Kamerstuk 25422-199

Verslag van een algemeen overleg

Opwerking van radioactief materiaal

Gepubliceerd: 24 mei 2017
Indiener(s): Stientje van Veldhoven (D66)
Onderwerpen: natuur en milieu stoffen
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25422-199.html
ID: 25422-199

Nr. 199 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 24 mei 2017

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft op 10 mei 2017 overleg gevoerd met mevrouw Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, Minister van Infrastructuur en Milieu, over:

  • de brief van de Minister van Infrastructuur en Milieu d.d. 22 december 2016 inzake afschrift van briefwisseling met Minister Jambon met betrekking tot de zorgen over de veiligheidscultuur bij Electrabel (Kamerstuk 25 422, nr. 177);

  • de brief van de Minister van Infrastructuur en Milieu d.d. 31 januari 2017 inzake IAEA-rapport INSARR-missie bij de Hoge Flux Reactor en informatie over lopende onderzoeken bij de onderzoekslocatie in Petten (Kamerstuk 25 422, nr. 184);

  • de brief van de Minister van Infrastructuur en Milieu d.d. 4 februari 2016 met de reactie op verzoek van het lid Sjoerdsma, gedaan tijdens de regeling van werkzaamheden van 13 januari 2016, over drie in 2015 onterecht uitgegeven vergunningen voor vervoer van verarmd uranium naar Rusland (Kamerstuk 25 422, nr. 139);

  • de brief van de Minister van Infrastructuur en Milieu d.d. 23 februari 2017 inzake prioritering historisch afvalproject bij directies ECN en NRG (Kamerstuk 25 422, nr. 185);

  • de brief van de Minister van Infrastructuur en Milieu d.d. 21 maart 2017 inzake ontwerpbesluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Kamerstuk 25 422, nr. 186);

  • de brief van de Minister van Infrastructuur en Milieu d.d. 18 april 2017 over stand van zaken inzake verschillende onderwerpen over nucleaire veiligheid en stralingsbescherming (Kamerstuk 25 422, nr. 187);

  • de brief van de Minister van Infrastructuur en Milieu d.d. 20 april 2017 inzake verslag zevende toetsingsconferentie Verdrag betreffende nucleaire veiligheid (Kamerstuk 25 422, nr. 188).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De fungerend voorzitter van de commissie, Van Veldhoven

De griffier van de commissie, Tijdink

Voorzitter: Remco Dijkstra

Griffier: Jansma

Aanwezig zijn acht leden der Kamer, te weten: Van Aalst, Beckerman, Remco Dijkstra, Dik-Faber, Van Eijs, Agnes Mulder, Van Tongeren en Wassenberg,

en mevrouw Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, Minister van Infrastructuur en Milieu.

Aanvang 13.00 uur.

De voorzitter:

Goedemiddag allemaal. We zijn hier bijeen met de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu. We hebben de Minister van Infrastructuur en Milieu te gast voor een algemeen overleg over nucleaire veiligheid. Dit overleg staat gepland van 13.00 uur tot maximaal 16.00 uur. We hebben op dit moment vijf sprekers van verschillende partijen. Zij hebben een spreektijd van maximaal vijf minuten.

Ik geef als eerste het woord aan de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. «Bleiben Sie im Haus! Verschließen Sie Fenster und Türen dicht! Bewahren Sie bitte Ruhe!» Voor zover een vertaling nodig is: dat betekent thuis blijven, ramen en deuren dicht en kalm blijven. Nog een tip: ga in de kelder zitten. Dit is geen pamflet uit de Koude Oorlog. Het komt uit een brochure die de stad Aken dit jaar onder zijn bevolking heeft verspreid. Ik heb hem hier voor me. Aken waarschuwt voor een mogelijke ramp met de kerncentrale in Tihange. De kans op zo'n ramp is niet denkbeeldig, want de kerncentrale is oud en krakkemikkig en hangt met plakband en ijzerdraadjes aan elkaar. Om de haverklap is er een incident. Er zijn duizenden scheuren van tot wel 17 centimeter groot ontdekt in het reactorvat. De aanwezigheid van die scheuren verhoogt het risico op het plotseling barsten van het reactorvat. Toch mag Tihange doordraaien, tot de volgende calamiteit. Er worden alleen pleisters geplakt. De Duitse federaal Minister van Milieu noemt de voortdurende herstelwerkzaamheden aan de Tihange-centrale «Flickschusterei». Dat betekent «broddelwerk».

In twee brieven gericht aan de exploitant Electrabel was de algemeen directeur van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) een halfjaar geleden uiterst kritisch. Hij schreef dat een kernramp niet uit te sluiten is en dat de gevolgen vergelijkbaar zullen zijn met die van de ongelukken in Fukushima en Tsjernobyl. De krant La Libre Belgique schreef hier op 19 november 2016 over. Volgens het agentschap is de veiligheid in de kerncentrale in Tihange abominabel. Mensen die er werken krijgen documenten te zien die ze niet horen te zien en komen op plaatsen waar ze niet mogen komen. Een brandveiligheidstest in de centrales van Doel en Tihange verliep desastreus. Het agentschap is verontwaardigd over het gebrek aan initiatief van exploitant Electrabel om verbeteringen door te voeren.

De regio maakt zich uiterst grote zorgen over de kerncentrale. De burgemeesters van Vaals en Heerlen hebben zich uitgesproken tegen het openhouden van Tihange, net als de unanieme gemeenteraden van Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem en Heerlen. Maastricht en Aken voeren juridische procedures tegen de kerncentrale in Tihange. In totaal hebben tientallen gemeenten in de euregio, dus ook in Duitsland, hun zorgen geuit.

Op schriftelijke vragen die ik eerder stelde, antwoordde de Minister dat de nucleaire veiligheid in België een nationale verantwoordelijkheid van de Belgen is. Daarin zou de Minister gelijk kunnen hebben als de gevolgen van een ramp beperkt zouden blijven tot het Belgisch grondgebied. Maar ik kan u verzekeren, Minister, dat dit niet zo is. De regering weet dat zelf ook. Omdat ik zelf in de gevarenzone woon, in Geleen, krijgen mijn kinderen vanaf september jodiumpillen van het Ministerie van Volksgezondheid. Het zal u misschien verbazen, maar mijn hart maakte geen sprongetje van blijdschap toen ik dat las. Die pillen zijn namelijk een lapmiddel voor als het misgaat. Ik zit er niet op te wachten. Ik wil dat de Minister alles doet wat in haar macht ligt om te voorkomen dat het misgaat. De regering zegt nu bij monde van de Minister van I en M dat de veiligheid een Belgische nationale verantwoordelijkheid is, maar deelt tegelijkertijd jodiumpillen uit voor het geval het toch misgaat. Dat is pleisters plakken. Als het straks gruwelijk misgaat ...

De voorzitter:

Er is een interruptie van mevrouw Mulder.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Het is niet zozeer een interruptie. Maar de Kamer heeft zelf gevraagd om jodiumpillen. De Minister voert dus uit waar de Kamer zelf om heeft gevraagd. Ik hecht er wel even aan om dat nu te zeggen, want anders is het net alsof we alleen maar pleisters aan het plakken zijn, terwijl de Kamer juist heeft gezegd: we vinden het belangrijk om qua voorzorgsmaatregelen alles te doen wat in onze macht ligt. Daar hoort dit ook bij. Vandaar dat ik even afstand neem van de woorden van de Partij voor de Dieren op dit vlak. Ik vind het terecht om dat hier even te zeggen.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dat is prima. Jodiumpillen zijn helaas noodzakelijk zolang die kerncentrale nog niet dicht is. Ik zal dadelijk ook betogen dat de Minister alles op alles moet zetten om die kerncentrale zo snel mogelijk dicht te krijgen. Ik zeg dus niet dat hier sprake is van een schisma. Ik zeg alleen dat we moeten inzetten op sluiting en niet op jodiumpillen.

Eerdere verzoeken van de Minister van I en M om de Belgische kerncentrale tijdelijk te sluiten, stuitten op een hard en onverbiddelijk nee van België. Als overleg met België niet helpt, dan moeten andere wegen worden bewandeld. Tientallen gemeenten in de euregio trekken inmiddels met Aken en Maastricht op in de strijd om Tihange te sluiten. Ik vraag de Minister om zich daarbij aan te sluiten. Kan de Minister hierop reageren? Is zij bereid om deze juridische strijd moreel, inhoudelijk en financieel te steunen? De gezondheid van burgers is namelijk een van de belangrijkste verantwoordelijkheden van de regering. Daar kan de regering niet hard genoeg voor strijden. De regering van de deelstaat Nordrhein-Westfalen eist ook sluiting van Tihange. Ook Luxemburg is kritisch.

Ik ben bijna klaar, voorzitter.

Ik zou graag van de Minister willen weten of zij ook bereid is om met haar collega's in Duitsland en Luxemburg in overleg te treden om te zien welke stappen de buurlanden gezamenlijk zouden kunnen zetten om de sluiting van de kerncentrale in Tihange dichterbij te brengen.

De voorzitter:

Dank u wel voor uw bijdrage, mijnheer Wassenberg.

Ik ga de lijst af in volgorde van binnenkomst. Een aantal leden zijn later binnengekomen. Die zijn ook later aan de beurt. Mevrouw Beckerman van de SP heeft het woord.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. Ik zal mijn woordvoering vooral ophangen aan het thema «draagvlak voor kernenergie». Omtrent kernenergie spelen ontzettend veel onzekerheden en horen we steeds opnieuw alarmerende berichten. Ik wil net als de heer Wassenberg wat vragen stellen over Tihange. Op 25 juni wordt er een menselijke keten gevormd van Tihange naar Luik, Maastricht en Aken. Dat is een totale afstand van 90 kilometer. Activisten willen met die lange menselijke keten laten zien dat zij de veiligheid ernstig in gevaar achten en dat ze zich zorgen maken. Een menselijke keten van 90 kilometer lijkt heel erg lang, maar het lijkt erop dat het ook echt gehaald wordt, dat veel mensen mee willen doen aan dit protest. Gemeenteraden in Zuid-Limburg hebben, vaak unaniem, al laten weten dat ze meedoen aan het protest. De heer Wassenberg refereerde daar al aan. Ook bestuurders uit Zuid-Limburg zullen meedoen aan die menselijke keten. Dat komt doordat juist in Zuid-Limburg na opeenvolgende mankementen en incidenten de angst groeit. Net als de partij van de heer Wassenberg zal mijn partij deelnemen aan de protesten. In december pleitte de Minister voor een tijdelijke sluiting en betitelde ze onderzoek als «schandalig slecht». Hoe staat u daar op dit moment in, Minister? Steunt u het protest? Wat gaat u doen? Staat u nog steeds achter uw uitspraken van december?

Ook de discussie over jodiumpillen is natuurlijk een lastige. Aan de ene kant is het noodzakelijk dat ze nu worden uitgedeeld. Aan de andere kant steunen wij het verzoek om juist in te zetten op sluiting. En ben je met een jodiumpil nou beschermd tegen een kernramp? We weten allemaal dat dit niet het geval is. Jodiumtabletten bieden alleen bescherming tegen radioactief jodium en niet tegen alle andere radioactieve stoffen die bij een ongeluk vrijkomen. Dat zijn er tientallen. Daar kun je mensen niet effectief tegen beschermen. Dat weten we allemaal. Geeft de jodiumpil niet een vals gevoel van veiligheid? Mensen kunnen zich immers beschermd voelen, terwijl ze dat niet zijn. Na de ramp in Fukushima in Japan zijn honderden mensen in besmet gebied gebleven, omdat ze jodiumtabletten hadden gekregen en dachten dat ze zichzelf daarmee konden beschermen. Hoe voorkomen we dat de jodiumtabletten een vals gevoel van veiligheid geven, zonder dat het leidt tot paniek?

Gisteravond waren er in Nieuwsuur alarmerende berichten te horen over Petten. Nieuwsuur heeft rapporten in handen waaruit zou blijken dat er weer vertraging ontstaat in het verplaatsen van het radioactief afval en dat de schoonmaak- of opruimkosten veel hoger zijn. Er wordt gesproken over 71 miljoen extra. Dit is natuurlijk geen onderwerp waarover onduidelijkheid of onzekerheid mag ontstaan. Daarom zouden wij heel graag duidelijkheid willen krijgen van de Minister. Herkent zij de cijfers die Nieuwsuur gisteravond presenteerde? Herkent zij ook de vertraging? Wie gaat deze kosten dekken? Wat vindt zij van de vertraging? En is dit te voorkomen? Wij willen graag een reactie ontvangen op die uitzending.

Ik zie de voorzitter gebaren dat ik moet afronden. Wellicht is het dus goed als ik het hierbij laat.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Voorzitter. Dit algemeen overleg over nucleaire veiligheid is mijn eerste algemeen overleg. Het is een flinke vuurdoop. Het onderwerp waarover we het vandaag hebben, speelt enorm in Brabant, waar ik zelf vandaan kom. De mensen daar blijven zich zorgen maken over de Belgische kerncentrales, net als de mensen in Limburg en Zeeland.

De communicatie over de Belgische kerncentrales kan nog altijd een stuk beter. We zijn blij met de stappen die nu worden ondernomen, maar er staat nog een flink aantal vragen open. Hoe staat het met de afspraken rondom de uniformiteit en de consistentie van de communicatie? En wat is de uitkomst van het overleg met de Belgische autoriteiten over de duiding van de informatie, waarover eerder is gesproken?

In een brief uit februari 2016 spreekt de Minister van een onderzoek naar de informatiebehoefte van mensen. We zien dat onderzoek nu een jaar later terugkomen als nieuwe activiteit. Wij vragen ons af waarom dit onderzoek zo lang op zich laat wachten.

Ik kom op de veiligheid van de Belgische kerncentrales. Ik ben blij met de uitvoering van de motie-Van Veldhoven over het vastleggen van afspraken over gezamenlijke inspecties. Een grote vraag blijft echter hoe de inspecties elkaar erbij betrekken wanneer er sprake is van een onvoorziene stillegging. In de motie wordt ook gevraagd om uitwisseling van informatie over de aanbevelingen en de opvolging daarvan. Daarover vind ik helaas niets terug. Hoe wordt aan dit aspect van de motie gewerkt? En wat vindt de Minister ervan dat exploitanten in België nu wederom uitstel krijgen om noodzakelijke veiligheidsaanbevelingen te implementeren?

Ik kom op Petten en het historisch afval. Het dossier-Petten kenmerkt zich door constant lapwerk. Iedere keer is er weer sprake van vertraging en hogere kosten. Er komt vervolgens geld van de overheid om de grootste branden te blussen. We roepen al jaren dat er behoefte is aan structurele oplossingen, maar nu lijkt het weer raak te zijn: nog eens vijf jaar extra en nog eens 70 tot 80 miljoen euro extra. Dat blijkt uit een uitgelekte rapportage en plan van aanpak. Het kabinet was eerder erg duidelijk over de vraag wie de kosten moet dragen, namelijk het bedrijf zelf. Maar dan wil ik nu ook graag van het kabinet een structurele financiële oplossing horen. Gaat de Minister het advies opvolgen om onderzoek te doen naar een structurele kredietondersteuning?

Ook zijn we blij dat de optie die D66 eerder op tafel legde, namelijk om COVRA de regie te laten nemen, nu uit de bus komt als advies voor de middellange termijn. We vragen de Minister nogmaals of zij bereid is om dit idee over te nemen. Zou dit niet de optimalisatie en de rust creëren die zo hard nodig zijn?

Uit de rapporten blijkt verder dat de samenwerking tussen NRG, ANVS (Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming) en COVRA (Centrale Organisatie Voor radioactief Afval) verre van optimaal verloopt. Dat helpt natuurlijk ook niet bij het voorkomen van extra kosten en vertraging. Het kabinet is eindverantwoordelijk voor ANVS en COVRA. Hoe is deze situatie ontstaan? En wat gaat de Minister doen om dit zo snel mogelijk op orde te krijgen?

Ik heb nog twee korte vragen over nucleair vervoer. Kan de Minister een laatste stand van zaken geven over de raad van advies bij de ANVS, een eerdere wens van D66? Daarnaast heeft mijn fractie veel met deze Minister gewisseld over het vervoer van nucleair materiaal en de vergunningen daarvoor. Kan zij ingaan op de lessen die de ANVS trekt uit alle incidenten?

