Gepubliceerd: 23 juni 2009
Indiener(s): Pierre Heijnen (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31965-XVII-3.html
ID: 31965-XVII-3

31 965 XVII
Wijziging van de begrotingsstaat van de begroting voor Jeugd en Gezin (XVII) voor het jaar 2009 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 24 juni 2009

De commissie voor Jeugd en Gezin1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen en de daarop gegeven antwoorden. Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Heijnen

De griffier van de commissie,

Teunissen

1

Hoe is het kabinet van plan de € 5 miljoen voor 2009, en de € 10 miljoen voor de jaren 2010 en 2011, concreet in te zetten om sneller gezinsvoogden toe te wijzen en voldoende tijd voor begeleiding te creëren? Welke concrete acties kunnen worden verwacht?

De middelen zijn ingezet om de in het coalitieakkoord afgesproken efficiëntiekorting per 2009 op de voogdij en gezinsvoogdij ongedaan te maken. De efficiëntievoordelen die de Bureaus Jeugdzorg weten te behalen kunnen zij inzetten voor snellere toewijzing van gezinsvoogden en begeleiding.

2

Waar gaat de € 1 692 miljoen heen die bestemd is voor dekking van intensiveringen die voortvloeien uit de Algemene Politieke Beschouwingen?

De € 1 692 miljoen is een subsidietaakstelling die aan de begroting van Jeugd en gezin is toegedeeld om een drietal moties te dekken die tijdens de Algemene Politieke Beschouwing zijn aanvaard.

Deze moties zijn motie-Van Geel c.s. (TK 2008/2009, 31 700, nr. 10), de motie-Hamer c.s. (nr. 15) en de motie-Slob c.s. (nr. 17).

Deze moties betreffen intensiveringen op het gebied van OCW (onder andere impuls basisinfrastructuur cultuur, schoolmaatschappelijk werk en kosten OV MBO leerlingen jonger dan 18 jaar) VWS en WWI, maar ook op het gebied van Jeugd en gezin, te weten: impuls vrijwilligerswerk en de investering gezinsvoogdij.

Voor een volledig overzicht van de intensiveringen en de dekking van deze moties verwijs ik u naar een brief van het ministerie van Financiën met kenmerk: IRF/2008/1443 M.

3

Hoe groot is de toename van het aantal beschermingsonderzoeken door de Raad voor de Kinderbescherming? En komt hiermee de doelstelling van Beter Beschermd niet in gevaar?

De middelen die voor 2009 aan de Raad voor de Kinderbescherming zijn toegekend om de autonome groei van beschermingsonderzoeken (3% ten opzichte van 2008) op te vangen zijn inclusief de middelen om de voorraden af te bouwen tot een niveau waarop de doelstelling van Beter Beschermd gerealiseerd kan worden (doelstelling: vanaf 1 januari 2010 wordt 75% van de beschermingszaken binnen 2 maanden afgehandeld). Met de toekenning van de middelen is dus expliciet met het realiseren van de Beter Beschermd doelstelling rekening gehouden. Er zijn vooralsnog geen aanwijzingen dat de doelstelling van Beter Beschermd in gevaar komt.

4

Het voorschotbedrag dat de Belastingdienst voor januari 2009 heeft uitgekeerd ten behoeve van het Kindgebonden Budget (WKB) is hoger dan geraamd. Op basis van deze hogere bevoorschotting wordt voor 2009 een tegenvaller ingeboekt ad € 134 miljoen. Kan de minister een verklaring geven voor de vraag wat de reden is dat de uitgekeerde voorschotten door de belastingdienst zoveel hoger zijn dan geraamd? Waarom is deze tegenvaller van de uitkering van het WKB, aangezien deze in 2008 ook hoger was dan geraamd, niet eerder aan het licht gekomen?

De tegenvaller van € 134 miljoen is ontstaan door het begrote WKB-budget is geraamd op basis van een meer voorspoedige (hogere) inkomensverdeling (van het Centraal Planbureau (CPB) dan de inkomens op basis waarvan de Belastingdienst het maandelijkse bedrag overmaakt.

De Belastingdienst bevoorschot op basis van de bij hen bekende meest recente inkomens. De raming is gebaseerd op een inkomensprognose van het CPB. Het verschil tussen deze inkomensverdelingen veroorzaakt het kastekort (de tegenvaller van € 134 miljoen).

Immers, bij een meer voorspoedige (hogere) inkomensverdeling zijn de uitkeringen Wet Kindgebonden Budget (WKB) lager dan bij een minder voorspoedige (lagere) inkomensverdeling.

5

Van welke factoren hangt het af of de € 4,1 miljoen vanwege liquidatie van de stichting EKD.NL daadwerkelijk naar het ministerie terug komt?

De volledige verantwoording is inmiddels van de Stichting EKD.NL ontvangen. Aan de hand hiervan kan de definitieve vaststelling van de subsidie op korte termijn plaatsvinden en de teveel betaalde voorschotten ad € 4,1 miljoen worden teruggevorderd. De Stichting EKD.NL zal dit bedrag direct na ontvangst van de definitieve vaststelling terugstorten.

6

Zijn er posten die vallen onder «overige mutaties» die groter zijn dan € 1 miljoen? Zo ja, kunt u aangeven om welke posten het gaat?

De posten overige mutaties zien voornamelijk op technische mutaties. Bij artikel 2 gaat het om een overboeking van Jeugd en Gezin naar het ministerie van VWS ten behoeve van de uitvoering van het programma «Diversiteit in het Jeugdbeleid» dat vanaf 2008 tot en met 2011 wordt uitgevoerd. Het programma, waarbij wordt gestreefd naar het even goed bereiken van migrantenkinderen en hun ouders door algemene jeugdvoorzieningen en opvoedondersteuning, is via VWS uitgezet bij ZonMw.

