Kamerstuk 26488-441

Verslag van een algemeen overleg

Behoeftestelling vervanging F-16

Gepubliceerd: 10 januari 2018
Indiener(s): Isabelle Diks (GL), Han ten Broeke (VVD)
Onderwerpen: defensie internationaal
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26488-441.html
ID: 26488-441

Nr. 441 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 10 januari 2018

De vaste commissie voor Defensie en de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat hebben op 7 december 2017 overleg gevoerd met mevrouw Keijzer, Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, en mevrouw Visser, Staatssecretaris van Defensie, over:

  • de brief van de Minister van Defensie d.d. 19 september 2017 met achttiende voortgangsrapportage van het project Verwerving F-35 (Kamerstuk 26 488, nr. 435);

  • de brief van de Staatssecretaris van Defensie d.d. 1 december 2017 met beantwoording vragen commissie over de achttiende voortgangsrapportage van het project Verwerving F-35 (Kamerstuk 26 488, nr. 435) (Kamerstuk 26 488, nr. 438 );

  • de brief van de Staatssecretaris van Defensie d.d. 21 november 2017 over bevestiging resterende zes F-35-toestellen in de Block Buy (Kamerstuk 26 488, nr. 436);

  • de brief van de Staatssecretaris van Defensie d.d. 5 december 2017 met reactie op het Amerikaanse GAO-rapport van 26 oktober 2017 met betrekking tot F-35 Aircraft Sustainment (Kamerstuk 26 488, nr. 439).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Defensie, Ten Broeke

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, Diks

De griffier van de vaste commissie voor Defensie, De Lange

Voorzitter: Ten Broeke

Griffier: De Lange

Aanwezig zijn zeven leden der Kamer, te weten: Belhaj, Bosman, Ten Broeke, Bruins Slot, Jasper van Dijk, Diks en Öztürk,

en mevrouw Keijzer, Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, en mevrouw Visser, Staatssecretaris van Defensie.

Aanvang 14.15 uur.

De voorzitter:

Goedemiddag, ik heet u allen van harte welkom, in het bijzonder beide bewindspersonen. Het is heel erg goed dat zowel de Staatssecretaris van Defensie als de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat aanwezig is. Ik zit mij af te vragen of ik zal melden dat ik een nieuwe bril meen te ontwaren; dat heb ik dan bij dezen toch gemeld. We zullen later wel vernemen van de Staatssecretaris of dat het geval is. Ze zet hem direct af. Dat is niet nodig, want hij staat haar goed.

Staatssecretaris Keijzer:

Ik zal dit maar meteen uit de wereld helpen, voorzitter. Ik nader inmiddels de 50, al sinds een jaar of zes, maar deze bril is wel nieuw.

De voorzitter:

Kijk aan! Ik nader ook de 50, dus het is heel knap dat ik dat nog doorheb. We gaan het vandaag niet hebben over de bril van de Staatssecretaris, maar over de verwerving van de F-35, ook wel bekend als de Joint Strike Fighter. Ik heb met de leden die hier aanwezig zijn, afgesproken dat we een spreektijd hanteren van vier minuten. Ik zal ook enigszins de hand houden aan het aantal interrupties; dan weet u dat vast. Ik geef voor de eerste vier minuten het woord aan de woordvoerder van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, de heer Bosman.

De heer Bosman (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Dit algemeen overleg gaat over de verwerving van de F-35 Lightning II. We denken dan allemaal aan het kopen van een straaljager, maar we weten dat het om veel meer gaat dan alleen de aanschaf van een straaljager. Het luchtwapen is de veiligheid voor de troepen op de grond en op zee. Dankzij luchtoverwicht binnen het oorlogsgebied is er vrijheid van beweging voor alle troepen die onder die bescherming vallen. Dat is de kern van het luchtwapen. Het is niet alleen een force multiplier, maar vooral een force enabler. Zonder luchtoverwicht geen operaties op de grond. Dat is niet iets wat we de laatste tijd hebben verzonnen. Dat is al duidelijk vanaf de Tweede Wereldoorlog. Die wetenschap is alleen maar bevestigd door alle operaties die met de luchtmacht zijn uitgevoerd. Die luchtoperaties begonnen vanaf 1993 boven voormalig Joegoslavië, dan Afghanistan, Libië en de Baltische staten tot en met de huidige luchtoperaties in Irak en Syrië. Daarnaast is er nog de QRA-taak boven Nederland en sinds dit jaar ook boven België. Er is nooit tevergeefs een beroep gedaan op de luchtmacht om zich waar en wanneer dan ook in te zetten ter ondersteuning van de veiligheid van de operaties op de grond.

De huidige F-16 Fighting Falcons dateren van de jaren tachtig. Wie rijdt er nu nog een auto uit die tijd? Als je dat al doet, dan weet je wat de kosten zijn en dat die alleen maar stijgen naarmate de auto ouder wordt. Dat is ook het geval bij de F-16. Niet alleen de kosten nemen toe, zelfs de operationele inzetbaarheid van de F-16 neemt af. Zelfs binnen ons eigen NAVO-grondgebied is vrijheid van operatie niet gegarandeerd. Met de plaatsing van Russische S-400 luchtdoelraketten in Kaliningrad zijn delen van Polen, Letland en Litouwen voor de F-16 gebieden waar niet meer te opereren is vanuit een overwichtssituatie. Dat is binnen de grensgebieden van de NAVO. Daarom is de toekomst van het luchtwapen voor Nederland en de NAVO essentieel.

Met de F-35 Lightning II zetten we stappen naar de toekomst. Het is goed dat met deze block buy een stap wordt gezet die de luchtmacht nodig heeft om zijn taak als beschermer van collega-troepen mogelijk te maken. Het is goed om te lezen dat het met het huidige budget mogelijk is om 37 F-35's te kopen. Voor de VVD is dat het absolute minimum. Met minder is de inzet bij verschillende scenario's bijna niet mogelijk. Ook het aantal vlieguren dat vliegers moeten maken om current te blijven, is te laag om deze vliegers de verschillende operaties uit te laten voeren.

De VVD heeft zorgen over de kosten die verbonden zijn aan de valutaschommelingen en de compensatie van de verschillen in inflatie tussen Nederland en de VS. In het regeerakkoord staat dat er oplossingen gevonden moeten worden om de voorspelbaarheid en schokbestendigheid van de Defensiematerieelbegroting te vergroten. Er wordt gedacht aan een specifieke prijsindex of een structurele oplossing voor de valutaschommelingen. Kan de Staatssecretaris iets zeggen over de mogelijke oplossingen?

In verschillende notities komt naar voren dat de Kamer veel en gedetailleerde informatie vraagt ten aanzien van dit project. Nu we overgaan van de ontwikkelfase naar de aanschaffase is het misschien goed om als Kamer na te denken over een nieuwe uitgangspuntennotitie ten aanzien van de informatievoorziening aan de Kamer. De VVD is voor een heldere informatievoorziening aan de Kamer waardoor wij onze controletaak goed kunnen uitvoeren. Maar op het heen en weer schuiven van pakken papier, waarin het ook nog eens moeilijk is om de vergelijking te maken omdat er verschillende uitgangsposities zijn, zit de VVD niet te wachten. Hoe ziet de Staatssecretaris dit? Op welke manier kunnen Kamer en ministerie tot een goede afspraak komen?

Het is goed om te lezen dat de Nederlandse industrie profiteert van de aanschaf van de F-35. Veel bedrijven bouwen mee aan dit mooie toestel. Kan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat aangeven hoe het staat met de contracten voor de instandhouding? Dat zijn contracten voor de komende 50 jaar. Wie heeft de lead in het verkrijgen van deze contracten? Is dat het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat of het Ministerie van Defensie? Hoe zijn de contacten van het Ministerie van EZK met bijvoorbeeld het Pentagon en Lockheed Martin, zo vraag ik deze Staatssecretaris.

Voorzitter. De luchtmacht ondersteunt de andere krijgsmachtdelen met al zijn wapensystemen. De KDC-10's en de C-130's verzorgen strategisch en tactisch transport van de troepen en wapensystemen van Defensie en de logistieke aanvoer naar de inzetgebieden en vormen de first response in het geval van disaster relief. Met NH90-helikopters beschermt men de vloot, terwijl de Chinooks en de Apaches de landmacht verplaatsen, beschermen en slagkracht geven. De Cougar-helikopter vormt de grote enabler voor de SOF-operaties en de Gulfstream is er bijna voor iedereen. Voor de F-35 Lightning II geldt dat nog in sterkere mate. In het moderne gevecht zal hij randvoorwaardelijk zijn voor iedere vorm van militair optreden. In de beginfase van een conflict zal het bovendien het enige wapensysteem blijken te zijn dat inzetbaar is in het hoogste geweldsspectrum. Het is een toestel van en voor Defensie, en voor de veiligheid van Nederland.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Bosman. Callsign Bush, zou ik bijna willen zeggen. Mevrouw Belhaj, voor u geldt van hetzelfde laken een pak, vier minuten namens de fractie van Democraten 66.

Mevrouw Belhaj (D66):

Voorzitter, dank. Een sterke luchtmacht is cruciaal voor iedere krijgsmacht, cruciaal voor vredesmissies en cruciaal voor grote operaties. De luchtmacht behoort te beschikken over een gevechtstoestel dat voldoet aan onze behoefte, waarmee onze piloten hoofdmissies veilig en effectief kunnen uitvoeren en waarmee Nederland in de eenentwintigste eeuw kan blijven bijdragen aan internationale vrede en veiligheid.

In het verleden waren er al veel onzekerheden bij de verwerving van de JSF. Dat heeft D66 altijd aangestipt op een kritische manier. Het vorige kabinet heeft besloten om over te gaan tot de aanschaf en heeft zodoende een budget opgesteld om 37 JSF-toestellen te verwerven. Afgelopen week kwam de kanttekening dat het er misschien minder kunnen worden in verband met koersschommelingen.

Voorzitter. Dit brengt mij op mijn eerste punt: de kosten voor het JSF-project. Punt. Dat klinkt een beetje gek, maar het klopt wel. Het doet ons deugd om te lezen dat het Joint Program Office, het JPO, de broodnodige initiatieven heeft genomen waardoor de stukprijs van de JSF iets lager uitkomt dan aanvankelijk begroot. Een meerjarige bestelling van toestellen in de vorm van een block buy lijkt enigszins verlichtend te werken op het drukkende projectbudget voor de JSF. En toch is dit helaas slechts een druppel op een gloeiende plaat. Zelfs na het inzetten van het projectbudget en de helft van de risicoreservering is het waarschijnlijk dat er net niet voldoende projectbudget is voor de laatste drie toestellen. Ik hoor hier graag meer over van de Staatssecretaris. Hoeveel komen we precies tekort? En waarvan is het aanschaffen van de drie laatste toestellen afhankelijk?

Ook in het coalitieakkoord staat iets opgemerkt over het opvangen van valutaschommelingen. Ik kan mij zomaar voorstellen dat het Ministerie van Financiën het Ministerie van Defensie hier actief mee gaat helpen om te voorkomen dat we ingewikkelde discussies krijgen zoals we in het verleden hebben gehad, zo zeg ik als defensiewoordvoerder. Mijn vraag is: is de Staatssecretaris het met mij eens dat het Ministerie van Financiën alles moet doen om te zorgen dat dit probleem in de toekomst wordt opgelost?

Voorzitter. Dan de ontwikkelingen rondom het JSF-programma. De focus van het programma verschuift steeds meer van ontwikkeling naar productie, instandhouding en doorontwikkeling. Ik wil graag stilstaan bij de instandhouding van het programma. Het baart mij zorgen wanneer ik lees dat de bedrijfszekerheid achterblijft ten opzichte van de planning. Het gebrek aan reserveonderdelen en reparatiecapaciteit blijkt hieraan ten grondslag te liggen. De reparatie van een reservedeel duurt zelfs twee keer langer dan beoogd. Dit raakt ook onze twee toestellen die gestationeerd zijn op de Edwards Air Force Base in Californië. Vooralsnog blijkt dat zij over het algemeen het aantal geplande vlieguren halen. Ik maak hieruit op dat het niet is uitgesloten dat onze vliegers het geplande aantal vlieguren weleens niet halen of niet hebben gehaald. Dit zou heel erg jammer zijn. Het aantal vlieguren is immers essentieel voor de geoefendheid en gereedheid van onze vliegers. Ik hoor hier graag meer over van de Staatssecretaris. Ik hoor graag specifiek welke effecten zij voorziet voor het regionale warehouse en de motoronderhoudsfaciliteit te Woensdrecht. Na alle inspanning om het in Woensdrecht in orde te brengen, zou het zonde zijn als we worden geconfronteerd met allerlei gebreken en tekorten aan reserveonderdelen.

Voorzitter. In ons laatste algemeen overleg stond ik al stil bij de zorgen van omwonenden over de geluidsbelasting van de JSF. Het doet mij deugd om in de voortgangsrapportage te lezen dat er een permanent geluidsmeetnet is vastgesteld en er ook daadwerkelijk komt. Het is ook fijn dat dit in overleg met omwonenden gebeurt. Ik wil erop aandringen dat het van belang is dat er gemeten gaat worden voordat de JSF's worden gestationeerd. Zonder een ijkpunt of een nulmeting zijn de meetresultaten achteraf moeilijk in perspectief te plaatsen. Ook ben ik benieuwd of er aandacht wordt besteed aan de mogelijke gezondheidseffecten van blootstelling aan hoge geluidsniveaus en welke maatregelen hiervoor worden genomen. Ik ben ook benieuwd – ik ben erg benieuwd vandaag – wat er te zijner tijd gebeurt met de meetresultaten. Gaat de Staatssecretaris die delen met de Kamer?