De heer Van Aalst (PVV):

Voorzitter. Als wij uitsluitend op basis van de stapel rapporten die op de agenda staat, dit AO voeren, dan waren we snel klaar. Daaruit komt immers naar voren dat onze Nederlandse kerncentrales aan alle eisen voldoen en dat zich in het afgelopen jaar geen noemenswaardige incidenten hebben voorgedaan. Daar had ik mijn inbreng bij kunnen laten, maar helaas worden deze AO's altijd gebruikt voor de linkse stemmingmakerij van de anti-kernenergieagenda. Dat is erg jammer en merkwaardig, want kernenergie voorziet ons op een efficiënte en goedkope wijze van energie. Maar goed, die discussie bewaar ik voor de nieuwe klimaatminister Klaver.

De voorzitter:

Er is een interruptie van mevrouw Van Tongeren.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik kan het niet laten, voorzitter. Ik hoorde de heer Van Aalst zeggen dat kernenergie goedkoop is. Misschien heeft hij ook de kans gehad om gisteren naar Nieuwsuur te kijken. Kan hij mij uitleggen hoe «goedkoop» zich verhoudt tot de opeenstapelende kosten voor de relatief kleine en voor medische isotopen geschikte kernreactor in Petten?

De heer Van Aalst (PVV):

Ik heb zo meteen nog een vraag aan de Minister over het verhaal dat we in Nieuwsuur hebben gezien en de kosten van 71 miljoen. Ik kom daar dus zo meteen nog op terug.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren neemt daar geen genoegen mee.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Nee, uiteraard niet. De heer Van Aalst verschuift het naar de Minister. Ik ben benieuwd of de Minister gaat zeggen dat het goedkoop is om dit op te lossen, maar dat horen we straks. Ik stel dezelfde vraag over de situatie in Borssele. Hoe goedkoop is het runnen van de kerncentrale Borssele en het zorg dragen voor een fatsoenlijke afvoer van het afval voor de provincie? De provincie komt voor financiële steun naar het Rijk. Is het ook een goedkope oplossing voor Zeeland?

De heer Van Aalst (PVV):

Wij zetten graag in op de innovatieve mogelijkheden van thoriumcentrales, waarmee we het probleem van kernafval kunnen oplossen.

De heer Wassenberg (PvdD):

Weet de heer Van Aalst dat er bij thorium ook kernafval ontstaat, dat er verrijkt uranium gebruikt moet worden om de hele reactie te ontsteken en dat het restafval een halfwaardetijd heeft van 300 jaar? Dat betekent dat als we in de Middeleeuwen met thorium hadden gewerkt, we nu nog met de problemen zouden zitten.

De heer Van Aalst (PVV):

We hebben het afval nu opgeslagen zonder problemen. Volgens mij kunnen we met thorium heel veel afval verbranden en zouden we het probleem grotendeels kunnen oplossen.

Ik kom op de kerncentrales zelf. Hoewel zich geen incidenten hebben voorgedaan met onze Nederlandse centrales, is dat in het verleden vlak over de grens wel gebeurd. Al begrijp ik dat er toen geenszins sprake was van een reëel gevaar, zo maak ik op uit de brief van de Belgische Minister Jambon. Klopt dat, zo vraag ik de Minister. Als wij deze incidenten volgens de INES-schaal (International Nuclear and Radiological Event Scale) moeten indelen, waar tussen de 1 en 7 bevinden zij zich dan? Hoe beoordeelt de Minister de kwalificatie van de Belgische Minister dat er in de risicoanalyse onrealistische hypotheses werden gehanteerd?

De vraag of het onrealistisch of verstandig is om preventief jodiumpillen te verstrekken, laat ik nog even in het midden. Het feit is dat heel veel mensen in Nederland zich nog nooit zorgen hebben gemaakt over een kerncentrale in hun omgeving, maar in september dankzij deze VVD-Minister wel een setje «kernramppillen», zoals de regionale media ze noemen, op de mat krijgen. Dat zal veel mensen zorgen baren. Wij vragen ons dan ook af hoe de Minister het nut en de noodzaak van deze maatregel afweegt tegen de stemmingmakerij, temeer daar ik in het bijgevoegde document teruglees dat de pillen pas werken indien je ze twaalf uur voor blootstelling hebt ingenomen. Wat heb je eraan? En kunnen we een dergelijk stralingsgevaar altijd twaalf uur van tevoren zien aankomen?

Het enige reële gevaar van onze kerncentrales dat we kunnen zien aankomen, is het oprukkende terrorisme. Ik ga ervan uit dat bij onze Nederlandse centrales daarvoor de benodigde maatregelen zijn genomen. Maar hoe zit dat bij de Belgische centrales? Heeft de Minister daar enig zicht op? En zo niet, vindt de Minister het dan niet de hoogste tijd om daarin inzicht te verkrijgen? Dat sluit mijns inziens ook mooi aan bij aanbeveling vier van het country review report, te weten betere crossborder inspecties. Overigens merk ik op dat aan het eind van de brief van de Minister hierover staat vermeld dat ingezet moet worden op een betere versterking van de cybersecurity om de nucleaire veiligheid te borgen. Ik kan dat niet helemaal plaatsen, temeer daar ik ervan uitging dat alle controlefuncties van een nucleaire faciliteit niet op een netwerk zijn aangesloten. Dat lijkt mij wel zo verstandig, aangezien alles in principe gehackt kan worden, hoe goed je het ook beveiligt. Ik ben dus benieuwd wat we hieronder moeten verstaan.

Ik kom nog even terug op het verhaal dat we in Nieuwsuur hebben gezien. Kan de Minister ons iets meer vertellen? Waar komen die kosten van 71 miljoen vandaan? Heeft dat alleen te maken met de richtlijn voor 2022, wat eventueel 2027 zou kunnen worden?

De voorzitter:

Dank u wel. Ik geef het woord aan mevrouw Mulder van het CDA. Zij was als eerste van de drie laatsten binnen.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Nucleaire technologie kent vele toepassingen, onder andere het opwekken van CO2-neutrale energie en toepassingen voor de geneeskunde. We hebben een kerncentrale in Borssele. Dat is een van de veiligste kerncentrales van de wereld. Uit de brief van de Minister over de zevende toetsingsconferentie van het Verdrag inzake nucleaire veiligheid komt de betrokkenheid van Nederland bij de veiligheid naar voren.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, dit is uw laatste interruptie.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dat begrijp ik, voorzitter. Waar blijkt uit dat Borssele een van de veiligste kerncentrales ter wereld is?

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

De Minister geeft aan dat dit zo is. Als mevrouw Van Tongeren denkt dat dit niet zo is, is het goed als de Minister daar zo nog even op ingaat. We hebben dat in vorige debatten van de Minister gehoord. Ik vind dat belangrijk. Ik hecht aan datgene wat de Minister hier zegt. Als dat niet waar is, hebben we andere problemen met deze Minister.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik hoorde mijn collega van het CDA zeggen dat Borssele behoort tot de veiligste kerncentrales ter wereld. Ik ben benieuwd wat de mening van het CDA is. Daar heb ik een vraag over gesteld. In mijn eigen inbreng zal ik hierover ook een vraag aan de Minister stellen, maar dit is een vraag aan het CDA. Zegt het CDA dat Borssele een van de veiligste kerncentrales ter wereld is?

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ja, op basis van uitspraken van de Minister. Daar heb ik vertrouwen in. U niet?

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren mag niet meer reageren. Dat gaat ze in haar eigen termijn doen. U gaat door met uw pleidooi.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

We hebben het al een aantal keren gehoord. Het is ook niet iets nieuws. Ik ben er dus een beetje verbaasd over dat mevrouw Van Tongeren hiermee komt.

We hebben in de Kamer eerder gesproken over het opruimen van hoogradioactief afval dat decennia geleden al tijdelijk is opgeslagen bij de Hoge Flux Reactor in Petten. Het lijkt steeds inzichtelijker te worden. Sommige onzekerheden nemen af, maar sommige dingen zijn ook niet duidelijk. In een van de vorige debatten met de Minister is gezegd – dat was met de andere Minister, met Minister Kamp – dat we daar nu eindelijk weleens inzage in willen hebben. Gisteravond kwam het bericht van Nieuwsuur dat dit rapport, waar volgens mij de hele Kamer de Minister om heeft gevraagd, inmiddels in handen is van Nieuwsuur. Ik wil graag een reflectie van de Minister op de resultaten die Nieuwsuur gisteravond bekend heeft gemaakt. Hoe ziet zij de feiten die naar voren zijn gebracht? Waar zitten volgens de Minister de problemen? Gaat het alleen om geld of zijn er ook andere oorzaken? Kan zij er verder op ingaan, dus ook op de SP-vragen over de zaken bij Petten? Ik kan mij goed vinden in deze heldere vragen.

Als het wordt opgeruimd, vindt het CDA het belangrijk dat dit ook veilig gebeurt, dat de inwoners van Petten en omgeving er geen last van hebben. Stel dat het wat langer gaat duren, kan de Minister dan bevestigen dat het nog steeds op een veilige manier gebeurt? Daar hecht het CDA wel aan. Hoe zit het met de onverwachte kosten? Ik kan me voorstellen dat er onverwachte kosten zijn. Daarom hebben we ook om een onderzoek gevraagd. We vroegen ons al af hoe een en ander daar eigenlijk komt. Kan de Minister daar nog verder op ingaan? Stel dat het veilig opruimen van het afval langer gaat duren, wat vindt de Minister er dan van als de extra kosten misschien ook door de overheid betaald worden? Dat kunnen kosten zijn voor afval dat al langer geleden is opgeslagen. In hoeverre kun je die verschmerzen naar de huidige eigenaar?

Dan kom ik op Tihange en Doel. Vorig jaar trok het FANC, de Belgische toezichthouder, bij onze zuiderburen hard aan de bel over de toestand van de kerncentrales van Electrabel. Het FANC was er heel duidelijk over. Terecht hebben onze inwoners, evenals ikzelf, vragen over de veiligheid. Daar gaat het om. De FANC-topman heeft heel hard uitgehaald. De kerncentrales zijn heel vaak uit de productie genomen. Daarom vraag ik me af hoe het zit met de voortgang in de gesprekken tussen de Minister en haar counterpart over de veiligheid.

In het VSO in december heb ik de Minister gevraagd of zij wil kijken naar de afspraken tussen België en Duitsland over het opzetten van een gezamenlijke commissie van deze twee landen. De Minister heeft in het VSO toegezegd hiernaar te kijken en te bekijken wat de meerwaarde zou zijn van het inrichten van een commissie. In de brief die we van de Minister hebben gekregen, zie ik daar nog niet zo veel over terug. Misschien kan ze er wel wat meer over zeggen. Volgens mij hebben een aantal andere collega's er ook al vragen over gesteld. Kan er wat meer duidelijkheid over komen? De zorgen van de Kamer op dit punt zijn volgens mij volledig terecht.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Zolang er kerncentrales open zijn – GroenLinks wil graag dat ze dichtgaan – is de beste bescherming voor de bevolking nodig. Ik ben een van de mensen die al aan toenmalig Minister Verhagen hebben gevraagd om jodiumpillen. Die lagen toen alleen in Zoetermeer, maar het is natuurlijk nodig dat die op allerlei plekken in Nederland beschikbaar zijn. Ik hoor graag van de Minister hoe we dat doen met toeristen en festivalbezoekers. Hebben we al instructies in het Duits over hoe ze ingenomen moeten worden? Ik hoor ook graag of de evacuatieplannen regelmatig geactualiseerd worden. Daarnaast wil ik graag weten hoe het zit met de follow-up van een onderzoek van het RIVM. Hieruit bleek dat de meeste hulpverleners bij een grootschalige nucleaire ramp – ik zeg het maar even in mijn woorden – hun kinderen onder hun arm zullen nemen en zo snel mogelijk richting Duitsland zullen gaan. In de evacuatieplannen gaat het bijvoorbeeld over evacuatie per trein vanuit Zeeland. Treinmachinisten die Zeeland per trein weer in moeten rijden, zullen echter wellicht moeilijk te vinden zijn. Hoe actueel en reëel zijn die plannen dus? Zijn er regelmatig grootschalige oefeningen mee?

Ik kom op de veiligheid van Borssele. Na Fukushima is afgesproken dat Borssele tot de top van de veiligste kerncentrales moet gaan horen. Ik heb nog steeds niet gezien dat alle post-Fukushimamaatregelen inderdaad genomen zijn. Ik begrijp dat nog steeds ergens tussen de 200 en 400 miljoen geïnvesteerd moet worden om dit voor elkaar te krijgen. Ik krijg hier graag een reactie op van de Minister. Ik begrijp ook dat er nog steeds een probleem is met de veiligheidscultuur, dus hoe de werknemers samenwerken in de teams. Daar moet naar gekeken worden. Een flink aantal van de kleinere incidenten in Petten en Borssele had namelijk te maken met menselijk gedrag.

Wat de cybersecurityvragen betreft sluit ik mij aan bij de vragen van de PVV. Daarnaast sluit ik mij aan bij alle vragen die gesteld zijn over Tihange en Doel. Ik krijg graag een inschatting van de Minister. Hoe veilig vindt deze Minister het in Tihange en Doel? Er zijn procedures afgesproken onder Euratom. Via Euratom hebben we een wederzijds verzekeringssysteem. Als het in België misgaat, betaalt Nederland daar enorm veel aan mee. Op welk moment wil de Minister de procedures van Euratom inschakelen, als het niet goed loopt in België?

Er zijn al vragen gesteld over URENCO en Petten, maar ik wil graag het volgende weten. De meeste ziekenhuizen in Nederland beschikken inmiddels over een cyclotron. ASML heeft een aantal nieuwe vindingen, zodat ze andere medische isotopen kunnen maken. Is er überhaupt nog wel een markt om het risico te nemen om er een nieuwe centrale neer te zetten, met alle veiligheidsrisico's en kosten van dien?

Ik sluit me aan bij de vragen naar aanleiding van Nieuwsuur. We hebben al regelmatig gesprekken gehad, met deze Minister en met de vorige Minister, over het historische afval, het afvoeren daarvan en de kostenverdeling. Wie gaat dat betalen? Gaat het eigenlijk wel gebeuren?

In aansluiting op de vragen van D66 over de handel met Rusland vraag ik of het uitgesloten is dat Nederland vergunningen geeft om met nucleair materiaal heen en weer te slepen voor handelsdoelen. Hier hebben we nooit een sluitend antwoord op kunnen krijgen, omdat we de cijfers niet kennen. Er wordt inmiddels op de markt gespeculeerd met splijtbaar materiaal. Dan worden er ook goederen van A naar B gebracht, met alle veiligheidsrisico's van dien. Die vergunning aan Rusland waar D66 vragen over heeft gesteld, is er één, maar we willen graag weten of er meer vergunningen zijn.

Ik denk dat ik helaas door mijn tijd heen ben.

De voorzitter:

Bijna.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik heb nog een vraag over de uitvoering van de motie-Van Tongeren, over het betrekken van bewoners aan beide kanten van de grens bij veiligheid. De Minister heeft gezegd dat ze zou bekijken hoe ze die zou uitvoeren. Hoe staat het daarmee? Kunnen bewoners aan beide kanten van de grens inmiddels meepraten over veiligheid en veiligheidsmaatregelen? Het is erg handig als er in een cirkel om een kerncentrale waar een probleem is, dezelfde maatregelen worden genomen voor dezelfde maat cirkel. Hoe zit het met de uitwisseling van informatie? Hebben alle veiligheidsregio's, alle burgemeesters daarin en de eindverantwoordelijken van de politie al elkaars telefoonnummer? Is dat al gelukt?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. De directie van ECN/NRG zegt dat de sanering van het radioactieve afval in Petten voor haar de grootste prioriteit heeft. De achterstand kan worden ingelopen en 2022 is alsnog haalbaar. Ik heb grote twijfels hierover. Er zijn te veel signalen dat het helemaal niet goed gaat met de sanering van het nucleaire afval. NRG diende een onvolledig plan van aanpak in bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. Deze ziet geld en technische complexiteit niet meer als belangrijke oorzaak van de vertraging, maar ziet wel organisatorische problemen. Tegelijkertijd is Nieuwsuur met vertrouwelijke documenten gekomen waaruit blijkt dat geld wel degelijk een probleem is. De sanering zou 71 miljoen euro meer kosten dan verwacht. Het opruimen van het afval duurt mogelijk ook langer, tot 2027 of later.