Bij artikel 3 gaat het om, de indexering van de pleegvergoeding, loonbijstelling, een overboeking binnen artikel 3, een overboeking van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en om uitgaven in verband met het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO).

7

Klopt het dat het bedrag dat gereserveerd was om de bezuinigingsmaatregelen op de AWBZ op te vangen, ingezet is om de extra groei in de geïndiceerde jeugdzorg op te vangen? Gaat het hier om AWBZ-indicaties in de jeugdzorg?

Mijn inschatting is dat er in 2009 voor circa € 3 miljoen een extra beroep op geïndiceerde jeugdzorg zal worden gedaan als gevolg van de maatregelen die in de AWBZ zijn genomen. Het gaat om indicaties op grond van de Wet op de jeugdzorg.

8

Waar bestaan de overige mutaties ad € 4,485 miljoen in de 1e suppletore begroting zoal uit?

De mutaties zien voornamelijk op technische mutaties, zoals de loonbijstelling, de indexering van de pleegvergoeding en een interne overboeking van budget.

9

Kan de minister een toelichting geven op de verwachting of de doelstelling op het terrein van de campussen al dan niet gerealiseerd wordt?

In 2007 is het kabinet gestart met de pilots campussen. De campussen richten zich op jongeren zonder zicht op opleiding of arbeid die dreigen af te glijden naar maatschappelijk ongewenst gedrag. Het doel van de campussen is de jongeren via een strakke aanpak weer op het juiste spoor te zetten, en op die manier ook bij te dragen aan de vermindering van jeugdcriminaliteit.

Met de pilots willen we inzicht krijgen in de meest effectieve aanpak voor deze groep jongeren en een op ervaring gebaseerde onderbouwing krijgen voor landelijke invoering van de campussen. In het project campussen wordt onder meer gekeken naar de precieze doelgroep, het inhoudelijke programma en het juridische kader van dit instrument. De eerste voortgangsrapportage heb ik u op 7 oktober 2008 aangeboden. In de tweede tussenrapportage, die medio 2009 beschikbaar zal zijn, worden de eerste resultaten over de uitstroom van de pilots beschreven. De eindresultaten van het onderzoek worden medio 2010 verwacht. De tweede tussenrapportage zullen wij u, voorzien van een reactie, doen toekomen.

10

Wat is de reden dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen haar raming met € 700 000 naar boven heeft bijgesteld?

De reden van de naar boven bijgestelde raming is dat de huidige raming van de ontvangsten in overeenstemming gebracht moet worden met de verwachte realisatie van de ontvangsten door het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO). De ontvangsten zoals eerder opgenomen in beleidsartikel 3 voor het LBIO waren te laag geraamd. De mutatie is voornamelijk technisch van aard en heeft betrekking op de meerjarige doorwerking van de bij Najaarsnota 2008 aangebrachte desaldering.

11

Wat is de oorzaak van de onderuitputting in 2008 m.b.t. de post campussen? Welke geplande activiteiten zijn doorgeschoven naar 2009? Wat is de reden dat deze activiteiten zijn doorgeschoven naar 2009?

Voor 2008 was extra geld gereserveerd voor de uitvoering van de motie Bouchibti om een pilot zo op te zetten dat ook 12- tot 15-jarige jongeren in een veilige campusomgeving begeleid kunnen worden. Een deel van deze gelden is doorgeschoven naar 2009 omdat er in 2008 nog gesprekken gaande waren in dit kader. Verder zijn er onder andere nog gelden doorgeschoven naar 2009 omdat de slotbetaling van een pilot is uitgesteld in verband met het faillissement van de bijbehorende stichting.

12

Waarom is de raming door het LBIO opwaarts bijgesteld? Is er sprake van een toename van (semi-)residentiële plaatsingen?

De reden van de naar boven bijgestelde raming is dat de huidige raming van de ontvangsten in overeenstemming gebracht moet worden met de verwachte realisatie van de ontvangsten door het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO). De ontvangsten zoals eerder opgenomen in beleidsartikel 3 voor het LBIO waren te laag geraamd. De mutatie is voornamelijk technisch van aard en heeft betrekking op de meerjarige doorwerking van de bij Najaarsnota 2008 aangebrachte desaldering.


XNoot
1

Samenstelling:

LEden: Van der Vlies (SGP), Dijsselbloem (PvdA), Çörüz (CDA), Gerkens (SP), ondervoorzitter, Sterk (CDA), Van Miltenburg (VVD), Van Dijken (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Aasted-Madsen-van Stiphout (CDA), Koşer Kaya (D66), Jonker (CDA), Teeven (VVD), Wolbert (PvdA), Voordewind (CU), Zijlstra (VVD), Bouchibti (PvdA), Langkamp (SP), Ouwehand (PvdD), Agema (PVV), Leijten (SP), Dibi (GL), Heijnen (PvdA), voorzitter, Van Toorenburg (CDA), Uitslag (CDA) en Vacature (SP).

Plv. leden: Vacature (SGP), Heerts (PvdA), Omtzigt (CDA), Kant (SP), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Eijsink (PvdA), Nicolaï (VVD), Biskop (CDA), Van der Ham (D66), De Pater-van der Meer (CDA), Verdonk (Verdonk), Bouwmeester (PvdA), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU), Schippers (VVD), Timmer (PvdA), Gesthuizen (SP), Vacature (PvdD), Bosma (PVV), De Wit (SP), Vacature (GL), Arib (PvdA), De Vries (CDA), Van Dijk (CDA) en Karabulut (SP).