Gepubliceerd: 14 november 2008
Indiener(s): Jacqueline Cramer (minister volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer) (PvdA)
Onderwerpen: organisatie en beleid ruimte en infrastructuur
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31771-4.html
ID: 31771-4

31 771
Implementatie van richtlijn nr. 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (Implementatiewet EG-richtlijn infrastructuur ruimtelijke informatie)

nr. 4
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 14 augustus 2008 en het nader rapport d.d. 11 november 2008, aangeboden aan de Koningin door de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 16 juni 2008, no. 08.001744, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet, houdende regels ter implementatie van de richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (Implementatiewet EG-richtlijn infrastructuur ruimtelijke informatie), met memorie van toelichting.

Het wetsvoorstel strekt tot implementatie van richtlijn 2007/2/EG (hierna: de richtlijn).2 Het bevat in dat verband onder meer regels voor de oprichting en het functioneren van een elektronische netwerk voor de beschikbaarstelling en het gebruik van ruimtelijke gegevens van overheidsorganisaties ten behoeve van milieubeleid.

De Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt een aantal opmerkingen over de volledige en nauwkeurige implementatie van richtlijn 2007/2/EG (hierna: de richtlijn). Hij is van oordeel dat in verband daarmee aanpassing van het voorstel wenselijk is.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 16 juni 2008, nr. 08.001744, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 14 augustus 2008, nr. W08.08.0211/IV, bied ik U hierbij aan.

1. Artikel 12, tweede volzin, van de richtlijn bepaalt dat het netwerk op verzoek ook ter beschikking wordt gesteld aan derde partijen wier verzameling ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens voldoen aan de uitvoeringsbepalingen waarin eisen zijn vastgesteld voor, met name, metagegevens, netwerkdiensten en interoperabiliteit. Artikel 7, tweede lid, van het wetsvoorstel werkt deze bepaling aldus uit, dat de instemming wordt verleend indien de derde partij naar het oordeel van de minister kan voldoen aan de eisen die voor bestuursorganen gelden. Daaraan wordt toegevoegd dat aan de instemming in het belang van de goede werking van het netwerk voorschriften kunnen worden verbonden en dat de instemming met het oog daarop onder beperkingen kan worden verleend. Volgens de toelichting kan daarbij worden gedacht aan beperkingen ten aanzien van de ingangsdatum dan wel het tijdvak waarop de instemming betrekking heeft. De keerzijde hiervan wordt geregeld in artikel 7, vierde lid. Volgens dit artikellid wordt de instemming ingetrokken indien de derde partij niet voldoet aan de aan de instemming verbonden voorschriften of beperkingen dan wel de eisen die voor bestuursorganen gelden, voor zover de goede werking van het netwerk in gevaar wordt gebracht.

De Raad merkt op dat voornoemde clausulering in de richtlijn ontbreekt. De Raad ziet niet in dat wanneer een derde partij kan voldoen aan de eisen die ook voor bestuursorganen gelden, het niettemin nodig kan zijn in het belang van de goede werking van het netwerk nadere voorwaarden aan de toegang tot het netwerk te stellen. Datzelfde geldt met betrekking tot de beëindiging. Een derde partij die niet (langer) voldoet aan de voorwaarden die voor bestuursorganen gelden, zou geen toegang tot het netwerk mogen hebben, ongeacht de vraag of door hem de goede werking van het netwerk in gevaar wordt gebracht.

De Raad adviseert de clausulering nader te bezien.

1. Aan de opmerking van de Raad om de clausulering inzake de toegang van derde partijen tot het netwerk nader te bezien is gehoor gegeven. Dit heeft ertoe geleid dat het tweede en het vierde lid van artikel 7 van het wetsvoorstel zijn aangepast. De mogelijkheden van het tweede lid om in het belang van de goede werking van het netwerk aan de instemming voorschriften te verbinden en met het oog op dat belang de instemming onder beperkingen te kunnen verlenen, zijn komen te vervallen. Het vierde lid, onderdeel b, is dienovereenkomstig aangepast. Deze onderdelen vonden bij nadere beschouwing geen grondslag in artikel 12 van de richtlijn.

2. Artikel 10 van het wetsvoorstel strekt tot implementatie van artikel 17 van de richtlijn, dat afzonderlijke eisen stelt voor de uitwisseling van gegevens tussen bestuursorganen en vergelijkbare diensten die van invloed kunnen zijn op het milieu. De Raad constateert dat deze begrenzing tot het milieu in artikel 10, eerste en tweede lid ontbreekt. De toelichting wijst er op dat deze begrenzing voortvloeit uit het in artikel 1 van de richtlijn omschreven doel van de richtlijn, maar dit betekent niet dat deze begrenzing daarom in de wettelijke omschrijving mag ontbreken.

