Ontvangen 8 januari 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het met artikel I, onderdeel F, van deze wet geïntroduceerde artikel 10.14, vierde lid, van de Wet milieubeheer in de praktijk.
Dit amendement voorziet in een evaluatiebepaling bij de voorgestelde verstrekkingsverplichting, uiterlijk drie jaar na inwerkingtreding van het wetsvoorstel. Indiener merkt op dat het onduidelijk is hoeveel ambtelijke capaciteit benodigd zal zijn om aan deze verstrekkingsverplichting invulling te geven en verwijst daarbij naar de door de Inspectie Leefomgeving en Transport uitgevoerde HUF-toets. Hiernaast wijst de indiener ook op de taakstelling op de ambtenarij. De indiener acht daarom een wetsevaluatie die kijkt naar de ambtelijke uitvoeringslasten van de genoemde verstrekkingsverplichting wenselijk. Hiernaast kan de evaluatie ook beoordelen of de verstrekkingsverplichting daadwerkelijk heeft geleid tot verbeterd inzicht in wanneer er afgeweken wordt van het circulair materialenplan en of dit heeft geleid tot bijstelling van beleid.
Wingelaar