Kamerstuk 30880-8

Vaststelling van een nieuwe Politiewet (Politiewet 200.); Brief ministers bij de tweede voortgangsrapportage (april 2008)

Dossier: Vaststelling van een nieuwe Politiewet (Politiewet 200.)


30 880
Vaststelling van een nieuwe Politiewet (Politiewet 200.)

nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2008

Eind 2008 zal het Kabinet een besluit nemen over de voortzetting van de behandeling van het wetsvoorstel tot invoering van een landelijke politieorganisatie. Om dit besluit te kunnen nemen zijn met de korpsbeheerders specifieke afspraken gemaakt over de resultaten die eind 2008 moeten zijn behaald door middel van samenwerking op de terreinen ICT, personeel, materieel en bovenregionale samenwerking. U bent hierover geïnformeerd per brief van 13 juli jl. De nulmeting en eerste voortgangsrapportage van de afspraken heeft u eerder dit jaar ontvangen (Kamerstuk 2007–2008, 30 880, nr. 7).

De tweede voortgangsrapportage geeft de stand van zaken weer van april 20081. Hieruit blijkt dat enkele afspraken al zijn gerealiseerd, de meeste andere afspraken lopen conform de planning.

Er zijn twee uitzonderingen. Allereerst is de uitrol van de basisvoorziening Handhaving vertraagd. Hierover bent u geïnformeerd tijdens het Algemeen Overleg op 15 april 2008 (Kamerstuk 31 207/29 628, nr. 6). Eind 2008 zal naar verwachting van de korpsbeheerders de basisvoorziening in 10 korpsen geïmplementeerd zijn in plaats van in de afgesproken 13 korpsen. De afgesproken implementatie in alle korpsen uiterlijk eind 2009 is volgens de korpsbeheerders nog wel haalbaar.

Daarnaast loopt de aanlevering van personele informatie via de landelijke Gids database nog niet zoals het zou moeten. Er wordt momenteel een onderzoek gedaan naar de oorzaak hiervan. Naar verwachting van de korpsbeheerders zal deze afspraak wel gehaald worden.

Eind 2008 zal de balans worden opgemaakt aan de hand van de derde en laatste voortgangsrapportage en het onderzoek van Inspectie OOV naar de stand van zaken en de voortgang op het terrein van de samenwerkingsafspraken.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.