De voorzitter:

Er is een woordmelding van de heer Jasper van Dijk. Begrijp ik het goed dat u ook aan het einde van uw spreektekst bent gekomen? Kijk eens aan. Meneer Jasper van Dijk, het woord is aan u.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik herinner mij nog goed dat mevrouw Belhaj in een debat voor de verkiezingen de Kamer aankondigde dat D66 geen steun gaf aan de aanschaf van de JSF. Dat was een glashelder standpunt. De SP was daar blij mee, want het was een verstandig standpunt. De partij is nu gedraaid, moet ik vaststellen, want ze zit nu in een coalitie die doorgaat met de aanschaf. Maar nu is er eigenlijk goed nieuws voor mevrouw Belhaj, want de regering heeft in een brief aangegeven dat we het niet gaan halen. De afspraak was 37 toestellen voor 4,5 miljard, maar dat gaan we niet halen. Het past niet meer binnen het budget. Grijpt uw partij de kans aan om met de vier partijen aan tafel te zitten en te zeggen: mensen, we moeten weer terug naar het oude standpunt van D66; de aanschaf van de JSF gaat niet door?

Mevrouw Belhaj (D66):

Dat is een prachtige vraag van mijn sympathieke collega van de SP. Het feit is dat ik al eerder in meerdere overleggen heb aangegeven dat nu de beslissing is genomen en je in deze fase bent aangekomen, het weinig nuttig is om nu te pleiten voor stoppen, aangezien dat in de miljarden gaat lopen. Dat was al voordat de coalitie was gevormd. Ik herken die draai in dat opzicht dus niet. Ik herken wel uw pleidooi, maar ik vind het een beetje bevreemdend van de SP. Als je in deze fase bent aangekomen, dan kun je wel zeggen dat we er nu mee moeten stoppen, maar wat levert dat op? Wat doet dat met de werkgelegenheid? Wat doet dat met de miljarden die je verliest? Ik kan mij herinneren dat het zou gaan om 100 miljard, maar misschien kan de Staatssecretaris uitsluitsel geven over wat dat ons zou gaan kosten. Vanuit het perspectief van D66 zeg ik: het zou een beetje dom zijn om dat te doen, want dan verlies je dubbel. Ik zou de SP daarom de volgende vraag willen stellen. Voor u is werkgelegenheid belangrijk. Vindt u het verantwoord om die werkgelegenheid te verliezen, om 100 miljard over de balk te smijten en een heel nieuw traject te starten om gevechtsvliegtuigen aan te schaffen? Dat is eigenlijk mijn antwoord.

De voorzitter:

Dan de heer Van Dijk, kort graag.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Het is mooi om te zien hoe flexibel een Kamerlid kan zijn in het wisselen van argumenten. Zij gooit nu argumenten op tafel ...

De voorzitter:

Eens kijken hoe flexibel u bent in het stellen van een vraag.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dat komt helemaal goed, voorzitter. Ik krijg nu de argumenten te horen die zij destijds te horen kreeg: al die banen en al die investeringen. Dat is uw goed recht, maar gaat u nu eens iets specifieker in op de deal die destijds is gesloten. 37 toestellen voor 4,5 miljard; dat gaat niet gehaald worden, mevrouw Belhaj. Welke conclusie trekt u daaruit? Als u eerlijk bent, dan zegt u: dat was de afspraak, maar die gaan we niet halen en daarmee is de deal van tafel. Of niet?

De voorzitter:

Ik zeg niets, meneer Van Dijk. Maar mevrouw Belhaj gaat die vraag ongetwijfeld beantwoorden nadat u die via de voorzitter aan haar hebt gesteld.

Mevrouw Belhaj (D66):

Ik vind dit echt een beetje een verkeerde discussie, alsof ik gedraaid ben. D66 is heel actief en heel kritisch geweest zodat wij het kabinet dat was samengesteld uit de PvdA en de VVD konden waarschuwen voor de ingewikkelde constructie waarvoor is gekozen. Als je weet dat je er minimaal 37 nodig hebt en daaraan tegelijkertijd een maximaal budget verbindt, zoals de PvdA dat doet, dan weet je dat daar problemen van komen. Dat is precies de reden waarom ik die vragen hier nu stel. Ik heb dus niet het gevoel dat ik gedraaid ben. Wij zijn geen voorstander geweest van deze besluitvorming. Dat besluit is genomen. Daarna heb ik er in ieder geval voor willen zorgen dat het proces goed verloopt. En dat is wat ik nu doe. U laat verwijten horen in de zin van «lekker flexibel» en zo. Dat kan ik best zijn, maar ik ben ook echt van de starheid, dus daar herken ik mijzelf niet in.

Tot slot. De vragen die u aan mij heeft gesteld, heb ik net ook aan de Staatssecretaris gesteld. Ik heb haar gevraagd hoe de huidige prijsontwikkeling zich verhoudt tot de afspraak die de PvdA en de VVD samen hebben gemaakt: de stelling dat er minimaal 37 jachtvliegtuigen moeten zijn om daarvan effectief gebruik te kunnen maken en de verplichting van het maximale budget. Die vraag moet u niet aan mij stellen. Die vraag moeten wij samen aan de Staatssecretaris stellen.

De voorzitter:

Oké, dan gaan we het antwoord op die vragen wellicht zo meteen in de eerste termijn van de regering vernemen. En dan is er altijd nog een tweede termijn voor u beiden, en trouwens ook voor uw collega's, om dat verder met elkaar uit te vechten. We gaan snel en gezwind door naar de derde fractie en dat is de fractie van GroenLinks en haar woordvoerder heet Isabelle Diks.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Toen we aan het begin van dit millennium begonnen met deelname aan de ontwikkelingsfase van het woekerproject JSF, was het idee dat we 85 straaljagers zouden kunnen bestellen. In de afgelopen jaren is dat aantal door oplopende ontwikkelingskosten, vertraging en ongunstige dollarkoersen teruggebracht naar 37 toestellen. De vorige Minister van Defensie zei dat dit het absolute minimum was om ons eigen luchtruim überhaupt fatsoenlijk te kunnen bewaken. Nu blijkt dat bij de huidige dollarkoers zelfs het aantal van 37 toestellen niet kan worden gehaald. Het dreigen er nu maar 34 te worden. De Staatssecretaris houdt ons nog voor dat de dollarkoers natuurlijk ook weer gunstiger kan worden en dat Lockheed Martin met kostenbesparende maatregelen bezig is, maar de dollarkoers kan natuurlijk evengoed ongunstiger worden, waardoor de ontwikkelingskosten zullen oplopen.

We kunnen constateren dat we met het aantal JSF-toestellen waar we nu op uitkomen, geen enkel toestel, en eigenlijk zelfs nog minder dan een enkel toestel, overhouden in geval van verliezen. Ga maar na: indertijd hebben we 213 F-16's aangeschaft en daarvan zijn er 145 kapot, afgestoten of neergestort. Je ziet hoeveel toestellen er dan nog overblijven. Er is dus geen enkele ruimte voor verliezen van welke aard dan ook; laat ik het zo omschrijven. Hoe gaat de Staatssecretaris dit aanpakken en, vooral, wanneer?

Kan de Staatssecretaris uiteenzetten wat dat betekent als er minder dan 37 JSF's of F-35's komen? Welke consequenties zal dat hebben voor de operationele inzetbaarheid, het verdedigen van het eigen luchtruim en dat van de bondgenoten en de vlieguren die piloten kunnen maken? In het regeerakkoord is aangekondigd dat een oplossing gezocht zal worden voor de problematiek van koersschommelingen waar de Defensiebegroting mee te maken heeft. Wat GroenLinks betreft, ligt het voor de hand dat Nederland bij grote aanbestedingen en bij een vergelijkbare kwaliteit voortaan de voorkeur geeft aan landen waarbij met de euro betaald kan worden. Hoe kijkt de Staatssecretaris naar dit idee?

De voorzitter:

Mevrouw Diks, er is een vraag voor u van de heer Bosman.

De heer Bosman (VVD):

Ik ben blij dat mevrouw Diks zo bezorgd is over het aantal F-35's. Dat is positief. Zegt GroenLinks dan ook dat dit een minimum is en dat er best wel meer geld bij zou kunnen voor de verdediging van het luchtruim om op die manier te voldoen aan de verdediging daarvan?

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Nee, het zou een beetje raar zijn als u de vraag die ik aan de Staatssecretaris stel, nu aan mij stelt. Dat lijkt mij een beetje een rare omweg. Ik ben namelijk geïnteresseerd in de wijze waarop de Staatssecretaris de Kamer ervan kan verzekeren dat het luchtruim van Nederland met die eventuele 34 F-35's op de juiste wijze kan worden verdedigd. En dat antwoord ga ik niet zelf geven, want die vraag heb ik net aan de Staatssecretaris gesteld.

De heer Bosman (VVD):

Nee, maar als partij heb je ook een mening. Je kunt zeggen: goh, dat luchtruim moet toch verdedigd worden; de inzet is belangrijk; F-35's zijn cruciaal daarvoor; het is een belangrijk middel en onze vliegers moeten goede spullen hebben en goed getraind zijn. Ik kan mij voorstellen dat GroenLinks het belangrijk vindt dat dit wel gaat gebeuren en daar zelfs wel geld voor over heeft. Ik hoor graag van mevrouw Diks hoe GroenLinks dat ziet.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Ik vind het heel fijn dat de heer Bosman zich ook druk maakt om de zaken die GroenLinks bezighouden. Dat vind ik echt positief. Dat het belangrijk is om het eigen luchtruim te kunnen verdedigen zal denk ik niemand in deze commissie betwisten, maar de vraag is alleen: hoe? Nogmaals, ik heb volgens mij net precies die vraag aan de Staatssecretaris gesteld. Hoe gaat zij mij overtuigen van het nut van de inzet van de luchtsteun? De vraag is of dat met 37 kan. De vorige Minister heeft aangegeven dat dit het absolute minimum is omdat we anders in de gevarenzone komen. Nou, ik ben benieuwd wat het antwoord van de Staatssecretaris daarop is. Dat ga ik niet zelf geven. Leuk geprobeerd, maar ...

De voorzitter:

Mevrouw Diks vervolgt haar betoog.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Voorzitter. Over de te verwachten toekomstige modificaties is nu in de Verenigde Staten discussie ontstaan tussen het GAO en het JPO. Ik beschouw het als bijzonder verontrustend dat het GAO constateert dat het JPO een stapsgewijze aanpak voorstelt die leidt tot risico's die samenhangen met de gelijktijdige ontwikkeling en productie, de zogenaamde concurrency van technologie en vliegtuigen. In de stukken wordt aangegeven dat het GAO hier in een later stadium op terug zal komen, maar ik beschouw dit echt als een bijzonder belangrijke caveat. De betaalbaarheid van de F-35 begint nu ook in de Verenigde Staten een issue te worden, en niet voor niets heeft de Amerikaanse Minister van Defensie Mattis het JPO gevraagd om tot een kostenreductie te komen. De reparatiecapaciteit loopt inmiddels zes jaar achter op schema. De gemiddelde tijd die nodig is voor reparatie en levering van onderdelen loopt de spuitgaten uit. In reactie op vragen hierop zegt de Staatssecretaris dat zij de ontwikkelingen nauwlettend volgt. Dat is op zich goed om te horen, maar wat betekent dat nou precies? Heeft Nederland al bij het JPO te kennen gegeven deze vertragingen ontoelaatbaar te vinden? Het risico is immers dat we straks niet alleen met te weinig straaljagers zitten, maar ook dat de vliegtuigen die we hebben voor een deel nog in de hangar moeten blijven staan, gewoon omdat ze niet tijdig gerepareerd kunnen worden.

Dit lijkt GroenLinks een goed moment om te reflecteren op de besluitvorming omtrent de JSF. De Algemene Rekenkamer concludeerde al eerder, in de kandidatenevaluatie van 2008, dat aan concurrenten te weinig tijd is gegeven om adequaat informatie aan te leveren en dat kandidaten bovendien hebben afgezien van deelname omdat Nederland al tot de enkels in het JSF-ontwikkelingsprogramma zat. Is de Staatssecretaris bereid om een onafhankelijk extern onderzoek in te stellen naar het proces van de aanschaf van de JSF? Want wat GroenLinks betreft, is de tijd daar nu rijp voor. Alleen als we ons realiseren welke fouten er gemaakt zijn bij de verwerving van de JSF kunnen we nieuwe fouten bij de aanschaf van groot materieel, zoals bijvoorbeeld de onderzeeërs, voorkomen. Wat mij betreft doen we daarom geen onderzoek om met de vinger te kunnen wijzen of om schuldigen aan te kunnen wijzen, maar wel om ervan te leren en ervoor te zorgen dat deze absurde overschrijdingen van het budget bij de aanschaf van nieuw groot materieel voorkomen kunnen worden.

De voorzitter:

Meneer Bosman, uw tweede en laatste interruptie in deze eerste termijn.

De heer Bosman (VVD):

Ik ben toch wat verbaasd, want steeds meer landen gaan nu kiezen voor de F-35. Zij hebben nog meer tijd gehad, maar kiezen uiteindelijk toch voor de F-35. Ik ben dus heel benieuwd wat er door nog meer tijd in het proces dan anders had kunnen zijn. Een Duitsland, een België: kennelijk gaan zij allemaal kiezen voor de F-35. Wat zou er in dat proces anders zijn?

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Nederland heeft vanaf het begin meegedaan met de ontwikkeling en de totstandkoming van de JSF. Negen jaar geleden, toen ik zelf even in de Tweede Kamer zat, ben ik voor een deel ook nog betrokken geweest bij de route die toen is gevolgd. Ik heb volgens mij net heel nadrukkelijk aangegeven dat het er mij niet om gaat schuldigen aan te wijzen of met de vinger te wijzen. Dat is niet wat ik vraag. Wat ik wil, is dat we met elkaar nadenken over het proces dat we in al die jaren die achter ons liggen tot de aanschaf van dit model hebben gevolgd. We kunnen nu toch wel constateren dat het in ieder geval financieel niet binnen de perken is gebleven en dat het echt uit de klauwen is gelopen en blijft lopen. In de stukken wordt het ene na het andere voorbeeld genoemd waarin delen van het investeringsbudget worden ingezet. We hadden verwacht dat dit budget zou overblijven, maar dat blijft niet over. Dat bestaat dus niet. Mijn verwachting is dat in de toekomst tekort na tekort zal opdoemen. Daar zou ik graag van willen leren, temeer nu we met elkaar ook nog min of meer aan het praten zijn over de eventuele aanschaf van onderzeeërs en dergelijke. Ik wil gewoon voorkomen dat we nogmaals in zo'n traject terechtkomen.

De heer Bosman (VVD):

Ja, maar dat is toch bijzonder, want het proces leidt uiteindelijk tot een resultaat. Het proces bij de Nederlandse luchtmacht en de Nederlandse Tweede Kamer heeft geleid tot de aanschaf van de F-35. Dat proces wordt ook in andere landen doorlopen en daar komt men ook allemaal uit op de F-35. Ik ben daarom heel benieuwd welk ander beeld er zou zijn geweest als we nu terugkijken om te zien wat we ervan leren. Komen we dan ergens anders op uit? Wil mevrouw Diks ergens anders op uitkomen? Ik snap het niet precies, want al die andere landen, die allemaal die evaluaties doen, komen uiteindelijk op de F-35 uit.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Afgezien van de landen die niet op de F-35 uitkomen, want het is niet zo dat 203 landen nu F-35's hebben besteld. En een groot deel van hen heeft ook een luchtmacht. In die zin vind ik dat eigenlijk niet zo'n zinnige vraag. In Nederland zijn wij het pad op gegaan van de F-35. De SP vroeg net: zou het voorstelbaar zijn dat je er überhaupt mee zou ophouden; bestaat dat? Ja, natuurlijk bestaat dat. Alleen, de vraag is wat dat dan kost. Nou, vele miljarden denk ik, en vervolgens heb je geen jachtvliegtuig. De zoektocht is dus: hoe kun je dit project nog beheersbaar maken? Dat is volgens mij heel nadrukkelijk de vraag die ook bij de Staatssecretaris ligt. Hoe houd je het vervolgens zo veel mogelijk in de klauwen als je afhankelijk bent van externe factoren zoals dollarkoersen enzovoort en het budget is vastgesteld? Hoe gaan we dat nou doen? Want de enige bijstelling die ik tot dusver constateer, is: minder toestellen. Dat betekent dat je uiteindelijk misschien een luchtmacht hebt die op halve kracht functioneert. Daar moet je dan wel met elkaar over nadenken: hoe verstandig is dat? Dat wil ik u nog wel nageven, meneer Bosman. Dat was een van de redenen waarom ik ook heel nadrukkelijk heb gevraagd om met elkaar daarover bij de totstandkoming van de nieuwe Defensienota het gesprek aan te gaan: wat voor soort defensie wil je? En doe dat dan goed.

Mevrouw Belhaj (D66):

Ik begrijp wat mevrouw Diks aangeeft. Heb ik van mevrouw Diks goed begrepen dat, nu het besluit is genomen en we in deze fase zijn aangekomen, GroenLinks ook vindt dat we er nu niet mee moeten stoppen?

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Ik zou zeer geïnteresseerd zijn in het antwoord van de Staatssecretaris op de vraag wat het zou kosten om ermee te stoppen. GroenLinks heeft van begin af aan aangegeven dat wij dachten dat dit een monsterproject zou worden. En dat is het ook geworden, in alle opzichten: financieel, in de voortgang, bij de exploitatie. We gaan dit met z'n allen nog jarenlang met ons meeslepen. Ik zou dan geïnteresseerd zijn in wat het nu nog kost als we ermee ophouden. Maar de vraag is wat dat dan oplevert. En dan probeer ik ook nog wel zo reëel te zijn om te denken dat dat misschien niet de meest zinnige insteek zou zijn. Probeer er dan misschien nog het beste van te maken, maar hoe geef je dat dan vorm? Ik ben heel benieuwd naar het antwoord van de Staatssecretaris daarop.

Mevrouw Belhaj (D66):

Ik begrijp dat de vraag is hoe we ervoor zorgen dat het nu goed komt. De discussie gaat voor GroenLinks eigenlijk niet over de vraag hoe we ervoor zorgen dat we er alsnog mee kunnen stoppen ongeacht het bedrag dat de Staatssecretaris in haar antwoord zou kunnen aangeven.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Ik wacht de beantwoording van de Staatssecretaris natuurlijk even af. Ik heb volgens mij net nadrukkelijk aangegeven dat ik denk dat het getal waar de Staatssecretaris mee gaat komen van een dusdanige aard is dat ik het persoonlijk niet als reëel beschouw om uit zo'n project als dit te stappen. Dat is dus precies de vraag achter mijn verzoek om een onderzoek, namelijk: hoe voorkomen we dat we keer op keer in de fuik stappen om er na tien jaar achter te komen dat het financieel gruwelijk uit de klauwen is gelopen? Dat is waar ik bij Defensie graag meer grip op zou willen krijgen.

Voorzitter, ik heb nog één alinea te gaan.

De voorzitter:

Dat kan. Ik zou zeggen: neemt u die vooral erbij.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Helemaal goed. Of had ik nog twee alinea's? Hoeveel tijd heb ik nog?

De voorzitter:

Nee, nee, dan had u iets verstandiger met mij moeten onderhandelen. U heeft nu in het openbaar gezegd dat er nog maar één alinea was. U kunt nu moeilijk terug.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Voorzitter, hier is heel veel over te vertellen en vier minuten is absoluut veel te weinig.

Ik wilde nog heel graag een opmerking maken over het geluid. Dat kan inderdaad in één alinea. Het is helder dat de aanwezigheid van jachtvliegtuigen, de geluidsoverlast en beleving, de omgeving flink belast. In mijn vorige functie was ik nauw betrokken bij het denken over het inrichten van een permanent geluidmeetnet. Het is goed om te lezen dat dit momenteel gestaag vordert en dat ook de geluiddemping voor woningen wordt aangepakt. Daarnaast is het ook goed om te lezen dat de Staatssecretaris aandacht wil besteden aan eventuele gezondheidsrisico's door blootstelling aan een hoger geluidsniveau. Vanuit het Leeuwardse zeg ik maar even: aan meer aandacht hebben de bewoners in de omgeving van bases niets, wel aan een gerichte aanpak.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Diks. Dan gaan we naar mevrouw Bruins Slot van de fractie van het Christen Democratisch Appèl.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Voorzitter, dank u wel. In de oefening Red Flag van dit jaar presteerde de F-35 vele malen beter dan de F-16, en dat voor een toestel dat nog niet volledig doorontwikkeld is en eigenlijk de testfase nog helemaal moet doorlopen. Dat vindt het CDA een goede start. De F-35 is cruciaal voor het optreden van de krijgsmacht. Het aantal van 37 F-35's is daarbij ook echt wel een kritieke ondergrens. Ik moet tegen de Staatssecretaris van Defensie zeggen dat het mooi is dat Nederland, in de week dat Sinterklaas langskwam, in een block buy de zes toestellen gaat aanschaffen. Daarmee zijn natuurlijk ook een aantal andere dingen veiliggesteld. We kunnen daarmee namelijk een korting krijgen en de F-35 kan instromen zonder vertraging. De heer Bosman zei het al: als wij de F-16 nog langer laten doorvliegen, dan komen we ook gewoon voor gigantische kosten te staan. Maar er zijn nog welk enkele beren op de weg. Mijn oud-collega Knops heeft meerdere malen gewezen op «de ijzeren eisen van Eijsink». Er is een hele reeks eisen gesteld aan de aanschaf van de F-35 en die vormen een knellend korset, zowel bij de investeringen als bij de exploitatie. Anders dan andere materieelprojecten mag de F-35 bijvoorbeeld niet gecompenseerd worden voor een hogere dollar en ook niet voor de hogere Amerikaanse inflatie. Neem nu dat laatste. Klopt het dat alleen al in 2017 de toegekende prijscompensatie van 34,3 miljoen lager was dan de daadwerkelijke prijsstijging als gevolg van de hogere inflatie in de Verenigde Staten? Klopt het dus dat in twee jaar tijd het budget alleen al daardoor met ruim 67 miljoen is uitgehold? Graag een reactie van de Staatssecretaris.

De heer Öztürk (DENK):

Mijn collega van het CDA had het over sinterklaas. In de week van sinterklaas geef je cadeautjes. Als ik kijk wat een JSF nu kost, dan lijkt het net alsof Nederland cadeautjes geeft aan Trump. Als ik zie hoeveel miljarden wij extra moeten betalen voor een JSF, terwijl er een aantal jaren geleden andere afspraken zijn gemaakt, vraag ik me af of het CDA ook van mening is dat dit een cadeautje voor Trump is.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

De stukprijs van de F-35 is de afgelopen jaren gedaald. Dus ik herken het beeld niet. De prijs is lager geworden en dus is het beeld dat DENK schetst, gewoon niet correct.

De heer Öztürk (DENK):

Oorspronkelijk zouden we 6,2 miljard betalen voor 85 vliegtuigen en nu betalen we 5,7 miljard voor 37 vliegtuigen. Dat is bijna een verdubbeling van de oorspronkelijke prijs. Dat is een beetje een cadeautje geven aan Trump in de sinterklaasweek.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Het gaat erom dat de stukprijs van de F-35 lager is geworden.

De heer Öztürk (DENK):

Wat heeft de burger daaraan?

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Wat DENK inderdaad vergeet is dat de wisselkoersen veranderen. Daarom stel ik ook de vraag aan de Staatssecretaris of we het niet kunnen doen zoals bij andere investeringsprojecten. Dat lijkt mij beter en het zou dan ook een belangrijke stap zijn om te zetten. Dat zijn eisen die er in het vorige kabinet als een hek omheen zijn gezet. Knops noemde dat altijd «de ijzeren eisen van mevrouw Eijsink». Laten we daar toch nog een keer kritisch naar gaan kijken.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Op precies dat laatste wil ik doorvragen. Die afspraken zijn destijds onder Rutte II gemaakt. Mevrouw Bruins Slot had er bepaalde bewoordingen voor: de eisen van Eijsink. Maar dat is wel de afspraak die destijds is gemaakt. Staat die afspraak nog steeds wat uw partij betreft?

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Dat is juist de vraag die ik aan de Staatssecretaris stel. Kunnen we toch niet nog eens een keer kijken of we de F-35 gelijk kunnen treken met andere investeringsprojecten? Eigenlijk hebben we twee verschillende meetlatten gemaakt, terwijl Defensie vaak met één en dezelfde methode werkt. Het is natuurlijk niet alleen het CDA die dat zegt, want de Auditdienst Rijk had hier vorig jaar stevige kritiek op. De Auditdienst Rijk heeft gezegd: als je kijkt naar de politieke afspraken, de financiële inkadering van het budget, de risicoreservering, de overheveling van DIP naar DEP, de verschillende dollarkoersen, de prijscompensatie en de verdringing, zie je dat het van steeds complexer naar uiterst complex is gegaan. Het is dus echt zaak dat we daarnaar gaan kijken, zo zeg ik tegen de heer Van Dijk.

De voorzitter:

Van Dijk, de laatste termijn van de laatste interruptie.

De heer Jasper van Dijk (SP):

«Daarnaar gaan kijken», we moeten nog maar afwachten wat dat precies inhoudt. Tot nu toe houd ik me aan de stukken en kijk ik naar de gemaakte afspraken. 37 toestellen en 4,5 miljard: het is glashelder. Als blijkt dat de zaak duurder wordt, dan moet dat geld natuurlijk ergens bij de Defensiebegroting vandaan komen. Waar gaat dat geld weggehaald worden als het aan het CDA ligt? Of gaat dat niet gebeuren en blijft die afspraak staan?

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Dat is natuurlijk een terechte vraag. De concrete vraag die ik aan de staatsecretaris stel is welke mogelijkheden de Staatssecretaris ziet om wel tot compensatie van valutaschommelingen over te gaan. Laat ik een voorbeeld geven: u heeft de Najaarsnota op uw bureau liggen en daarin staat dat we 40 miljoen hebben overgehouden in het budget voor de compensatie van valutaschommelingen. We zitten tegelijkertijd wel met hetzelfde probleem bij de F-35. Vanwege de eisen die eerder zijn gesteld, hebben we dus geen gebruik kunnen maken van dat budget. Dat vind ik onlogisch en het lijkt mij tijd, ook gezien het regeerakkoord, om – de heer Bosman zei het al – te kijken of er een aantal stappen kunnen worden gezet. Dat moet altijd in samenhang worden gezien met andere projecten.

De voorzitter:

Mevrouw Bruins Slot vervolgt haar eerste termijn.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Voorzitter. Door de goede interrupties van beide collega's heb ik diverse vragen alsnog aan de Staatssecretaris kunnen stellen. Dank daarvoor.

Ik wil nog op een ander punt ingaan. Daarvoor kijk ik naar de Staatssecretaris, maar niet alleen naar haar, ook naar mijn collega's. De Auditdienst Rijk adviseert in meerdere rapporten aan de Staatssecretaris en de Tweede Kamer om de loden papieren last van verantwoording te verminderen. Het is te gedetailleerd, zegt de Auditdienst Rijk. Het is te veel. Het is niet meer doelgericht. Ik moet heel eerlijk zeggen: ik heb regelmatig rapporten van de Auditdienst Rijk gezien, maar dit soort adviezen geven ze eigenlijk nooit. Ze zeggen echt nooit: doe maar een onsje minder. Met deze gedetailleerde verantwoording vliegen we eigenlijk ons doel voorbij. Volgens mij is het zaak dat het minder en beter wordt. De Auditdienst Rijk zegt namelijk ook: door deze hoeveelheid informatie ziet u niet meer waar het daadwerkelijk om gaat. Het kan dus compacter en ik vraag de Staatssecretaris hoe zij hiertegen aankijkt.

