Gepubliceerd: 6 februari 2009
Indiener(s): Camiel Eurlings (minister verkeer en waterstaat) (CDA)
Onderwerpen: luchtvaart verkeer
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31856-2.html
ID: 31856-2

31 856
Wijziging van de Wet luchtvaart ter implementatie van Verordening (EG) nr. 1794/2006 tot vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten (PbEU L 341)

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het nodig is de Wet luchtvaart aan te passen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1794/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 december 2006 tot de vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten (PbEU L 341);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet luchtvaart wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1.1, eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

In de alfabetische rangschikking wordt het volgende onderdeel ingevoegd:

vergoedingenverordening: verordening (EG) nr. 1794/2006 van de Commissie van de Europese Unie van 6 december 2006 tot vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten (PbEU L 341);.

B

Artikel 5.20 komt te luiden:

Artikel 5.20

1. De gebruiker van luchtvaartnavigatiediensten, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de vergoedingenverordening, is in het vluchtinformatiegebied Amsterdam een vergoeding verschuldigd voor de bestrijding van kosten van:

a. luchtvaartnavigatiediensten voor «en route»-verkeer als bedoeld in de op 12 februari 1981 te Brussel gesloten Multilaterale Overeenkomst betreffende «en route»-heffingen (Trb. 1981, 181),

b. plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten.

2. De Eurocontrol-organisatie stelt jaarlijks de hoogte van het eenheidstarief, bedoeld in artikel 13 van de vergoedingenverordening, vast ter berekening van de vergoeding voor luchtvaartnavigatiediensten voor «en route»-verkeer.

3. Onze Minister van Verkeer en Waterstaat stelt aan de hand van voorstellen van de desbetreffende verleners van plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten, jaarlijks de hoogte van het eenheidstarief, bedoeld in artikel 13 van de vergoedingenverordening, vast ter berekening van de vergoeding voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten.

4. De Eurocontrol-organisatie int de vergoeding ter bestrijding van de kosten voor luchtvaartnavigatiediensten voor «en route»-verkeer en draagt aan de desbetreffende verleners van deze diensten het hun toekomende deel van het geïnde bedrag af.

5. De verleners van plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten dragen zorg voor de inning van de vergoedingen ter bestrijding van de kosten van deze diensten en stemmen daartoe onderling af.

6. Bij algemene maatregel van bestuur worden heffingszones als bedoeld in artikel 4 van de vergoedingenverordening vastgesteld en worden nadere voorschriften gesteld met betrekking tot de bekendmaking en de inning van vergoedingen, bedoeld in het vierde en het vijfde lid.

7. De Eurocontrol-organisatie kan rechtsvorderingen tot inning van vergoedingen als bedoeld in het vierde lid en van andere vergoedingen uit hoofde van de op 12 februari 1981 te Brussel gesloten Multilaterale Overeenkomst betreffende «en route»-heffingen (Trb. 1981, 181) uitsluitend aanhangig maken bij de arrondissementsrechtbank te Amsterdam.

8. Bij algemene maatregel van bestuur kan overeenkomstig artikel 9 van de vergoedingenverordening vrijstelling worden verleend van betaling van vergoedingen voor luchtvaartnavigatiediensten.

9. Bij regeling van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat kunnen voorschriften worden gesteld met betrekking tot het treffen van stimuleringsmaatregelen ter verbetering van het verlenen van luchtvaartnavigatiediensten.

10. Bij regeling van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat worden voorschriften gesteld voor de raadpleging van vertegenwoordigers van luchtruimgebruikers over het vergoedingenbeleid.

C

Artikel 5.21 komt te luiden:

Artikel 5.21

1. De vergoedingenverordening en artikel 5.20 zijn niet van toepassing op bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen luchtvaartnavigatiediensten die worden verleend op luchthavens met minder dan 50 000 commerciële luchtvervoersbewegingen per jaar, ongeacht de maximale startmassa en het aantal passagierszitplaatsen. Daarbij worden de bewegingen geteld als de som van de starts en de landingen en berekend als een gemiddelde van de voorafgaande drie jaar.

2. De gebruiker van luchtvaartnavigatiediensten als bedoeld in het eerste lid is een vergoeding verschuldigd ter bestrijding van de kosten van de verlening van deze diensten. Bij algemene maatregel van bestuur worden voorschriften gesteld ten aanzien van de hoogte, de berekening, de vaststelling, de inning en de bekendmaking van deze vergoeding.

