Gepubliceerd: 29 september 2008
Indiener(s): Pauline Smeets (PvdA)
Onderwerpen: verzekeringen zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31550-4.html
ID: 31550-4

31 550
Wijziging van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet in verband met voortzetting van de subsidiëring van de MEE-organisaties

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 29 september 2008

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1, belast met het voorbereidend onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende door de regering worden beantwoord acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

– Het wetsvoorstel

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel Wijziging van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet in verband met voortzetting van de subsidiëring van de MEE-organisaties. Deze leden onderschrijven dat de MEE-organisaties een belangrijke rol vervullen voor mensen met beperkingen. Zonder een indicatie kunnen zij met allerlei vragen en voor allerlei verschillende vormen van ondersteuning bij de MEE-organisaties terecht. Kan de regering toelichten hoe de samenwerking tussen de MEE-organisaties en gemeenten verloopt? Genoemde leden vinden het belangrijk dat de kwaliteit en continuïteit van de dienstverlening door de MEE-organisaties blijft gegarandeerd. Daarvoor is onder andere duidelijkheid nodig over de positionering. Tijdens het plenaire debat over de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is toegezegd dat er een visie zou worden ontwikkeld over de wijze waarop de MEE-organisaties zich verder zouden ontwikkelen. De leden van de CDA-fractie vragen hierbij aan de regering op welke termijn zowel de visie over de ontwikkeling van de MEE-organisaties als de definitieve positionering van de MEE-organisaties te verwachten is.

De leden van de VVD-fractie hebben verheugd en met belangstelling hebben kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. MEE-organisaties leveren een uniek product. Onafhankelijk van welke organisatie dan ook adviseren en ondersteunen zij mensen (en hun familie) met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking. Het betreft hier doorgaans mensen die door hun handicap zich hun hele leven bevinden in een afhankelijkheidspositie. Zij zijn voor hun zelfstandigheid in meer of mindere mate afhankelijk van de hulp die hen wordt geboden door zorgaanbieders, overheden en soms zelfs werkgevers. De ondersteuning van MEE-organisaties richt zich bovendien niet op een klein onderdeel, maar juist ook op de samenhang van ondersteuning in alle aspecten van het leven.

In de wettekst en in de memorie van toelichting wordt benadrukt dat het uitdrukkelijk de bedoeling is dat de subsidie aan MEE-organisaties uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) op termijn wordt beëindigd. Subsidies uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) worden sinds de invoering van de nieuwe zorgverzekeringswet ondergebracht in reguliere financieringswijzen. Voor de MEE-organisaties is dat tot nog toe niet gelukt. Volgens deze leden komt dit omdat een duidelijke visie van het kabinet op cliëntenondersteuning ontbreekt. Verschillende pogingen van de regering om de middelen van MEE-organisaties onder te brengen in de Wmo zijn door de Kamer geblokkeerd. De leden van de VVD-fractie wil graag weten wanneer het kabinet komt met een duidelijke visie op de plek van de onafhankelijke cliëntondersteuning in ons zorgstelsel. Ziet het kabinet, net als deze leden, een rol weggelegd voor MEE-organisaties bij de advisering van cliënten bij de invulling en onderhandeling over Zorgzwaartefinanciering en de zorgplannen in instellingen?

Genoemde leden vrezen dat de regering de keuze om de MEE-middelen over te hevelen naar het gemeentefonds al bijna heeft gemaakt. Kan de regering uiteenzetten welke andere opties zij overwegen om de MEE-organisaties onder te brengen in een reguliere financiering? Kan de regering uiteenzetten wat het verschil is tussen het geven van informatie en advies, zoals dat wordt gedaan in gemeentelijke Wmo-loketten en de levenlange- en levensbrede ondersteuning zoals MEE-organisaties die bieden aan haar cliënten?

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel inzake de Wijziging van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet in verband met voortzetting van de subsidiëring van de MEE-organisaties. Genoemde leden vragen waarom het effectueren van een definitieve regeling voor de MEE-organisaties op de lange baan is geschoven, terwijl bekend was dat de huidige wijze van subsidiëring een harde wettelijke einddatum kende van 31 december 2008.

De leden van de SGP-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het wetsvoorstel om de subsidie aan MEE-organisaties voort te zetten. Zij zouden graag nog van de regering de bevestiging ontvangen dat de beslissing over de MEE-organisaties in ieder geval zal betekenen dat er blijvend wordt gekozen voor enigerlei vorm van voortzetting van de ondersteuningsfunctie zoals de MEE-organisaties die bieden.

De voorzitter van de commissie,

Smeets

Adjunct-griffier van de commissie,

Sjerp


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Kant (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Joldersma (CDA), De Vries (CDA), Smeets (PvdA), Voorzitter Van Miltenburg (VVD), Schippers (VVD), Omtzigt (CDA), Smilde (CDA), Koşer Kaya (D66), Willemse-van der Ploeg (CDA), Van der Veen (PvdA), Schermers (CDA), Van Gerven (SP), Wolbert (PvdA), Heerts (PvdA), Zijlstra (VVD), Ouwehand (PvdD), Agema (PVV), Leijten (SP), Bouwmeester (PvdA), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU), Sap (GL) en Vacature (SP).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Van Velzen (SP), Neppérus (VVD), Uitslag (CDA), Ormel (CDA), Van Dijken (PvdA), Verdonk (Verdonk), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Atsma (CDA), Vietsch (CDA), Van der Ham (D66), Aasted-Madsen-van Stiphout (CDA), Gill’ard (PvdA), Ferrier (CDA), Langkamp (SP), Vermeij (PvdA), Arib (PvdA), Kamp (VVD), Thieme (PvdD), Bosma (PVV), Luijben (SP), Tichelaar (PvdA), Ortega-Martijn (CU), Halsema (GL) en De Wit (SP).