Dan nog een aantal praktische punten. Nederland laat zijn toestellen assembleren op de Italiaanse productielijn. Er komt een Nederlandse medewerker kwaliteitszorg die daarop gaat toezien. Ook is er een acceptance team om de afname van Nederlandse vliegtuigen in Italië te coördineren. Mijn vraag aan de Staatssecretaris is: wie toetst nou aan het eind of het vliegtuig goed geassembleerd is? Wie houdt er toezicht op dat de kwaliteitseisen ook aan het eind zijn gehaald?

Bij het CDA zitten ook zorgen over de beschikbaarheid van de reserveonderdelen. Daar hebben D66 en GroenLinks eigenlijk al hele goede vragen over gesteld. Ik heb nog wel een aantal vragen over de mogelijke gevolgen voor de inzetbaarheid van onze testtoestellen in Amerika. De Staatssecretaris van Defensie schrijft daarover dat over het algemeen het aantal geplande vlieguren wordt gehaald, maar wat houdt dat «over het algemeen» in? En heeft het tekort aan reserveonderdelen ook al tot minder geplande vlieguren geleid? Ik vraag dat, want je kunt zo'n planning natuurlijk aanpassen.

Ten slotte, voorzitter, kom ik bij de staatsecretaris van Economische Zaken en Klimaat. Het is prachtig om te zien dat 29 Nederlandse bedrijven bij de F-35 betrokken zijn. Verder vind ik het ook echt bijzonder dat 21 bedrijven midden- en kleinbedrijven zijn. We zijn dus als Nederland sterk op dit vlak. Er ligt inmiddels voor 1,3 miljard aan overeenkomsten, waarbij 72 miljoen aan overeenkomsten nog niet heeft geleid tot daadwerkelijke orders en omzet. Mijn vraag aan de Staatssecretaris is: wanneer kunnen we verwachten dat die 72 miljoen wordt ingevuld? En welke mogelijkheden zijn er om tot nog meer banen te komen? Ik vraag dat ook, omdat we nu de fase ingaan van het instandhoudingstraject. Wellicht liggen er daar ook nog kansen voor Nederland om stappen te zetten.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bruins Slot. Dan gaan we naar de heer Öztürk voor de fractie van DENK.

De heer Öztürk (DENK):

Voorzitter, dank u wel. De JSF: waar staat dat eigenlijk voor? Dat staat voor: Jarenlange Straaljager Frustratie! Daarom is mijn beginvraag aan de Staatssecretaris van Defensie: zou de Staatssecretaris met de kennis van nu nog steeds in de JSF zijn gestapt, zoals het vorige kabinet dat destijds heeft gedaan? Ik zou graag een eerlijk en oprecht antwoord van de Staatssecretaris willen hebben.

«De JSF was een enorm hoofdpijndossier», dat is de kop van een artikel van RTL Nieuws. Daar wordt alle ellende vanaf 1996 tot nu nog eens op een rijtje gezet: tegenvaller op tegenvaller en steeds hogere kosten voor steeds minder vliegtuigen. Oorspronkelijk ging het om 6,2 miljard euro voor 85 vliegtuigen en op dit moment is het 5,7 miljard euro voor 37 vliegtuigen. Meer dan dubbel zo duur per vliegtuig! Welk bedrijf zou met zulke voorspellingen wegkomen? Maar als het gaat om overheidsgeld laten we de belastingbetaler gewoon voor de tegenvallers opdraaien. DENK wil deze Staatssecretaris van Defensie succes wensen met dit pijnlijke dossier. Wij hebben genoeg aspirientjes; mocht u ze nodig hebben, kom dan maar langs.

Voorzitter. Over de verwerving van de JSF heb ik een aantal concrete vragen. Ten eerste de enorme verliezen door valutaschommelingen, de dure dollar. Die verliezen zijn ongeveer 20%, zo lezen we in de brief van 19 september. Klopt het dat het bijna om 1 miljard euro gaat, Staatssecretaris? Had de regering het valutarisico niet moeten afdekken? Waarom is dat niet gebeurd? En naar de toekomst toe: is er een mogelijkheid om te wachten met de aankoop totdat de dollarkoers weer op het oorspronkelijke niveau van de raming komt? Trump is met gekke dingen bezig de afgelopen dagen en de kans dat de dollar weer gaat dalen, is er. Is er een mogelijkheid om te wachten, om niet extra te betalen?

Voorzitter. Dan een vraag over de kritiek van de Algemene Rekenkamer. De Rekenkamer geeft aan dat de regering geen rekening houdt met de zogenoemde vredesverliezen. Dat zijn ongelukken bij oefenvluchten. In de afgelopen 35 jaar is Nederland 39 F-16-toestellen op die manier kwijtgeraakt, maar de regering denkt dat dit de JSF niet kan overkomen. Zij ging in 2015 nog uit van nul vredesverliezen in de komende 30 jaar. Is dat niet erg onwaarschijnlijk, Staatssecretaris? Is die wensvoorstelling inmiddels naar boven bijgesteld of speelt hier een strategisch belang, zo van: mocht er een vliegtuig neerstorten, dan kunnen wij de Kamer om geld vragen om een extra vliegtuig te kopen? Zo van: wij kunnen altijd nog bijkopen.

Voorzitter. Dan een vraag over de opbrengstenkant. Dat is een vraag aan de Staatssecretaris van Economische Zaken. De JSF zou de Nederlandse economie veel geld opleveren. DENK dacht eerst dat het hier ging om spookmiljarden, maar dat blijkt gelukkig mee te vallen. DENK vindt het ook mooi dat de Staat hiervoor een extra afdracht van 2% bij de industrie heeft bedongen. Maar klopt het ook dat over een groot deel van de extra omzet afdracht niet verplicht is? Is daar een legitieme reden voor of is hier sprake van onrechtvaardigheid en zijn er bedrijven die dit gewoon keihard wegonderhandelen? En waarom gaat de afgesproken stijging van de afdracht van 2% naar 4,1% niet door? De Staat heeft zo veel tegenvallers gehad bij de JSF dat het niet redelijk is om cadeautjes, sinterklaascadeautjes te geven aan de industrie. Al met al zien we dat we heel veel tegenvallers hebben door de weg te kiezen naar de aankoop van de JSF en dat we heel veel miljoenen euro's belastinggeld aan het weggeven zijn. De concrete vraag aan de staatssecretarissen is: wat kost het om alsnog met deze foute beslissing te stoppen?

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Öztürk. Dan gaan we naar de fractie van de Socialistische Partij en de woordvoerder Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dank, voorzitter. Het is een hele eer om weer even terug te zijn in de commissie voor Defensie.

Voorzitter. We zijn nu vijftien jaar na het oerbesluit over de Nederlandse deelname aan de ontwikkeling van de JSF, thans verhullend «F-35» genaamd. Voorheen noemde ik het nog wel Jeanines Straaljager Fiasco.

De voorzitter:

En nu?

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik werk eraan, voorzitter. Terecht dat u het vraagt. Die houdt u van me tegoed. Voorlopig hebben we die van de heer Öztürk.

De heer Öztürk (DENK):

Jarenlange Straaljager Frustratie!

De heer Jasper van Dijk (SP):

Stap voor stap bestelt Nederland toestellen. Twee toestellen worden op een Amerikaanse basis getest. Het blijkt dat achterstanden in de reparatiecapaciteit grote problemen veroorzaken, ook voor de twee Nederlandse toestellen. En die kampen ook nog eens met een tekort aan onderdelen. Niettemin halen zij over het algemeen het aantal geplande vlieguren, staat er in de brief over het GAO-rapport, het rapport van de Amerikaanse rekenkamer. Wat wordt precies bedoelt met «over het algemeen»? Kan de Staatssecretaris aangeven of de getraindheid van de piloten en hun crews achterlopen? Een Nederlandse topambtenaar heeft een groot aantal maatregelen getroffen die op termijn effect gaan sorteren, zo lezen we. Dat is een beetje nietszeggend. Wat zijn die maatregelen en waarom zouden die de achterstanden doen inlopen? En wie betaalt de vertraging?

Het belangrijkste punt van vandaag is natuurlijk de aanschaf van de zes JSF-toestellen in de block buy, oftewel groepskorting. Dat wordt nu gedaan omdat er een voordeeltje in zou zitten. Maar het blijft toch onduidelijk hoeveel die zes toestellen kosten en wat precies de korting is voor de gelijktijdige aanschaf. Ik ga ervan uit dat de Staatssecretaris ons dat nu gaat vertellen. Onduidelijk is of voor de acht toestellen uit de vorige productieserie al een termijndollarcontract is afgesloten. Graag horen we dat, want daardoor is ook niet duidelijk hoe groot de financiële tegenvaller als gevolg van de wisselkoersproblematiek is voor dit deel van het project en hoe groot de resterende financiële ruimte is.

Volgens de voortgangsrapportage is de kostenraming bijna 850 miljoen euro hoger dan het beschikbare budget. Klopt dat en, zo ja, hoe gaat u daar dan mee om? Een gevolg van de bestelling is dat onder de huidige financiële omstandigheden de drie resterende toestellen niet uit het voorgenomen budget betaald kunnen worden. En daar moet dan ook nog eens een onbekend deel van de risicoreservering voor worden opgenomen.

De regering geeft aan dat ervan uit kan worden gegaan dat uiterlijk in 2024 het aankoopproject beëindigd wordt. In die jaren komt er ook een einde aan de F-16 en dus aan het dubbele onderhoudsprogramma. De komende zeven jaar zijn in die zin dus het kostbaarst omdat je echt met twee toestellen vliegt. Met de koers van de dollar, die op de korte termijn niet gunstiger lijkt te worden, is er dus een probleem. Dat brengt mij op de vragen die ook in de interruptie al voorbijkwamen. Staat de oorspronkelijke deal van het kabinet-Rutte II nog altijd? Dat is dus 37 toestellen voor 4,5 miljard. Graag een helder antwoord. De vervolgvraag: als dat niet wordt gehaald, gaat u dan, wat mij betreft met D66 voorop, pleiten voor het annuleren van de aanschaf? Of kiest u de andere uitweg, namelijk extra geld vrijmaken? Maar dan is de vraag: waar komt dat geld vandaan? Graag een reactie.

Tot slot vraag ik aan de Staatssecretaris of zij mijn motie, stuk 33 763, nr. 16, kent, waarin staat – ik heb haar voor me – dat de JSF geen nucleaire taak mag hebben. Voert de Staatssecretaris deze aangenomen motie uit, zo is mijn vraag.

De voorzitter:

Dank aan de heer Jasper van Dijk voor wat de laatste bijdrage was aan de eerste termijn. Meneer Van Dijk, na al die jaren straaljagerpoëzie van de SP lijkt u nu toch een klein beetje opgedroogd.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter, u dient neutraal te zijn! Maar ik zorg toch voor een nieuwe afkorting.

De voorzitter:

Dat weet ik. Daarom zei ik: kom zelf met een afkorting. Ik kijk even hoeveel tijd de regering denkt nodig te hebben. Ik dacht zelf een minuut of tien. Zo ja, dan kunnen we nu kort schorsen tot 15.10 uur. Ik zie dat dat akkoord is: we zien elkaar om 15.10 uur terug.

De vergadering wordt van 15.00 uur tot 15.11 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik zou u willen verzoeken om bij de aanvang van de eerste termijn van de zijde van de regering allen uw plaatsen weer in te nemen. De Staatssecretaris van Defensie heeft dat ondertussen al gedaan en ik geef haar het woord.

Staatssecretaris Visser:

Voorzitter, dank u wel. Ik denk dat het goed is dat ik hier samen met de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat zit. Dat toont in ieder geval het belang aan dat wij hechten aan dit project. Ik moet zeggen dat ik mooie creatieve woorden van de Kamer heb gehoord. We kunnen volgens mij zo een bingo beginnen met alle afkortingen en wijze kreten die daaraan gewijd zijn. Wellicht dat we dat nog een keertje kunnen gaan doen, voorzitter.

Laat ik gewoon beginnen met de inhoud en dan kijken we hoever we komen. Ik vond dat de heer Bosman op een mooie manier begon door ook aan te geven dat het niet gaat om de F-35 an sich maar om wat je ermee doet. Waarom hebben we ooit gekozen voor de vernieuwing van de F-16? Dat is heel simpel: de F-16 is op zijn retour en loopt op zijn laatste benen. We doen nu allerlei investeringen om ervoor te zorgen dat de F-16 langer door kan vliegen, maar de taken blijven gewoon staan. We moeten ons eigen luchtruim verdedigen en we hebben ook met elkaar besloten dat we deelnemen aan de NAVO, en niet alleen aan NAVO-missies maar ook aan vredesmissies. En daar is gewoon een jachtvliegtuig voor nodig. Als je dat niet wil, heb je een hele andere discussie, maar als je dat wel wil, zal je de F-16 moeten vervangen. Daar is een heel lang traject in de Kamer aan voorafgegaan. Volgens mij hebben de heer Van Dijk, mevrouw Diks en de heer Ten Broeke als voorzitter van deze commissie die discussie lang kunnen volgen en kunnen zien welke afwegingen er gemaakt zijn. Er is gekeken naar verschillende types en uiteindelijk is de F-35 er als het beste alternatief uit gekomen.

Voorzitter, tot zover de introductie over de vraag waarom we hier eigenlijk zitten. We zitten nu bij de F-35 in de fase dat we van de besluitvorming naar de uitvoering zijn gegaan. Dat zien we ook, want het programma vordert gestaag. De afgelopen periode hebben zich eigenlijk geen noemenswaardige tegenslagen voorgedaan. Er zijn ondertussen 273 toestellen afgeleverd en er zijn er ruim 500 in bestelling. De voortgang van het ontwikkelings- en testprogramma verloopt in grote lijnen ook conform het plan van aanpak. De afgelopen periode stond vooral in het teken van de voltooiing van de zogenoemde 3F-software. Een van de Nederlandse testtoestellen is daarmee inmiddels uitgerust en het volgende Nederlandse toestel krijgt in 2018 de nieuwste software.