3. Voor de toepassing van het eerste lid wordt de North Sea Area Amsterdam zijnde het gebied dat als NSA Amsterdam is gedefinieerd in de door LVNL uitgegeven luchtvaartgids, volume I, hoofdstuk ENR 6-2-5 aangemerkt als luchthaven.

D

Artikel 5.23, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

Onder vernummering van de onderdelen f en g tot e en f komt onderdeel e te vervallen.

E

Artikel 5.32, derde lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. voorstellen aan Onze Minister van Verkeer en Waterstaat met betrekking tot de hoogte van het eenheidstarief, bedoeld in artikel 5.20, derde lid, en de hoogte van de vergoeding, bedoeld in artikel 5.21, tweede lid.

F

Artikel 5.40, derde lid, komt te luiden:

3. Tot de lasten van de LVNL worden gerekend de kosten voortvloeiende uit de taken van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat op het gebied van de luchtverkeersbeveiliging.

G

Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van artikel 5.43, eerste lid, onderdeel b, door een punt komt onderdeel c van dat lid te vervallen.

H

Artikel 11.15, onderdeel b, wordt als volgt gewijzigd:

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel 70 door een punt komma wordt een onderdeel toegevoegd luidende:

8o. de vergoedingenverordening.

I

Na artikel 11.16 wordt een nieuw artikel 11.16a toegevoegd luidende:

Artikel 11.16a

1. De verlener van luchtvaartnavigatiediensten kan de verdere verlening van luchtvaartnavigatiediensten opschorten, indien de gebruiker van die diensten niet heeft voldaan aan de eis tot het onmiddellijk en volledig betalen van de vergoedingen, bedoeld in artikel 5.20, eerste lid, onderdeel b, en artikel 5.21, tweede lid.

2. De opschorting kan slechts plaatsvinden wanneer een gebruiker gedurende drie maanden zijn openstaande facturen voor de vergoedingen niet heeft betaald of wanneer de achterstallige schuld minimaal 10 000 euro bedraagt.

3. Voor de opschorting van de dienstverlening, stuurt de verlener van luchtvaartnavigatiediensten een aangetekend besluit naar de gebruiker waarin wordt aangegeven dat bij niet-betaling van de vergoedingen binnen 30 dagen de dienstverlening op kosten van de gebruiker zal worden opgeschort. Het besluit bevat de datum en het tijdstip vanaf wanneer geen dienstverlening meer zal worden gegeven.

4. De kosten bedoeld in het derde lid, omvatten in ieder geval:

a. parkeerkosten voor het luchtvaartuig die de gebruiker als gevolg van de opschorting aan de betrokken luchthavenexploitant verschuldigd wordt,

b. kosten van verleende grondafhandelingsdiensten die de gebruiker als gevolg van de opschorting aan verleners van die diensten verschuldigd wordt.

5. De dienstverlening blijft opgeschort zolang de achterstallige schuld vermeerderd met de in het derde lid bedoelde kosten niet is voldaan.

6. De desbetreffende verlener van luchtvaartnavigatiediensten stelt de volgende instanties onverwijld op de hoogte van het besluit tot opschorting van de dienstverlening:

a. overige verleners van luchtvaartnavigatiediensten in de gebieden in en grenzend aan het vluchtinformatiegebied Amsterdam,

b. de betrokken luchthavenexploitant,

c. de Eurocontrol-organisatie,

d. Onze Minister van Verkeer en Waterstaat.

7. Onze Minister van Verkeer en Waterstaat kan nadere regels stellen voor het opschorten van de verlening van luchtvaartnavigatiediensten.

8. Artikel 5.20, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing op de inning van vergoedingen als bedoeld in het derde lid, met dien verstande dat in onderlinge samenwerking voorzieningen worden getroffen door verleners van luchtvaartnavigatiediensten, exploitanten van luchthavens en verleners van grondafhandelingsdiensten.

9. De LVNL kan op verzoek van de Eurocontrol-organisatie, ook de dienstverlening opschorten voor vluchten van gebruikers die een achterstand hebben in de betaling van aan de Eurocontrol-organisatie verschuldigde vergoedingen van kosten als bedoeld in artikel 5.20, eerste lid, onderdeel a. Het tweede tot en met het zevende lid zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de achterstallige schuld minimaal 50 000 euro bedraagt.

ARTIKEL II

Artikel 8 van de Wet op het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding 1 geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Het KNMI draagt zorg voor het regelmatig raadplegen van gebruikers van meteorologische diensten voor de luchtvaartnavigatie omtrent de kostengrondslag en het vergoedingenbeleid van die dienstverlening. De raadpleging kan tevens op verzoek van de gebruikers plaatsvinden.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Verkeer en Waterstaat,