Kamerstuk 31337-7

Wijziging van de Wet milieubeheer (enkele wijzigingen betreffende afvalstoffen)

Dossier: Wijziging van de Wet milieubeheer (enkele wijzigingen betreffende afvalstoffen)

Gepubliceerd: 27 augustus 2008
Indiener(s): Jacqueline Cramer (minister volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer) (PvdA)
Onderwerpen: afval natuur en milieu
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31337-7.html
ID: 31337-7

31 337
Wijziging van de Wet milieubeheer (enkele wijzigingen betreffende afvalstoffen)

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 27 augustus 2008

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel I, onderdeel N, onder 2, komt te luiden:

2. Het derde lid komt te luiden:

3. In afwijking van het tweede lid kan tegen een beschikking als bedoeld in dat lid, onder a, c, d of f, beroep worden ingesteld overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk door het ten aanzien van de beschikking waarop de aanwijzing, onderscheidenlijk het verzoek betrekking heeft, bevoegde gezag.

2. Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

Indien het bij koninklijke boodschap van 24 augustus 2007 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van bijzondere wetten aan de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet vierde tranche Awb) (31 124) tot wet is of wordt verheven en hoofdstuk 13, artikel 11, onderdeel BB, van die wet later in werking treedt dan artikel I, onderdeel N, van deze wet, komt het eerstgenoemde onderdeel te luiden:

BB

Artikel 20.2, tweede lid, komt te luiden:

2. Geen beroep kan worden ingesteld tegen een beschikking:

a. houdende een aanwijzing als bedoeld in artikel 5.23,

b. houdende een aanwijzing als bedoeld in artikel 8.27,

c. houdende een aanwijzing als bedoeld in artikel 8.31a,

d. houdende een verzoek als bedoeld in artikel 8.39,

e. houdende een certificaat of een accreditatie als bedoeld in artikel 11.2, derde lid, onderdeel b of c,

f. houdende een verzoek als bedoeld in artikel 17.5, eerste lid,

g. houdende een aanwijzing als bedoeld in artikel 18.3d, eerste lid, of 18.3f, eerste lid,

h. houdende een aanwijzing van Onze Minister met toepassing van artikel 18.3f, zevende lid, aan burgemeester en wethouders of aan het dagelijks bestuur van een waterschap ter zake van de uitvoering door deze bestuursorganen van het bepaalde krachtens artikel 18.3,

i. houdende een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 18.3e, eerste lid, laatste volzin, of

j. houdende een vordering als bedoeld in artikel 18.8a, eerste lid.

Toelichting

1. De tekst van het derde lid van artikel 20.2 van de Wet milieubeheer wordt aan de nieuwe lettering van het tweede lid aangepast. Voorts wordt voorgesteld de tekst van het derde lid van artikel 20.2 te corrigeren. Het in de huidige tekst van dit artikellid genoemde onderdeel f. kan worden geschrapt, aangezien bij een eerdere wetswijziging (wet van 1 december 2005 tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten, houdende regels inzake de kwaliteit van werkzaamheden in het milieubeheer en de integriteit van de daarbij betrokken uitvoerders; Stb. 2005, 674), waarbij het onderdeel over certificaat en accreditatie (aan artikel 20.2, tweede lid) is toegevoegd, is verzuimd tevens het derde lid van artikel 20.2 aan te passen.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de tekst van artikel I, onderdeel N, onder 1, van het voorstel van wet betrekking heeft op de tekst van artikel 20.2, tweede lid, van de Wet milieubeheer, zoals deze bepaling komt te luiden nadat het voorstel van wet tot aanpassing van bijzondere wetten aan de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet vierde tranche Awb, Kamerstukken II 2006/07, 31 124, nrs. 1–2) tot wet is verheven en in werking is getreden. In de Aanpassingswet vierde tranche Awb worden de beide onderdelen l – abusievelijk is bij eerdere wetswijzigingen een tweetal onderdelen voorzien van de aanduiding l – uit artikel 20.2 geschrapt, waarmee de lettering in artikel 20.2, tweede lid, weer op orde wordt gebracht.

2. Toegevoegd aan het voorstel van wet wordt een samenloopbepaling met het voornoemde voorstel van wet tot aanpassing van bijzondere wetten aan de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet vierde tranche Awb, Kamerstukken II, 2006/07, 31 124, nrs. 1–2). In de Aanpassingswet vierde tranche Awb wordt onderdeel d van artikel 20.2, tweede lid, van de Wet milieubeheer gehandhaafd. Nu beide wetsvoorstellen (gelijktijdig) aanhangig zijn bij de Tweede Kamer, dient te worden voorzien in een samenloopbepaling om de uiteindelijk beoogde tekst van artikel 20.2, tweede lid, te kunnen bewerkstelligen. Indien wetsvoorstel 31 337 (afvalstoffen) eerder tot wet wordt verheven en in werking treedt dan wetsvoorstel 31 124 (Aanpassingswet vierde tranche Awb), voegt het laatstgenoemde wetsvoorstel het zojuist geschrapte onderdeel d weer toe aan artikel 20.2, tweede lid. Dit wordt voorkomen door de samenloopbepaling in artikel IA.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer