Is de kostenbesparing alleen gericht op efficiencyverbeteringen in de uitvoering of worden ook andere kosten meegenomen?

Het benodigde budget van € 3 mln in 2009 en 2010 zal worden gevonden in het verbeteren van de efficiency van de uitvoering van de inburgering.

17

Kunt u de aanpassing fasering budget Antillianengemeenten verder toelichten? Dit onderdeel was toch reeds opgenomen in de begroting 2008? Waarom is een verhoging nodig? Wat zou zonder deze verhoging «verloren gaan»? Waar zal deze € 4,5 miljoen voor worden gebruikt?

Het gereserveerde budget voor de Bestuurlijke Arrangementen die liepen van 2005 tot en met 2008 is tot en met het laatste uitvoeringsjaar 2008 uitgekeerd. Om een soepele overgang van de Bestuurlijke Arrangementen naar de volgende periode te waarborgen, is bepaald dat 2009 een financieel overbruggingsjaar zal zijn. De hoogte van het bedrag per Antillianengemeente is in 2009 gelijk aan het voor 2008 beschikbaar gestelde bedrag. Dit bedrag is via de eindejaarsmarge 2008 gereserveerd om in 2009 te kunnen uitkeren. Bij 1e suppletore begroting 2009 is het bedrag van de eindejaarsmarge aan het budget 2009 toegevoegd. Zonder de beschikbaarstelling van dit bedrag bestond het risico dat goedlopende activiteiten zouden worden stopgezet in afwachting van een besluit over beleid vanaf 2010. De middelen zijn door gemeenten ingezet om, net als in de periode 2005 t/m 2008, schooluitval, werkloosheid en criminaliteit terug te dringen.

18

Over welke «diverse regelingen» heeft u het bij art. 4 «overige instrumenten» ad. 4?

Ter oplossing van de Rijksbrede problematiek wordt bezuinigd op subsidies in het kader van de Gemeenschappelijke beleidsagenda Integratie en preventiebeleid.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van de Camp (CDA), Van Gent (GL), voorzitter, Van der Staaij (SGP), Arib (PvdA), Poppe (SP), Weekers (VVD), ondervoorzitter, Dijsselbloem (PvdA), Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Van der Ham (D66), Sterk (CDA), De Krom (VVD), Verdonk (Verdonk), Jansen (SP), Ortega-Martijn (CU), Wolbert (PvdA), Van der Burg (VVD), Van Heugten (CDA), Bouchibti (PvdA), Van Dijk (SP), Thieme (PvdD), Fritsma (PVV), van Toorenburg (CDA), Vacature (CDA) en Vacature (SP).

Plv. leden: Bilder (CDA), Dibi (GL), Vacature (SGP), Timmer (PvdA), Kant (SP), Blok (VVD), Bouwmeester (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Haverkamp (CDA), Pechtold (D66), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Nicolaï (VVD), Neppérus (VVD), De Wit (SP), Voordewind (CU), Heijnen (PvdA), Zijlstra (VVD), Vietsch (CDA), Leerdam (PvdA), Ulenbelt (SP), Vacature (PvdD), Madlener (PVV), Willemse-van der Ploeg (CDA), Vacature (CDA) en Karabulut (SP).