De Raad adviseert het artikel nader te specificeren.

2. Aan de opmerking van de Raad om artikel 10 van het wetsvoorstel nader te specificeren is gehoor gegeven.

3. Artikel 12, eerste en tweede lid, van het wetsvoorstel geeft de bevoegdheid om voor bepaalde diensten vergoedingen in rekening te brengen. Artikel 12, vierde lid bepaalt dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld omtrent de uitvoering van het eerste tot en met het derde lid. Naar het oordeel van de Raad kan onder uitvoering niet worden begrepen het invoeren van een bepaalde tariefsystematiek.

De Raad adviseert de redactie van artikel 12, vierde lid, toe te spitsen.

3. Gelet op de opmerking van de Raad is artikel 12, vierde lid, van het wetsvoorstel aangevuld. Niet uitgesloten kan namelijk worden dat op enig moment de behoefte bestaat om bij algemene maatregel van bestuur op basis van artikel 12 van het wetsvoorstel regels te stellen omtrent (de invoering van) een bepaalde tariefsystematiek.

4. Artikel 13, eerste lid van het wetsvoorstel bepaalt dat, indien een bestuursorgaan een vergoeding in rekening brengt voor het uitwisselen van gegevens, dezelfde vergoeding geldt voor, onder andere, een orgaan als bedoeld in artikel 10, tweede lid. De organen, genoemd in artikel 10, tweede lid, zijn evenwel gelijk aan de organen, genoemd in artikel 13, eerste lid. De verwijzing naar artikel 10, tweede lid, lijkt daarom overbodig te zijn.

De Raad adviseert artikel 10, tweede lid, aan te passen.

4. De constatering van de Raad dat de organen genoemd in artikel 10, tweede lid, gelijk zijn aan de organen genoemd in artikel 13, eerste lid, is correct. Abusievelijk is in de tekst van artikel 10, tweede lid, weggevallen de zinsnede «organen die zijn opgericht bij internationale overeenkomsten waarbij de Gemeenschap en de lidstaten partij zijn». De artikelen 10 en 13 zijn op dit punt aangepast en aangevuld.

5. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Raad naar de bij het advies behorende bijlage.

5. De redactionele kanttekeningen van de Raad zijn alle verwerkt.

6. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om het wetsvoorstel op enkele kleine punten nader bij te stellen:

a. In artikel 5, eerste lid, is de zinsnede «, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie,» komen te vervallen. Op basis van artikel 5, vierde lid, van de richtlijn zal de Europese Commissie ter uitwerking van artikel 5 van de richtlijn bij verordening de vereisten vaststellen voor het opstellen en bijhouden van metagegevens voor verzamelingen ruimtelijke gegevens, reeksen van dergelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens die overeenstemmen met de in de bijlagen I, II en III bij de richtlijn vermelde thema’s. In het tweede en derde lid van artikel 5 is de mogelijkheid opgenomen om alsnog bij algemene maatregel van bestuur regels te stellen omtrent de metagegevens. De memorie van toelichting is dienovereenkomstig aangepast.

b. In artikel 6, eerste lid, is de zinsnede «, met inachtneming van de daartoe bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde regels,» geschrapt. Het tweede lid is dienovereenkomstig aangepast. De tekst van het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zijn hiermee met elkaar in overeenstemming gebracht.

c. Artikel 9 is zodanig gewijzigd dat het eerste en tweede lid beter in overeenstemming zijn gebracht met de tekst van de richtlijn.

d. In artikel 15, tweede lid, is de zinsnede «worden nadere regels gesteld» vervangen door «kunnen nadere regels worden gesteld». De memorie van toelichting is dienovereenkomstig aangepast.

Tot slot is van de gelegenheid gebruik gemaakt om op diverse punten de tekst van de memorie van toelichting beter in overeenstemming te brengen met de tekst van het wetsvoorstel.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge u verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

Bijlage bij het advies van de Raad van State betreffende no.W08.08.0211/IV met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

– Het opschrift van de artikelen laten vervallen (Aanwijzing 98 van de Aanwijzingen voor de regelgeving).

– In artikel 2, eerste lid, sub c, onder 1, na «verzameling» toevoegen: ruimtelijke.

– Artikel 2, tweede lid, tweede volzin als volgt formuleren: Indien een verzameling ruimtelijke gegevens die door of namens een bestuursorgaan wordt bewaard, onderdeel is van een verzameling ruimtelijke gegevens die is opgenomen in een door Onze Minister aangewezen voorziening, is deze wet uitsluitend van toepassing op laatstgenoemde verzameling.

– De artikelgewijze toelichting beperken, nu zij voor een belangrijk deel bestaat uit herhaling van de wettekst.


XNoot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
2

PbEu. L 108/1.