De aandacht in het programma is nu eigenlijk volledig gericht op de voltooiing van de ontwikkelingsfase. Het testprogramma is voor meer dan 90% gereed en het is in deze fase van het programma de bedoeling om de technische onvolkomenheden die er nog zijn aan het licht te brengen, zodat die voor de aanvang van de volgende operationele fase kunnen worden gecorrigeerd. Het JPO verwacht dan ook dat de ontwikkelingsfase uiterlijk in mei 2018 gereed zal zijn. Wij zien dus juist dat we bij de uitvoering en de plannen die daarvoor zijn gemaakt, in de vervolgfase terechtkomen en dat de ontwikkeling snel gaat.

Sinds 2013 beschikken wij ook over twee testtoestellen en in 2015 hebben wij acht toestellen besteld, die in 2019 geleverd zullen gaan worden. We zitten nu in het proces – u heeft het eigenlijk allemaal genoemd – van de zogenoemde block buy, waarin we nog eens 24 toestellen gaan afschaffen. Het doel van die block buy is de zogenoemde kwantumkorting. U heeft in de vertrouwelijke brief kunnen zien waar dat vervolgens toe zal leiden. Maar het heeft dus te maken met een kortingspercentage van 2,5%. Begin dit jaar is door toenmalig Minister Hennis gemeld dat wij 18 van de 24 toestellen al in een block buy hebben gedaan. In mijn recente brief van 21 november heb ik u gemeld dat wij voornemens zijn om nu ook de laatste zes daarin te gaan aanschaffen.

Zoals u weet, geldt voor de verwerving van de F-35 een risicoreservering om tegenvallers op te kunnen vangen. Een aantal van u heeft het ook genoemd. Dat maakt 10% uit van het investeringsbudget, maar juist omdat het programma zich nu zonder grote tegenslagen ontwikkelt, is die hele risicoreservering nog intact. Daarom is er ook gekeken of het mogelijk is om daar toch een aanspraak op te doen voor de laatste zes toestellen die we nu kunnen aanschaffen. Dat hebben wij in nauw overleg gedaan met de Inspectie der Rijksfinanciën en TNO. Samen hebben we bekeken of dat kan en daarvoor zijn ook berekeningen gemaakt. U heeft in de vertrouwelijke brief ook kunnen zien wat dat behelst. We zijn dus niet over één nacht ijs gegaan toen we bekeken of het wel kan. Wij denken dat wij voldoende budget overhouden om de risico's op te vangen met de risicoreservering die we hebben. Ik denk dat het wel belangrijk is om dat te constateren, want ik heb hierover een aantal uitspraken gehoord.

Volgens mij zei mevrouw Bruins Slot het wel op een goede manier: het F-35-programma is eigenlijk het enige programma waar je geen valutaschommelingen of inflatiecijfers mag opvangen, terwijl we dat bijvoorbeeld bij een programma als dat voor de Chinook wel doen. En daar hoor ik de Kamer eigenlijk niet over. Juist omdat hierover ooit een afspraak is gemaakt dat het niet kan, valt het des te meer op dat die valutaschommelingen en de prijsinflatie niet worden opgevangen. Dat is een afspraak die in het vorige kabinet is gemaakt. Ik heb een aantal leden horen vragen wat ik daarmee ga doen. Nou, dat gaan we bij de Defensienota die we begin volgend jaar opstellen, natuurlijk met u bespreken. Maar in het regeerakkoord staat nadrukkelijk iets opgenomen over de valutaschommelingen, de schokbestendigheid en de prijsindex. Ik zie dat als een opdracht voor zowel de Minister als mijzelf om bij de Defensienota te komen met voorstellen hoe wij dat met de materieelbegroting willen gaan doen. Daar valt dan ook de F-35 onder.

Voorzitter, dan zou ik nu door willen gaan met het GAO-rapport. Daar heeft een aantal van uw leden ook een aantal vragen over gesteld. U heeft ook kunnen zien dat bij een groot en complex programma niet alleen de Nederlandse Rekenkamer altijd kritisch meekijkt maar ook de Amerikaanse rekenkamer. Zoals u heeft kunnen zien, zijn er ook zorgen over de instandhouding, omdat er bij de Amerikaanse krijgsmacht op dit moment onvoldoende reserveonderdelen beschikbaar zijn. Daardoor duurt het te lang om die kapotte onderdelen te repareren. De Amerikaanse krijgsmacht heeft, gelet op het aantal toestellen dat hij wil aanschaffen, het meeste belang erbij om ervoor te zorgen dat dit zo snel mogelijk wordt opgelost. Hij neemt nu dan ook stappen om ervoor te zorgen dat dit ook gebeurt, zowel op de langere termijn door de contracten met de leveranciers te herzien als op de korte termijn door bijvoorbeeld de openstelling van de depots te versnellen. Verder herziet Lockheed Martin met de verschillende producenten de contracten over master repair agreements en performance based logistics met als doel dat de reserveonderdelen sneller gerepareerd worden en dus sneller beschikbaar zijn voor de F-35-vloot. Daarnaast zal ook worden bezien of en hoe er moet worden geproduceerd voor de fabricage van nieuwe toestellen en de instandhouding. Er worden dus maatregelen genomen voor de korte en voor de lange termijn om ervoor te zorgen dat dit probleem zo snel mogelijk wordt opgelost.

De instandhoudingsproblematiek raakt inderdaad de twee Nederlandse toestellen op Edwards Air Force Base. Deze worden soms geconfronteerd met een tekort aan reserveonderdelen, maar niettemin halen zij wel het aantal geplande vlieguren. Juist doordat het oefeningen zijn, kun je daar beter op anticiperen. Mevrouw Belhaj en mevrouw Bruins Slot vroegen hiernaar en ik kan hun dus zeggen dat ze het geplande aantal vlieguren halen. Niettemin is het een punt van aandacht en zorg en wij zullen dat continu blijven adresseren, ook via het JPO, om ervoor te zorgen dat het wordt opgelost. Maar de Amerikanen hebben er dus zelf het meeste baat bij dat dat dit wordt opgelost.

De voorzitter:

Ik wil graag doorgeven aan mevrouw Bruins Slot dat ik u allen met het oog op de tijd verzoek om maximaal twee interrupties te plegen op de beide bewindspersonen. Dus één per bewindspersoon. Ik weet niet of dat aan uw kant, mevrouw Bruins Slot, de afweging anders maakt, maar als dat niet het geval is, geef ik u nu het woord.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Dat had u natuurlijk even aan het begin van de termijn moeten melden, voorzitter. Ik sla deze interruptie nu even over.

De voorzitter:

Dat is goed, alhoewel ik altijd het prerogatief heb om dat te kunnen doen. Dus ... De Staatssecretaris gaat door met haar beantwoording.

Staatssecretaris Visser:

Voorzitter, dan wil ik doorgaan naar de specifieke vragen over de schokbestendigheid en de vragen over de valutaschommelingen.

Zoals ik in mijn inleiding al aangaf, is het nog in ontwikkeling en zullen wij met voorstellen komen bij de Defensienota. Een aantal van u gaf aan dat we daar ook het Ministerie van Financiën voor nodig hebben. Bij het WGO Materieel hebben we het daar ook over gehad. Toen zei mevrouw Belhaj bijvoorbeeld: kijk eens naar de fondssystematiek, want misschien zou dat een oplossing kunnen zijn, omdat we zoiets ook bij het Infrastructuurfonds en het Deltafonds hebben. Dat zijn allemaal aspecten die moeten worden uitgewerkt om te bepalen op welke wijze we dat zouden kunnen doen, maar het is onze inzet om het voor de materieelbegroting op te kunnen gaan oplossen. Maar op welke wijze we dat gaan doen en wat dat betekent, daar zullen we eerst de scenario's voor moeten gaan verkennen. U zult dat zien bij de Defensienota.

Voorzitter, dan is het misschien goed om nu een aantal vragen die daarover zijn gesteld te behandelen. Mevrouw Belhaj vroeg over de brief over block buys of het wel verantwoord is om de helft van de risicoreservering in te zetten voor de aanschaf van extra toestellen. Ik heb u daar net antwoord op gegeven. Dit hebben wij in nauw overleg gedaan met TNO en de Inspectie der Rijksfinanciën. Samen hebben wij berekend welke risico's zich nog voor kunnen doen en of het met het oog daarop verantwoord is. Daar is uitgekomen: ja, dat kan. Er blijft een ruim bedrag over en de voorspelling is dat dit ruim voldoende is om de risico's die zich voor kunnen doen en die in de voortgangsrapportage staan, op te kunnen vangen.

Mevrouw Belhaj vroeg, net als volgens mij mevrouw Diks en andere leden, of er nog voldoende budget is voor de laatste 3 toestellen, nu er 34 van de 37 toestellen zijn besteld. U heeft gezien dat ik in mijn brief heb gezegd: net niet, volgens de laatste dollarkoers. Maar u heeft ook gezien dat de ADR in zijn rapportage heeft gezegd: net wel, volgens de laatste dollarkoers. En dat is ook precies de discussie. Het is overigens niet de eerste keer dat deze discussie in de Kamer plaatsvindt. Twee keer per jaar stellen wij de dollarkoers vast, in maart en in september, en aan de hand daarvan wordt bepaald wat dan nog de ruimte is en of het net kan of net niet kan. Wij moeten volgend jaar dus kijken of het kan, maar ik hoop dat we dan ook de discussie met elkaar hebben gevoerd over op welke wijze we de problemen rond de valutaschommelingen en de prijsindex willen oplossen. Ik deel namelijk de constatering van mevrouw Bruins Slot dat dit het enige project is waar we zo'n specifieke afspraak over hebben gemaakt dat het niet kan, terwijl eigenlijk regulier geldt dat het bij ieder project eigenlijk wel kan. Maar ik vind dit een discussie die we gewoon bij de Defensienota in het licht van de opdracht in het regeerakkoord met elkaar moeten voeren.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Wat als het niet kan?

Staatssecretaris Visser:

Dan hebben we met elkaar hier een discussie.

De voorzitter:

Nee, nee, mijnheer Öztürk, een interruptie doen we in de microfoon en niet erbuiten. De heer Van Dijk!

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dat is zo'n beetje de kern van mijn inbreng. De deal was 37 toestellen voor 4,5 miljard. Het is welbekend aan iedereen, maar wat als dat niet gehaald wordt? Is de deal dan van tafel?

Staatssecretaris Visser:

Er zijn nu 34 toestellen aangeschaft. De vraag volgend jaar is of er ruimte is voor de laatste drie. U wilt de complete deal van tafel, want u vindt dat we überhaupt geen F-35-toestellen moeten aanschaffen. Dat kan, maar we hebben gewoon een bestelling gedaan. We hebben de jachtvliegtuigen ook nodig en dat is de reden waarom ik daarmee begon. Bij de nota «In het belang van Nederland» is duidelijk aangegeven dat we er ten minste 37 nodig hebben. Ik sta nog steeds achter dat uitgangspunt dat het er ten minste 37 moeten worden. Begin volgend jaar hebben we de discussie bij de Defensienota en dan kunt u ook weer uw bijdrage leveren over de rol die u ziet voor Defensie, wat u ziet als kerntaak en op welke wijze we dat moeten ondersteunen. Wij gaan nog steeds uit van ten minste 37 toestellen.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Maar er is dus een kans dat dat niet uit het beschikbare budget kan worden betaald en dan moet er ergens anders geld vandaan worden gehaald. Is de Staatssecretaris dat met mij eens en, zo ja, waar wordt dat dan weggehaald?

Staatssecretaris Visser:

Er is één Defensiebegroting. Ik gaf net al aan dat we niet bij iedere materieelbegroting deze discussie hebben, ook al hebben we daar ook te maken met valutaschommelingen en prijsindexen. Ik hoor u dan nooit in deze zin, want dan zegt u ook: wat vinden wij belangrijk, wat doen we en welke ruimte is er? Aan de hand daarvan maakt u een afweging en datzelfde geldt straks ook voor de F-35, mocht zich dat voordoen. Het is alleen mijn stelling dat wij met elkaar een Defensienota gaan bespreken waarin de ambities staan geformuleerd. U kunt aangeven wat u daarvan vindt. Bent u het ermee eens of niet? Misschien zegt u wel: daar is niet aan gedacht. We gaan de komende periode daar met elkaar over spreken, juist in aanloop naar de Defensienota, en dan kunt u ook uw bijdrage leveren.

Maar wat mij betreft is de F-35 nodig om ons eigen luchtruim te kunnen beschermen en om mee te kunnen doen aan NAVO-missies en aan vredesmissies. Dat is de discussie die we met elkaar moeten voeren. We moeten niet spreken over het project van de F-35 an sich, maar over de ambities die wij hebben, wat daarvoor nodig is en welk budget u daarvoor beschikbaar wilt stellen. Daar hoort dan ook een discussie bij over de valutaschommelingen en de inflatiecijfers. Ik vind dat we die discussie met elkaar moeten aangaan. Ik heb daarvoor in het regeerakkoord een nadrukkelijke opdracht gekregen en daar ga ik graag mee aan de slag.

De voorzitter:

De Staatssecretaris vervolgt haar beantwoording.

Staatssecretaris Visser:

Voorzitter, dan ik ga ik inderdaad door. D66 en de VVD hebben gevraagd hoe ik daarmee omga. Het CDA heeft dat ook gedaan. Volgens mij heb ik nu antwoord gegeven op de vraag hoe daarmee omgegaan zal worden.

Ik zit nu even te kijken of ik een vraag hierover heb gemist. Ja, de heer Öztürk van DENK vroeg wat we zouden doen met de verliezen door die valutaschommelingen. Dat is dus de opdracht van het schokbestendig maken en het inzichtelijk maken op welke wijze dat kan. Dat zal samen met Financiën moeten gebeuren. Als je wilt dat de materieelbegroting van Defensie schokbestendig wordt, dan zullen we daar oplossingen voor moeten gaan vinden. Dat heeft te maken met inflatiecijfers en dat heeft te maken met valutaschommelingen en daartoe zullen wij voorstellen doen bij de Defensienota.