De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming heeft eerder al vastgesteld dat de voorziene einddata voor de eindberging niet meer haalbaar zijn. Ik wil heel graag een reactie van de Minister op al deze berichten. De rekening loopt op, tot mogelijk 184 miljoen euro of zelfs hoger. Klopt het dat NRG in gesprek is met het ministerie over een extra rijksbijdrage? De rekening vanuit publieke middelen loopt daardoor behoorlijk op, terwijl de ChristenUnie graag vasthoudt aan het principe dat de vervuiler betaalt.

Als sinds 2013 probeert NRG een tritiumverontreiniging te saneren, nadat in 2012 een lekkage is ontdekt die al tien jaar bezig was. 80% is gesaneerd. Dat lijkt veel, maar afgelopen jaar bleek dat zowel de grondwaterstroming als het effect van de sanering op de verplaatsing van de verontreiniging anders waren dan door de modellen werd voorspeld. NRG heeft laten weten dat de verontreiniging buiten de grenzen van het terrein komt en dat ook de concentraties hoger zijn dan verwacht. Volgens de Minister zijn de radiologische consequenties zeer beperkt. Kan zij toelichten wat zij bedoelt met het woord «beperkt»? Wat zijn de gevolgen voor omwonenden? Ik heb natuurlijk het RIVM-rapport gezien, maar toch zijn dit zaken waar ik mij wel ongerust over maak. Wat gaat er de komende jaren gebeuren om deze verontreiniging verder te saneren? Past dit nog binnen de businesscase van NRG? Graag krijg ik een reactie hierop van de Minister.

Er heeft ook een INSARR-missie plaatsgevonden. De resultaten daarvan zijn ook niet echt geruststellend. Ik noem twee punten. In 2016 was er onverklaarbaar waterverlies uit het reactorbassin. Hoe wordt voorkomen dat dit in het milieu terechtkomt? Er moeten ook meer waarborgen komen rond de veiligheidscultuur, onder andere door taken en bevoegdheden duidelijker te scheiden. De ANVS stelt dat NRG het veiligheidsgedrag moet verbeteren. Heeft de Minister hier nog vertrouwen in?

Intussen wordt gewerkt aan plannen voor een nieuwe reactor, PALLAS. Voor de ChristenUnie staat voorop dat onderzoek naar en behandeling van kanker op geen enkele manier mag worden geblokkeerd, maar tegelijkertijd vraag ik mij af of het bouwen van de nieuwe PALLAS-reactor – waarvoor er ook nog geen investeerders zijn – de enige weg is. Mevrouw Van Tongeren wees al op de cyclotrons in ziekenhuizen en de innovaties bij ASML.

Dan kom ik op Doel en Tihange. Ik ben absoluut niet gerust op de veiligheid van de Belgische centrales. In de brief van de Belgische regering en Onze Minister lees ik dat de veiligheidsrisico's door Electrabel hoog werden ingeschat, omdat de onderzoeksmethode te streng was. In plaats van het veiligheidsrisico wordt nu de onderzoeksmethode aangepast. Dat is toch de wereld op zijn kop? In de Belgische media lees ik dat Electrabel opnieuw geen veiligheidsvergunning krijgt na de constatering van ernstige gebreken in de kerncentrales in Doel. Het bedrijf wordt door de Belgische toezichthouder zelfs laks optreden verweten. Het bedrijf kondigt aan dat tegen eind 2019 aanpassingen worden doorgevoerd, maar dat is toch veel te laat? Heeft de ANVS contact gehad met de Belgische toezichthouder? Wat is de uitkomst hiervan? In december drong de Minister nog aan op een tijdelijke sluiting. Doet ze dat nu weer samen met de Nederlandse gemeenten in de grensregio? Wanneer verwacht de Minister dat het onderzoek door de Onderzoeksraad Voor Veiligheid gereed is?

Volgens de Belgische wetgeving hebben gemeenten binnen een straal van 5 kilometer van een nucleaire installatie de mogelijkheid om in te spreken bij een vergunningenprocedure. Dat lijkt mij erg beperkt, aangezien de effecten van eventuele calamiteiten zich over een veel groter gebied zullen uitstrekken. Natuurlijk gaat Onze Minister niet over de Belgische wetgeving, maar ziet zij toch mogelijkheden voor meer inspraak voor Nederlandse gemeenten of eventueel de provincies?

Mijn laatste punt gaat over de jodiumpillen. In september worden 15 miljoen jodiumpillen verspreid. Ook mijn vraag is: geeft dit niet een vals gevoel van veiligheid? Als het misgaat in Duitsland, zouden heel Drenthe en Groningen geëvacueerd moeten worden. Ik sluit mij aan bij de vragen van GroenLinks over de evacuatieplannen. Als het de overheid ernst is en de veiligheid inderdaad in het geding is, zouden wij eigenlijk veel meer maatregelen moeten nemen dan alleen het verstrekken van jodiumpillen.

Voorzitter: Van Tongeren

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Voorzitter. Sinds een aantal maanden lijkt het wat rustiger rondom de Belgische kerncentrales, maar ik kan lastig beoordelen of de zorgen onder omwonenden minder zijn. Begin februari kwam immers het bericht naar buiten dat België overweegt om de kerncentrales langer open te houden dan gepland. Hieronder vallen ook de centrales Doel 3, vlakbij de grens, en Tihange 2, op zo'n 40 km van de Nederlandse grens. Dat zijn centrales waar zich in het verleden al meerdere incidenten hebben voorgedaan. De mensen in de grensstreek in Zeeland, Brabant en Limburg worden daar niet blij van. Het bericht van de preventieve verspreiding van jodiumpillen roept ook wat vragen op. Klopt dat? Roept dat of in ieder geval de berichtgeving daarover inderdaad vragen op? Hoe gaan wij de communicatie op een goede manier vormgeven? De VVD neemt de zorgen van mensen serieus, maar dit blijft natuurlijk een lastige kwestie.

In het laatste algemeen overleg over nucleaire veiligheid hebben wij uitgebreid gesproken over de incidenten rondom die Belgische kerncentrales en over de zorgen van omwonenden. Voor de VVD blijft gelden dat we de Belgen nooit kunnen dwingen om hun centrales te sluiten. Maar wat kunnen we dan wel doen? Zijn er alternatieven? De VVD is blij dat de Minister daar bovenop zit. Zo heeft zij regelmatig contact met haar Belgische collega. De Minister blijft hameren op de zorgen van Nederlandse omwonenden en ze houdt bovendien oog op de gezamenlijke inspecties die zijn ingevoerd. Ze informeert ons en zet alle beschikbare en noodzakelijke drukmiddelen in. En dat allemaal naar aanleiding van vijf moties over dit onderwerp die de VVD mede heeft ingediend of heeft gesteund. Er zijn dus goede ontwikkelingen waar wij vooral scherp op moeten blijven.

De heer Wassenberg (PvdD):

De heer Dijkstra zegt dat het heel waardevol is dat de Minister goed overleg heeft met de Belgische collega's. Wat is de waarde van dat overleg als de Minister vraagt om die kerncentrales tijdelijk te sluiten en het antwoord per direct nee is?

De heer Remco Dijkstra (VVD):

In het vorige overleg werd mij een soortgelijke vraag gesteld. Wij moeten doen wat wij kunnen doen om de zorgen van de omwonenden weg te nemen. Maar België is wel een autonoom land met een eigen politiek systeem. In België moeten besluiten worden genomen over de energievoorziening, over hoe men daarmee omgaat en ook over hoe men omgaat met de kerncentrales. Wij kunnen niets afdwingen, tenzij wij de grens over rijden met het legertje dat wij hebben. Maar dat zie ik niet gebeuren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ik ben het met de heer Dijkstra eens dat je dat niet kunt afdwingen, maar België heeft een aantal buurlanden. Nederland is kritisch. Luxemburg is kritisch. Duitsland is kritisch. Wat vindt de heer Dijkstra van het idee dat Nederland de lead, het initiatief, neemt om samen met die bezorgde buurlanden te bekijken of we België onder druk kunnen zetten? Want dat is iets wat Nederland wel kan doen. Je kunt dit «onder druk zetten» noemen, maar je kunt ook het overleg intensiveren. Wat vinden de heer Dijkstra en de VVD van het samen optrekken van verschillende landen om de kerncentrales te sluiten?

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Dat gebeurt. Ik refereer daarbij aan de motie-Smaling van 24 januari van dit jaar die de VVD meeondertekend heeft. In die motie wordt de regering verzocht om samen met de gelijkgestemde buurlanden van België alle beschikbare nationale en internationale druk en hulpmiddelen in te zetten om de Belgische regering te bewegen om alert te zijn op onveilige situaties en tot actie te manen et cetera, et cetera. Dat is een motie van uw eigen hand, mijnheer Wassenberg. Sorry, ik vergis me, u bent van een andere partij die net ook wat radicaler is dan de heer Smaling. Wij hebben dit samen met de heer Smaling gedaan en ook de naam van mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren staat onder deze motie. Dat is een motie van 24 januari. Wij doen dus alles wat binnen onze bevoegdheid en mogelijkheid ligt, maar we moeten wel realistisch zijn. Dat is mijn antwoord.

Mevrouw Van Eijs (D66):

De heer Dijkstra snijdt de vraag aan wat we kunnen doen om België te bewegen om de kerncentrales alsnog te sluiten. Minister Kamp onderzoekt onder andere of België beter aangesloten kan worden. Wij kunnen het natuurlijk op een bestraffende manier regelen, maar ook met een helpende hand. Hoe ziet u dat?

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Dat klopt. In het winterpakket voor de energie van de Europese Unie zit interconnectiviteit, samenwerking op Noordwest-Europees niveau. Hoe kunnen wij landen helpen om energie uit te wisselen en de verbindingen groter te maken? Dat zijn allemaal positieve opties die wij kunnen aanbieden. Maar de bottomline is dat de Belgen met hun zeven parlementen – geloof ik – beslissen hoe ze ermee omgaan. In België wordt die urgentie volgens mij wat minder dan hier of in Aken gevoeld. Dat is één. Ten tweede gaan ze er uiteindelijk zelf over. Dus de Belgen moeten het zelf doen. Bovendien hebben ze negatieve ervaringen. Er is een moment geweest waarop het windstil was en de kerncentrales niet volop konden draaien en toen hadden mensen geen stroom. Zoiets gebeurt je maar één keer. Mevrouw Van Tongeren weet hier meer van. De Belgen zijn dus aan zet en ze zijn op dit moment uitermate afhankelijk van hun kerncentrales, hoe oud die ook zijn en wat wij daar ook van vinden.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Dat klopt, maar ik denk dat het juist dan extra belangrijk is. De heer Dijkstra geeft net het voorbeeld dat er niet genoeg stroom was, omdat er geen wind was. Dat geeft juist aan dat de interconnectiviteit van levensbelang is om die move te kunnen maken en de kerncentrales te kunnen sluiten.

De voorzitter:

En uw vraag is?

Mevrouw Van Eijs (D66):

Ik had geen vraag, maar u gaf mij het woord.

De voorzitter:

U pleegde een interruptie. Dan mag u een vervolgvraag stellen. Daarvoor gaf ik u het woord. Als u geen vraag hebt, vervolgt de heer Dijkstra zijn betoog.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Je moet samenwerken, maar uiteindelijk gaan wij hier niet over. Laten we wel realistisch zijn. Dit is een besluit van de Belgen zelf. We kunnen van alles willen en vinden en we kunnen de Belgen ook helpen, maar uiteindelijk moeten ze het zelf bepalen en gaan doen. Wij kunnen dat niet voor hen beslissen.

Behalve over de Belgische kerncentrales is er ook ongerustheid over het nucleair afval in Petten. Gisteren had Nieuwsuur daar nog een item over, met name over de kosten en over het feit dat het langer zou duren. Ik vind het moeilijk om daarop te reageren, want het gaat om een gelekt stuk. Ik heb ook een kopie in mijn mail gekregen om daarop te reageren. Ik vind dat geen nette manier van doen. Ik hoor graag van de Minister hoe dat zit. Het scheiden en sorteren van nucleair afval is natuurlijk een belangrijke zaak. Dat is een verantwoordelijkheid van de exploitant. In het verleden is er sprake geweest van een achterstand door organisatorische problemen. Zijn die organisatorische problemen er nog? Zo ja, welke zijn dat dan? Die moeten natuurlijk opgelost worden, zodat die klus veilig geklaard kan worden. Als het langer moet duren, dan kan dat voor de VVD, mits het uiteraard veilig gebeurt. Dan heb ik er in principe geen moeite mee dat het langer moet duren. Als het betekent dat die achterstand veder oploopt, dan is dat best een optie. Ik ben zelf wezen kijken en ik heb me daar laten informeren. Ik zag geen supergrote urgentie. Het ligt daar nu in ieder geval veilig. Als het weg moet, dan moet dat op een veilige manier kunnen gebeuren en dan moet dat niet ten koste gaan van de veiligheid. Wil de Minister daarop reageren?

Ik ben erg blij met het werk dat in Petten plaatsvindt. Ik wil nogmaals onderstrepen dat het een uitermate goede zaak is dat er medische isotopen in Petten worden gemaakt waarmee verschillende vormen van kanker worden behandeld. Mensen worden daardoor namelijk genezen. Iedereen kent wel iemand in zijn omgeving. Het is fijn dat we een werkend medicijn in eigen huis hebben. We zijn daar ook best wel afhankelijk van. Dat die radioactieve medische isotopen cruciaal zijn voor de behandeling van kanker blijkt ook uit het bericht dat acht Nederlandse patiënten in maart niet behandeld konden worden, puur omdat er sprake was van een tekort. Dat kwam omdat Petten stillag en een centrale in Kazachstan buiten bedrijf was. Sommige linkse partijen pleiten ervoor om de reactor in Petten gewoon te sluiten. Volgens mij levert dat een groot probleem op, want dan zijn er helemaal geen medische isotopen meer beschikbaar. Dat vind ik onbestaanbaar. Je ziet wat de consequenties daarvan zijn. Ik vind dat we dat goed moeten doordenken. Er is volgens mij geen goed alternatief, en dus zijn we er afhankelijk van.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik heb een vraag aan de heer Dijkstra. Er is geen discussie over het belang van de productie van medische isotopen. Maar ik ken de VVD ook als een partij die staat voor innovatie. Hoe beoordeelt de heer Dijkstra de nieuwe ontwikkelingen, zowel bij ASML als in de ziekenhuizen, waar medische isotopen worden geproduceerd met zogenaamde cyclotrons? Dat zijn toch ontwikkelingen waar we onze ogen niet voor moeten sluiten en waarvan het bedrijfsleven ook inziet dat het de toekomst is. Het bedrijfsleven staat ook niet te trappelen om nieuwe reactoren te bouwen et cetera. Graag een reactie van de heer Dijkstra hierop.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

We hebben nu een medicijn dat werkt. Ik vind het een goede ontwikkeling dat er allerlei innovatieve technieken zijn. Die moet je vooral stimuleren, maar ik vind het te voorbarig om te zeggen dat we dit niet meer moeten doen. Daarmee lopen we namelijk een risico.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

«Zelfvoorzienend» vind ik altijd een beetje lastig als het gaat om de productie van medische isotopen, want volgens mij zijn er niet zo heel veel centrales op de wereld. Al die centrales hebben een functie die veel verder reikt dan het gebied waar ze staan. Ik deel met de heer Dijkstra dat we geen enkel risico mogen lopen, maar ik daag hem ook uit om samen met mij te gaan bekijken welke mogelijkheden die nieuwe ontwikkelingen bieden, zodat we niet overhaast besluiten nemen voor nieuwe centrales die veel geld kosten terwijl die door innovaties op andere plekken al achterhaald zijn. Pakt de heer Dijkstra die handschoen op? Laten we samen eens op werkbezoek gaan bij ASML of in ziekenhuizen om te bekijken wat er mogelijk is.

De voorzitter:

Mijnheer Dijkstra, een uitnodiging.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Jazeker. Die nemen we aan. Het zit hem in het woordje «misschien»: misschien dat we dan een alternatief hebben. Nee, ik wil het zeker weten. Ik wil geen risico lopen met patiënten. Mijn vraag is dus hoe het zit met de continuïteit, de beschikbaarheid en de eventuele alternatieven. Ook wil ik weten welke invloed financiële en organisatorische problemen bij de exploitant op de beschikbaarheid hebben. Ik ben het met mevrouw Dik-Faber eens dat we moeten voorkomen dat we tekorten in ziekenhuizen hebben. De ziekenhuizen trekken zelf ook aan de noodrem; dat is voor mij een belangrijk signaal.

De voorzitter:

De heer Dijkstra vervolgt zijn betoog en heeft nog een kleine minuut.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Dat komt goed.

De onderzoeksreactor van Petten is dus van enorm belang voor de medische wetenschap. De leveringszekerheid moet dus gegarandeerd worden. Dat is mijn conclusie. Problemen zijn er om opgelost te worden en het werken moet altijd veilig zijn. De ANVS beoordeelt het stuk nu. Ik weet niet of dat hetzelfde stuk is van 28 februari dat gisteren gelekt is of dat er een slag overheen is gegaan. Wanneer krijgen we vanuit de ANVS een reactie op het plan van aanpak van NRG?

Voorzitter: Remco Dijkstra

De voorzitter:

We hebben alle woordvoerders gehad. De Minister heeft mij verzocht om te schorsen. Ik stel voor dat wij schorsen tot 14.00 uur exact.

De vergadering wordt van 13.47 uur tot 14.00 uur geschorst.

De voorzitter:

We gaan weer verder met dit AO Nucleaire veiligheid. Er zijn veel vragen gesteld. Ik geef graag het woord aan de Minister van Infrastructuur en Milieu voor de beantwoording daarvan. De leden krijgen de mogelijkheid om maximaal twee korte vragen te stellen. Gezien de vele vragen gaat de Minister de beantwoording vast in blokken doen. Ik verzoek de leden om terughoudend te zijn en dan bekijken we na afloop wat we nog in tweede termijn kunnen doen.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Voorzitter. Ik had inderdaad bedacht om mijn beantwoording in blokjes op te delen. Ik wilde allereerst met de Kamer spreken over België, want daar zijn heel veel vragen over gesteld. Dat betreft twee van de zeven centrales die België heeft en die dicht tegen onze grens aan liggen. Ik wilde het vervolgens met de Kamer hebben over Petten, over de financiële problematiek, de afvalproblematiek en mijn reactie daarop. Tot slot zijn een aantal vragen gesteld die zeer divers van aard zijn en dus moeilijk in een blokje zijn in te delen. Voordat ik begin, wil ik nog heel kort een algemene inleiding geven. De meeste Kamerleden in deze commissie zijn namelijk nieuw, voor mij althans, en misschien ook nieuw in de Kamer. Het is altijd een voorrecht om een debat te kunnen voeren over dit onderwerp met de Kamer, ook in de nieuwe samenstelling.

Ik denk dat het goed is om te weten dat dit dossier halverwege de vorige kabinetsperiode, formeel januari vorig jaar, overgeheveld is naar mijn portefeuille. In het verleden had de Minister van Economische Zaken zowel kernenergie als het toezicht daarop in handen. Wij hebben in het kabinet gezegd: het is niet verstandig dat je aan de ene kant degene bent die een bepaalde energiemix wilt hebben en aan de andere kant ook degene die toezicht moet houden op de nucleaire veiligheid, dus laten we dat scheiden. Naar aanleiding daarvan hebben we een onafhankelijke organisatie opgericht, de ANVS, onder de politieke verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Milieu. We hebben recentelijk met de Kamer de zbo-status gegeven aan de ANVS om haar onafhankelijkheid nog extra te garanderen. Als de ANVS vindt dat iets dicht moet, dan gaat het dicht. Daar komt dus eigenlijk geen politieke besluitvorming aan te pas. Ik denk dat dat goed is. De scheiding van de verantwoordelijkheden is ook expliciet in lijn met internationale richtlijnen. Onder andere het International Atomic Energy Agency (IAEA) zegt daar een en ander over.

Ik heb een aantal Kamerleden horen zeggen: wij zijn voor sluiting want wij zijn tegen kernenergie. In de praktijk blijft de Minister van EZ primair verantwoordelijk voor de energieportefeuille, waaronder de samenstelling van de energiemix in Nederland. Ook de organisatie, de bekostiging van het historisch afval en de subsidiëring van nucleair onderzoek via het ECN (Energieonderzoek Centrum Nederland) en van de Stichting Voorbereiding Pallas-reactor voor de oprichting van een nieuwe reactor voor de productie van medische isotopen vallen primair onder zijn verantwoordelijkheid. Wat we gaan doen, valt dus onder hem. Of het op een veilige manier gebeurt, valt onder mij. Ook de Minister van VWS speelt natuurlijk een rol bij de isotopen.

Ook andere Ministers dragen verantwoordelijkheid. Zo is de Minister van VWS verantwoordelijk voor het beleid met betrekking tot de verstrekking van jodiumprofylaxe aan de Nederlandse bevolking in de directe omgeving van de kerncentrales. De Minister van Financiën en ikzelf zijn samen verantwoordelijk voor de goedkeuring van de financiële zekerheid die nucleaire bedrijven moeten geven voor de kosten van de toekomstige beëindiging van hun bedrijf. Wat nou als je Borssele of Petten zou willen opheffen? Ik zal daar steeds naar kijken vanuit het oogpunt van de veiligheid. Ik blijf natuurlijk het liefst zo ver mogelijk af van de financiën. Als ik namelijk ook verantwoordelijk zou zijn voor het geld, zou bijna de indruk kunnen ontstaan dat ik anders zou kunnen gaan denken over de veiligheid. Dat moet natuurlijk nooit gebeuren.

Los daarvan betekent dit niet dat ik geen antwoord ga geven op al uw vragen, die ongeveer op alle terreinen betrekking hebben. Ik zal proberen om uw vragen zo volledig mogelijk te beantwoorden, ook namens collega's, maar vergeef me als ik soms zal moeten doorverwijzen naar een collega omdat de verantwoordelijkheid en beantwoording primair binnen zijn of haar portefeuille vallen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik heb even nagedacht of ik nu moet interrumperen of niet, maar ik ben het zo roerend eens met het betoog van de Minister over het onafhankelijk van de energiemix organiseren van het toezicht. Ik krijg waarschijnlijk geen antwoord, maar ik vraag mij af of dit wellicht ook voor het dossier gaswinning moet gelden en of er weleens besproken is met de Minister om datzelfde model ook bij de andere energiesoorten toe te passen. De Minister legt het heel helder en heel goed uit en ik ben het er roerend mee eens.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Daar zou zeker iets over te zeggen zijn. Ik heb het daar niet over gehad met mijn collega. Ik denk dat het goed is dat een volgend kabinet bekijkt of het dat op een andere manier wil gaan inrichten. Bij het gasdossier was er zo'n urgentie om de dagelijkse problematiek op te lossen. Er valt genoeg te zeggen over de organisatorische inrichting daarvan, ook om dat voor de toekomst nog eens te bekijken. Daar hebben wij het niet over gehad. Dat speelt nu geen rol in de discussie die wij met elkaar hebben. Een nieuw kabinet moet er maar naar kijken. Er zitten diverse partijen aan tafel. Het belangrijkste voor dit dossier was dat er ook al veel internationale richtlijnen zijn over de scheiding van verantwoordelijkheden en dat de discussie over die scheiding eigenlijk al een tijdje speelde. Wij hebben bij de vorming van de Inspectie Leefomgeving en Transport, die toen ook een nieuw element was, gezegd: zou het dan geen logische zaak zijn om het toezicht bij I en M onder te brengen? Dat heeft even geduurd maar is nu gerealiseerd. Daardoor kunnen we ook die twee gezichten in één kabinet hebben.

Ik ga naar de vragen over België. Ik denk dat de Kamer daar de meeste vragen over heeft gesteld. Aan de ene kant doet het me deugd dat al die zorgen niet over het Nederlandse dossier gaan, aan de andere kant is het extra complex voor mij omdat ik er minder over te zeggen heb dan over de instellingen in eigen land, zoals de Kamer zal begrijpen. Dat betekent echter niet dat we niets doen. Sinds we hier vorig jaar mee gestart zijn, denk ik dat er flinke stappen gezet zijn in de relatie met België. Ik heb meerdere keren met mijn Belgische collega Jambon gesproken en mijn zorgen geuit over de incidenten die plaatsvonden. Ik heb gevraagd of hij er inzicht over kon geven of die ook nucleaire gevolgen konden hebben of dat het incidenten waren die wel op locatie plaatsvonden maar geen nucleaire gevolgen hadden. We zijn ertoe gekomen om gezamenlijke inspecties toe te staan. Zoals wij de ANVS hebben, hebben de Belgen het FANC. Dat is ook een onafhankelijke organisatie, die natuurlijk ook gewoon betrouwbaar moet zijn. Toch is het tegelijkertijd fijn als je af en toe eens met elkaar kunt meekijken. Onze ANVS loopt dus mee met een aantal inspecties van het FANC en andersom hebben wij het FANC gevraagd om bij ons mee te kijken bij Borssele of op andere plekken.

De voorzitter:

Een interruptie van de heer Van Wassenberg.

De heer Wassenberg (PvdD):

De heer Wassenberg, voorzitter. De Minister zei net dat de ANVS veel macht heeft en dat er geen politieke rem op wordt gezet als de ANVS tot een bepaalde conclusie komt. Bij het FANC blijkt dat toch wel zo te zijn. Het FANC heeft namelijk ongezouten en keiharde kritiek geleverd op het veiligheidsbeleid van met name Tihange. Daar lijkt weinig mee te zijn gebeurd. Is er dan niet toch een groot verschil tussen enerzijds de Nederlandse ANVS en anderzijds het Belgische FANC?

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Ik kan dat niet honderd procent inschatten, maar ik denk het niet. Ik wilde zo op dat punt komen. De kritiek was natuurlijk sterk gericht op de veiligheidscultuur en niet op het zich daadwerkelijk voordoen van onveilige incidenten. Dat is het verschil. Op het moment dat zich onveilige situaties voordoen, zal het FANC niet anders kunnen dan zeggen dat de kerncentrales daar gesloten moeten gaan worden. Ik heb begrepen dat dit over de veiligheidscultuur ging. Daar is het FANC gewoon heel kritisch over en dat moet het ook zijn. Naar aanleiding daarvan zei ik zelf ook: als die opmerkingen zo gemaakt zijn, zou je er dan niet over moeten nadenken om in de tussentijd de centrales even stil te leggen? Er was een rapport – dat was overigens van Electrabel, de uitbater, en dus niet van het FANC – maar dat was gewoon geen goed rapport. Er ontstond dus ook meteen discussie of het dan wel zo is of niet. Maar ja, zolang er onduidelijkheid is, zou je eigenlijk willen dat er een pas op de plaats gemaakt wordt. Daar heb ik contact over gehad. Het FANC kan een centrale alleen maar sluiten als er echt sprake is van onveiligheidsincidenten.

De heer Wassenberg (PvdD):

Daar lijkt toch wel sprake van te zijn want het is inderdaad het hele veiligheidsbeleid. Ik heb gelezen in de Belgische media dat er toch meer aan de hand was en dat er bijvoorbeeld ook bij de brandveiligheid heel grote fouten zijn gemaakt. Electrabel, de exploitant, wordt inderdaad ook flink de oren gewassen. Niet alleen is dus gebleken dat de hand wordt gelicht met de veiligheidsprotocollen, maar ook dat de brandveiligheid heel erg in het geding is. De directeur van het FANC heeft de vergelijking met Fukushima en Tsjernobyl gemaakt, maar kennelijk heeft dat toch minder impact dan wanneer in Nederland de ANVS iets zegt.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Volgens mij stonden die vergelijkingen met Fukushima en Tsjernobyl in het Weense rapport, maar ... Ik kijk voor de zekerheid nog even om mij heen, maar ik dacht dat het een andere partij was dan de directeur van het FANC. Ik wil nog wat zeggen over dat Weense rapport, maar naar aanleiding van uw vragen gaan we nu alles door elkaar heen doen.

Het Weense rapport was vooral een apocalyptisch rapport: wat is de aller-, aller-, allerergste situatie die je je kunt voorstellen? Dat doen zij expres zo, omdat landen op grond daarvan een inschatting kunnen maken van de kans dat zoiets ernstigs zich bij hen zou voordoen en van de noodzaak om daar hun rampenplannen wel of niet op aan te passen. De kans op zo'n apocalyptisch verhaal is bijzonder klein en daarom zullen de rampenplannen niet daarop worden georganiseerd. Dat laat onverlet dat het wel van belang is om het te weten, want je wilt altijd weten wat bij zoiets de bandbreedte is.

De strengheid van het FANC. Het heeft onder andere Tihange uit voorzorg al een tijdje gesloten. Dat is gewoon een actie van het FANC, omdat men van oordeel is dat Tihange op een aantal punten nog niet voldoet. Uw vraag betrof dus eigenlijk de ANVS. Die staat onafhankelijk in het leven en grijpt ook in, maar geldt dat ook voor het FANC? Ik heb het gevoel dat het FANC dat ook doet en het FANC is natuurlijk niet een Belgische organisatie die onder de Belgische regering valt. Het is ook een onafhankelijke organisatie die internationaal wordt geaudit door de diverse organisaties die daarop toe moeten zien.

Betekent het dat in de centrales alles helemaal op orde is? Nee, want er zijn diverse rapporten waarin staat: dit of dat kun je nog verbeteren. Tot nu toe zijn dat geen punten die ook werkelijk de veiligheid in gevaar hebben gebracht. Maar als de veiligheidscultuur niet op orde is, vind ik dat ook geen goed aspect. Wij hebben precies hetzelfde aan de hand gehad bij NRG in Petten. Uit onze eigen analyse bleek dat er daar ook problemen waren met de veiligheidscultuur. Daar moet je steeds heel scherp op blijven toezien en als zoiets blijkt, moet je daarmee aan de slag. Dat moet je gaan verbeteren, maar dat is niet altijd een reden om de boel dicht te doen.

Ik was aan het vertellen wat we tot nu toe hebben gedaan en daar wil ik nu even naar terug. Ik heb meerdere gesprekken gehad met Jambon. Er zijn gezamenlijke inspecties uitgevoerd door de ANVS en het FANC. Er zijn meerdere bijeenkomsten geweest met de bestuurders van de veiligheidsregio's. Volgende week heb ik weer een gesprek met de bestuurders van de veiligheidsregio's in de grensstreek, onder andere naar aanleiding van dat Weense rapport want dat heeft natuurlijk veel onrust veroorzaakt. Ik dacht dat het de heer Dijkstra was die vroeg: is de rust nu wel of niet teruggekeerd? Eigenlijk iedere keer dat er iets nieuws naar buiten komt, zie je in een soort slingerbeweging nieuwe onrust ontstaan.

Het gaat niet alleen om bestuurders en de mensen in de veiligheidsregio's, maar vooral om de communicatie met de burgers zelf. Die zijn natuurlijk onrustig, omdat ze zich terecht afvragen wat het voor hen betekent als er wat gebeurt. Daarvoor hebben we ook stappen gezet, bijvoorbeeld het oprichten van een landelijke kerngroep communicatie nucleair en straling. Verder organiseren we een oefening crisiscommunicatie straling en is er een verwijzing op de ANVS-website naar ongewone gebeurtenissen in nucleaire installaties in België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. We doen het dus ook voor andere gebieden waar onrust zou kunnen spelen. Ten slotte hebben we gevraagd om meer gelijksoortige communicatie omdat men bijvoorbeeld in België anders over incidenten communiceert dan in Nederland.

Veel commissieleden hebben gevraagd wat ik in internationaal verband doe en in samenwerking met andere landen die zich ook zorgen maken. Daarom hebben we naar aanleiding van de motie-Smaling (25 422, nr. 183), waarin wordt gevraagd om met gelijkgestemde landen op te trekken, besloten om in het kader van de Nederlandse ... We hebben toen al aangeven dat landen als Duitsland en Luxemburg zelf geen formeel protest aantekenen maar dat de gemeenten dat doen, omdat je op landenniveau geen juridisch aangrijpingspunt hebt om dat te doen. Waar we nu voor hebben gekozen om als land wat te kunnen doen, is in het kader van het Nederlandse voorzitterschap van de Benelux de focus te leggen op grenzeloze zekerheid en veiligheid. Daarbinnen besteden we extra aandacht aan de coördinatie van crisismanagement, gezamenlijke nucleaire inspecties en discussies over bijvoorbeeld de inspraakmogelijkheden, die ruimer zijn dan vaak wordt gedacht. Verder zullen we afspraken maken over het op reguliere basis delen van informatie en over het verbinden van conclusies aan de nucleairecrisisoefeningen die in onze landen worden gehouden.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Dat haakt aan bij de laatste woorden van mijn inbreng, namelijk dat er commissies in het buitenland zijn, bijvoorbeeld van Duitsland samen met Frankrijk en van Zwitserland samen met Tsjechië, om te bekijken hoe het nu precies gaat met de nucleaire veiligheid. Moet ik dat in het zelfde frame zien of is dat weer wat anders? Kan de Minister daarover nog wat zeggen?