Voorzitter, dan ga ik door. De heer Van Dijk ...

De heer Öztürk (DENK):

Ik heb ook gevraagd of we niet zouden moeten wachten tot de koers een beetje omlaaggaat. Hoe ziet u dat?

Staatssecretaris Visser:

Ik zou willen dat het allemaal meebeweegt. We zien nu weer dat de dollarkoers zich op een gunstige manier ontwikkelt. Het verschilt ongeveer per halfjaar. U gaf het zelf aan en u zei ook wat de Amerikanen daar zelf voor doen. Op een gegeven moment ga je een verplichting aan en wij zijn gehouden om binnen vijf dagen een valutatermijncontract af te sluiten als je verplichtingen aangaat. Dat zijn al sinds de jaren tachtig de spelregels die we in Nederland hebben afgesproken. Ik kan dus niet zeggen: ik ga wel de verplichting aan, maar ik wacht vervolgens nog even met ... Dan zouden we aan het speculeren zijn en dan zou u mij waarschijnlijk verwijten dat ik namens de Nederlandse overheid aan het speculeren ben met allerlei valutatermijncontracten. Dat is niet mijn rol! Als u vindt dat ik dat wel moet doen, dan hebben we een andere discussie met elkaar. Tot nu toe heb ik altijd dit kader meegekregen.

De heer Öztürk (DENK):

Wij zijn geen voorstander van de JSF, maar om de Nederlandse belastingbetaler niet extra te belasten zou je ervoor kunnen kiezen om met het aanschaffen van de laatste drie te wachten tot de koers weer daalt tot het punt dat we van tevoren hebben afgesproken. Daarmee kun je miljoenen besparen voor de belastingbetaler. Uiteindelijk moet het, linksom of rechtsom, ergens vandaan komen. Laat ik nogmaals zeggen dat 400.000 kinderen in armoede leven. Cadeautjes geven aan Trump is leuk, maar aan de andere kant moeten we maatregelen nemen om het geld in Nederland te houden.

De voorzitter:

Dat is een betoog. Het liefst hebben wij een vraag in een interruptie. U vraagt dus of de Staatssecretaris dat met u eens is.

Staatssecretaris Visser:

Ik vind dat een valse tegenstelling, want je zet twee problemen tegenover elkaar: de veiligheid van Nederland versus armoede. Je doet alsof je daartussen moet kiezen. Volgens mij doet dit kabinet beide: we zorgen ervoor dat Defensie sterker wordt, maar ook dat mensen weer aan het werk kunnen gaan en mensen die echt niet op eigen benen kunnen staan een steuntje in de rug krijgen. Beide moeten gewoon. Ik vind het heel raar om te zeggen dat je tussen beide moet kiezen. Dat vind ik een valse tegenstelling. Ik geef de heer Öztürk mee om dat niet meer te doen, want het leidt tot een onnodige discussie.

De voorzitter:

Oké, dat is gewisseld. Dan gaan we nu door.

De heer Öztürk (DENK):

Nee, nee, nee, voorzitter.

De voorzitter:

Nee, meneer Öztürk, u heeft twee termijnen gehad.

De heer Öztürk (DENK):

Ik wil het even rechtzetten. Het is geen valse tegenstelling. Ik heb een vraag gesteld: bent u bereid om de laatste drie vliegtuigen tegen een lagere koers in te kopen, om te laten zien dat het geld hier moet blijven? Daarmee breng ik in beeld dat het geld voor ons land belangrijk is.

De voorzitter:

U heeft heel ruim de tijd gehad, zelfs voor een derde termijn van deze interruptie. Ik heb geen vraag geconstateerd. Daar moest ik u bij helpen.

De heer Öztürk (DENK):

Mijn vraag is, nogmaals...

De voorzitter:

Nee, nee, u hoeft geen vraag meer te stellen. Ik geef de Staatssecretaris nog één keer de gelegenheid om te reageren op wat u zojuist heeft gezegd. Daarmee ben ik uitermate coulant in uw richting. Daarna gaan we door. Een kort antwoord ook graag van uw kant, Staatssecretaris.

Staatssecretaris Visser:

De vraag was of ik bereid ben om te wachten. Nee, want we hebben een ambitie afgesproken voor de inzet van onze jachtvliegtuigen. U heeft een kader meegegeven bij de nota In het belang van Nederland. We gaan het over een nieuwe Defensienota hebben. Daarin staat dat we onze eigen grenzen moeten beschermen, dus ook ons eigen luchtruim, dat we deelnemen aan vredesmissies, dat we op de Antillen zaken doen en dat we binnen NAVO-verband meewerken. Daarvoor hebben we minimaal 37 toestellen nodig. Als u zegt dat ik even moet wachten, kan ik die 37 toestellen niet garanderen, en daarmee ook niet de opdracht uitvoeren die u aan Defensie heeft meegegeven. Daarbij komt dat we dan langer moeten doorvliegen met de F-16. U heeft in mijn brief kunnen zien wat dit betekent: dat kost ook 80 miljoen tot 100 miljoen. De vraag is dan hoe je geld op een wijze manier uitgeeft. Wat mij betreft doen we dat aan een jachtvliegtuig dat aan de modernste eisen voldoet en dat onze vliegers in staat stelt om hun werk op een veilige en goede manier uit te voeren.

De voorzitter:

De Staatssecretaris vervolgt haar beantwoording.

Staatssecretaris Visser:

Voorzitter. Ik ga verder. De heer Van Dijk heeft gevraagd of een termijndollarcontract is afgesloten voor de acht vliegtuigen uit productieserie elf. Daartoe is in juli 2017 een voorlopig contract afgesloten, waarmee ongeveer de helft van de totale bestelling is gedekt. Hiervoor is een termijndollarcontract gesloten met een gemiddelde koers van 1,16 dollar tegen € 1. Ik zal niet alle cijfers achter de komma voorlezen, maar dit geeft een beeld. Over het resterende deel van de bestelling wordt nog onderhandeld. Het definitieve contract wordt naar verwachting in januari 2018 ondertekend. Een dollartermijncontract moet binnen vijf dagen na ondertekening van het definitieve contract worden vastgesteld. Die spelregels hebben we met elkaar vastgesteld. Ik verwacht dus dat wij begin volgend jaar definitief een dollartermijncontract kunnen vaststellen, afhankelijk van de wisselkoers op dat moment.

Mevrouw Bruins Slot van het CDA vroeg waarom de inflatiecorrectie niet is bijgeplust in het budget. In het lifecycleplan van Defensie is voor de jaren 2031–2032 een reservering van 67 miljoen opgenomen voor de Amerikaanse inflatiecorrectie. Dit bedrag mocht door een politieke afspraak van Rutte II niet aan het projectbudget worden toegevoegd. Mevrouw Bruins Slot gaf eigenlijk zelf ook al aan dat hierdoor het budget in toenemende mate onder druk is komen te staan, omdat zich prijsstijgingen vanwege de Amerikaanse inflatie hebben voorgedaan zonder dat daar compensatie tegenover stond. De inflatie in de VS was in de afgelopen jaren namelijk hoger dan in Nederland. Over het wel of niet toevoegen van dit bedrag aan het investeringsbudget moet nog een besluit worden genomen. Zoals ik net al aangaf, zullen we dat bekijken in het licht van de Defensienota, waarin we u over deze problematiek in bredere zin een aantal voorstellen willen doen. We kunnen dit daarbij betrekken.

Daarmee heb ik volgens mij alle vragen over valutaschommelingen gehad. Ik wil graag naar het volgende onderdeel, het GAO. Ik ben daarop al ingegaan in antwoord op vragen van D66 en CDA over of de twee Nederlandse testtoestellen voldoende trainingsuren kunnen maken en wat wij doen aan de instandhouding zelf. Ik heb al aangegeven wat er gebeurt vanuit Amerika als het gaat om Lockheed Martin, dat contracten aan het afsluiten is, en de versnelling van de opening van depots in Amerika. Wij zullen in Nederland een actieve bijdrage kunnen leveren aan de instandhouding in de vorm van een warehouse en motoronderhoud. Er is intensief contact met het JPO, de industrie en de partnerlanden, want we hebben allemaal dezelfde belangen, namelijk dat er reserveonderdelen zijn zodra die vliegtuigen er zijn, zodat ze kunnen vliegen. Wij zullen hier aandacht voor blijven houden. Ook admiraal Mat Winter, de opvolger van zijn voorganger, heeft hier persoonlijk zijn aandacht op gericht om ervoor te zorgen dat dit van de grond komt. De Amerikanen hebben hier het meeste belang bij, omdat die veel toestellen hebben besteld en ook zo snel mogelijk de lucht in willen gaan.

Mevrouw Belhaj (D66):

Als ik de Staatssecretaris hoor, dan voorziet zij geen effecten voor de motoronderhoudsfaciliteit te Woensdrecht.

Staatssecretaris Visser:

Op dit moment niet.

Mevrouw Belhaj (D66):

Is de Staatssecretaris dan bereid om, indien dat wel zo blijkt te zijn, de Kamer daarover te informeren?

Staatssecretaris Visser:

Ja. We komen nu in de volgende fase van de F-35. In de rapportages aan de Kamer over waar we staan zal de focus veel meer komen te liggen op de instandhouding. We kunnen dan ook specifiek op dit soort zaken ingaan, mochten daarmee problemen ontstaan. Dat zou ik willen afspreken.

Ik wil doorgaan met de vraag wat het zou kosten als we stoppen met de F-35. Mevrouw Belhaj vroeg daarnaar. Als we het feitelijk maken, is er nu 1,1 miljard verplicht en 800 miljoen in ontwikkeling. Dan zitten we op bijna 2 miljard. Het kost dus minimaal 2 miljard. Maar als je ermee stopt, heb je niks. Als u zegt het belangrijk te vinden dat we deelnemen aan vredesmissies en aan de NAVO en dat we zorgen voor eigen luchtbewaking, dan heb ik daarvoor dan geen andere jachtvliegtuigen, want de F-16's houden ermee op. Dan hebben we dus geen functie meer voor de Nederlandse luchtmacht. Maar het heeft niet alleen consequenties voor de Nederlandse luchtmacht, maar ook voor de landmacht en de marine, en dus eigenlijk voor de inzetbaarheid van de gehele krijgsmacht. Dan hebben we een heel andere discussie, die ik niet kan kwantificeren. Wellicht dat er ooit een bedrag is genoemd. Heel feitelijk is het nu 2 miljard, maar het heeft een veel grotere impact op de Nederlandse krijgsmacht en vooral op de inzetbaarheid, die we hier hebben afgesproken.

Mevrouw Diks vroeg: kunt u voortaan alleen Europees kopen, want dan heeft u dat valutaprobleem niet meer? Ja, misschien moet de hele wereld maar eens de euro invoeren. Dan hebben we ook een heel andere discussie, maar ik denk dat dat niet gaat gebeuren. Bij de keuze voor de F-35, waar mevrouw Diks zoals ze aangaf een aantal jaar geleden zelf ook bij is geweest, is er een vergelijking gemaakt op basis van kwaliteit. Ik wil vasthouden aan het uitgangspunt van vergelijken op basis van kwaliteit en wil dat leidend laten zijn. Soms kan daar een Europees toestel uit rollen, maar als een Amerikaans toestel de beste kwaliteit biedt, vind ik dat we moeten besluiten dat te nemen. Maar u vraagt terecht aandacht voor de valutakoersproblematiek. Vandaar dat we daar een structurele oplossing voor willen vinden en daarop in de Defensienota zullen terugkomen.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Ik vind het reuze-ellendig als ik hieraan mijn interruptie moet opofferen, maar ik wil wel graag reageren. Ik heb, voor de helderheid, ook gezegd: bij vergelijkbare kwaliteit. Ik vind niet zozeer dat we terug moeten kijken naar de JSF, maar wel dat we moeten kijken naar de aanschaf van nieuw groot materieel. Dan zou betalen in euro's wel een factor kunnen zijn, lijkt mij.

Staatssecretaris Visser:

Misschien zijn we het eens als de kwaliteit leidend is, maar dat weet je vooraf niet. Ik wil het uitgangspunt blijven hanteren dat kwaliteit leidend is. Ik ben blij dat GroenLinks dat ook als leidend principe wil hebben.

Volgens mij zijn hiermee de vragen over het GAO-rapport beantwoord. Als ik er eentje heb gemist, hoor ik dat zo meteen.

Mevrouw Diks vroeg: ben ik bereid om terug te kijken middels een onafhankelijke evaluatie? Er zijn heel veel vergelijkingen uitgevoerd. De Algemene Rekenkamer brengt ongeveer jaarlijks een rapportage uit om aan te geven hoe het met dit project gaat. We doen twee keer in het jaar een voortgangsrapportage. Ik vraag me echt af wat u nodig heeft en waar u naar op zoek bent. Het aanschafproces van Defensie is vorig jaar herzien, waarop u input hebt kunnen leveren. Als u aan mij vraagt om weer een onderzoek te verrichten, zeg ik: nee. Ik ben op zoek naar wat u dan nodig heeft, maar wellicht dat u daarop wil reageren.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Heel graag. Ik was in de veronderstelling dat ik duidelijk niet heb gevraagd naar het bepalen van schuld of met de vinger wijzen. Daar ben ik helemaal niet naar op zoek. Ik zie wel dat dit een ongelofelijk complex project is, waarbij de aanschaf niet het gevolg heeft gehad dat we bij de start hadden bedacht. We zijn met 85 toestellen begonnen en zitten nu op 37. Het is heel moeilijk om de exploitatie in de hand te houden. Als ik de stukken lees, denk ik: het zou me niets verbazen als we op enig moment weer in de Kamer bij elkaar zitten om erachter te komen dat erop toegelegd moet worden. En dan zijn we ook nog aan het denken over de aanschaf van nieuw groot materieel. Kunnen we het proces van aanschaf dan beter in de hand houden? Dat is wat ik graag zou willen weten.