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Dat zijn internationale audits waarin experts uit verschillende landen zitten. Dat is althans wat ik denk dat u bedoelt met de commissies waarover u spreekt. Daar doen wij ook aan mee.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik ben benieuwd of er dan ook een verband is tussen de zorgen van de inwoners en de audits die worden gedaan. Versterkt dat elkaar of hangt het als los zand aan elkaar?

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Audits zullen altijd gaan over feitelijke veiligheidsvraagstukken. Je loopt daarvoor een reeks elementen langs en vinkt die af om te bekijken hoe het ermee staat. De gevoelens van de mensen in de streek hebben natuurlijk heel veel te maken met de rapporten waarin bevindingen staan. Er zijn altijd wel bevindingen die je dwingen om jezelf te verbeteren en dat kan natuurlijk tot onrust leiden. Het belangrijkste is wat mij betreft dat we goed laten doorklinken wat echt een veiligheidsvraagstuk is en wat gewoon een verbeterpunt is voor de organisatie om nog veiliger te worden of om te voorkomen dat het onveilig wordt.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik kan me voorstellen dat heel veel bewoners problemen hebben met de manier waarop die feiten worden vastgesteld. Die informatie kunnen ze vaak niet goed duiden en vervolgens ontstaan er daardoor problemen. Dat is de reden waarom ik die samenhang zie. In het vorige gesprek met de Minister was er nog geen harde toezegging dat wij in dat soort commissies zitten. Nu hoor ik de Minister eigenlijk zeggen: wij maken daar al onderdeel van uit. Het is dus geregeld en dat betekent dat we weer een stap verder zijn. Ik ben blij om dat te horen.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

De duiding is, denk ik, een van de belangrijkste zaken. Je kunt met dezelfde informatie mensen geruststellen of tegen het plafond jagen. Het belangrijkste is om iedere keer heel goed te laten zien welke eisen we in internationaal verband stellen aan installaties en of die installaties daar wel of niet aan voldoen. De nucleaire installaties in België, die centrales, voldoen over de gehele linie aan de veiligheidseisen die internationaal worden gesteld. Dat blijkt iedere keer uit de rapportages. Dat betekent overigens niet dat er nooit incidenten plaatsvinden. Die incidenten worden gemeld en leiden tot onrust in de regio, ook al wordt erbij gezegd dat die incidenten geen nucleaire gevolgen kunnen hebben. Als je zegt dat ze over de hele linie voldoen, betekent dat dus nog niet dat mensen in een keer gerustgesteld zijn want het gaat wel om oudere centrales. Ik kan me voorstellen dat mensen zich afvragen hoelang die nog mee kunnen en dat ze zeggen: dat het vandaag goed gaat, betekent nog niet dat het morgen ook goed gaat. Als wij pillen gaan uitdelen, zal dat ook weer effect hebben.

Al die elementen spelen een rol en dat is de reden waarom ik bijvoorbeeld volgende week alweer spreek met de bestuurders van de veiligheidsregio's over de vraag hoe we eenduidiger en gezamenlijk kunnen optrekken. Je ziet aan de ene kant de bestuurlijke wens van de raden en individuen om op te trekken voor sluiting, maar aan de andere kant dat het inhoudelijk niet aantoonbaar is dat sluiting noodzakelijk is. Hoe ga je die twee heel verschillende boodschappen communiceren? Dat is heel complex!

Voorzitter. Met welke landen werken we samen? We doen dat in Benelux-verband, maar we werken, zoals ik al zei, ook samen met Duitsland en België. Met die laatste landen trekken we intensief op in directe contacten met elkaar.

Hoe staat het dan met de veiligheid? Ik zei er net al wat over. De centrales voldoen over de hele line aan de veiligheidseisen. Mijn zorgen richten zich dan ook voornamelijk op de veiligheidscultuur. Er lag weliswaar een slecht rapport aan ten grondslag, maar dan denk ik nog: je moet daar voor de zekerheid toch wat aan doen in afwachting van het goede rapport. Mijn Belgische collega is er vrij in om daarin een eigen keuze te maken. Er waren ook rapporten waarin zorgen stonden over de maatregelen voor het tegengaan van brandgevaar en voor de beveiliging. Ik geloof dat de heer Van Aalst daarnaar vroeg. Het gaat dan onder meer om militaire beveiliging en allerlei vormen van cybercrime. Daar is ook veel op gebeurd in de afgelopen periode. Er zijn nieuwe maatregelen genomen. Er is voortgang geboekt. Tegelijkertijd is het op een aantal punten nog niet helemaal opgelost. Wel is de aanwezigheid van militairen op de belangrijkste nucleaire inrichting bijvoorbeeld geregeld in afwachting van het speciaal beschermings- en bewakingscorps van de federale politie aldaar.

Over Wenen heb ik net al wat gezegd. Het gaat om een hypothetisch kernongeval. De kwantitatieve gevolgen van dat hypothetisch ongeval worden onderzocht. Het geeft geen informatie over de waarschijnlijkheid van zo'n ongeval. Het geeft dus eigenlijk geen goed beeld van de veiligheid maar vooral van de mogelijkheden. Dat kunnen de rampenvoorbereidingsorganisaties dan gebruiken om te bekijken wat ze daarvan oppakken. Ook dat bespreek ik maandag of ergens volgende week met de veiligheidsregio's.

De regio Limburg is over het algemeen voorbereid op rampen, specifiek ten aanzien van de kerncentrale Tihange. Het Weense onderzoek is hypothetisch. De regio Zuid-Limburg hoeft zich gezien de afstand van Tihange tot de Nederlandse grens eigenlijk alleen voor te bereiden op de distributie van jodiumtabletten en niet op maatregelen als schuilen en evacueren. Schuilen is een algemene maatregel die uiteindelijk alsnog makkelijk kan worden afgekondigd als het nodig is, maar gezien de kans maal het risico op wat er kan gebeuren in Tihange zal dat daar niet zo snel gaan spelen.

De heer Van Aalst vroeg naar de INES-indeling van de storingen bij de Belgische kerncentrale. Alle incidenten in België zijn INES 1 of 0. INES geeft weer hoe zwaar het incident is. In 2016 zijn er zeven INES-meldingen niveau 1 geweest. Alle andere meldingen waren niveau 0. Dus het zit in de lichte pool.

Een heel belangrijk punt is de machteloosheid als je als grensregio niet kunt meespreken over een installatie die zo dicht bij ligt. Even los van de vraag of je wel of niet gelooft in alle rapporten die er liggen over de veiligheid is het heel complex als je niets of nauwelijks iets te zeggen hebt over een installatie die wel effecten kan hebben op jouw grondgebied. Ik heb dus ook begrip voor de wens van burgers om een betere informatievoorziening te hebben maar ook om meer betrokken te worden bij de Belgische besluitvorming. Daar heb ik al een keer met mijn collega over gesproken. Inspraak bij Belgische vergunningsprocedures en milieueffectrapportages voor nucleaire installaties heeft iedereen, ook Nederlandse burgers. Als de vergunningseisen veiligheidseisen bevatten, dan heeft de Nederlandse burger ook inspraak op die eisen, maar de keuze om wel of niet kernenergie toe te staan, is echt een besluit van de Belgische regering, net zoals dat ook bij de Nederlandse regering het geval is. Daar hebben Belgische burgers aan de voorkant invloed op door middel van hun stemrecht maar Nederlandse burgers niet.

Op dit moment wordt een belanghebbende bij een verleende vergunning door de Raad van State gedefinieerd als iemand die binnen 20 kilometer van de locatie af woont. Een van de punten waar wij naar kijken is de vraag of dat misschien ruimer kan zijn in de toekomst. Als je immers op 100 kilometer afstand jodiumpillen gaat uitdelen, is de vraag of je de grens van de inspraak ook niet kunt verleggen. Dat speelt. Dan heb je ook nog een informatieplicht. In België is die er tot 5 kilometer van de locatie af, in Nederland tot 10 kilometer. Dat is allemaal relatief beperkt. Inspraak heeft iedereen: Belgisch of Nederlands. Beroep is alleen binnen die 20 kilometergrens mogelijk.

In België heb je ook een mooi instrument dat wij in Nederland niet kennen en dat heet remgeld. Ik weet niet of ze dat hierbij ook hebben. Dan moet je een bijdrage leveren als je wilt inspreken, omdat je anders de kans loopt dat duizenden mensen hun handtekening op een folder zetten als je die uitdeelt zonder precies te weten hoe of wat. Wij zijn in ieder geval aan het bekijken of de cirkel van beroep wat breder kan worden.

Ik heb aangegeven wat wij allemaal doen aan de voorkant. Ik blijf erbovenop zitten. Voor mij is de veiligheid van deze locaties net zo belangrijk als de veiligheid van de locaties in Nederland, want uiteindelijk kan het wel effect hebben op ons grondgebied. Ik ben mij er natuurlijk van bewust dat er een protestactie plaats gaat vinden. Die is gericht op sluiting. Dat is wat de mensen van het lint gaan vragen. Ik kan en wil vanuit mijn verantwoordelijkheid niet vragen om sluiting zolang zich geen incidenten voordoen die daar aanleiding toe geven. Ik zal dus niet meelopen in een lint, zoals sommige Kamerleden wel gaan doen, maar ik blijf wel vanuit mijn verantwoordelijkheid voor de veiligheid in onze regio's erbovenop zitten om ervoor te zorgen dat de veiligheid in die organisaties gewaarborgd is, via de ANVS, via internationale discussies en druk, en via direct contact met de Belgische omgeving.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren had nog een vraag. Ik wil graag wat terughoudendheid, maar ik sta het toch eventjes toe nu.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Mijn vorige interruptie was heel kort. Ik ben overigens heel blij dat inspraak in Nederland nog steeds niet gerelateerd is aan je mogelijkheid om daarvoor te betalen. Wij hebben een Euratom-verdrag. De Minister schetst nu het beeld dat een soeverein land zelf mag besluiten wat het doet, maar wij verzekeren met z'n allen, alle belastingbetalers in Nederland, die kerncentrales. Krijgen wij een grote ramp, dan betalen wij mee aan het herstellen van de eventuele schade daarvan. Die kerncentrales zijn maar heel beperkt particulier verzekerd, tot een vrij laag bedrag. Daarboven doen staten het met een onderlinge waarborg. Dus wij hebben wel degelijk iets meer met elkaar te maken.

Ik vroeg mij ook af of de Minister nog terugkomt op het volgende. Onder Euratom – wie betaalt bepaalt – hebben wij met z'n allen afgesproken om elkaar erop aan te spreken als je zorgen hebt over de veiligheid. Daar zitten bepaalde mechanismes in. Het is iets anders met andere industriële installaties. Wij zijn ooit samen de EEG gestart met Euratom om die energietechnieken samen te ontwikkelen.

De voorzitter:

Ook mevrouw Dik-Faber heeft een vraag over het vorige blok.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

In hoeverre heeft de ANVS contact met het FANC over de Belgische centrales naar aanleiding van de meest recente berichtgeving? Ik heb het volgende in de Belgische media gelezen en ik ga ervan uit dat burgers in onze grensregio dat ook allemaal gelezen hebben. Het FANC heeft Electrabel opnieuw geen veiligheidsvergunning gegeven en zelfs laks optreden verweten, omdat Electrabel pas eind 2019 aanpassingen gaat doorvoeren. Dat stelt niet echt gerust. In de brief van de Belgische Minister aan Onze Minister lees ik dat niet het veiligheidsrisico wordt aangepast maar de methode om het veiligheidsrisico in beeld te brengen. Dat zijn allemaal signalen waardoor ik denk: het gaat er echt niet goed genoeg. Zijn er contacten tussen de ANVS en het FANC specifiek over deze recente berichten?

De voorzitter:

Ik kijk even of de Minister dit meteen kan beantwoorden of dat wij dit bewaren voor de tweede termijn. Wij moeten zo meteen ook nog schorsen vanwege een stemming. Ik wil graag dat de Minister haar eerste termijn helemaal kan afronden. Sommige vragen zullen misschien in tweede termijn terugkomen. Mevrouw Van Eijs, u hebt nog een korte vraag.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Als dit het einde is van het blok over de kerncentrales in België, dan wil ik dat er toch nog wordt ingegaan op de vraag over de onvoorziene stillegging, de aanbevelingen, de opvolging daarvan en de vraag in hoeverre daar communicatie over is.

De voorzitter:

Ik stel voor dat de Minister doorgaat met haar betoog. Ik wil in ieder geval dat afronden en de vragen zo veel mogelijk beantwoord krijgen voordat wij naar de stemmingen gaan. Als dat niet lukt, hebben wij daarna nog een mogelijkheid.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Ik ga even kort in op de vraag van de ChristenUnie over de laatste sluiting. Die hangt ook samen met de vraag van D66. Die ging over beveiliging. Het FANC heeft daarvan gezegd: u moet meer doen dan u op dit moment hebt gedaan. De Belgische nucleaire inrichtingen waren tot 1 mei 2017 in de gelegenheid om fysieke beveiligingsmaatregelen te nemen conform de aangepaste richtlijn van het FANC. De algemene conclusie van het FANC is dat er in de afgelopen periode enorme vooruitgang is geboekt bij alle nucleaire inrichtingen.

Tevens heeft het FANC vastgesteld dat enkele expectanten nog niet aan alle voorwaarden voldoen om de erkenning te verkrijgen. Zij krijgen nog een extra termijn om de laatste maatregelen te implementeren. Met de ANVS is er zeker contact geweest over het FANC. De ANVS weet natuurlijk wat zijn punten waren en waarom dat zo was. Ik heb al gezegd dat de aanwezigheid van militairen bij de belangrijkste inrichtingen een voorbeeld is van de voorzieningen, dit in afwachting van het beschermings- en bewakingskorps van de federale politie. Dit speelde dus bij de laatste stillegging. Men was wel bezig om oplossingen te leveren voor de problemen die het FANC nog had met de beveiligingsmaatregelen, maar men was nog niet helemaal klaar. Men moet het gewoon beter doen en daaraan voldoen.

Ik kom zo in tweede termijn terug op de vragen over Euratom, als mevrouw Van Tongeren dat goedvindt.

Dit was het wat België betreft. Ik ga nu over naar Petten. Ons nucleaire afval, zoals nucleair afval van ziekenhuizen en ander radioactief afval, wordt al heel lang in Petten opgeslagen, met de gedachte om dat daar voor de eeuwigheid op te slaan. Halverwege, ik meen in de jaren negentig, heeft men bedacht om dat toch maar niet te doen en het naar de COVRA te brengen, voor opslag voor de lange termijn.

Dat historische afval is niet altijd zo opgeslagen dat het ook geschikt is om te vervoeren. Als je gaat vervoeren, wil je weten of het laagradioactief, middenradioactief of hoogradioactief afval is. In het verleden lag dit eigenlijk allemaal een beetje door elkaar, omdat men niet dacht dat dit nog een keer uit elkaar gehaald moest worden. Het is een vrij ingewikkeld proces om dat te doen. Ik weet niet of de commissie nog een keer gaat kijken bij NRG in Petten, maar het wordt gescheiden in afgesloten kamers, met ijzeren handschoenen aan. Ik hoor van mevrouw Van Tongeren dat het ook op tv was. Het is best complex. Als je het gaat vervoeren, moet de COVRA ook wel zeker weten wat ze krijgt, want het moet op de juiste plek opgeslagen worden. Dat is dus de problematiek uit het verleden. De inschatting over de kosten van zo'n scheidingsoperatie en de termijn waarin die operatie klaar zal zijn was moeilijk te maken. Daarom heeft de ANVS in het verleden al gezegd dat het een plan van aanpak wil hebben. Ze heeft een plan van aanpak goedgekeurd, maar dat was tijdelijk, omdat de ANVS zich nog zorgen maakte over de financiën, de termijnen en de organisatie. Ik hoorde een paar Kamerleden zeggen dat het alleen over de organisatie ging, maar dat was niet het geval. Het ging ook over de financiën en de termijnen. Wanneer kun je wat goed leveren? Hoe ga je dat organiseren? Op welke wijze moet dat betaald worden?

Het is een rol van de ANVS om te beoordelen of het plan van aanpak goed is en of er voldoende vertrouwen is dat dit afval ook in de toekomst op een veilige manier kan worden afgevoerd. Daarmee is het ook mijn verantwoordelijkheid. Het is de verantwoordelijkheid van de Minister van EZ om ervoor te zorgen dat de uitvoering en de financiën akkoord zijn. In het verleden heeft hij al eens bijgelegd om de afvoer door te laten gaan. Op basis van het nieuwe plan zal bekeken moeten worden wie ervoor aan de bak moet.

Het huidige plan is geldig tot 1 juli. Vanwege de financiële problematiek van NRG heeft de ANVS het tot die datum goedgekeurd. Nu is er een nieuw plan in behandeling. Dat is het plan waar Nieuwsuur over berichtte. Het plan is naar ons gestuurd en het is dus uitgelekt. Het ligt nu nog bij de ANVS. Die moet er een oordeel over geven en bekijken of zij vindt dat het klopt. In dat plan zit een bandbreedte van, ik meen, 116 miljoen tot 184 miljoen. Je zit dus 16 of 84 miljoen boven de raming van 100 miljoen die in het verleden gemaakt is. De ANVS zal aan het einde van deze maand een besluit nemen en daarbij opnieuw letten op de financiële haalbaarheid en veiligheid. Mocht er te weinig geld zijn, dan ligt de primaire verantwoordelijkheid bij NRG. Dat is in het verleden ook altijd gezegd. Het bedrijf dat de beveiliging heeft gerealiseerd, moet daarvoor ook de verantwoordelijkheid dragen.

U hebt in de afgelopen periode kunnen horen dat NRG en ECN vaak hebben gezegd dat dit niet in het verleden bedacht is maar pas later. Zij vragen zich dus af hoe zij dit vanuit hun businessmodel kunnen bekostigen. Daar zit natuurlijk een onzekerheid in, laat ik daar maar zo transparant mogelijk over zijn. Er zijn in het verleden vaker inschattingen gemaakt, ook over andere onderdelen, bijvoorbeeld hoeveel de afvoer van afval moet kosten. Het kabinet heeft een tijdje geleden al gezegd dat het ook zal kijken naar de financiële problematiek van de gehele nucleaire sector. Mijn collega Kamp heeft dit ook aangekondigd. Het is weleens goed om een moment te pakken om te bekijken hoe het met Borssele en Petten zit in de toekomst. Petten is natuurlijk extra ingewikkeld, omdat je daar ook de isotopen hebt. Bovendien is er de vraag of je wel of niet moet beginnen aan PALLAS. Daar kom ik zo nog op. Als je dat goed in beeld hebt, kun je aan een volgend kabinet goed meegeven wat er nog in die markt moet gebeuren en waar het kabinet eventueel rekening mee moet houden. Ik denk dat dit de vraag beantwoordt wie hiervoor uiteindelijk aan de lat moet. In eerste instantie is dat dus de vervuiler die het heeft gerealiseerd. Ik vind het wel van belang dat we ook in beeld brengen of dit reëel is. Als je straks namelijk zegt dat iemand het moet doen, maar vervolgens niemand het kan doen, kun je ook een probleem krijgen, waar we later met zijn allen last van hebben. Ik denk dus dat het in beeld brengen van het nucleaire landschap een heel belangrijke operatie is.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Als dat in beeld wordt gebracht, dan komt ook de optie in beeld die D66 eerder heeft geopperd, namelijk om te bekijken of de uitvoering en de regie rondom het klaarzetten van het afval bij COVRA zouden moeten liggen in plaats van bij NRG, die het nu blijkbaar niet voor elkaar lijkt te krijgen.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Dat nemen wij ook mee in het rapport. Het kabinet bekijkt ook wie het het beste kan doen. Is dat NRG of is dat een andere organisatie? COVRA heeft zich er zelfs weleens voor aangeboden. Ik heb het er ook wel met COVRA over gehad. Bij die hoge ambtelijke groep die nu bezig is om het nucleaire landschap in kaart te brengen speelt ook dit een rol. We moeten wel bekijken of dit echt een oplossing is. Het zou kunnen.

Ik zal er nu dieper op ingaan. Komt er vertraging in de afvoer? In het herziene plan van aanpak heeft NRG een geactualiseerde planning opgenomen, gebaseerd op de in de afgelopen twee jaar opgedane ervaring met hoe snel het scheiden van het afval gaat. De beoogde einddatum voor de afvoer van de vaten met historisch afval uit de Waste Storage Facility naar COVRA is 31 december 2022 gebleven. Bij onze beoordeling van het vorige plan is al gesteld dat dit slechts haalbaar is als zich geen nieuwe grote tegenslagen voordoen. Dat is nog steeds ons oordeel. Je kunt zeggen dat je het gaat doen, maar er moeten zich geen tegenslagen voordoen. Dan schuift de datum vooruit.

NRG heeft daarnaast ook een pessimistische planning gemaakt, waarin rekening is gehouden met tegenslagen, zoals het langdurig niet beschikbaar zijn van faciliteiten en een langer benodigde verwerkingstijd per vat. In die pessimistische planning wordt rekening gehouden met een uitloop van maximaal vijf jaar, dus tot eind 2027. Ik heb eerder in de commissie al gezegd dat ik liever heb dat het goed en veilig gebeurt dan dat we per se aan een datum vasthouden. Ik vind de data dus niet zo relevant, ik vind het allerbelangrijkste dat we zeker weten dat er voldoende financiering en deskundigheid is om het goed te doen.

Is er vertrouwen in NRG en de veiligheid? Ik zei al dat nucleaire veiligheid voor mij het allerbelangrijkste is om naar te kijken. NRG staat sinds 2012 onder verscherpt toezicht van de ANVS. Uit het toezicht van de afgelopen jaren is gebleken dat NRG de noodzakelijke investeringen, die ook een voorwaarde zijn voor een veilige operatie, altijd heeft gedaan. Eind 2016 heeft de ANVS ook weer een onderzoek uitgevoerd naar de invloed van de onzekere financiële situatie van het bedrijf op het veiligheidsgedrag. Een onzekere financiële situatie kan namelijk ook effect hebben op de cultuur of het veiligheidsgedrag. Ook dat onderzoek bevestigde echter dat de veiligheid op orde is. Er wordt wel een toegenomen werkdruk ervaren. Er is sprake van een fragiel vertrouwen tussen werkvloer en directie. De ANVS plaatst meldingen van klokkenluiders over bijvoorbeeld de angstcultuur in deze context. Dat zijn natuurlijk belangrijke signalen.

Eind 2016 heb ik de Kamer geïnformeerd over de resultaten van de audit door het IAEA en over het onderzoek van de ANVS. Daarbij heb ik gemeld dat de ANVS in het kader van toezicht actie heeft ondernomen en ook waarschuwingsbrieven heeft gestuurd aan de directie van NRG. Ik zei net al iets over het gelekte stuk. Ook heeft de directeur van de ANVS gesprekken gevoerd met de directie van NRG en ECN en met de bestuursvoorzitter van ECN en NRG. De aanleiding daartoe is onder meer dat ook het IAEA eisen stelt op het gebied van veiligheidsgedrag, die NRG beter kan naleven. De directie heeft toegezegd dat een goede veiligheidscultuur voor haar de hoogste prioriteit heeft en dat ze acties zal ondernemen. Er is altijd een verschil tussen de veiligheidscultuur en de veiligheid. De ANVS constateert ook dat er op dit moment geen twijfel bestaat over de nucleaire veiligheid in Petten. We volgen de ontwikkelingen altijd nauwlettend en houden een vinger aan de pols. Je moet ook altijd in de cultuur investeren, want als de cultuur niet goed is, kan de nucleaire kant uiteindelijk in gevaar komen.

Ik gaf net al wat aan over het gelekte stuk. Dat is het plan van aanpak van NRG, dat nu door de ANVS wordt beoordeeld. Waarschijnlijk kan de ANVS er binnen een maand, eind mei, een besluit over nemen.

Mevrouw Van Eijs vroeg of de samenwerking tussen ANVS, NRG en COVRA optimaal is en wat ik als Minister daaraan ga doen. Tot de nieuwe Kamerleden zeg ik dat COVRA een goede locatie is om te bezoeken. COVRA is in Nederland als enige gemachtigd om radioactief afval in ontvangst te nemen en te beheren. Op termijn zal dit in een geologische eindberging plaatsvinden. We hebben er nog zo'n honderd jaar voor om die te vinden. Als COVRA ook verantwoordelijk wordt voor de afvalverwijdering of de ontmanteling, is de exploitant van de installatie dus niet langer meer verantwoordelijk voor ontmanteling of afval, maar is het staatsbedrijf COVRA dat. Er is een duidelijke rolverdeling tussen de drie partijen. Dat maakt het weleens wat complexer om tot afstemming te komen, omdat er scheidslijnen zijn tussen het staatsbedrijf, het bedrijf dat de ontmanteling of afvalverwerking doet en de Staat zelf. Ik heb de signalen zelf niet gekregen, maar ik zal nagaan of optimalisatie in de afvalketen kan worden bereikt door betere samenwerking van COVRA met de afvalaanbieders.

Op de vraag of er vertraging is in de afvoer heb ik zonet geantwoord.

Mevrouw Van Tongeren, mevrouw Dik-Faber en anderen hebben vragen gesteld over de medische isotopen. Het klopt dat ASML bezig is geweest met het Lighthouse-project, waarin met behulp van een zeer zware versneller molybdeen zou kunnen worden geproduceerd. ASML is daarmee een nationaal icoon geworden. Het is de bedoeling dat dit initiatief door een apart consortium verder ontwikkeld zal worden. Het is nog geen bewezen techniek. Het is dus onzeker of dit nog gaat slagen. Daartoe moeten nog best wat problemen worden overwonnen. Als het project slaagt, kan het natuurlijk een aanzienlijke concurrent voor PALLAS worden op het gebied van de productie van molybdeen. Op dit moment is dat echter nog onzeker. Verder kunnen versnellers zoals de cyclotrons alleen niet alle noodzakelijke soorten van medische isotopen produceren. Hetzelfde geldt voor de reactors. Beide blijven in de toekomst dus nog noodzakelijk. De vraag is vooral of dat straks in Petten moet gebeuren of dat in plaats van «Petten» een nieuwe reactor moet worden gemaakt bij PALLAS om Europa van medische isotopen te voorzien, zeker gezien het feit dat de alternatieven die er lijken te zijn, nog niet alternatief genoeg zijn om het allemaal te kunnen opvangen. Deze vraag zal door de Minister van VWS samen met de Minister van EZ moeten worden beantwoord. Er zijn dan natuurlijk ook investeringen nodig om PALLAS mogelijk te maken, wat sterk samenhangt met de realiteitswaarde van de alternatieven. Ik ga ervan uit dat daarover te zijner tijd, als de businesscase wordt voorbereid, nog debatten zullen worden gevoerd in de commissie die daarover gaat.

Daarmee kom ik bij de onderwerpen die divers zijn, voorzitter.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik hoop dat de Minister onder het kopje «divers» wil ingaan op de tritiumverontreiniging in Petten. Ik had een vraag gesteld over de sanering van het radioactieve afval. Ik begrijp dat de Minister zegt dat veiligheid vooropstaat, ook als het 2022 wordt. Als het 2027 wordt, laten we dan niet koste wat kost vasthouden aan 2022, want de veiligheid is het allerbelangrijkste. Tegelijkertijd maken veel omwonenden zich erg ongerust. Verstandelijk kan ik het betoog van de Minister helemaal volgen, maar ik snap de bewoners ook heel goed. Zij zeggen dat ze er al zo lang wonen en dat er al zo lang over wordt gesproken. De financiën staan onder druk en er is tijdsdruk. Wat moet ik tegen de bewoners zeggen over het opruimen van het afval? Er heeft lekkage plaatsgevonden en die duurt nog voort. Het moet allemaal opnieuw worden ingepakt. Het is gewoon een zorgelijke situatie. Met de informatie die ik op dit moment heb, kan ik de bewoners niet helemaal geruststellen. Ik krijg daarop graag een reactie van de Minister.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Ik kan me voorstellen dat mensen ongerust zijn als ze horen dat er meer geld nodig is en dat het langer gaat duren. Tegelijkertijd leidt het niet tot een onveilige situatie. Ik denk dat wij dat ook moeten laten blijken, onder meer in de discussie die we hier voeren, want men zal daar natuurlijk ook naar luisteren. Ook in de communicatie met het gebied is dat van belang. Dat doen de organisaties zelf ook. Als politiek moeten we ervoor zorgen dat we geen plannen goedkeuren als er geen goede financiële onderbouwing onder ligt. Daaraan wordt nu gewerkt door de organisaties zelf. Ook op kabinetsniveau bekijken we hoe reëel het allemaal is en wat je wel en niet moet doen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik hoor wat de Minister zegt. Ook ik heb de directies van ECN en NRG horen zeggen dat de sanering van het afval grote prioriteit heeft. Tegelijkertijd zijn er toch veel signalen. Het is organisatorisch allemaal moeilijk. Kennelijk is er overleg met het ministerie over wie welke kosten draagt. Er is dus heel veel rumoer omheen. Ik zou zo ontzettend graag willen dat wij vandaag, in deze commissievergadering, de bewoners toch wat meer perspectief kunnen bieden over wanneer het afval zal zijn geborgen. Het moet duidelijk zijn dat daaraan de hoogste prioriteit wordt gegeven, niet alleen door ons als commissie en door de Minister, maar ook door ECN en NRG, die daarin ook zelf verantwoordelijkheid nemen. Ik heb alle stukken gelezen en er zijn gewoon te veel signalen, bijvoorbeeld gisterenavond in Nieuwsuur. Ik wil me echter niet alleen door de media laten leiden en lees ook in de brieven van de ANVS te veel signalen dat er heen en weer wordt gepingpongd en dat ECN en NRG daarin niet de maximale verantwoordelijkheid willen nemen.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Het is niet de rol van de ANVS om te zeggen: «Het wordt dit bedrag en dan is het klaar». Het is de rol van de ANVS om te zeggen: «Is het wel werkelijk waar? Willen we dat plan wel goedkeuren? Geloven wij dat het plan en de financiering akkoord zijn?» De vorige keer hebben we gezegd dat we daarvan niet geheel overtuigd waren, maar dat we wel een tijdelijk plan van aanpak wilden goedkeuren. We vragen nu om een nieuw plan van aanpak, waarin een reëlere planning naar voren komt die niet alleen is gericht op 2022 maar waarin ook de situatie wordt beschreven waarin er dingen tegenzitten en het weleens 2027 zou kunnen worden. Volgens mij is die bandbreedte helder. Ook moeten er reëlere bedragen naar voren komen. Je kunt wel zeggen dat het je binnen de 100 miljoen gaat redden als er nooit iets misgaat, maar je moet er ook rekening mee houden dat dingen tegenvallen. Als ik een weg moet bouwen, heb ik er ook altijd een pot risicoreserveringen bij zitten. Men heeft nu een hoger bedrag neergelegd dan in het verleden. De ANVS is nu aan het toetsen en testen of het allemaal kloppend is. Dan hebben we in ieder geval duidelijkheid over de bandbreedte van de termijn en de bandbreedte van het geld.

Vervolgens komt het vraagstuk: wie gaat dat betalen? In principe is er niets veranderd aan het besluit dat het gewoon door bedrijven moet worden betaald. Als een nieuw kabinet andere ideeën daarover heeft, zal dat blijken. Een nieuw kabinet brengt ook de andere vraagstukken in kaart, maar in principe betaalt het bedrijf. Dan spelen er nog de aanmerkingen en opmerkingen van de ANVS inzake de organisatie zelf, dus inzake NRG als organisatie, de veiligheidscultuur enzovoorts. Ook daarop zien we natuurlijk strikt toe. We zien dus toe op het plan van aanpak voor het afval maar ook op de organisatie zelf. Is het veilig genoeg? Is het goed genoeg? Wat moet men doen om te voldoen aan de eisen die wij stellen? Ook daar zitten we bovenop. Als men daarin geen verbeteringen aanbrengt en de situatie verslechtert, neem je daar ook weer maatregelen op. Er is nu geen sprake van een onveilige situatie. Er zijn wel dingen die gewoon beter moeten worden geregeld.