Staatssecretaris Visser:

In bijvoorbeeld de laatste voortgangsrapportage zie je dat de reguliere exploitatie van het project goed loopt. Het probleem zit in de valutaschommelingen en het feit dat we voor dit project heel specifiek hebben afgesproken dat wat we normaal wel doen, voor dit project niet doen. We compenseren niet voor de valutaschommelingen en de inflatie. Dat maakt dat je deze verschillen ziet. Als je kijkt naar het plan van aanpak voor dit project en wat er moest worden opgeleverd, en naar of dat loopt conform de planning, dan kun je op eigenlijk al die vragen ongeveer ja zeggen. Het feit dat de risicoreservering tot op heden niet is aangesproken, zegt eigenlijk genoeg. We zien dat de risico's afnemen. We zetten nu deze stap met goedkeuring van Financiën. Die geven ze niet als ze geloven dat die risico's zich nog voordoen en ze zich grote zorgen maken. Dat gebeurt juist omdat het project naar een volgende fase is gegaan, waarbij de risico's steeds beheersbaarder zijn. Is daarmee alles opgelost? Nee. De instandhouding is absoluut een aandachtspunt. Maar het grootste aandachtspunt blijft de discussie over de valutakoers en de correctiemechanismes van inflatie. Daarom is er ook in het regeerakkoord gezegd dat we daarnaar moeten kijken. Defensie is een van de weinige departementen die met deze problematiek te maken hebben. Daar moet dus een oplossing voor worden gezocht.

De voorzitter:

Goed, vervolgt u uw betoog. U mag geen reactie geven, mevrouw Diks, maar wel een heel korte vraag stellen. Uw vorige vraag was heel lang.

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Sorry. Ik snap heel goed wat de Staatssecretaris aangeeft, maar beschouwt zij het feit dat minder dan de helft van de toestellen die bij aanvang waren gepland worden geleverd, niet feitelijk als een bewijs dat we het project niet zo goed in de hand hadden als zij ons nu meegeeft?

Staatssecretaris Visser:

Ik heb ook gekeken naar het hele dossier en heb steeds gezien dat die 85 toestellen als indicatief werden genoemd. Pas in de vorige kabinetsperiode is het besluit daadwerkelijk genomen. Toen is er op basis van alle openheid, cijfers en transparantie gezegd wat de financiën waren en wat je daarmee kon. Ik kan daarop terugkijken en kan alleen constateren dat wij met elkaar hebben afgesproken dat het moet gaan om ten minste 37 toestellen. Wij gaan begin volgend jaar een discussie aan over de Defensienota. Dan kunt u weer uw ambitie aangeven. Als u zegt dat Nederland veel meer moet doen in NAVO-verband, dan heeft dat direct invloed. Dan hebben we een heel andere discussie over de inzetbaarheid en wat daarvoor nodig is. Daar horen dan ook financiën bij. Die discussie gaan we dan voeren. Ik kan terugkijken, maar ik wil vooral vooruitkijken.

De voorzitter:

Ik wil vooral vooruit.

Staatssecretaris Visser:

Ik proef enige irritatie bij de voorzitter.

De voorzitter:

Daar kunt u niks aan doen. Dat heeft met de tijd en met onze late start te maken.

Staatssecretaris Visser:

Ik ga door met de vraag van mevrouw Bruins Slot, die vroeg wat er gebeurt met de Italiaanse productielijn: wie houdt er eigenlijk toezicht? De Amerikaanse kwaliteitszorgorganisatie DCMA – ik weet niet waar dat voor staat, maar het is vast een mooie afkorting – is verantwoordelijk voor het toezicht. De Italiaanse kwaliteitszorgorganisatie voert deze taken uit in opdracht van DCMA. De Nederlandse kwaliteitszorg is ingebed in de Italiaanse organisatie. Ook Lockheed Martin houdt toezicht op de Italiaanse productielijn. Het gebeurt dus op twee manieren. Nederland zit erin en de Amerikanen doen het, maar ook Lockheed Martin ziet er zelf nog op toe.

Ik heb de vraag van de heer Van Dijk volgens mij beantwoord, inclusief de vraag hoeveel de zes toestellen kosten. U heeft de vertrouwelijke brief kunnen lezen waarin het antwoord op uw vraag staat. Die ga ik hier niet in de openbaarheid herhalen.

De heer Van Dijk vroeg ook wanneer de laatste drie toestellen kunnen worden gekocht. Wanneer is dat aan de orde en wanneer worden ze geleverd? De laatste drie toestellen worden in 2023 geleverd. Dat betekent dat in 2019 conform de bestelsystematiek een opgave zal moeten worden gedaan. Eind volgend jaar zullen we dus een besluit moeten nemen om dat te kunnen doen. Het contract voor de laatste drie toestellen zal dan naar verwachting in 2021 worden getekend.

Ik ga door naar de vragen van mevrouw Diks en de heer Öztürk rond de vredesverliezen. Dat is beschreven in de voortgangsrapportage, op pagina 22. Mocht dit voorkomen, dan zal worden bepaald of en, zo ja, hoe een toestel wordt vervangen. Voorzien is dat de productielijn tot na 2035 in stand blijft en dat extra toestellen dan nog besteld kunnen worden.

Dan ga ik naar het blokje «geluid». Daar waren twee vragen over gesteld, door mevrouw Belhaj en mevrouw Diks. Mevrouw Diks gaf aan dat een gerichte aanpak nodig is. Er wordt een meetnet uitgerold. De omwonenden zullen deel blijven uitmaken van de stuurgroep die er op dit moment is. Pas als de toestellen er zijn, kun je de nulmeting en dergelijke uitvoeren. Daarop is het dus even wachten. Dan kunnen we bekijken hoe we het kunnen doen. Maar de stuurgroep blijft betrokken en de omwonenden zullen er ook bij worden betrokken.

Mevrouw Belhaj vroeg aandacht voor de hoge geluidsnormen en vooral de pieken. Wij weten dat geen twee metingen gelijk zijn. Dat is ook het nadeel van de nulmeting. Er zijn dus altijd afwijkingen naar boven of naar beneden, afhankelijk van hoe het vliegtuig vliegt. Het kan net even anders vliegen naar links of naar rechts. Ook maakt het uit welke piloot vliegt, want iedereen doet het net op een andere manier. De heer Bosman weet daar vast alles van, want hij begint al te lachen. De weersomstandigheden spelen daarbij ook een rol. Daarom is het van belang om het hele jaar rond te meten. Zo kun je een vergelijking over het hele jaar maken. Je zou er dan ook een patroon in kunnen gaan ontdekken, waardoor incidentele afwijkingen minder relevant zouden kunnen worden. Mevrouw Belhaj wil daarover nog wat zeggen, geloof ik. Nee? Dan ga ik door.

De voorzitter:

Niet vragend kijken, want dat leidt, kan ik u vertellen, tot handen die ineens omhooggaan. Dan gaan we uit de tijd lopen.

Staatssecretaris Visser:

Dan ga ik niet meer vragend kijken, voorzitter.

Het CDA en de VVD stelden zichzelf een vraag wat betreft de voortgangsrapportages, maar die vraag stelden ze ook aan mij. Hoe sta ik daartegenover? Er wordt inderdaad heel veel gerapporteerd. Er zit zó veel informatie in de voortgangsrapportage. Eigenlijk is de vraag wat wij daarmee kunnen. Ik heb u horen zeggen dat u, nu we deze set gegevens en informatie hebben, opnieuw zou moeten kijken. U gaat zelf over uw uitgangspuntennotitie, maar ik zou er positief tegenover staan om te kijken of we dit niet op een andere manier kunnen doen, juist omdat we ook in een andere fase van het project terecht gaan komen en de uitzonderingspositie misschien op een andere manier zou kunnen worden ingevuld en er beter tegemoet kan worden gekomen aan uw informatiebehoefte.

Dan draag ik denk ik het stokje over aan mijn collega.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik nog gevraagd of de Staatssecretaris het eens is met de strekking van mijn motie dat de JSF geen kernwapens dient te dragen.

De voorzitter:

De kernwapentaakvraag.

Staatssecretaris Visser:

Ik ken het nummer van die motie uiteraard niet uit mijn hoofd. Maar ik ga proberen hem te onthouden. U stelt dit onderwerp regelmatig ter discussie. Zoals u weet, weten wij niet wat er gaat gebeuren. De Nederlandse inzet is u bekend als het gaat om kernwapens. Deze discussie zal zich voordoen in 2023. Dan zal daarover een besluit moeten worden genomen. Maar ik ben bekend met de inhoud van uw motie. Het kabinet heeft al in een vorige periode daarop gereageerd. U weet wat de inzet is: wij zetten ons in binnen NAVO-verband. Afhankelijk van die uitkomsten zal een besluit moeten worden genomen, maar dat is nu in ieder geval niet aan de orde.

De heer Jasper van Dijk (SP):

De Staatssecretaris laat wat ruimte in het antwoord, maar ik mag toch concluderen dat zij niet het parlement wenst te passeren door een zo prachtige aangenomen motie naast zich neer te leggen? Die staat als een huis, nietwaar?

De voorzitter:

Tot 2022/2023.

Staatssecretaris Visser:

Uiteraard.

De voorzitter:

Goed. Dan gaan wij door naar de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, mevrouw Keijzer.

Staatssecretaris Keijzer:

Dank u wel, voorzitter. Ik zit hier namens het Ministerie van Economische Zaken om ook het belang aan te geven van dit onderwerp voor de Nederlandse economie, de positie daarin van de Nederlandse industrie en de werkgelegenheid die dat vervolgens weer oplevert. 2016 is daarin een succesvol jaar geweest. De eerste overeenkomsten voor de instandhoudingsfase zijn in 2016 toegekend. Het Nederlandse bedrijf Aeronamics zal het onderhoud aan het zogenaamde power and thermal management system voor alle F-35's in Europa en in Azië gaan uitvoeren. Fokker Landing Gear zal voor alle F-35's in Europa en Azië het onderhoud aan het landingsgestel gaan doen. Deze beide Nederlandse bedrijven horen bij de internationale top. Het feit dat zij zijn geselecteerd, bevestigt dat onze vliegtuigindustrie vooroploopt in hoogwaardige productie en onderhoud. Het feit dat wij als Nederland bij het begin van de ontwikkeling van de F-35's zijn betrokken, leidde er ook toe dat wij allerlei technische kennis nu in Nederland hebben die ook in het vervolg weer van belang zijn voor het aantrekken van contracten. Als wij van de plank gekocht hadden, zou dat niet aan de orde geweest zijn.

Op 16 augustus jongstleden hebben we nog heel mooi nieuws gehad. Toen werd bekend dat Nederland alle reserveonderdelen voor de F-35-toestellen in Europa gaat opslaan in een warehouse – hier wordt heel veel Engels gebruikt, heb ik inmiddels gemerkt – in Woensdrecht. Het gaat hierbij om de opslag, de verzending en het beheer van reserveonderdelen voor alle in Europa gestationeerde F-35's voor de komende decennia. Dit laat zien dat de logistieke sector van Nederland tot de wereldtop behoort. Ik ben daar zo blij mee, omdat dat ook weer leidt tot banen, tot werkgelegenheid, en dat is gewoon van het grootste belang.

Drie leden hebben vragen aan mij gesteld. De eerste gaat over contracten voor de instandhouding. Wie heeft de lead in het verkrijgen van deze contracten? Hoe zijn de contacten van het Ministerie van EZK met bijvoorbeeld het Pentagon en Lockheed Martin? Zoals ik net al vertelde, zijn de eerste contracten gegund. De onderhoudscontracten worden in principe gegund door het JSF Program Office, en soms worden er ook rechtstreeks contracten afgesloten met Lockheed Martin of met een van de hoofdaannemers. Ook in 2018 verwachten wij dat meerdere belangrijke contracten voor de instandhoudingsfase zullen worden gegund. Om de Nederlandse industrie daar zo goed mogelijk voor te positioneren, werken de bedrijven en de ministeries van Defensie en van Economische Zaken en Klimaat nauw samen, bijvoorbeeld in contacten richting Lockheed Martin, maar ook richting het JSP Program Office, waar ook mensen van het Nederlandse Ministerie van Defensie werken. De contacten zijn goed. We kloppen daar letterlijk en figuurlijk heel vaak aan, niet alleen op werkniveau, maar ook tijdens de reizen van onze bijzonder vertegenwoordiger, de heer Verhagen. Samen met Defensie proberen wij daar deuren te openen voor het Nederlandse bedrijfsleven, voor de Nederlandse industrie. Uit de resultaten die we tot nu behaald hebben, blijkt dat het werkt en het smaakt ook zeker naar meer.

Ik kom op de vragen die mevrouw Bruins Slot heeft gesteld namens de CDA-fractie. In het F-35-programma wordt de inschakeling van de industrie in de regel met zogenoemde longterm agreements afgesloten. Je zou dat gunning van werkpakketten kunnen noemen. Het is net iets meer dan intentieverklaringen, want het leidt wel tot verdere afspraken en verder werk. Daarna vindt namelijk de werkelijke contractafsluiting plaats en dat gaat dan weer via purchase orders. Het is fantastisch!

Mevrouw Bruins Slot vroeg hoe het nou zit met het bedrag van 72 miljoen Amerikaanse dollars. Komen die nou uiteindelijk dan ook tot verdere contracten? Het antwoord daarop is ja. De instandhoudingsfase is net van start gegaan. De eerste contracten zijn vorig jaar gegund. De verwachting is, omdat wij nu eenmaal allerlei technische kennis in huis hebben, dat dat nog tot verdere contracten zal gaan leiden. Ook in 2018 zullen er weer belangrijke overeenkomsten worden gegund voor die onderhouds- en instandhoudingsfase. Wij zullen de Nederlandse industrie daar ook zeker bij ondersteunen.