De vraag over tritium was bij de diversen beland, maar hoort eigenlijk hierbij. In 2014 was de inschatting van NRG dat na genomen maatregelen de concentraties in het grondwater buiten de terreingrens onder de 100 Bq (becquerel) per liter zouden blijven. Dat was een parameter uit de Europese richtlijn. Dat is geen norm, maar een waarde waarboven een inschatting van het risico moet worden gemaakt. Aangezien niet werd verwacht dat de concentraties daarboven zouden komen, is toen geen verdere analyse gemaakt. Nu heeft het RIVM deze analyse wel gedaan. Daaruit blijkt dat ook bij een concentratie van 5.000 becquerel per liter de risico's voor mens en milieu onbeduidend zijn. Daarbij is ook weer uitgegaan van zeer onwaarschijnlijke scenario's, bijvoorbeeld dat een persoon een jaarlang alleen groente uit eigen tuin eet, volledig geteeld met besmet water met de maximale tritiumconcentratie. Dat is wat er nu gebeurt en dit zijn de conclusies van het RIVM op dit vlak.

Ik ga over naar het blokje diversen. Wat is de huidige staat van de veiligheids- en evacuatieplannen bij de kernongevallenbestrijding? Ik schaar dit onder diversen, omdat het niet alleen gaat over België maar ook over heel Nederland. Op 1 januari jongstleden is de nieuwe samenwerkingsstructuur in het kader van het beheer van het Nationaal Crisisplan Stralingsincidenten (NCS) in werking getreden. Binnen de structuur vallen de nationale crisisplannen voor nucleaire straling. Dat betreft het Nationaal Crisisplan Stralingsincidenten en het Responsplan NCS. Deze plannen zijn bijgevoegd bij mijn brief aan de Kamer van 18 april 2017. Aanvullend komt binnenkort het crisiscommunicatieplan stralingsincidenten beschikbaar. Deze plannen zijn geactualiseerd. Het Rampbestrijdingsplan Nucleaire Installaties 2015 van de veiligheidsregio Zeeland wordt momenteel hierop aangepast en geactualiseerd. Ook andere veiligheidsregio's zijn bezig de eigen plannen hierop te laten aansluiten. Er wordt ook geoefend.

Dan de evacuatie per trein. Refererend aan het responsplan dient alleen een preparatiezone voor evacuatie te worden voorbereid in de plannen van de veiligheidszones Zeeland, Midden- en West-Brabant en Noord-Holland Noord. Voor Zeeland is de preparatiezone voor evacuatie 10 kilometer, evenals die voor Midden- en West-Brabant. Voor Noord-Holland Noord bedraagt de afstand 3 kilometer. Voor deze evacuatieafstanden zijn naar verwachting geen treinen nodig, omdat het zeer beperkte afstanden betreft. Bij de voorbereiding in het geval van een kernongeval bij Tihange in België hoeft Limburg, zoals ik hiervoor al zei, alleen rekening te houden met het verstrekken van jodiumtabletten aan jongeren tot 18 jaar en zwangere vrouwen. Voorbereiding voor evacuatie is daar dus niet aan de orde.

Over de jodiumpillen kan ik het een en ander vertellen. Als de Kamer er heel diep op wil ingaan, moet zij dat een keer met mijn collega doen. De Minister van Volksgezondheid heeft samen met verschillende andere partijen de distributie van jodiumtabletten uitgewerkt in een plan van aanpak. De Staatssecretaris van VWS heeft de Kamer hierover namens de Minister geïnformeerd op 21 april jongstleden. Het beschikbaar stellen van jodiumtabletten zal plaatsvinden door gebruik te maken van een combinatie van predistributie, dus distributie vooraf, en nooddistributie, dus distributie op het moment van een verwachte uitstoot van radioactief afval. Ik denk dat dit ook een antwoord is op de evenementenvragen. De predistributie van jodiumtabletten zal in september 2017 worden uitgevoerd. De doelgroep van de maatregel betreft in de eerste ring rondom een kernreactor mensen tot en met 40 jaar en zwangere vrouwen. Dat laatste is voor het ongeboren kind van belang. In de tweede ring betreft het mensen tot 18 jaar en zwangere vrouwen. Verdere informatie kunt u vinden in de brief van de Staatssecretaris en op de website www.waaromkrijgikjodiumtabletten.nl.

Wordt bij de distributie ook rekening gehouden met toeristen en dergelijke? VWS is ook daarmee bezig. Veiligheidsregio's geven bijvoorbeeld bijzondere locaties in de regio aan. Er wordt ook gewerkt aan het nooddistributieplan. Eind 2017 moeten de veiligheidsregio's hun operationeel plan af hebben. Ik denk dat het van belang is om dat te weten.

Mevrouw Van Eijs zei dat er in 2015–2016 veel onrust was in de Kamer over fouten in de vergunningen van URENCO NL en COVRA NRG en het type vergunningen dat wordt verleend. De transportveiligheid wordt altijd gewaarborgd en valt binnen de internationale wet- en regelgeving. Sinds december 2015 worden alle vervoersvergunningen gecheckt op de juiste toepassing van het rechtvaardigheidsbeginsel. Dat wil ook zeggen dat de ANVS slechts transporten vergund waarvan zeker is dat ze mogen en kunnen worden uitgevoerd.

Mevrouw Van Tongeren vroeg of dan niet alle UF6-transporten door Nederland kunnen worden gestopt door überhaupt geen vervoersvergunningen meer af te geven. Nederland kent geen verbod op het transport van UF6, ook niet naar het buitenland. Wel moet er een vergunning zijn op grond van de Kernenergiewet. Daarnaast is een exportvergunning vereist, afgegeven door de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, waarbij ook wordt getoetst op civiel eindgebruik.

De heer Van Aalst vroeg naar de stand van zaken met betrekking tot de cyberbeveiliging van de Nederlandse nucleaire inrichtingen. Sinds twee jaar is er een beveiligingskader met richtlijnen voor de Nederlandse nucleaire inrichtingen, dat vervolgens door de nucleaire vergunninghouders is geïmplementeerd. Dat cyberbeveiligingskader is door de ANVS, het NCSC (Nationaal Cyber Security Centrum), de AIVD en de nationale politie opgesteld in samenwerking met de vergunninghouders. De laatste keer dat ik op bezoek was bij URENCO, was er net geoefend met een drone. Het cyberbeveiligingskader wordt momenteel geactualiseerd onder leiding van de ANVS in nauwe samenwerking met het NSCS, de AIVD en de nationale politie, alsmede de nucleaire vergunninghouders. Dat is vooral omdat de technologie niet stilstaat. Er worden iedere keer weer nieuwe dingen uitgevonden. Ik zal natuurlijk geen uitspraken doen over de operationele inhoud van het cyberbeveiligingskader, maar er wordt in ieder geval intensief en goed samengewerkt met het Nationaal Cyber Security Centrum.

Er is gevraagd naar het OVV-onderzoek van de kerncentrales, volgens mij door mevrouw Beckerman. De eerste bevindingen zijn al door de OVV bekendgemaakt. De OVV voert het onderzoek onafhankelijk uit en bepaalt zelf de inhoud en planning. Het is in juni 2016 gestart en is nog in volle gang. Er zijn interviews afgenomen bij alle medewerkers van DCC, bij I en M, bij de ANVS en bij het RIVM. Men heeft diverse documenten gekregen. De focus van het onderzoek ligt bij crisisbeheersing en de veiligheidsbeleving van burgers, met name in de grensstreek met België. Ik weet dat de OVV ook met Duitsland in gesprek is. Volgens mij streeft de OVV ernaar om het onderzoeksrapport in het vierde kwartaal van 2017 op te leveren, maar dat is echt de verantwoordelijkheid van de OVV.

Er is gevraagd naar de stand van zaken inzake de raad van advies van de ANVS. De voorbereidingen voor het instellen van een raad van advies zijn in volle gang. De raad zal door het zbo ANVS zelf moeten worden ingesteld, zoals ik heb aangegeven bij het overnemen van de motie-Van Veldhoven (25 422, nr. 168). Het zbo is net door de Kamer goedgekeurd en gaat pas op 1 juli 2017 formeel van start. Daarna kan zo spoedig mogelijk een raad van advies worden ingesteld. Men heeft niet aangegeven niet te willen meewerken aan de uitvoering van de motie, dus dat zal goedkomen. De raad van advies zal bestaan uit onafhankelijke deskundigen met gedegen kennis op de inhoudelijke gebieden en zal het bestuur gevraagd en ongevraagd adviseren.

Mevrouw Van Tongeren had van mij nog een antwoord tegoed op haar vraag over Euratom. Zij zei dat onder Euratom niet alleen nationale schade, maar ook grensoverschrijdende schade valt. Een kerncentrale moet zich verzekeren tegen de kosten van een ramp tot een bedrag van 2,3 miljard. Binnenkort wordt dat 3,2 miljard, dus dat wordt verruimd. Een kerncentrale betaalt verzekeringspremie aan de verzekeringsmarkt tot 1,2 miljard. Daarboven betaalt de kerncentrale een marktconforme premie aan de Staat. Dat staat niet in het Euratom-verdrag, maar in het verdrag van Parijs.

Volgens mij heb ik hiermee ook alle diverse vragen beantwoord, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. De stemmingen vinden om 15.15 uur plaats, dus dan gaat er een lange bel. Ik inventariseer even of er behoefte is aan een tweede termijn. Niet iedereen heeft daaraan behoefte, maar sommigen wel. De spreektijd in tweede termijn bedraagt één minuut per fractie.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. In Euratom zitten volgen mij ook afspraken over de wederzijdse veiligheid. Als er een heel grote ramp ontstaat, zit je al snel boven de 3 miljard, kijk naar Fukushima. Er zitten volgens mij ook financiële afspraken in voor het geval het boven het verzekeringsniveau uitkomt, maar als dat een keer in een volgende brief terugkomt, ben ik daar heel tevreden over.

Ik heb nog een vraag over Stable Isotopes. Dat bedrijf heeft blijkbaar een complete vergunning gekregen en kan daardoor radioactief materiaal van alle verschillende niveaus verwerken.

Wat zou ik nog meer willen weten? Ja, voldoet Borssele nu inderdaad aan alle eisen die we rond Fukushima hebben gesteld? Er ligt een plan maar is dat ook helemaal uitgevoerd? Ik dacht dat er nog steeds een investeringstekort was van 200 tot 400 miljoen. Dat is wat mij hiervan bijstaat. Als het al is afgerond, zou ik daar heel blij mee zijn.

De heer Wassenberg (PvdD):

Voorzitter. Ik dank de Minister voor haar antwoorden.

De Minister neemt de zorgen rond Tihange serieus. Daar twijfelde ik ook helemaal niet aan, maar ik wil toch benadrukken dat ik dat erg waardeer. Aan haar intentie twijfel ik absoluut niet. Dat is belangrijk, maar ik vraag me toch af of er echt alles wordt gedaan om de veiligheid van de bewoners in de grensstreek te garanderen.

De Minister heeft gezegd dat er in buurlanden zorgen zijn en dat die zorgen vooral zijn uitgesproken in de verschillende raden maar niet op het hoogste federale niveau. Mijn vraag aan de Minister is of dat niet toch zou moeten gebeuren. Zou de Minister het initiatief daartoe kunnen nemen? In Duitsland was haar collega, de Minister van Umwelt, Naturschutz, Bau und Reaktorsicherheit, uiterst kritisch over die «Flickschusterei», het rommelwerk, rond Tihange. Ik weet niet wat de exacte naam is van het Ministerie van Luxemburg maar dat ministerie had dus ook veel kritiek. Kan de Minister met die federale collega's bekijken of er gezamenlijk druk kan worden uitgeoefend om Tihange te sluiten? Dat is toch iets anders dan de motie die net werd genoemd, want daarin ging om de incidenten rond Tihange met de veiligheid.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Wassenberg (PvdD):

Nog één opmerking: ik zou daar eventueel nog op terug willen komen in een VAO.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. Ik heb in eerste termijn een aantal vragen over het draagvlak gesteld. De Minister is daarop uitgebreid ingegaan, maar dat neemt natuurlijk niet weg dat er veel onrust is bij de omwonenden, zowel in Zuid-Limburg als rond Borssele en Petten.

Ik heb een vraag gesteld over het nationale programma voor radioactief afval, een programma dat ook op de agenda staat. Er worden verschillende actiepunten in beschreven, waaronder de inrichting van een klankbordgroep. Zo'n klankbordgroep is natuurlijk heel erg belangrijk voor het draagvlak en voor de inspraak. Ik zag daarin staan dat het voor eind 2016 gebeurd had moeten zijn. Het is nu 2017. Is 2016 gehaald en, zo niet, wat is dan de stand van zaken?

Mevrouw Van Eijs (D66):

Voorzitter. Het is meerdere keren gegaan over het belang van communicatie en de onrust die ontstaat. Wat dat betreft kijk ik uit naar het onderzoek naar de informatiebehoefte van mensen. We hebben gezien dat het vertraging heeft opgelopen en wij zouden graag bericht krijgen als er weer vertraging op dit onderdeel wordt opgelopen.

Het idee speelt om de COVRA van Petten over te nemen. Dat zouden wij ook graag terugzien in de bredere scan van het landschap van de nucleaire installaties in Nederland.

De Minister heeft aangegeven dat ze zal nagaan of de communicatie tussen de verschillende partijen kan worden verbeterd en dan specifiek tussen de COVRA en de ANVS, die beide onder de verantwoordelijkheid van het kabinet vallen. Daarover zouden wij graag een brief ontvangen.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Mevrouw Van Tongeren vroeg mij in eerste termijn hoe het nu zit met de kerncentrale Borssele. Is dat nu een van de veiligste? De Minister heeft daarover in een algemeen overleg in december 2016 letterlijk gezegd: met betrekking tot de kerncentrale Borssele behoren we tot de 25 beste van de wereld en dat hebben we laten uitzoeken. Daar was mijn bewering op gebaseerd. Ik hecht eraan om dat nog even terug te geven aan de collega.

Verder doet het me goed dat de Minister de zorgen van de Kamer over de kerncentrales in het buitenland deelt en dat ze er met ons ook bij de buren bovenop zit. Dat blijft helaas wel hard nodig.

Ik bedank de Minister voor de beantwoording van de vragen over Petten. Wij denken dat het van het grootste belang is dat het allemaal veilig gebeurt. Als het daardoor een paar jaar langer moet duren, is dat voor ons geen halszaak, mits maar goed wordt uitgelegd wat er aan de hand is. Die transparantie is voor de omgeving echt nodig.

De heer Van Aalst (PVV):

Voorzitter. Allereerst dank ik de Minister voor haar beantwoording.

Ik heb eigenlijk nog maar één korte verduidelijkende vraag. De Minister zei al iets over de maatregelen tegen een mogelijke terroristische aanslag, maar kan zij daarover nog iets meer zeggen? Weet zij wellicht of in België ook de benodigde maatregelen genomen zijn?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik dank de Minister voor de beantwoording van alle vragen.

Ik proef bij ook de Minister veel zorgen over de kerncentrales in België. Ik merk dat zij en onze autoriteiten er bovenop zitten om ervoor te zorgen dat de veiligheid niet in het geding komt. Ik weet ook dat de Onderzoeksraad Voor Veiligheid onderzoek doet naar de communicatie rondom de hele veiligheidsbeheersing. Het gaat dan om interlandelijke communicatie. Wanneer is dat rapport klaar? Ik zie erg uit naar dat rapport en ben benieuwd naar de conclusies.

Er ligt een voorstel voor de sanering van het afval in Petten. Gisteren lag dat voorstel bij Nieuwsuur, maar onze autoriteit moet er nog op reageren. Ik wacht die reactie met spanning af.

Ik heb nog een vraag over de tritiumverontreiniging. Ik begrijp dat een aanzienlijk deel van de verontreiniging is opgeruimd en dat wat er nu nog is overgebleven zich over een groter oppervlak heeft verspreid. De concentratie van de verontreiniging is verder hoger dan van tevoren werd gedacht. Ik werd er zojuist online op gewezen dat onze autoriteit ervoor heeft gekozen om concentraties toe te staan die 50 keer hoger zijn in plaats van de NRG de opdracht te geven door te zetten met de sanering. Wat is de reden daarvoor? Ik hoop dat die reden niet financieel gedreven is.

Voorzitter: Van Tongeren

De voorzitter:

Ik geef nu graag het woord aan de heer Dijkstra voor zijn minuut.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Voorzitter. Ik bedank de Minister voor haar antwoorden.

In een vorig algemeen overleg hadden we het ook over de ontmantelingsstrategie. Ik begrijp dat de Minister daarmee bezig is of binnenkort bezig zal zijn. Kan zij daar nog op reflecteren? Welke rol zou Nederland kunnen spelen als het gaat om kansen? Ik vraag dat omdat de problematiek zich niet beperkt tot Nederland zelf.

Ik vind het op zichzelf bijzonder en ook wel goed dat wij hier uitgebreider spreken over Belgische kerncentrales dan over onze eigen kerncentrales. Ik vind dat altijd heel, heel bijzonder.

Waarom krijg je jodiumtabletten? De website daarover ga ik inderdaad in september bezoeken en ik hoop iedereen die daarover vragen heeft, mij dat nadoet.

Ik ben benieuwd naar dat in kaart brengen van het nucleaire landschap. Het gaat daarbij om vragen als wat er moet gebeuren en hoe de toekomst eruit gaat zien. Dat zijn vragen waar de VVD aan hecht. Ik heb gezegd dat het opruimen veilig moet gebeuren en dat het best wat langer mag duren, maar ik wil vooral dat de voorzieningszekerheid van medische isotopen gewaarborgd is. Dat is voor ons een essentieel punt.

Voorzitter: Remco Dijkstra

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Voorzitter. Ik begin maar alvast. Het kan zijn dat daardoor de antwoorden niet helemaal in de juiste volgorde komen, maar ik zal wel mijn best daarvoor doen.

GroenLinks had een vraag over Euratom. Dat is ook een verantwoordelijkheid van de Minister van Financiën. Ik denk dat het goed is om in onze volgende brief – we sturen eens in de zoveel tijd een verzamelbrief – even wat dieper op dat onderwerp in te gaan; dan kunnen we het ook met dat ministerie voorbereiden. Maar misschien kunnen zij er op een ander moment al eerder iets over zeggen.

Mevrouw Van Tongeren vroeg naar de stabiele isotopen van URENCO. Daarvoor waren twee vergunningen afgegeven, een Kew-vergunning en een Wabo-vergunning. Dat wordt nu één Kew-vergunning, want het is één inrichting. Daardoor verandert er inhoudelijk overigens niets.

Mevrouw Van Tongeren vroeg naar de post-Fukushimamaatregelen. Er is een plan voor de implementatie van alle post-Fukushimamaatregelen. Eind 2017 is dat klaar. Het plan van aanpak is meerdere malen intern gepresenteerd en bediscussieerd. Het valt goed, ook internationaal. Nu, as we speak, worden de laatste maatregelen van de zesde toetsingsconferentie uitgevoerd om het daadwerkelijk Fukushimaproof te maken. Hoeveel geld kost dat nou? Dat is eigenlijk een probleem van de vergunninghouder. Ik weet niet hoeveel het kost, maar ik ben eigenlijk ook alleen maar geïnteresseerd in de implementatie van de maatregelen. De ANVS houdt daar ook toezicht op.

De heer Wassenberg vroeg of alleen gemeenten kritiek leveren en federale overheden niet. Nee, het zijn echt gemeenten die juridische stappen zetten. Federale overheden leveren wel kritiek – dat is natuurlijk ook vanuit ons eigen land gebeurd – maar ze zetten geen juridische stappen, omdat daar ook gewoon een grondslag voor ontbreekt. De heer Wassenberg vroeg mij om druk uit te oefenen om over te gaan tot sluiting; ik moest mij op dat onderwerp verenigen met de collega's. Ik heb het in dit debat al eerder gezegd: ik vind dat het veilig moet zijn, maar ik ga niet bepleiten dat er een sluiting moet komen als het verder veilig is. Dat sommige internationale collega's dat wel doen, ook vanuit hun politieke voorkeuren, is prima. Als er iemand van een andere politieke kleur op mijn stoel zou zitten, zou die misschien ook zeggen: ik vind sowieso dat er geen kernenergie moet zijn en dat er moet worden overgegaan tot sluiting. Ik vind dat niet. Ik vind dat het veilig moet zijn en als het niet veilig is, moeten ze sluiten. Ik zal mij dus niet bij voorbaat bij deze federale criticasters aansluiten. Ik doe wat ik net allemaal heb gezegd en ik voer ook de motie van de Kamer uit om alles in te zetten wat wij kunnen inzetten voor een internationaal veilige situatie.

Mevrouw Beckerman vroeg naar het draagvlak. Dat is inderdaad heel belangrijk. Voor het draagvlak spelen wij allemaal ook een rol. Ik heb dat dilemma in de commissie in oude samenstelling aan de orde gesteld. Volgens mij was dat mede een reden waarom een motie, waarin ik word opgeroepen om juridisch de strijd aan te gaan, het uiteindelijk niet geworden is. Volgens mij ziet namelijk iedereen wel in dat wij met elkaar de verantwoordelijkheid moeten dragen. Wij moeten zeggen: we staan volledig in voor de veiligheid, we zitten erbovenop als iets onveilig is en zullen dan ook maatregelen nemen. Maar als je bij voorbaat vraagt om sluiting, kun je daarmee ook de indruk wekken dat het niet veilig is en daarmee een soort schijnonveiligheid creëren. Het is heel belangrijk om die twee dingen goed te scheiden. Ik hoop dat ook voor de commissieleden geldt: als je vanuit je politieke voorkeuren voor sluiting bent, prima. Daar mag je dan ook zo helder en duidelijk mogelijk over zijn, maar als je sluiting wilt uit onveiligheid, dan breng je mensen wel op de gedachte dat het onveilig zou zijn. Wij zijn met zijn alleen verantwoordelijk voor het draagvlak. Daarom spreek ik ook met de veiligheidsregio's, die daar eveneens een rol in hebben. Ja, als je een lint aanlegt en binnen 90 kilometer doen alle dorpen mee, dan kun je zeggen: we doen dit niet omdat we denken dat het op dit moment mis kan gaan, maar we doen het omdat we het eigenlijk onwenselijk vinden. Het is heel belangrijk welke boodschap je daarbij uitstraalt.

Hoe zit het met de inrichting van de klankbordgroep? Er wordt gewerkt aan de inventarisatie van wat het doel, de taak en de samenstelling moet zijn van de klankbordgroep en ik heb hier staan: verwacht binnen enkele maanden rapport. Ik check even bij mijn ambtenaren of dat het rapport van de klankbordgroep betreft of het rapport erover dat die er is. Het rapport over de instelling, wordt mij ingefluisterd.

Mevrouw Van Eijs wil graag een brief ontvangen over de slechte communicatie tussen COVRA, de overheid en de ANVS. Ik zei al in mijn eerste termijn dat mij daar niets over bekend is. Ik ben best bereid om te kijken of er meer moet gebeuren, maar om bij voorbaat een brief toe te zeggen over een probleem dat mij niet bekend is, is niet echt mijn gewoonte. Als blijkt dat er een probleem is, dan zal ik dat meenemen in de volgende verzamelbrief aan deze commissie. Ik neem aan dat als partijen zich bij de Kamerleden gemeld hebben, dat ze zich dan vanaf nu ook meteen bij mij zullen melden om door te geven waar zich problemen voordoen. Ik ken dit probleem niet. Gevraagd is voorts of COVRA een rol krijgt in de toekomstige afhandeling van het historisch afval uit Petten. Die gedachte wordt meegenomen bij de werkgroep die nu het nucleair landschap beschrijft. Dat zullen we te zijner tijd zien als ze ons hun bevindingen voorleggen. Eerst komen die bij ons, dan schrijft het kabinet daar een reactie op en stuurt ze naar de Kamer.

Het onderzoek naar de informatiebehoefte van het publiek is afgerond. Nu wordt dat gedeeld met de stakeholders en nadere acties naar aanleiding van dit onderzoek worden nog bepaald. Ik zit te kijken of ik nog vragen heb liggen van het CDA.

Aangaande het terrorisme in België heeft het FANC gezegd dat voldoende maatregelen zijn genomen door de uitbater Electrabel en ook door het leger en de politie. We weten dat je je nooit voor honderd procent kunt voorbereiden op terroristen. Je kunt niet alles weten, maar we hebben geen enkele informatie dat er nog maatregelen op dat vlak zouden openstaan.

Mevrouw Dik-Faber heeft gevraagd hoe het zit met het aanpassen van de norm voor tritium bij Petten. De norm is inderdaad aangepast, maar dat komt ook door wat ik net zei. Er is gezegd: als je boven de 100 becquerel per liter zit, moet je motiveren wat je als risico ziet en wat je daarmee wilt gaan doen. Daar was nooit onderzoek naar gedaan, omdat ze altijd dachten dat ze lager zaten. Toen men bedacht dat men misschien erboven zat, is onderzoek gedaan door het RIVM en dat heeft aangegeven dat het tot 5.000 becquerel per liter geen risico ziet voor mens en milieu. Ik zei al wat er allemaal aan extreme dingen moest gebeuren om die 5.000 becquerel per liter binnen te krijgen. Die norm is dus opgehoogd omdat er geen risico is voor mens en milieu. Dan is het ook niet noodzakelijk om zo'n norm voor de sanering te houden. Hoe zit het met het doorzetten van die sanering? Een damwand slaan of extra water oppompen werkt niet of levert extra schade op voor de duinen. Het RIVM-onderzoek concludeert dat het risico op straling bij een hogere norm onbeduidend is voor de volksgezondheid. Daarom is de norm aangepast. Anders voldoe je de hele tijd niet, maar dan aan iets wat ook geen echt probleem oplevert.

Ik hoop dat ik hiermee alle vragen beantwoord heb.

De voorzitter:

Ik zal aanvullende vragen toelaten in reactie op het antwoord van de Minister. Mevrouw Beckerman meldde zich als eerste.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel voor het antwoord op mijn vraag over de klankbordgroep en wanneer die wordt ingesteld. Ik vroeg ook waarom daarin vertraging was ontstaan.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Heel kort. Mijn vraag ging over de communicatie tussen de ANVS en COVRA. De Minister zei daarover geen aparte brief te willen schrijven. Het is ook prima als dat terugkomt in de stand-van-zakenbrief die wij eens in de zoveel tijd ontvangen. Dat lijkt me prima. Ik had eerder gevraagd naar het onderzoek naar de informatiebehoefte van mensen. Heb ik het antwoord daarop gemist of is het nog niet gegeven?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Klopt het dat de tritiumverontreiniging gesaneerd is op basis van een specifieke norm die gehanteerd werd zonder dat daar onderzoek aan ten grondslag lag en dat nu geaccepteerd wordt dat die norm 50 keer hoger ligt, wat wel ondersteund wordt door onderzoek? Dan is er toch iets aan de hand? Dat lijkt mij een heel moeilijk verhaal om uit te leggen.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Ik begin met de vraag van mevrouw Beckerman. Zij vroeg waarom er vertraging is opgetreden. Dat heeft er waarschijnlijk ook mee te maken dat de ANVS veel later is ingesteld dan we hadden gewild. Dat dossier heeft heel lang hier in de Kamer gelegen, omdat de discussie over de oprichting van de ANVS samengepakt werd met allerlei andere vraagstukken. Op enig moment heb ik zelf moeten vragen of we dit even apart kunnen behandelen, want anders kunnen we de ANVS nooit oprichten. Pas na oprichting van de ANVS kun je al die andere elementen regelen. Wat de brief betreft: als we iets vinden, zullen we dat opnemen in die brief. Wat de informatievoorziening betreft, heb ik net gezegd dat het onderzoek naar de informatiebehoefte van het publiek is afgerond. Nu wordt het gedeeld met de stakeholders en nadere acties naar aanleiding van dit onderzoek zullen nog worden bepaald. Het CDA had het over de 25 veiligste kerncentrales. Ik moet het netjes zeggen. Ik weet niet hoe ik het in december vorig jaar gezegd heb, maar ik moet zeggen: bij de 25% veiligste kerncentrales. Ik denk dat dat is wat men gehoord heeft en ik denk ook dat wij daar toe behoren en dat wij het ook heel erg goed doen.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik hecht hier wel aan. In het verslag staat letterlijk: «de kerncentrale Borssele behoort tot de 25 beste van de wereld en dat hebben we laten uitzoeken». Ik heb het verslag er maar bij gepakt.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Daarom zeg ik nu: ik weet niet hoe ik het gezegd heb, maar daarom moet ik het nu netjes zeggen. Het is de 25% beste kerncentrales. Dat zijn er meer, maar binnen die groep is geen ranking bepaald van wie de beste is. We kunnen nog steeds de beste van de wereld zijn, bij wijze van spreken, alleen kun je het niet op die manier zeggen. Ik heb het in december vorig jaar niet goed gezegd. Daarom noem ik het nu ook.

Dan heb ik nog de vraag van mevrouw Dik-Faber en die is belangrijk. Nogmaals, in het verleden is gezegd: je moet saneren als je boven de 100 becquerel per liter komt. Of nee, niet saneren, maar dan moet je aangeven wat het risico is en daar moet je dan jouw saneringsplan op baseren. Dat is gebeurd. Er is ook gekeken naar wat we allemaal kunnen doen met ingewikkelde maatregelen. Er heeft heel veel plaatsgevonden, maar op een aantal laatste punten blijkt dit niet te werken. Er is nooit onderzocht wat de maximale grens kon zijn, omdat men dacht: we blijven toch onder die 100 microgram. Vervolgens is gebleken dat we niet onder die 100 microgram bleven. Het RIVM heeft daarom onderzoek gedaan naar de vraag wat het betekent als je daarboven zit. Het heeft zelfs bekeken hoe dat zit tot en met een grens van 5.000, en misschien nog wel hoger; dat weet ik niet. Het RIVM heeft aangegeven dat er tot een grens van 5.000 helemaal geen probleem is voor mens en milieu. De boodschap was eigenlijk: u kunt ook gewoon uw grens verhogen; u wilt nu maatregelen nemen om de grens op 100 te stellen, maar de norm kan net zo goed 5.000 zijn, want daaronder is er geen probleem voor mens en milieu. Zo heb ik het meegekregen. Natuurlijk klinkt het gek als je als overheid je norm aanpast als je maatregelen geen gevolgen kunnen krijgen, maar dat is niet zomaar gebeurd. Dat is gebeurd omdat is gebleken dat die maatregelen óf niet werken óf extra schade opleveren en omdat het RIVM, de instelling die moet toezien op de gezondheid, zegt dat de risicostraling bij de hogere norm onbeduidend is.

De voorzitter:

Ik kom tot een afronding van dit AO. Ik heb hier één toezegging staan:

De Minister zal in een volgende voortgangsbrief uitleg geven over Euratom in verband met de Belgische kerncentrales.

Ik meen dat de heer Wassenberg een VAO in gedachten had.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ik dacht dat ik dat had aangevraagd, maar ik had dat misschien nog explicieter moeten doen. Ik wil graag een VAO hierover.

De voorzitter:

Kunt u al een beetje aangegeven wat de inhoud van uw motie zal zijn? Ik vraag dat ook voor mijzelf.

De heer Wassenberg (PvdD):

De Minister zei: je kunt mij wel vragen om op federaal niveau met mijn collega's te gaan spreken, maar misschien zou iemand van een andere politieke kleur daar enthousiaster over zijn dan ik. Er komt dadelijk een ander kabinet met daarin misschien ook een Minister van een andere politieke kleur. Ik vind het echter hoe dan ook belangrijk om een motie in te dienen over dat overleg om in elk geval tot sluiting over te gaan. De politieke meningen verschillen daarover, maar volgens mij is een VAO daar ook voor bedoeld.

De voorzitter:

Dank voor de verduidelijking. Nu weten we waarop we ons kunnen voorbereiden. Ik dank de Minister, de aanwezigen, de Kamerleden en iedereen die heeft meegekeken. Wij kunnen rustig naar de plenaire zaal gaan. De stemmingen vinden om 15.40 uur plaats. Ik denk dat we dit onderwerp uitvoerig en goed behandeld hebben.

Sluiting 15.27 uur.