Meneer Öztürk van DENK stelde nog een vraag aan mij. Ik heb begrepen dat er in het begin een ander naambordje voor hem stond. Ik had dat helemaal gemist, want ik wist al dat u meneer Öztürk was. Maar het is nu hersteld door de bode en dat is goed. Hij stelde de vraag of een groot deel van de omzet die gemaakt wordt geen 2% afdraagt. Nee. In 2002, toen Nederland ging deelnemen aan de ontwikkelingsfase van het F-35-programma, hebben uiteindelijk 44 bedrijven een zogenaamde medefinancieringsovereenkomst ondertekend om daarmee het gat dat verwacht werd uiteindelijk te dichten. Gaandeweg het programma zijn steeds meer bedrijven betrokken en nu hebben maar liefst 90 bedrijven die medefinancieringsovereenkomsten ondertekend. Wanneer deze bedrijven omzet maken, rapporteren zij dit jaarlijks aan EZK, aan het ministerie, en dragen hierover dan 2% af. Dit heeft in 2016 geleid tot een bijdrage van 2 miljoen, en sinds 2008 is er nu 8 miljoen bijgedragen aan dit project. Dus we kunnen met elkaar vaststellen dat dat goed gaat.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, Staatssecretaris. Er is nog een vraag van de heer Öztürk, ondertussen met het juiste naambordje.

De heer Öztürk (DENK):

Yes. Er was afgesproken dat we naar 4,1% zouden gaan. Die vraag heeft de Staatssecretaris niet beantwoord. Graag ook daar een antwoord op.

Staatssecretaris Keijzer:

Er is door de jaren heen best veel discussie geweest. Maar uiteindelijk is in 2014/2015 namens de industrie gevraagd of dat percentage op 2% kon blijven. Daar zijn toen afspraken over gemaakt, waardoor uiteindelijk het gewoon de bedoeling blijft dat dat gat dat erin zat, volgemaakt wordt, zodat we in 2062, volgens mij, uiteindelijk op een bijdrage komen van 105 miljoen. Elk jaar wordt dan 2% over de totale omzet berekend. Ook is daarbij afgesproken dat het draagvlak daaronder wordt verbreed. Dus de afdrachtsgrondslag wordt verbreed. Uiteindelijk kom je dan tot een bijdrage vanuit de omzet die de industrie maakt aan de begroting van EZK van 105 miljoen. Van cadeautjes is in die zin geen sprake, want dat was de vraag die de heer Öztürk uiteindelijk stelde.

De voorzitter:

We gaan kijken of daar in de tweede termijn ook zo over wordt gedacht. Ik stel voor om die tweede termijn heel kort te houden. Formeel hebben we nog maar vijf minuten. Ik kijk even naar u of een veegrondje, zoals het tegenwoordig heet, voldoende is. We beperken ons daarin even tot de overgebleven vragen. Dat gaan we doen en dat moet maximaal in een minuut per spreker lukken.

De heer Bosman (VVD):

Voorzitter. Ik heb eigenlijk een nieuwe vraag en wel over de instandhouding. De Amerikanen gaan naar een vast contract van vijf jaar tegen een vaste prijs. Ik weet niet of het bij EZK of bij Defensie ligt, maar mijn vraag is of dit ook een optie is voor Nederland.

Mevrouw Belhaj (D66):

Voorzitter. Ik heb een vervolgvraag naar aanleiding van de opmerkingen over de nulmeting die verricht zou moeten worden als het gaat om de geluidoverlast. De Staatssecretaris gaf aan dat ze die pas gaat doen in 2019, terwijl de essentie van de nulmeting juist is dat je daarmee begint op het moment dat die vliegtuigen nog niet vliegen. In welke mate is het vanaf juni 2018, als het meetnet er ligt, mogelijk om in het tweede halfjaar die metingen wel te doen, zodat je een goede nulmeting hebt?

Mevrouw Diks (GroenLinks):

Voorzitter. Ik sluit mij graag aan bij de vraag van mevrouw Belhaj. De Staatssecretaris geeft aan dat in haar beleving het project nog conform loopt, zal ik maar zeggen, afgezien van de valutaschommelingen, die dan voor een groot deel de verklaring zijn voor het uit de hand lopen van het budget. Ik ben net als iedereen natuurlijk ongelofelijk benieuwd naar de nieuwe Defensienota. Daar gaan we zelf ook nog een beetje een bijdrage aan leveren, als het goed is. Maar het punt dat ik daarna zou willen maken, is het volgende. Ik kijk dan nog even naar het exploitatiebudget. Eerlijk gezegd ben ik dan een stuk minder gerust. Het is heel helder dat daar voorlopig nog geen goed antwoord op de vragen is gekomen. Ik wilde eigenlijk in mijn bijdrage niet alleen maar kijken naar wat vandaag op tafel ligt, maar ook vooruitkijken naar hoe we dit met elkaar beter gaan doen. Vandaar mijn vraag om een procesvoorstel. Dat kan misschien ook in de nieuwe uitgangspuntennotitie worden meegenomen.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Voorzitter. Het is goed dat de Staatssecretaris van Defensie nu echt werk gaat maken van de valutaschommelingen. Ik snap dat daarvoor ook tijd nodig is en dat we daarvoor bij de Defensienota voorstellen kunnen verwachten. Nog een korte vraag over die testtoestellen. Het is natuurlijk mooi om te horen dat ze in het algemeen hun geplande vlieguren halen, maar is die planning nog conform dat wat er nodig is, of is de planning inmiddels aangepast?

Aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, mevrouw Keijzer, heb ik de volgende vraag. Het is goed om te horen dat het op orde is, dat er veel bedrijven betrokken zijn en dat er ook veel werkgelegenheid is. Maar welke stappen kunnen de komende jaren nog worden gezet om er nog meer uit te kunnen halen? Welke mogelijkheden zijn er?

De heer Öztürk (DENK):

Voorzitter. Mijn vraag over de vredesverliezen, ongelukken bij oefenvluchten, is niet beantwoord. Graag krijg ik daarop een antwoord.

Daarnaast heb ik een vraag over de Trumptijd. We hebben de Obamatijd gehad met bondgenoten, gezamenlijk optrekken en heel veel dingen samen doen. Trump wil gewoon America First-beleid. Wat betekent dat bij de aankoop van de JSF? Zijn er daardoor ook verliezen of zaken die wij moeten weten?

De voorzitter:

Dan de heer Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Ik ga geen vragen stellen, want ik moet door naar een volgende afspraak. Ik heb wel twee opmerkingen. Dank aan de Staatssecretaris dat zij mijn motie respecteert. Daarnaast kondig ik graag een VAO aan om een motie in te dienen naar aanleiding van dit overleg.

De voorzitter:

Daar heb ik goed nota van genomen. Wij gaan daar de Griffie over informeren. We kijken of we terstond de beantwoording kunnen doen. Het ziet ernaar uit dat de Staatssecretaris aanstalten maakt om al direct het woord te nemen. Ik geef haar dat.

Staatssecretaris Visser:

Voorzitter. Ik wil beginnen met de vraag van mevrouw Belhaj over de nulmeting. Als we nu een nulmeting doen, is dat met de F-16's, maar mevrouw Belhaj wil een nulmeting met de F-35's. Ik hoor wat mevrouw Belhaj buiten de microfoon zegt, maar dat is lastig met elkaar te vergelijken. Volgens mij wilt u uiteindelijk weten wat dit voor de geluidsoverlast bij de F-35 gaat betekenen. Daar heb je wel de F-35 voor nodig. Daarom mijn opmerking: als je dat op een goede manier wilt doen, heb je eerst een vliegtuig in Nederland nodig om te kunnen kijken welk geluid dat geeft. Een nulmeting met een F-16 geeft geen beeld van de F-35. Zo was mijn opmerking bedoeld. We hebben de F-35 nodig voor de nulmeting om te kunnen kijken wat dat betekent qua geluid. Maar wellicht begrijpen we elkaar verkeerd. Dat bespreken we vast na afloop, schat ik zo in. Ik moet snel door.

Mevrouw Diks gaf over de instandhouding aan dat het allemaal niet goed loopt. Ik heb twee dingen aangegeven. Het programma zoals dat was voorzien, loopt goed. Er zijn zorgen rondom de instandhouding, zoals het GAO ook heeft gerapporteerd. Ik zeg ook niet dat er geen problemen meer zijn. We hebben absolute aandacht ervoor, want dat wordt de volgende fase: hoe zorgen we ervoor dat de reserveonderdelen zo snel mogelijk beschikbaar zijn en dan ook overal waar de klanten zitten, bijvoorbeeld in Turkije, Australië, Japan? Al die landen zijn afnemers van de F-35, dus die hebben allemaal die keuze daarin gemaakt. In het exploitatiebudget zit ook een risicoreservering. Daarbij is er dezelfde discussie rondom de valuta en de inflatie. Dat is precies de reden waarom ik zeg dat we dit structureel moeten oplossen. Dit is geen F-35-discussie, maar dit is een Defensiebrede discussie bij de materieelbegroting. Daarom moet het structureel worden opgelost, want daarmee voorkom je ook weer een discussie over de exploitatie. Maar er is een risicoreservering. U gaf zelf al aan te willen kijken hoe de informatiebehoefte als het gaat om de uitgangspuntennotitie op een andere manier kan worden ingevuld. Wellicht kunt u daarbij dan ook specifiek ingaan op de vraag waar dan uw informatiebehoefte specifiek zit.

Mevrouw Bruins Slot vroeg of de testtoestellen conform de planning kunnen oefenen. Ja. Als dat niet kan, kan dat op een ander moment gecompenseerd worden omdat het oefenuren zijn. Dit heeft nog niet geleid tot problemen wat betreft de ingeplande vlieguren.

Dan de vraag van de heer Bosman, maar wellicht hebben we die verkeerd begrepen. Nederland volgt de ontwikkelingen op het gebied van de instandhouding op de voet en zal te zijner tijd bekijken wat het beste is voor Nederland. Amerika kiest voor iets, maar we moeten ook kijken wat het voor Nederland is. Ik kan deze vraag nu niet zo snel beantwoorden.

De heer Öztürk van DENK gaf aan dat ik de vraag over de vredesverliezen niet had beantwoord, maar die heb ik wel beantwoord. Ik heb daarbij verwezen naar pagina 22, waarop het antwoord geformuleerd staat.

Ik snapte de vraag van de heer Öztürk rondom Trump niet. Ik wil met alle liefde een antwoord geven op zijn vraag, maar ik snapte niet waar hij op doelde.

De heer Öztürk (DENK):

Trump wil America First. Hij denkt alleen maar eerst aan Amerika. Voorheen had je Obama, die toch samen met de NAVO-bondgenoten opereerde en bij de aanschaf van de JSF Nederland heeft betrokken om samen te werken bij de ontwikkeling. Nu er een andere leider aan de macht is, merken wij als land dat er een koerswijziging is in de onderhandelingen, in afspraken en al dat soort zaken. Zijn er daardoor negatieve gevolgen?

De voorzitter:

Voor de JSF-aankoop bedoelt u, neem ik aan? Ja, dat is het geval, zie ik.

Staatssecretaris Visser:

Nee.

De voorzitter:

Daarmee is deze Staatssecretaris klaar. Dank. We kunnen dan naar de andere Staatssecretaris.

Staatssecretaris Keijzer:

Dank u wel, voorzitter. Mevrouw Bruins Slot vroeg wat er gebeurt om de contracten naar Nederland toe te halen; dat is de korte samenvatting van haar vraag. Dat begint natuurlijk met de Nederlandse industrie, die de beste kwaliteit voor de beste prijs levert. Zij heeft dat in het verleden al laten zien. Ik ga ervan uit dat zij doorgaat op die goede weg. Daarnaast hebben we zelf heel goede contacten met de bouwer van het vliegtuig, Lockheed Martin, en de prime contractors Northrop Grumman – ik spreek het als een Engelse naam uit, maar de naam ziet er een beetje Duits uit – en Pratt & Whitney. Binnen EZ wordt binnen het Commissariaat Militaire Productie, een afdeling binnen de topsectoren, specifiek aandacht daaraan besteed door het JSF Industry Support Team. Ik heb al de naam van de heer Verhagen genoemd, de bijzonder vertegenwoordiger die namens mij de Nederlandse bedrijven helpt bij het verkrijgen van opdrachten door op hoog niveau deuren voor ons te openen. Hij doet dat met verve en tot volle tevredenheid van de Nederlandse industrie, die met hem naar de Verenigde Staten of naar bijeenkomsten reist om soms letterlijk op deuren te kloppen om zo ook weer opdrachten binnen te krijgen, ook bij grote Amerikaanse bedrijven. Het is goed voor het beeld dat de Staatssecretaris van Defensie en ik namens EZK hier zitten. Ik ben absoluut ertoe bereid – ik weet zeker dat dit ook voor de Staatssecretaris van Defensie geldt – om samen met haar, indien dat nodig is en helpt, stappen te zetten om aan te geven dat wij hier de kennis, knowhow en vaardigheden in huis hebben en dat wij ook, om weer zo'n prachtig Nederlands woord te gebruiken, eager zijn om hier contracten naartoe te halen in het belang van onze economie en de werkgelegenheid.

Dank u wel.

De voorzitter:

Ik dank beide staatssecretarissen voor de beantwoording. Aan mij is nu de mooie taak om te kijken of er toezeggingen zijn, maar die zijn er niet. Onder dankzegging aan beide staatssecretarissen, aan de ambtenaren die hen hebben vergezeld, aan u allen die de moeite hebben genomen om bij dit AO aanwezig te zijn en vanzelfsprekend ook aan de leden, kan ik dit AO sluiten, maar dat doe ik niet dan nadat ik nog gemeld heb dat een VAO is aangevraagd door de fractie van de SP. Daar zullen wij gevolg aan geven.

Sluiting 16.05 uur.